Young professionals in Zuidoost

_{Bron: Gemeente Amsterdam, Onderzoek en Statistiek}

Samenvatting

Young professionals

Zuidoost telt bijna 25.000 inwoners tussen 20 en 35 jaar. Ruim een vijfde van hen heeft als belangrijkste inkomensbron/dagbesteding onderwijs. 

• 9% van de jongvolwassenen heeft geen startkwalificatie, dat wil zeggen geen havo, vwo of  mbo2+-diploma. De meeste van hen (84%) volgen geen onderwijs meer.
• 43% is middelbaar opgeleid en heeft een havo, vwo of mbo2+-diploma. Van hen is 30% bezig met een vervolgopleiding.
• 19% heeft een bachelorsdiploma. Ruim een kwart van hen volgt nog steeds onderwijs.
• 11% heeft een master of doctordiploma, waarvan 13% nog steeds onderwijs volgt.

Van de respondenten werkt 71% in loondienst en heeft 6% een eigen onderneming. Een groep van 22% werkt niet, maar zou dit wel willen. Van de werkende respondenten werkt 47% per week 36 uur of meer. Wo-ers en/of mannen werken vaker fulltime. Personen met een mbo-opleiding en/of 25-minners werken vaker parttime. Bijna een op de tien respondenten heeft een sterk wisselend aantal werkuren. Dit zijn relatief vaak ZZP’ers.

Arbeidscontract, werkniveau en inkomen

Bijna driekwart van de werkende respondenten heeft een vast contract of uitzicht op een vast contract. Bij mensen die 25 uur of meer werken is dit 85%.

Bijna de helft (47%) vindt de eigen baan van het niveau dat je kan verwachten bij de eigen opleiding en werkervaring. Daarnaast vindt 38% het niveau (veel) minder en 12% juist (veel) hoger. Parttimers, 25-minners en mensen met minder dan 1 jaar relevante werkervaring werken vaker op een (veel) minder niveau. Opvallend is dat mbo’ers vaker werken op een (veel) hoger dan verwacht niveau. De helft van de mensen die op een laag niveau werkt, is actief op zoek naar ander werk.

Van het  salaris vindt bijna de helft dat het niveau (veel) lager is dan valt te verwachten bij de eigen opleiding en werkervaring. Bij 36% is het het verwachte niveau en bij 12% (veel) hoger. Ondernemers vinden het salaris vaker (veel) minder  dan verwacht. Ruim tweederde van de mensen met een laag salaris is actief op zoek naar ander werk.

De helft van de respondenten zoekt actief naar een baan die (beter) aansluit bij hun opleiding. Van degenen die actief op zoek zijn naar (ander) werk heeft 8% geen werkervaring op het niveau van de gevolgde opleiding en een kwart maximaal een jaar.

De respondenten geven hun eigen kans op de arbeidsmarkt gemiddeld een 6,5. Het  vertrouwen in de eigen kans hangt vooral samen met de positie die men op dit moment op de arbeidsmarkt  heeft (zie tabel). Persoonskenmerken hebben minder invloed. Uitzondering is de migratieachtergrond. Personen zonder migratieachtergrond geven hun eigen kans een bovengemiddeld hoog cijfer (7,0). 

Behoefte aan ondersteuning

De meeste young professionals (82%) hebben behoefte aan minstens één vorm van ondersteuning bij hun loopbaanontwikkeling. 
Bijna een kwart heeft behoefte aan financiële ondersteuning om door te kunnen leren. Dit zijn vaker hbo’ers en/of mensen die jonger zijn dan 25 jaar.  
Mensen met een (Surinaamse) migratieachtergrond hebben vaker dan respondenten zonder migratieachtergrond behoefte aan het vergroten van hun netwerk met mensen die al wat verder zijn in hun carrière, informatie over opleidingsmogelijkheden, informatie over hoe je je kansen op de arbeidsmarkt verbetert, mentoring voor jonge ondernemers en het vergroten van digitale vaardigheden. 
Hieronder een overzicht van welke ondersteuning deze groep graag wil ontvangen bij hun loopbaanontwikkeling? 

Persoonlijke belemmeringen

Bijna de helft van de respondenten (48%) heeft te maken met een persoonlijke factor die hem of haar belemmert bij het vinden van een baan (zie tabel). In ruim de helft van de gevallen gaat het om de herkomst. De belemmering op basis van herkomst wordt vaker genoemd door hbo- en wo-opgeleiden, mannen en respondenten die ook voor hun studie al in Zuidoost woonden. De  respondenten met een migratieachtergrond die hun herkomst als een belemmering op de arbeidsmarkt ervaren, geven hun eigen kans op de arbeidsmarkt gemiddeld een 5,7.

Op een gedeelde tweede plaats van voorkomende persoonlijke belemmeringen staan leeftijd (te oud), uiterlijk en woonplek (alle drie 6%). Hiervan schat de groep die zichzelf te oud vindt de eigen kansen het  laagst in (4,9).