Bron: Jay A. Lecton
-
Article
De Rode Slaven
Dit gedicht gaat over de inheemse bevolking van gekoloniseerde landen. Het gedicht verschijnt in december '23 in de aankomende bundel 'Verzoening', die zal gaan over slavernij, vluchtelingen, asiel en migratie.
-
Article
Nationaal monument Slavernijverleden in het Oosterpark
Op 1 juli 2002 werd het Nationaal Monument Slavernijverleden ingewijd in aanwezigheid van toenmalig koningin Beatrix. Op 1 juli 1863 schafte Nederland, als een van de laatste landen in Europa, de slavernij af. Het Nationaal Monument Slavernijverleden dient als plek voor bezinning en herdenking aan het Nederlandse trans-Atlantisch slavernijverleden. Het initiatief was in 1998 gekomen van de Afro-Europese vrouwenbeweging Sophiedela met als voorzitter Barryl Biekman. De Nederlandse overheid gaf een financiële bijdrage. Minister Roger van Boxtel had in 2001 op een antiracisme conferentie in Zuid-Afrika verklaard dat Nederland 'oprecht diepe spijt' heeft van slavenhandel en slavernij. Met het ‘statische’ monument en de oprichting van een ‘dynamisch’ kennisinstituut, het Ninsee, werd een volgende stap gezet.
Foto's door Ceescamel via Wikimedia (3 september 2018)
Het bronzen beeld is ontworpen door de gerenommeerde Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries, die erover zei: “de opdracht was om het verleden van de slavernij en het heden en de toekomst te behandelen. Van het verleden heb ik een geketende slavengroep gemaakt, van het heden een slaaf die vrijkomt en het grote ding is de toekomst: de vrijheid in het geloof dat we ooit helemaal vrij zullen komen van discriminatie.” Hij voelde tijdens het ontwerpen van het monument ‘de pijn van de slaven, ook mijn voorouders, maar ook hun enorme kracht’.
Er zijn veel discussies geweest rond het monument. Zo waren er prostesten vanwege de weinig prominente plek in het Oosterpark. Tijdens de selectieprocedure werden nieuwe kunstenaars toegevoegd. Uit een publiekspeiling bleek een voorkeur voor het figuratieve ontwerp van De Vries. Dramatisch was de opening, toen er vanwege veiligheidsmaatregelen slechts een kleine groep genodigden bij kon zijn, tot frustratie van de nazaten van tot slaafgemaakten die achter hekken stonden. Later waren er soms heftige meningsverschillen over de manier van herdenken. Toch vervult het monument een belangrijke rol in het zichtbaar maken van het slavernijverleden. De jaarlijkse herdenking op 1 juli is een belangrijk moment voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland en de mensen uit de voormalige koloniën in het Caraïbisch gebied. Wintipriesters Marian Markelo brengt, vergezeld door het Kabramasker, een plengoffer voor de voorouders en spreekt de aanwezigen toe. Er zijn toespraken van politici. Vervolgens is in het Oosterpark het jaarlijkse Keti Koti festival. Maar de omarming van het monument is het duidelijkst in de dagen voor 1 juli, als Surinaamse Amsterdammers de beelden schoonmaken en aankleden met kleurrijke doeken.
Eigenschappen Kunstenaar Erwin de Vries Adres Oosterpark Wijk Oud Oost Materiaal Beton, Brons Plaatsingsdatum 2002 Bron: Amsterdam Kunstwacht
-
Article
"Amatoooooo" & strengen naar onze Molukse voorouders
Loes Leatemia & Olivia de Ruiter zoeken de verbinding op met hun Molukse voorouders door het weven van Ikat, een traditionele weeftechniek en ambacht afkomstig van de Molukse eilanden. De patronen en symboliek die onderdeel zijn van de Ikattechniek vertellen veel over de rituelen en cultuur van de Molukkers. Ook zien we de sporen van de Molukse geschiedenis dagelijks terug in Nederland. Nootmuskaat en kruidnagel zijn daar enkele voorbeelden van.
Amatoooooo
“Het is 72 jaar geleden dat de Molukse gemeenschap naar Nederland kwam. Onze grootouders en overgrootouders voeren met hun gezin met de Kota Inten van toenmalig Tandjung Priok (Jakarta) met de boot naar Rotterdam. Een reis van meer dan een maand van de tropen naar het Europese continent. Mijn (over)grootvader was militair in het KNIL. Bij aankomst in Nederland werd hij ontwapend, ontslagen en in kampen gehuisvest. Wat volgt: armoede, vernedering, kou, discriminatie, achterstand, opstand en radicalisering.
Amatooooooo, de roepkreet van de Alifuren. Ceram het eiland van oorsprong; daar waar de bron is. Aiolo, de zon als symbool in motieven en patronen. De fregatvogel, wijst ons de weg, naar waar onze voorouders vandaan komen. De schorpioenvis die de Molukse zee bewoont.
Nootmuskaat van Banda en kruidnagel van Ambon; de reden dat we hier zijn.
We zijn gefascineerd door het weven van Ikat, een traditioneel ambacht afkomstig van de Molukse eilanden. De Tanimbarese eilanden staan bekend om de diversiteit in weefsels, patronen en motieven. Elk dorp heeft haar eigen motief en patroon en is daaraan te herkennen. Tijdens de ‘tijdelijke’ komst naar Nederland is geen ruimte en tijd om het ambacht mee te nemen. Nu zijn er geen Molukse vrouwen meer in Nederland die Ikat weven. Wij besluiten een Ikat te weven met vissen, fregatvogels en kruidnagel als motief.
Samen ontdekken wij hoe het werkt en gaan we de verbinding aan met onze voorouders."
Bij de Ikattechniek worden lokale garens zoals Lontar en katoen in patronen en motieven afgebonden en geverfd met inheemse plantmaterialen, zoals indigo of de stoom van rode aarde[1]. De kleuren waarmee de draden worden geverfd zijn intens en diep; donkerblauw, rood, oker, oranje, bruin. Na het verven volgt het opspannen van de draden en het weven van de doek. Patronen, symbolen, culturele betekenis en gebruik in rituelen is omvangrijk.
Strengen naar onze voorouders
Materiaal katoen en indigo
Techniek Ikat weven, 20 draden op een cm
Afmeting 40 cm x 200 cm
Aantal uren werk 168
Prijs per uur 65Loes Leatemia & Olivia de Ruiter
Wij werken samen in Weefstudio Leatemia. Instagram: @weefstudioleatemia
Olivia volgt het TxT department aan de Rietveld Academie.
Loes studeerde Textiele Werkvormen en Culturele Antropologie (master in materiële cultuur).
[1] Het maken van de ikat is onderdeel van de Verkenning naar Molukse Ikat met als titel
'Stoom van rode aarde' en is mede mogelijk gemaakt door het stimuleringsfonds creatieve industrie.
-
Article
'Geen requiem'
Dit lange gedicht schreef Marion Bloem ter gelegenheid van de nationale herdenking bij Het Indisch Monument in Den Haag op 15 augustus 2009 en werd gepubliceerd door het Indisch Herinneringscentrum te Bronbeek in 2010. Voor deze video las ze het voor in de studio van Patrick Drabe. Het videogedicht met familie foto's is gemaakt door Marion Bloem in 2012.
"Schrijver, cineast en beeldend kunstenaar Marion Bloem (Arnhem, 1952) publiceerde veelvuldig over haar Indische achtergrond. [...] Haar ouders maakten in Nederlands-Indië de Tweede Wereldoorlog mee. Haar moeder overleefde het jappenkamp. Haar vader werkte in krijgsgevangenschap aan de Pakan Baroe-spoorlijn op Sumatra, nadat hij de scheepsramp met de Junyo Maru overleefde. Daarbij kwamen ruim 5600 mannen om het leven toen het Japanse vrachtschip werd getroffen door een Britse torpedo." (bron: 15augustus1945.nl)
Bronnen: Marion Bloem, 15augustus1945.nl
-
Article
De zweepslagen van het woord
Dit werk is door kunstenaars Ruben La Cruz en Karolien Helweg gemaakt ter gelegenheid van tentoonstelling ‘Kòrsou – Curaçao’ in het Nationaal Archief te Den Haag (15 december 2021 t/m 20 november 2022).
"Waar we vroeger de zweep kregen om ons te onderdrukken, ervaren we in de huidige tijd de zweepslagen van het woord. De fysieke zweepslagen van het verleden zijn getransformeerd tot woorden in de tegenwoordige tijd, het nu. Dat willen we proberen te verbeelden in het werk voor de tentoonstelling ‘Korsou’. Met name de woorden die geuit worden door de bestuurders en de politiek. De woorden van hen die eigenlijk het goede voorbeeld zouden moeten geven in het emancipatie proces. Hoezo ‘Schelden doet geen zeer….’?"Titel: ‘De zweepslagen van het woord’
Beeld: Drie ‘Anti Lichamen’.
Materiaal: Basis: Pallethout frame, Opbouw: stof en papier maché. Toplaag: meest zwart/wit fotokopieën van krantenkoppen en andere tekststroken. Afwerking: Coating op waterbasis."Dit werk gaat over de politieke verhoudingen tussen Nederland en Curaçao en voorheen de Nederlandse Antillen. Het werk gaat over het nu, waarin het verleden doorklinkt.
Met zo min mogelijk kosten moesten altijd zo hoog mogelijke winsten gemaakt worden. Gedreven door economische belangen moest gedurende de periode dat de slavernij hoogtij vierde, dit systeem met harde hand in stand gehouden worden. Het bestuur was er voornamelijk op gericht om de Driehoeks handelsrelatie te faciliteren tussen De Republiek, vertegenwoordigd door de West Indische Compagnie, Curaçao en de andere eilanden van de Nederlandse Antillen en de ‘Goudkust’ van Afrika. In het verleden werd dan ook met harde hand bestuurd. De gruwelijkste lijfstraffen waren hierbij aan de orde van de dag.
Met goedkeuring van ‘Het bestuur’ werden tot slaafgemaakten, die het zware werk moesten verrichten, onder andere met de zweep in toom gehouden.
Inmiddels is de slavernij afgeschaft, leven we in een sociaal democratisch bestuurlijk stelsel en zijn de verhoudingen daarmee ook veranderd. Echter de onderlinge politieke spanningen binnen het koninkrijk tussen de gebiedsdelen overzee en Nederland zijn er niet minder om geworden. Het onafhankelijkheidsstreven van de eilanden tegenover hun afhankelijkheid van onder andere financiële bijstand uit Nederland blijft schuren. Aan het algemene beeld dat de partijen van elkaar koesteren en hoe dat tot uitdrukking komt in de media, daar willen we met dit werk aandacht aan besteden. Want die woorden van politici in de media werken door bij het grote publiek en dat bepaald hun visie op vooral de zwarte mensen afkomstig van de eilanden in het Caribisch gebied, die onderdeel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden. Iets dat de mensen afkomstig van die eilanden die naar Nederland zijn gekomen, zoals de kunstenaar Ruben La Cruz zelf, iedere dag weer aan den lijve ondervindt. Op Curaçao wordt het woord ‘Yu di Korsou’ gepropageerd….. Wij zouden iedereen die zich in het Koninkrijk bevindt, koninkrijkskinderen willen noemen.
‘Anti Lichamen’.
Drie figuren door ons ‘Anti Lichamen’ genoemd, levensgrote gestileerde mensfiguren zijn in de stijl gemaakt die jullie wellicht kennen van de ‘Curaçao Gamble’ serie.
Op een houten frame zijn de sculpturen, pop of mens vormen opgebouwd die gebruikt worden als basis om de woorden en krantenkoppen op te plakken.
Hier wordt letterlijk en figuurlijk de interactie en de complexe wisselwerking, van het volk enerzijds en het bestuur anderzijds, met Nederland aan de koude kant van de oceaan en het tropische Curaçao aan de andere kant, in een kunstwerk gevat. Het is een soort wurggreep, een vicieuze cirkel waarin de partijen zich bevinden.
Figuur 1. Leidend voorwerp.
De houding van deze figuur is die van de slavendrijver. Hij deelt een zweepslag uit. Deze figuur vertegenwoordigd de politiek. Met name de rechts populistische politiek. De figuur en de hele zweep zijn beplakt met toepasselijke teksten, kopieën van krantenkoppen en knipsels van woorden die als zweepslagen ervaren worden.
De knipsels behelzen de bewoordingen waarmee de Antillianen en Antillen worden aangeduid en de bewoordingen waarmee de Nederlanders op Curaçao worden aangeduid, die over het algemeen als denigrerend worden ervaren. Met name de bewoordingen van bestuurders en politici zullen als krantenkoppen, van nu en uit het recente verleden, maar ook uit het archief afkomstig, worden geprint en geplakt op de figuur. Niet alleen de betekenis van de teksten/woorden en letters zal toepasselijk zijn, maar ook de grafische werking van de teksten, het spel met en het contrast tussen zwart/wit en kleur. Op de ene helft komen de Nederlandse woorden/teksten en op de andere helft de Curaçaose.
Figuur 2. Lijdend voorwerp.
De in de zeventiger jaren populair geworden uitspraak ‘Het persoonlijke is politiek en vice versa’, wordt hier uitgedragen. Deze figuur vertegenwoordigd het volk en daarmee de kunstenaar zelf. Het effect van de bestuurlijke beslissingen en politieke uitingen op het volk worden hier zichtbaar gemaakt. Het volk/ Pueblo van Curaçao dat gebukt gaat onder de onderdrukking, maar dat niet klein te krijgen is en in opstand komt…... De figuur is beplakt met afbeeldingen uit het oeuvre van Ruben die altijd politiek geëngageerd werkt heeft gemaakt, gecombineerd met onder andere protestacties van ‘het volk/ pueblo’ door de jaren heen.
Figuur 3. Mariana Franco.
Een beeld van een vrouw figuur die haar handen heft bij het zien van de twee andere figuren. Het is gemaakt naar aanleiding van stukken betreffende het onderwerp van de tentoonstelling die ons werden gepresenteerd door het Nationaal Archief. Mariana Franco was een fascinerende zwarte vrouw, die leefde op Curaçao in de 18e eeuw, maar geboren en vrijverklaard te Sint Eustatius. Zij vocht langs juridisch legale wegen geweldloos, tegen het onrecht dat haar ten deel viel op Curaçao tot in de rechtbank te Nederland."
Bron: La Cruz & Helweg (augustus 2021)
De tentoonstelling 'Kòrsou – Curaçao' was van 15 december 2021 t/m 20 november 2022 te zien in het Nationaal Archief in Den Haag.
Over de kunstenaars
Karolien Helweg en Ruben La Cruz, zijn twee kunstenaars die sinds 2000 op projectbasis samenwerken. Vanuit een maatschappelijk engagement ontwikkelen zij kunstprojecten die kunst, welzijn en educatie met elkaar combineren. Middels onder andere workshops, exposities en kunstprojecten in de openbare ruimte, betrekken zij daar mensen bij. Mensen die in mindere mate in aanraking komen met kunst, laat staan er zelf aan hebben gedaan, maar ook mensen die volgens hen een extra impuls nodig hebben. De ‘toepasselijke’ beeldende kunstprojecten, installaties en beelden spelen qua vorm en inhoud vaak sterk in op de sfeer, geschiedenis en het actuele gebruik van de locatie waar het geplaatst wordt en of leveren een commentaar op een maatschappelijk thema.
Bronnen: LaCruzHelweg, La Cruz & Helweg
-
Article
Gedichten 'Baba aur Mai' en 'Dia-Spora'
Deze gedichten zijn geschreven door Jay A. Lecton (pseudoniem van Jane Arifa Badoella). Badoella is een politiek actieve HR-specialist en dichter. Deze gedichten zijn gepubliceerd in de verhalenbundel "De dans" van Jay A. Lecton en Hans te Brake, uitgegeven door Sampreshan.
"Jane Arifa Badoella, geboren in 1968, is van Surinaams-Hindoestaanse afkomst en heeft een extra affiniteit met de Indiase cultuur. Al ruim dertig jaar schrijft ze gedichten vanuit het hart waarmee ze mensen mee hoopt te bereiken en te raken. Zij schrijft deze onder de officieel geregistreerde pseudoniem en merknaam Jay A. Lecton."
'Dia-Spora' door Jay A. Lecton - Een ode aan de Surinaamse vaderlandsdichter Dobru. (25 november 2021)
'Baba aur Mai' door Jay A. Lecton - Ode aan mijn voorouders en mijn zoon.
Lees hier meer over de verhalenbundel "De dans" en bekijk foto's van de boekpresentatie op vrijdag 30 december 2022.
Bron: Sampreshan Uitgeverij
-
Article
Het verhaal van de dochter van een Kantraki
De maker Ramdew Krishna heeft een beeldverhaal gemaakt van zijn voorouder aan moeder's kant. Van hoe zij in India woonde en leefde tot aan haar nazaten hier en nu in Amsterdam. In dit artikel zijn een aantal door de maker gekozen afbeeldingen van schilderijen te zien, met bij behorende tekst. Dit wordt voorafgegaan door de inleiding uit het boek.
Inleiding
De slavernij in de Nederlandse koloniën werd in 1863 afgeschaft, de ketenen werden verbroken, en de 'vrijgemaakten' werd vrijheid in het vooruitzicht gesteld. Niet voor lang, want om te kunnen blijven produceren voor de Europese markt werden de 'vrijgemaakten' gedurende de tien jaar daarna direct onder 'bijzonder toezicht' van de staat gesteld.
Ze werden verplicht om, weliswaar tegen betaling, te blijven werken op de door hen zo gehate plantages, en voor dezelfde meesters. Lang voor de afschaffing van de slavernij waren de Nederlanders al gestart met het zoeken naar andere arbeiders, bij voorbeeld uit China, maar dat werd geen succes. De Britten bleken ondertussen zeer tevreden over de Indiërs in Brits-Guyana, en op verzoek kreeg Nederland toestemming om onder strikte voorwaarden 'contractanten' te gaan werven in Brits-Indië.
De eeuwenlange Britse, en daarvóór de Mogul overheersing had Brits-Indië behoorlijk uitgezogen. De bevolking leefde door uitbuiting onder de armoedegrens: men was ongeschoold en had geen geld, oogsten mislukten en er heerste hongersnood. Hoop op een betere toekomst was er niet, totdat er 'wervers' kwamen....
De arbeiders voor de plantages werden door de lokale wervers meestal op een eerlijke manier geworven, maar de 'assistenten' dachten daar anders over; dat bleken niet zelden ordinaire ronselaars. Deze arkathiya's verleidden de arme arbeiders met fantastische verhalen over Sri Ram Tapoe, het eiland van Shri Ram, een nobele koning uit een verre geschiedenis.
De contractanten, Kantraki, geloofde deze verhalen echter, en raakten overtuigd dat hen daar een nieuw, gelukkig leven wachtte.
Op 5 juni 1873, na een reis van 99 dagen, kwam vanuit Brits-Indië het eerste schip aan in Fort Nieuw-Amsterdam, de Lalla Rookh (Tulpenwang). Aan boord bevonden zich nog 399 contractanten, onderweg waren elf personen overleden. Er zouden hierna nog vele schepen volgen.
De Hindostaanse immigratie was begonnen....
Begeleidende tekst bij illustratie 1
Het was keihard werken in de felle zon. Maar vader dacht: het zijn toch maar vijf jaren. We kunnen genoeg sparen en daarna teruggaan, zodat we een mooi leven in ons eigen land kunnen hebben.
Dat gaf dan wat extra energie. Waar mijn moeder werkte en wat ze deed, is mij nooit helemaal duidelijk geworden. Als ik het goed begrepen heb, werkte zij in de koffiefabriek, niet ver van de plantage en hun barak. Ik denk dat zij, samen met de andere vrouwen, de geoogste en gedroogde koffiebonen moest ontdoen van slechte bonen en andere zaken die er niet tussen hoorden. 'Uitlezen' werd dit genoemd
Begeleidende tekst bij illustratie 2
Wat er in Mariënburg gebeurde, is heel triest.
De contractanten waren de lange onderdrukking en uitbuiting, het harde werken voor een laag loon en de begerige ogen van de blanke bezetter die naar hun vrouwen keken, meer dan zat. Protesteren hielp niet, integendeel: de leider van het protest, Raygaroo, werd gevangengenomen.
Later kwam een grote groep boze contractanten eisen dat hun leider werd vrijgelaten én dat ze meer loon zouden ontvangen. De plantagedirecteur, de Schot James Mavor, wilde daar niets van weten. Toen liep het uit de hand en nadat Mavor door een aantal woedende contractanten op wrede wijze was gedood, werd er door militairen met scherp geschoten op de protesterende groep.
Er vielen volgens mij vierentwintig doden. Niemand weet waar ze zijn begraven.
Begeleidende tekst bij illustratie 3
Buiten het werken in de koffiefabriek waren er ook vrouwen die actief waren op het veld. Mijn moeder ook. Vrouwen hadden het dubbel zo zwaar als de mannen, want naast het werk deden zij ook nog het huishouden en verzorgden zij de kinderen.
Heel vroeg in de ochtend zorgde mijn moeder ervoor dat de kinderen gewassen werden en het gezamenlijk ochtendgebed naar de opkomende zon deden, en daarna gingen we met z'n allen aan het ontbijt. Moeder at altijd als laatste. Vaak waren er van die dikke roti's die boven het houtvuur werden gebakken, en er was altijd gele erwtensoep, daal, met aubergine of pompoen. Mijn vader at doorgaans een grote stapel van die roti's, en dronk naast de daal ook een grote kan met warme melk.
Zodra de kinderen naar school waren, ging mijn moeder in de plant- en oogsttijd gelijk op weg naar het veld om te helpen.
Begeleidende tekst bij illustratie 4
Nu we op loopafstand van de Centrale Markt aan de Surinamerivier woonden, besloten we daar een restaurantje te beginnen. Samen met de oudste kinderen bakte ik soms we tweehonderd roti's gevuld met daal, gemalen en gekruide gele spliterwten. Daar moesten we wel rond vier uur 's ochtends voor opstaan. Voor de oudste kinderen was het niet echt prettig, want zij moesten daarna nog naar school. Het kneden van het deeg, het vullen van de bollen (looi) met de fijngemalen en gebakken gele spliterwten, was veel en zwaar werk.
Begeleidende tekst bij illustratie 5
Het eten werd met succes verkocht. Onze roti's met kip werd een begrip in Paramaribo. Tijdens de lunchpauzes werd het extra druk, want de vaste klantenkring bestond onder meer uit het lokale kantoorpersoneel. De meeste klanten waren overigens niet-Hindoestanen. Tja die konden zelf wel roti's bakken.
Maar toen sloeg het noodlot nóg een keer in mijn leven toe: mijn man stierf onverwachts aan de gevolgen van een hersenbloeding. Had het urenlang staan koken achter het houtvuur, elke ochtend weer, daar schuld aan? Ik weet het niet. Ik was nu niet alleen mijn partner kwijt, maar ook mijn kok. Ik moet het restaurantje sluiten en er braken weer zware tijden aan.
Meer zien? Dat kan!
Alle illustraties zijn momenteel te bezichtigen in de OBA aan het Oosterdok. De tentoonstelling is tot en met 27 augustus 2023 te bezoeken tijden de reguliere openingstijden.
Voor meer informatie over het boek is de maker Ramdew Krishna bereikbaar.
Redactie: Haags Bureau|Boekenmakers
Illustraties: Ramdew Krishna
Uitgever: Stichting Ganpati Padam Nataykala
-
Article
'Een ode aan mijn vader, moeder en zus'
"Dit is ‘n doek waarop m’n vader met potlood 7 portretten schetste en dat lag sinds 2009 na zijn overlijden onaf op z’n werkkamer. M’n zus wilde het met mij afmaken maar stierf (2017). Na m’n moeders dood (2020) heb ik ‘t als ode aan m’n vader, zus en moeder voor hem afgemaakt." - Marion Bloem (1 februari 2022)
Marion Bloem over het werk:
"In de potloodschetsen zag ik portretten van de Japanse geisha die hij in krijgsgevangenschap het kamp binnengebracht had zien worden, maar ook zijn liefde voor het (huidige) Indonesië (zoals bv meisje met helm of pet op, maar ook zijn angst toen hij als krijgsgevangene getorpedeerd werd uitgedrukt. Die wilde ik zoveel mogelijk intact houden en heb ik erg licht ingekleurd op de wijze zoals hij sommige schetsen al voor een deel kleur gegeven had.Ik probeerde aanvankelijk vanuit mijn vaders visie en beleving te schilderen totdat ik er niet meer over na hoefde denken en elke penseelstreek en toevoeging van collage vanzelf ging en het weliswaar mijn eigen kunstwerk werd, maar helemaal vanuit de emoties van mijn vader. Omdat ik hun levensverhaal erg goed ken vanaf jong kind en tot aan hun overlijden, met daartussen ook weer de verbondenheid met het huidige Indonesia, heb ik alles wat spontaan en associatief in mij opkwam laten gebeuren in het vertrouwen dat mijn vader daarbij 100% achter mij stond.
Uit hun nalatenschap heb ik kaarten en brieven die me raakten, notities of postzegels die ik als kind mijn vader van de enveloppe had helpen weken en ook alles wat ik verder tussen hun spullen vond wat me raakte opgeplakt en ervoor gezorgd dat ik nooit ging zitten denken maar dat ik meditatief bezig bleef. Als er gedachten opborrelden deed ik een stapje terug en ging ik pas weer verder vanuit meditatie.."
"Marion Bloem, schrijver, filmmaker en beeldend kunstenaar is in Arnhem geboren. Haar ouders, afkomstig uit de voormalige kolonie Nederlands-Indië, waren na de Indonesische onafhankelijkheid naar Nederland gevlucht. Marion Bloem studeerde in 1976 af als klinisch psychologe aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
Al tijdens haar studie publiceerde zij haar eerste kinderboeken. In 1983 brak zij door met haar romandebuut Geen Gewoon Indisch meisje en de documentaire Het land van mijn ouders. Bloem ontving voor haar werk verscheidene awards en werk van haar hand is verschenen in het Japans, Duits, Engels en Indonesisch."
Bron: marionbloem.nl
-
Article
Vlag voor de nazaten van de tot slaafgemaakten uit het Caribisch gebied
Dit artikel gaat over de vlag die Ruben La Cruz en Karolien Helweg ontwierpen voor de nazaten van de tot slaafgemaakten uit het Caribisch gebied, in de hoop dat de nazaten zich ermee kunnen identificeren, om trots te vieren dat zij er zijn, en om zich kenbaar te maken naar de wereld. La Cruz lanceerde de vlag in november 2021 en vertelt hij meer over de betekenis, het ontstaan en het ontwerp van de vlag. Op 1 juli 2022 voerde hij actie op de Dam voor de representatie van de Antillianen op 'Keti Koti'.
Lancering (november 2021)
"Ik ben reuze blij dat de lgbtqia+, de homo's uit de kast zijn gekomen met een vlag. Ze hangen hem vrij en blij uit het raam als teken van trots. Kijk eens, hier ben ik, hier woon ik!!!! Met als resultaat, door heel Nederland in iedere wijk, straat, wappert een kleurrijke vlag, waarmee men wil zeggen; Ik ben er ook! Represent! Ik bewonder hun durf. Hun kast is hun kader, waaraan de keuze er in te blijven of eruit te stappen, onlosmakelijk verbonden is.
'Wij', de grote groep waar ik mij tot kan rekenen, de in Nederland wonende nazaten van de door tot slaaf gemaakten uit het Caribisch gebied, toen ter tijd onder de vlag van de WIC later onder de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden, hebben ons nog tot heden niet zo moedig getoond om een eigen vlag maken die ons kan 'vertegenwoordigen' en trots verenigen. Onze voorouders uit Afrika, nazaten van Farao's, Koningen en Koninginnen, Sultans en stamhoofden hebben alles laten gebeuren. Ze zijn bang en nederig geworden. Bang om gezien te worden, en hebben die angst overgedragen op hun kinderen en kinds kinderen.
Wij zijn nog steeds een soort van dood. We bestaan niet. Wij zitten opgesloten in onze 'piramide van angst'. We zijn laf. We kunnen de moed niet opbrengen om vlagdragers te worden, om trots te zijn op wat onze voorouders hebben betekend voor de wereld en trots te zijn op wat wij nu betekenen voor de wereld en daarvoor te staan. Een vlag symboliseert die trots.
Ik wil mij van dat juk bevrijden. Het wordt volgens mij tijd dat we die angst en schaamte opzij zetten en in plaats van onder te duiken, uit die piramide van onderdrukking kruipen. We mogen de vlag uithangen om te vieren dat we er zijn, waar we zijn. Iedereen mag het weten. Wij nazaten van de door Nederland tot slaaf gemaakten uit de Nederlandse Antillen, zou het niet prachtig zijn als we een vlag zouden kunnen uithangen, waar wij ons mee identificeren als teken van; we zijn hier, we zijn er trots op, we zijn er blij mee en we blijven!!!
Als Surinamers zich ook aangesproken voelen, doe mee als je wil!
Tot nu toe heeft niemand zich er aan gewaagd een statement te maken met een vlag, voor de nazaten van de onder de vlag van de WIC tot slaaf gemaakten uit het Caribisch gebied. De tot slaaf gemaakten die onder barbaarse onderdrukking moesten overleven.....
Wij, hun nazaten, wij koesteren geen haat ondanks het feit dat we dagelijks bejegend worden als tweederangs burgers, ondanks dat er van ons verwacht wordt dat we ons nederig opstellen, dat we twee keer harder moeten werken om te bewijzen dat we niet slecht zijn en ondanks dat we geweigerd worden om onze huidskleur, verdacht zijn om onze huidskleur. Wij nu levende nazaten van de slaaf gemaakten zijn de piramide waarin we onszelf opsluiten.
Nog steeds zijn we niet vrij.
Daarom heb ik een nu spontaan een vlag ontworpen in de hoop dat de nazaten zich ermee kunnen identificeren. Hierbij mijn ontwerp. Ik hoop 'm eens op vele plaatsen trots te zien wapperen. Waar we wonen, bij concerten, tijdens demonstraties en manifestaties.
Ik blijf lachen om mijn hersenen gezond te blijven en ik wacht op bijval van de troste nazaten van de 'zwarte' bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis! Maak je bekend, kom uit de piramide.
De Vlag.
De vlag heeft alleen primaire kleuren. De goudgele Hoofdletter H staat voor Holland.
Het rood staat voor het bloed dat gevloeid heeft en dat kruipt waar het niet gaan kan. Het blauw voor het water en de zee.
De cirkel vorm in de de vlag bestaat uit een zwarte helft en een witte helft. De helften zijn precies even groot. Het zwart heeft het wit nodig, om te zijn. En het wit heeft het zwart nodig om te kunnen zijn. Zwart kan niet zonder wit en omgekeerd. Zonder zwart geen wit en zonder wit geen zwart. Contrast moet er zijn. Anders is er geen vorm. En ook geen cirkel." (Copyright: R.R. La Cruz, 2021)
Actie op de Dam (1 juli 2022)
Op 1 juli 2022 voerde La Cruz op de Dam actie met de vlag voor de Antilliaanse vertegenwoordiging op 'Keti Koti' en schreef dit bericht:
"Vandaag is de het 1 juli, de dag dat in 1863 de slavernij werd afgeschaft in het Koninkrijk der Nederlanden. Let wel in Suriname en op de Antillen. Echter de Sranantongo woorden 'Keti Koti' waarmee deze dag algemeen wordt gepromoot in Nederland, daar zit geen woord Papiaments bij.
Om die reden met name voel ik mij als Antilliaan dan ook niet vertegenwoordigd. Het gaat zelfs zo ver dat ik het 'feest' dan ook niet mee vier. Er valt eigenlijk alles welbeschouwd ook weinig te vieren. Maar dat is niet mijn punt. Mijn punt is dat ik 'Keti Koti' een Surinaams woord vind en de viering is in mijn ogen dan ook voornamelijk een Surinaamse aangelegenheid, waarbij subsidiegelden worden opgestreken ook voor de Antillianen, maar in de praktijk is er slechts een enkele excuus Antilliaan aanwezig. Door steeds alleen de woorden 'Keti Koti' te gebruiken in dit verband sluit men de Antillianen uit en voelen ze zich niet betrokken bij de 'viering'.
Zo zie je, 'Keti Koti' heeft niks met de Antillen te maken. Antillianen gaan mij ook niet vertellen dat we vandaag vieren dat Tula 'ons' bevrijd heeft, want dat heeft hij niet. Tula dag op 17 augustus vier ik ook niet, want Tula heeft niemand bevrijd. Op 17 augustus 1795 is de slavernij niet afgeschaft. De Surinamers zeggen tegen ons; 'maar jullie vieren toch Tuladag'? Maar toen viel er op Curaçao echt niks te vieren. Je kunt hooguit herdenken.....
Breng ons niet in verwarring. Ik doe niet mee aan die verwarring zaaierij. Op 1 juli 1863 is de slavernij afgeschaft en daar moeten we samen voor staan en dat gebeurt op dit moment niet. Anders stond er Keti koti/ Kibra Kadena op de posters. Jullie zijn toch deskundigen om niet mensen uit te sluiten? Om inclusief te zijn? Hoe kan dit dan gebeuren?
Echter om aan te geven dat er vandaag wel degelijk iets aan de hand is, heb ik een individuele actie uitgevoerd, waar ik geen hele achterban of supportgroep bij nodig heb om het statement te kunnen maken. Ik ben naar de Dam gegaan vanmorgen om de vlag van de nazaten van de tot slaaf gemaakten in Nederland uit te hangen bij het ingepakte Monument. Mijn statement maak ik alleen. Ik zit niet te wachten op support van Surinaamse of Antilliaanse kant, maar ik wil ze wel aan het denken zetten over waar ze mee bezig zijn. Wij hebben te maken met 'Liberarshon di katibu' en 'Kibra kadena' en dat zie ik niet terug in het 'Keti koti'. Wij hebben ook onze eigen taal Papiamento, waar we ook o zo trots op zijn.
Ik blijf lachen om mijn hersenen gezon zon zond te houden. Lieve oma van mijn oma's oma, ik heb ze verteld wat ik moet vertellen. Bed overgrootmoeder, ik heb ze gezegd wat jij mij opdraagt om te zeggen." (Copyright: R.R. La Cruz, 2021)
Over de kunstenaars
Karolien Helweg en Ruben La Cruz, zijn twee kunstenaars die sinds 2000 op projectbasis samenwerken. Vanuit een maatschappelijk engagement ontwikkelen zij kunstprojecten die kunst, welzijn en educatie met elkaar combineren. Middels onder andere workshops, exposities en kunstprojecten in de openbare ruimte, betrekken zij daar mensen bij. Mensen die in mindere mate in aanraking komen met kunst, laat staan er zelf aan hebben gedaan, maar ook mensen die volgens hen een extra impuls nodig hebben. De ‘toepasselijke’ beeldende kunstprojecten, installaties en beelden spelen qua vorm en inhoud vaak sterk in op de sfeer, geschiedenis en het actuele gebruik van de locatie waar het geplaatst wordt en of leveren een commentaar op een maatschappelijk thema.
Bronnen: LaCruzHelweg, La Cruz & Helweg
-
Article
Ons koloniaal verleden: Een inclusieve geschiedenis
De Nederlandse overheid besteedt aandacht aan de slavernijgeschiedenis. Onze minister-president heeft 2023 uitgeroepen tot het jaar van de herdenking van het slavernijverleden. Maar het slavernijverleden gaat natuurlijk verder dan enkel de trans-Atlantische slavernij en sec de afschaffing van de slavernij. De koloniale geschiedenis is echter nóg omvangrijker, en omvat verscheidene perspectieven die doorwerken tot in het heden.
Een inclusieve geschiedenis
De koloniale geschiedenis van Nederland gaat verder dan de trans-Atlantische slavenhandel, het Afro-Caribische hoofdstuk. De omvangrijke trans-Atlantische slavenhandel duurde tot 1863. De koloniale geschiedenis zette zich echter voort na dat jaar onder leiding van de Nederlandse regering en de Kroon. De uitbuiting van de koloniën ging onvervaard door.
Het tekort aan goedkope arbeidskrachten dat ontstond na de afschaffing van de slavernij, werd aangevuld met arbeiders uit hoofdzakelijk de Aziatische landen. Deze aanvulling was meer dan noodzakelijk, omdat de welvaart van de plantage en fabriekseigenaren – en daarmee van de Nederlandse Staat – niet achteruit mocht gaan. Het ronselen van goedkope werkkrachten uit de voornoemde gebieden ging gepaard met bedrog, leugens en misdaden. Dit heeft geresulteerd in een gemengde bevolkingssamenstelling qua afkomst in de Nederlandse wingewesten. Er waren mensen uit hoofdzakelijk (maar niet beperkt tot) Indonesië (ze werden Javanen genoemd, afkomstig uit voormalig Nederlands-Indië), uit China en uit India (de Hindostanen uit voormalig Brits-Indië).
De afschaffing van de Afrikaanse slavernij is na de beëindiging ervan voortgezet in andere vormen (van slavernij). Ook in het nieuwe systeem van slavernij werden de werkkrachten op de meest gruwelijke en onmenselijke manier behandeld en uitgebuit. Er was sprake van totale destructie van het mens-zijn. Zo hebben de vervangers van de tot slaaf gemaakten ook geleden onder deze vorm substituut-slavernij. Ook bij hen is de culturele identiteit gradueel afgenomen door de plantage-eigenaren en de Nederlandse Staat, ook zij zijn systematisch gemarteld en vernederd. En ook zij ondervinden tot op heden de gevolgen van de afgenomen culturele waarden en identiteit door de voormalige kolonisator. De gevolgen van de voornoemde destructie hebben onherroepelijk nawerking op het leven van de nazaten. Ook aan hen is schade berokkend, waar eveneens rekenschap voor moet worden afgelegd.
150 jaar geleden
In 1863 is de slavernij administratief afgeschaft in Nederland. Maar de daadwerkelijke vrijheid die daarmee gepaard ging is pas tien jaar later in 1873 ingegaan. De tot slaaf gemaakten moesten onder staatstoezicht nog 10 jaar lang doorwerken tot de staat een oplossing had gevonden voor het verlies van deze gratis werkkrachten. Maar daar hield de slavernij niet op. In die tien jaar zijn er uit verschillende streken mensen uit verscheidene volkeren opgehaald, waarbij ontvoering niet werd geschuwd, om de arbeidskrachten te vervangen; Chinezen (vanaf 1858), Javanen (vanaf 1890) en met behulp van de Britten Hindostanen.
In juni 1873 legde het schip de ‘Lalla Rookh’ aan in Paramaribo met de eerste Brits-Indische contractarbeiders om de tot slaaf gemaakten te vervangen. In 2023 is dat 150 jaar geleden. Dit moment wordt gezien door een grote groep nazaten van de toenmalige “contractarbeiders” waarop het post-trans-atlantische hoofdstuk van de koloniale geschiedenis is begonnen.
Historicus Radjinder Bhagwanbali heeft onderzoek gedaan naar de Hindostaanse geschiedenis en heeft in de Koninklijke Archieven zeer uitgebreide informatie over deze nieuwe vorm van slavernij, eufemistisch contractarbeid genoemd, en de manier waarop de kolonisator en de planters met hun dwangarbeiders omgingen. Hij heeft schokkende bevindingen gedaan. Deze heeft hij uiteen gezet in zijn boek ‘Tot Koelie Gemaakten’. In de bibliografie staan verwijzingen naar de uitgebreide lezing van hem die u kunt volgen over zijn onderzoeksrapport over de Hindostaanse geschiedenis binnen de vaderlandse koloniale geschiedenis.
Tijdens haar speech op Keti Koti 2022 zei burgemeester Halsema het volgende: “…Deze geschiedenis heeft een erfenis achtergelaten in onze stad. Groots en zichtbaar in de historische grachtengordel en de rijkdom van kunst. Veel minder zichtbaar- en lange tijd genegeerd – in de uitbuiting toen en de ongelijkheid van nu. …Langzamerhand wordt onze geschiedschrijving, met het zicht op onze erfenis, meer compleet. …”.
Maar niet alleen in het wingewest Suriname speelde de gruwelijke substituut-slavernij zich af; ook in de Oost, met name in Nederlands-Indië vond slavernij plaats. Reggie Baay heeft hierover geschreven in zijn boek ‘Daar werd wat gruwelijks verricht’. “… Je ontkomt niet aan de conclusie dat Nederlanders, werkzaam voor de veel geroemde VOC, paradepaardje van de Nederlandse handel, niet zelden een sadisme aan de dag legden waar de honden geen brood van lusten. Eeuwenlang. Het zal een van de redenen zijn waarom we er zo weinig over horen, want het blijft angstvallig stil als het om dit deel van onze geschiedenis gaat. …” De president van Suriname Santhoki laten weten, “… dat Ruttes reden , wat hem betreft , de aftrap is van een langer traject, wat hij zelf omschrijft als een ‘holistisch proces. Daarbij zou- naast formele Haagsche excuses voor het hele slavernijverleden – in feite het hele koloniale periode onder de loep moet worden genomen. We hebben het dan over de Hindostaanse, Javaanse en Chinese migratie. Er is heel veel gebeurd in die periode.” Dit geldt ook voor de inheemse bevolking van Suriname, de indianen.
In zijn speech van 19 december 2022 toont premier Rutte ook deze bewustwording. ‘… Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid. En om dat te doorbreken, moeten we ook het verleden open en eerlijk onder ogen zien. Een verleden dat we delen met andere landen, waardoor onze samenlevingen voor altijd op een speciale manier met elkaar zijn verbonden. …”
Ook koning Willem III heeft zich tijdens zijn kersttoespraak 2022 hierover uitgesproken: ‘…door ons slavernijverleden eerlijk onder ogen te zien en de misdaad tegen de menselijkheid te erkennen, leggen we wél een fundament onder een gezamenlijke toekomst.”
Tegelijkertijd zijn we ons bewust dat we nog op weg naar vrijheid zijn wat betreft het aanpakken van de gevolgen van de koloniale geschiedenis. We staan aan het begin van deze maatschappelijk verwerking.
Over de auteur
Ik ben Aartie Mahesh en ik ben van Surinaams-Hindostaanse afkomst. De grootvader van mijn moeder kwam uit Agra (waar de Taj Mahal staat) in Brits-Guyana om te werken voor een bekende Britse adellijke familie. Na terugkomst in India besloot hij erna naar Suriname te gaan om daar zijn bestaan vorm te geven. Hij heeft zich in Nickerie gevestigd en is daar na zijn contracttijd zijn gezin begonnen.
Een administratief overblijfsel hiervan is dat bij aankomst in Suriname zijn voor- en achternaam als dubbele achternaam is geregistreerd. Iedereen in mijn moeder's familie draagt daarom zijn voor- en achternaam. Het verleden is niet ver. Mijn groottante (dochter van mijn overgrootvader) is er nog en vertelt erover. Mijn eigen achternaam is de voornaam van mijn overgrootvader. In India is dit geen achternaam.
Het doet mij pijn dat dit hoofdstuk van de Nederlandse geschiedenis onbekend is en verzwegen lijkt. Ik wil het bewustzijn vergroten rondom ons gezamenlijke geschiedenis zodat we elkaar met sensitiviteit kunnen benaderen. Opdat we de samenleving kunnen laten helen.
Bibliografie
Bhagwanbali, R. Tot Koelie Gemaakten
Singh, S, Vervoering, 2014, De Geus – Oxfam Novib, Breda
https://www.parool.nl/a-bbc3eab78 Koning: erkennen misdadigheid slavernij basis gezamenlijke toekomsthttps://www.parool.nl/a-bc306ab4 Rutte biedt excuses aan voor slavernijverleden Nederland: lees zijn volledige speech terug.
-
Article
Verslag - Change of Heart: Healing volgens de Ubuntu-filosofie
Charles H. Soria verving Aartie Mahesh. Hij bezocht de bijeenkomst Change of Heart, Healing die gegeven werd door Mpho Tutu, de dochter van wijlen Desmond Tutu.
Mpho Tutu – Change of Heart
Vrijdag 30 maart 2023 vond in de Utrechtse bibliotheek aan de Neude de manifestatie Change of Heart plaats. Mpho Tutu (1963), dochter van de in 2021 overleden Zuid-Afrikaanse geestelijke en Nobelprijswinnaar Desmond Tutu, gaf op een bijzondere manier acte de présence als key note speaker. Het theater van de bibliotheek was voor de gelegenheid omgedoopt tot een safe space. Bijna drie uur lang waren kleur, geloof, afkomst en identiteit niet onderscheidend, maar op een respectvolle wijze van gemeenschappelijke betekenis. Iedereen onderging bij binnenkomst een rituele reiniging met geurig water en bloemblaadjes, verzorgd door Irene Agyeman Hin en Sabrina Starke om de geesten te openen en een frisse blik te stimuleren. Schrijver-journalist Babah Tarawally was de moderator van de middag. De muzikale intermezzo’s kwamen van een bespeler van de kora, een oeroud Afrikaans instrument met eenentwintig snaren, waarvan zeven snaren verwijzen naar het heden, zeven naar het verleden en zeven naar de toekomst. Het snarenspel werd begeleid met gezang. “De bard is de encyclopedie van de gemeenschap,” benadrukte Tarawally.
Centraal in het optreden van Mpho Tutu stond het denken en handelen vanuit de Ubuntu (spreek uit: Oeboentoe) filosofie. In deze Afrikaanse levenswijsheid gaat het om de universele verbinding tussen mensen. Het wij-perspectief is leidend, ongeacht wie je bent of waar je vandaan komt: een mens is pas waarachtig in relatie tot zijn medemens. Compassie, begrip en wederzijds respect zijn cruciaal in de omgang. Niet slechts met de mond beleden, maar écht en oprecht, daadwerkelijk doorleefd: gemeend met heel je wezen. Zo kan een mens het goede doen: voor een ander, maar ook voor diens voorouders. Of groter en dieper geredeneerd: in feite doe je zo het goede voor alle leden en alle voorouders van de gehele gemeenschap.
Desmond Tutu was het hoofd van de Anglicaanse kerk van Zuid-Afrika en een groot aanhanger van de Ubuntu filosofie. Bij dochter Mpho valt de appel niet ver van de boom. In haar bijzondere betoog verbond zij Ubuntu wijsheden met een pijnlijke, maar actuele opgave: de verwerking van het koloniale verleden. Ze vroeg zich af: Hoe kunnen wij ons met het koloniale verleden verzoenen zodat we gezamenlijk kunnen helen en genezen? Hoe kunnen we elkaar vergeven? Ze benoemde het verschil tussen ‘sorry zeggen’ en ‘om vrede verzoeken’. Het eerste is gemakkelijk gezegd, maar juist door het tweede uit te spreken zoek je daadwerkelijk toenadering en benadruk je het wij-gevoel, het gemeenschappelijke dat zit in ieder mens.
Mpho Tutu was slecht ter been door een heupoperatie – “I look younger than I am” – en steunde lachend op een wandelstok van vader Desmond. Nadat ze voorlas uit eigen werk (proza, poëzie) was het tijd voor dialoog. Fiona Frank (docent communicatieve vaardigheden HvA) en Leroy Lucas (Keti Koti Utrecht) schoven aan en wisselden met behulp van een talking stick met Mpho Tutu en Baba Tarawally van gedachten over de vraag: Hoe kunnen we tot een collectieve change of heart komen in het omgaan met het koloniale verleden in onze huidige samenleving? Antwoorden zijn niet zomaar te geven. Je moet zaken doordenken en doorvoelen. In feite begint het allemaal met elkaar te kennen, te herkennen en te erkennen. Met verbindend en includerend intermenselijk contact. Verschillen begrijpen, overeenkomsten zoeken en vinden. Het individu als unieke entiteit respecteren en tegelijkertijd zien als lid van een gemeenschap, een samenleving. Alleen in gezamenlijkheid - ‘ik verzoek je om vrede’- kan er verzoening komen met een pijnlijk gedeeld verleden en kunnen er stappen worden gezet op een lange weg naar heling en genezing. En wellicht uiteindelijk ook naar vergeving.
De middag werd ingeleid door bibliotheekdirecteur Deirdre Carasso en wethouder Diversiteit en Inclusie van Utrecht Linda Voortman en was georganiseerd door het Indaba Collective. Indaba is het Zoeloe-woord voor verhaal.
Auteur: Charles H. Soria