Article

Moonshot Digitale Cultuur

De Digitale Cultuursector bestaat uit een groot aantal makers, opleidingen, onderzoeksinstituten, gamebedrijven, producenten, festivals, instellingen, musea, galeries, ontwikkelingsinstellingen en fondsen. Deze wereld speelt zich af tussen twee uitersten: aan de ene kant zijn er born-digital projecten: deze zijn in hun kern digitaal. Ze hebben vaak technologie en haar impact als onderwerp en gebruiken
software en code als tools. Ze kunnen verschillende vormen aannemen, van puur online of digitaal tot installaties en performances, of gebruikmakend van alternatieve interfaces. Aan de andere kant van het spectrum zien we digitalisering: het proces waarbij analoge informatie omgezet wordt naar digitale middelen; dit wordt vaak ingezet om meer publiek te bereiken of om analoge vormen te archiveren.

In het rapport 'Digitalisering als kans' (2022) van de Raad voor Cultuur wordt vooral de digitalisering van cultuur onder de aandacht gebracht. De Raad constateert dat de Nederlandse culturele sector zich artistiek vernieuwd heeft tijdens de moeilijke coronajaren: ‘Digitaal cultuuraanbod bleek een waardevolle toevoeging op de bestaande culturele en creatieve praktijk’, aldus het rapport. Vanuit deze gedachte volgt het advies om de digitale transformatie door te zetten en ‘de positieve mogelijkheden van digitalisering te omarmen’ met als hoofddoel vergroten van het publieksbereik en het verdiepen van de bezoekerservaring. Het belang van digitalisering voor de culturele sector staat als een paal boven water. Dit heeft onder meer geleid tot publieke en private steun voor oprichten van Cultuurloket DigitALL.

In dit document staat Digitale Cultuur als op zichzelf staand medium en sector centraal. Als zodanig verdient het erkenning: het biedt hedendaagse vormen van expressie en zet aan tot kritisch kijken naar [nadenken over] de impact van digitale technologieën.

Als sector heeft Digitale Cultuur een grotere reikwijdte dan de ‘klassieke’ disciplines in de culturele en creatieve sector. De inherent interdisciplinaire aard is hierbij zowel haar kracht als haar achilleshiel. Binnen de Nederlandse keten van onderwijs, onderzoek, ontwikkeling, productie en distributie, afname, gebruik, archivering/conservering van digitale werken wordt al sinds de jaren zestig geweldig aan de weg getimmerd. Vernieuwende, toonaangevende projecten worden door jong talent en ervaren makers gerealiseerd. De sector heeft met recht een internationale uitstraling. Desalniettemin is de financiering van deze hele keten een blijvende uitdaging voor deze sector. De ontwikkelinstellingen die zorg dragen voor het experiment, de ontwikkeling en kennisdeling binnen het eigen veld zijn van groot belang voor de levendigheid en diversiteit van de sector. De grote en kleine, nieuwe en gevestigde presentatie- en postacademische-instellingen vervullen samen een cruciale rol in dit ecosysteem als het gaat om talentontwikkeling, het aangaan van experimenten, het ontwikkelen van (alternatieve) netwerken, het doen van onderzoek, de productie van nieuw werk en het verankeren van digitale cultuur in de eigen omgeving. Voorbeelden van deze platformen zijn bijvoorbeeld V2_, STRP, IMPAKT, Submarine, Montevideo/NIMk/LIMA , STEIM, TodaysArt, The Grey Space in the Middle, Mu Hybrid Art House, en Tetem. De instellingen in kwestie functioneren als de R&D van de digitale cultuursector. Door middel van hun activiteiten verhouden ze zich tot actuele vragen die spelen binnen de lokale, nationale en internationale context. Zij vervullen (soms al decennialang) een belangrijke rol als opdrachtgever, als podium voor nieuw talent en mid-career makers en als ontmoetingsplek voor professionals en geïnteresseerd publiek.

Met de R&D van digitale projecten is veel tijd gemoeid: het gaat niet alleen om het maken van de content, de inhoud, maar ook om het onderzoeken van de (on)mogelijkheden en implicaties van de benodigde technologie. Qua financiering wordt het belang van deze ontwikkelfase en daartoe benodigde budgetten echter structureel onderschat.

Daarnaast spelen de Nederlandse filmfestivals een belangrijke rol voor een eerste vertoning aan het publiek. Cinekid, IDFA en NFF ontvangen vanuit de culturele basisinfrastructuur (BIS) structurele financiering. Zij werken al jaren aan Digitale Cultuurprogramma’s en hebben grote ontwikkelingen doorgemaakt. Het Digitale Cultuurprogramma bij Cinekid gaat al terug tot 1998 met het Kids & Bits programma in De Balie, IDFA Doclab bestaat al sinds 2007 en het programma Storyspace van het Nederlands Film Festival (NFF) is in 2016 van start gegaan. Vanwege hun BIS-status komen deze festivals niet in aanmerking voor aanvullende ondersteuning door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en zijn ze voor de Digitale Cultuurprogramma’s afhankelijk van kortlopende en kleinere projectsubsidies bij particuliere fondsen. Deze vorm van fondsenwerving is tijdrovend, bemoeilijkt het ontwikkelen van een meerjaren strategie.

We zien dat het potentieel van de Nederlandse Digitale Cultuur niet volledig wordt benut. Met deze Moonshot willen we de kansen en knelpunten van de sector in kaart brengen. De input voor dit Moonshot komt voort uit een aantal expertsessies bij Cinekid, NFF, IDFA en Het Nieuwe Instituut. Het Moonshot wil een gedetailleerd beeld schetsen van de sector, een overzicht geven van de stand van de successen, knelpunten en mogelijkheden.

Bron: Moonshot Digitale Cultuur

Additional info

Media

Documents