De IJdoornpolder ten oosten van Durgerdam is een bijzonder gebied, niet alleen omdat het buiten de zeewering van de Uitdammerdijk in het IJmeer is gelegen, maar ook omdat het als natuurgebied en ook vanuit cultuurhistorisch oogpunt van hoge waarde is. Het is één van de weinig overgebleven voorlanden van de zeedijk die kort na 1421 - het jaar van de Elisabethsvloed – is aangelegd. De bewoning in IJoort of Polderhoek, zoals de polder oorspronkelijk heette, zou aan het einde van de 16de eeuw tot een einde zijn gekomen. Historische gegevens over het ontstaan en de bewoningsgeschiedenis van dit gebied zijn nauwelijks voorhanden. Een archeologische verkenning leverde een eerste aanwijzing dat de huidige vorm van de IJdoornpolder het resultaat is van 15de-eeuwse en latere erosie. In het puntje van de polder zijn resten van woonterpen aanwezig waarvan de bewoning teruggaat tot de 13de eeuw. Deze bewoningssporen duidden op de ligging van IJdoorningerdam, de voorganger van het huidige Durgerdam. Deze middeleeuwse veenontginningsnederzetting zou aan het eind van de 12de eeuw ontstaan zijn bij de afdamming van Durgerdammer Die, die voor de kusterosie meer naar het oosten in het Almere uitmondde, vermoedelijk ter hoogte van het huidige vuurtoren eiland.
Grondboringen in de IJdoornpolder en overzicht van de polder met het Vuurtoreneiland ervoor