Het Atelier- en Broedplaatsenbeleid biedt jonge getalenteerde kunstenaars en creatieve ondernemers een werkplek voor een lage huur in de gemeente Amsterdam. Op deze manier hoopt het gemeentebestuur creatief talent aan de stad te kunnen binden. Het beleid is gebaseerd op de ideeën van de Amerikaan Richard Florida die een relatie ziet tussen de vestigingskeuze van de creatieve klasse en een stedelijke ontwikkeling van een achterstandswijk. De kunstenaars zouden een gentrificatieproces in werking zetten. Om te onderzoeken of het beleid van de gemeente Amsterdam werkt, wordt in dit onderzoek een evaluatie van het Atelier- en Broedplaatsenbeleid uitgevoerd. De beleidsevaluatie wordt onderverdeeld in een kwantitatief en een kwalitatief onderzoek. Om de opwaardering van de zeven stadsdelen te kunnen meten, zijn indicatoren opgesteld binnen vier verschillende factoren: economisch, sociaal-cultureel en demografische factoren en de leefbaarheid. De analyse van statistische gegevens laat geen duidelijk verandering zien in de stadsdelen om te kunnen concluderen dat de vestiging van culturele broedplaatsen een gentrificatieproces in gang zet. In het aanvullende kwalitatieve onderzoek wordt door middel van negen interviews met verschillende belanghebbende binnen de uitvoering van het Atelier- en Broedplaatsenbeleid, onderzocht wat de invloed is van een creatieve broedplaats op twee achterstandswijken. Twee casebeschrijvingen van de stadsdelen Amsterdam Noord en Nieuw-West worden gemaakt en met elkaar vergeleken om vervolgens per factor na te gaan of er een verandering is opgetreden.

Deze Master Thesis is geschreven als onderdeel van de Master Management van de Publieke Sector aan de Faculteit Governance and Global Affairs van de Universiteit Leiden.

Auteur: Lotte Tims

Image credits

Icon image: "Nieuwe ateliers in de Y-helling NDSM werf" (10-7-2017) Fotograaf Alphons Nieuwenhuis via fotobank.amsterdam.nl

Downloads