Artikel

Kerncijfers armoede in Amsterdam

18% van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 2016 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386 huishoudens leefden ruim 27.000 kinderen. Ten opzichte van voorgaande jaren is het absolute aantal minima in Amsterdam gestabiliseerd; het percentage daalt. Dat blijkt uit een fact sheet met kerncijfers over armoede in Amsterdam in 2016. De volledige rapportage, de Amsterdamse armoedemonitor, zal in het najaar verschijnen.

Minder minimahuishoudens in 2015, lichte stijging in 2016
Het percentage minimahuishoudens is tussen 2013 en 2016 gedaald in Amsterdam. Wanneer we kijken naar de aantallen zien we tussen 2011 en 2014 een stijging van het aantal minimahuishoudens. Tussen 2014 en 2015 is een afname te zien, maar in 2016 is het aantal minimahuishoudens weer licht toegenomen. Het percentage minimahuishoudens is echter licht gedaald.

Ruim de helft minimahuishoudens vier jaar of langer minima
Een kwart van de minimahuishoudens was in 2015 nog geen minima; in 2016 behoorden zij voor het eerst tot die groep. De grootste groep minima, 39%, is daarentegen in de gehele periode 2011 t/m 2016 minima geweest. Ruim de helft (54%) van de minimahuishoudens in 2016 is vier jaar of langer minima. Met andere woorden: de meeste minimahuishoudens zijn langdurig arm.

Veel minima onder huishoudens met een uitkering en eenoudergezinnen
Bijna vier van de tien huishoudens die leven van een uitkering anders dan bijstand hebben een inkomen tot 120% WSM en weinig vermogen. Onder huishoudens levend van pensioen is het percentage minima een kwart. In beide groepen is het percentage dus hoger dan het Amsterdamse gemiddelde.

Het percentage minimahuishoudens is verder groot onder eenoudergezinnen: 37% van alle Amsterdamse eenoudergezinnen heeft een inkomen tot 120% WSM en weinig vermogen. Ook onder alleenstaanden is het armoedepercentage hoger dan gemiddeld (24%). Paren hebben vaak twee inkomens en zijn daarmee minder vaak arm dan gemiddeld.

Kinderen en ouderen relatief vaak minima
Van alle Amsterdammers leeft 15,5% in een huishouden met een inkomen tot 120% WSM en weinig vermogen. Dit percentage is echter ongelijk verdeeld wanneer we kijken naar de leeftijd van personen. Onder kinderen en jongeren tussen 5 en 19 jaar en 55-plussers is het armoedepercentage hoger dan gemiddeld. Het percentage minima is het hoogst onder 10 t/m 14-jarigen (23%) en 65-plussers (21%).

Media

Documenten