Bron: Gemeente Amsterdam
-
Collection
Nationaal Slavernijmuseum
In 2017 werd door de Amsterdamse gemeenteraad ingestemd met het initiatief voor een Nationaal Slavernijmuseum. Dit initiatief komt vanuit Amsterdamse gemeenschappen van nazaten. Drie kwartiermakers werken samen met een projectteam aan de invulling en een museaal ondernemingsplan. De Gemeente Amsterdam is opdrachtgever van de kwartiermakers. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is nauw betrokken bij de totstandkoming voor financiering en advies.
-
Article
Famiri Familie. Surinaams-Amsterdamse verhalen vanaf 1611
Vanaf 29 juni 2023 presenteren Stadsarchief Amsterdam (SAA) en het Nationaal Archief Suriname (NAS) de tentoonstelling Famiri Familie, met verhalen over trans-Atlantische families. Met Famiri Familie willen SAA en NAS bijdragen aan de landelijke herdenking van de geschiedenis en de gevolgen van de slavernij, door nieuwe verhalen en andere geschiedenissen te vertellen.
Sinds de zeventiende eeuw zijn Suriname en Amsterdam nauw met elkaar verbonden. De gedeelde geschiedenis is getekend door ongelijke machtsverhoudingen, kolonisatie, gedwongen migratie, slavernij en andere vormen van uitbuiting. Veel families zijn door deze geschiedenis geraakt, veel Surinaamse en Amsterdams-Surinaamse families zijn door deze ervaringen gevormd.Familieverhalen
Al bijna vier eeuwen spelen familieverhalen van Suriname en Amsterdam zich af op, of tussen, twee continenten. Dankzij brieven, cassettebandjes en smartphones is het contact tussen familieleden aan beide kanten van de oceaan altijd hecht geweest. Van zeventiende-eeuwse boodschappenlijstjes tot foto’s met lieve briefjes rond de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975.
Vele Surinaamse families hebben een Amsterdamse geschiedenis. Zo ontstond de Surinaamse familie Frijmersum op het Museumplein, tijdens de koloniale Wereldtentoonstelling in 1883, waar twee voorouders tentoongesteld werden.
Johannes Charles leefde in de 19de eeuw in vrijheid in Amsterdam, maar zijn zoon Gideon in slavernij in Suriname. De zusters Trowidjojo reisden in 1900 van Java naar Suriname om daar als contractarbeiders te gaan werken. Hun reis liep via Amsterdam, belangrijke schakel in de geschiedenis van beide plaatsen.
En ook in Amsterdam hebben veel families een belangrijke Surinaamse geschiedenis. Zoals Pilar, Minnie en Idriss Madimin, wiens grootouders uit Suriname naar Nederland verhuisden, terwijl hun verdere voorouders uit India, Java, China, Afrika en Europa naar Suriname kwamen.Surinaams-Amsterdamse coproductie
De verhalen in deze tentoonstelling zijn opgespoord door onderzoekers van het Stadsarchief Amsterdam en het Nationaal Archief Suriname. Zij zochten hiervoor in de collecties van deze archieven, en in collecties van particulieren. Ook putten zij uit de orale traditie, waarin belangrijke gebeurtenissen van generatie op generatie worden doorverteld. Deze bundeling van krachten heeft gezorgd voor een meerzijdig vernieuwend perspectief op de eeuwenoude banden tussen Suriname en Amsterdam.Famiri Familie – de tentoonstelling
De kleurrijke installatie bestaat uit zeven historische verhalen – in een context van slavenhandel en slavernij, kolonialisme, gedwongen migratie en uitbuiting gaan ze bovenal over vindingrijkheid, veerkracht, overleven en verzet, verhalen die zijn overgedragen van generatie op generatie. Meerdere nazaten van de families die voorkwamen in de historische bronnen, deelden hun persoonlijke verhaal. Door het perspectief van familie ontstaat ruimte voor nuance en complexiteit. Want wat betekent famiri, als de banden met je bloedverwanten en geboortegrond met geweld worden verbroken? Als je al dan niet vrijwillig aan boord gaat van een zeilschip of oceaanstomer, wie neem je dan in vertrouwen? Op deze manier geeft Famiri Familie een gezicht aan een grotere abstracte geschiedenis.
Publieksbegeleiding, educatie en programmering
De verhalen worden ondersteund door audiofragmenten van nazaten als Dimitri Madimin en Jörgen Raymann, en jonge makers, zoals spoken word artiesten Josh & Robs en Stefanie Sewotaroeno. Surinaamse en Nederlandse filmmakers – Kevin Headely, Idi Lemmers, Charisa Chotoe en Steven Elders – maakten een mini-documentaire over de Wereldtentoonstelling in Amsterdam in 1883 en de familiegeschiedenissen die daarmee verbonden zijn. De tentoonstellingsteksten zijn te beluisteren in het Nederlands en Sranantongo. Er worden workshops Surinaamse genealogie aangeboden en zijn er inloopmiddagen om bezoekers te stimuleren onderzoek te doen naar hun eigen band met deze gedeelde geschiedenis tussen Suriname en Amsterdam.Audiotour en mini-documentaire
Op de tentoonstelling is een minidocumentaire te zien over de Surinaamse familie Frijmersum die gevormd werd door de Koloniale Wereldtentoonstelling in Amsterdam in 1883.
Bij de tentoonstelling is een audiotour in het Nederlands en in het Sranantongo te beluisteren.
Drie locaties
De tentoonstelling Famiri Familie is tegelijkertijd in Amsterdam en Paramaribo te zien.- Stadsarchief Amsterdam, Vijzelgracht 32: 29 juni t/m 14 januari 2024
- Nationaal Archief Suriname, Jaggernath Lachmonstraat 174, Paramaribo: 30 juni t/m 31 oktober 2023
- Cultureel Educatief Centrum, Bijlmerdreef 1289: 6 juli t/m 17 september 2023
Deze tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt met steun van de Vrienden van het Stadsarchief, Dutch Culture en de Gemeente Amsterdam.
Meer informatie:
Soe-Fa Bakboord: soefa.bakboord@amsterdam.nl
Stadsarchief Amsterdam, Vijzelstraat 32
amsterdam.nl/stadsarchief -
Article
Rijksmuseum en slavernij
Het Rijksmuseum, hét Nederlandse museum voor kunst en geschiedenis, werkt permanent aan het tonen van een completer beeld van het Nederlandse verleden. De 17de, 18de en 19de eeuw zijn daar een belangrijke periode in, de tijd waarin Nederland zich een machtspositie op het wereldtoneel verwierf. Die koloniale macht is onlosmakelijk verbonden met een systeem waarin slavernij een staats aangelegenheid was. Onder Nederlands gezag werden rondom de Atlantische en de Indische Oceaan mannen, vrouwen en kinderen tot slaaf gemaakt, onder dwang tewerkgesteld en tot objecten in administraties gereduceerd. Gedurende 250 jaar was het mensen in slavernij verboden zich te uiten, zich te laten horen, om bezit te hebben, om hun leven te documenteren.
Dit systeem heeft zijn weerslag in de museumcollectie, zoals blijkt uit de 77 teksten van Rijksmuseum & Slavernij. In de korte teksten wordt de relatie toegelicht tussen het object en ons slavernijverleden. De onderwerpen die aan bod komen variëren van de toenmalige machthebbers, de Nederlandse aanwezigheid in bezet gebied, de relaties tussen de Nederlandse economie en slavernij, koloniale producten, de slavenhandel, en de kerk en slavernij, tot de aanwezigheid van mensen van kleur in Nederland en de manier waarop zij in kunst en kunstnijverheid zijn verbeeld, evenals de stemmen die opgingen tegen slavernij.
Bron: Rijksmuseum - slavernij
-
Article
Tentoonstelling "Koloniale Verhalen: Work in Progress"
De tentoonstelling "Koloniale Verhalen: Work in Progress" over het koloniale verleden van Amsterdam was van 9 maart '22 tot 18 september '22 te zien. De centrale vraag die werd gesteld was: wat heeft het koloniaal verleden destijds betekend en wat betekent het nu voor de stad en voor ons als stadsmuseum? Die vraag onderzocht het Amsterdam Museum en deelde de actuele opbrengt in de tentoonstelling.
Vragen die o.a. werden gesteld: hoe onderzoeken we het verleden? Welke verhalen zijn er? Welke verhalen zijn er niet? Welke terminologie gebruiken we? Welke rol kunnen hedendaagse kunstenaars spelen in dit onderzoek?
Samengesteld door: Inez Blanca van der Scheer, Maria Lamslag, Imara Limon
Bron: Amsterdam Museum
-
Article
Essay - Met andere ogen. Over de slavernijtentoonstelling in het Rijksmuseum.
Carl Haarnack bezoekt de tentoonstelling Slavernij in het Rijksmuseum en schrijft daarover in dit essay.
Carl Haarnack werd geboren in Paramaribo en studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is de oprichter van Buku – Bibliotheca Surinamica, een bibliofiele collectie van antieke boeken, kaarten en prenten over Suriname die hij regelmatig in bruikleen geeft voor externe tentoonstellingen. Haarnack schreef talloze artikelen over de geschiedenis van Suriname en koloniaal erfgoed in Nederland; meest recentelijk verschenen van zijn hand bijdragen aan de bundels Amsterdam en de slavernij in Oost en West (Spectrum 2020) en Slavernij en de stad Utrecht (Walburg Pers 2021). Hij is bovendien coauteur van Black is Beautiful: Rubens to Dumas (Waanders Publishers 2008).Bron: De Achttiende Eeuw, Volume 53, Issue 1, jan. 2021, p. 193 - 199
-
Article
Verborgen in het volle zicht
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) vroeg Ineke Mok (Cultuursporen) en Dineke Stam (IMHP) om een plan van aanpak voor een pilot-onderzoek om in beeld krijgen hoe de slavernijgeschiedenis van Nederland is terug te vinden in de eigen collectie van het RCE. In dit document "Verborgen in het volle zicht" wordt dit plan van aanpak gepresenteerd.
Hoofdstuk 1 biedt handvatten voor het opsporen van kunstwerken en kunsthistorische objecten uit de collectie die refereren aan de slavernijgeschiedenis van Nederland, suggesties voor taalgebruik en terminologie, en onderzoek naar diverse andere museumcollecties.
In hoofdstuk 2 zijn criteria en dilemma’s bij de afbakening van het onderwerp beschreven: wat hoort wel of niet bij het erfgoed slavernij?
Hoofdstuk 3 bevat een overzicht van zoektermen die kunnen helpen bij het traceren van de kunstwerken en kunsthistorische objecten.
In hoofdstuk 4 gaat de discussie over de juiste termen in breder perspectief: waar gaat het in wezen over?
In hoofdstuk 5 vind je een overzicht van de discutabele en bezwarende termen, aangevuld met gepaste alternatieven.
Hoofdstuk 6 biedt een stappenplan voor de pilot, waarin niet alleen de punten die eerder aan bod kwamen zijn verwerkt, maar ook aandacht is voor de organisatie ervan: met wie vorm je een team, hoe spoor je de relevante objecten op in de collectie, hoe organiseer je dat en hoe leg je de besluiten en bevindingen vast?
Hoofdstuk 7 gaat over communicatie, een essentieel deel van de pilot.
Auteurs: Ineke Mok (Cultuursporen) en Dineke Stam (IMHP)
Bron: cultureelerfgoed.nl -
Article
Musea tonen koloniaal verleden steeds meer vanuit verschillende perspectieven
Hoe gaan musea om met de geschiedenis van kolonialisme en slavernij? En hoe kunnen ze hun tentoonstellingen inrichten op een manier die beter aansluit bij de samenleving van nu? Erfgoeddeskundige Sarike van Slooten onderzocht dit aan de hand van museumtentoonstellingen in verschillende landen wereldwijd. Op 3 februari verdedigt ze haar proefschrift. ‘Het prikkelen van verschillende zintuigen kan helpen het koloniale verleden tastbaarder te maken.’
Van straatnamen tot standbeelden, en van gebouwen tot erfgoedcollecties: het maatschappelijke debat over de omgang met het koloniale verleden strekt zich de laatste jaren uit over allerlei facetten van het culturele en openbare leven. Ook musea worden erdoor uitgedaagd om opnieuw na te denken over de manier waarop ze het koloniale verleden laten zien.
Om meer te weten te komen over hoe musea daarmee omgaan, onderzocht Sarike van Slooten in Nederland, Curaçao, het Verenigd Koninkrijk, Ghana en de VS tentoonstellingen rond kolonialisme en slavernij. Ze sprak met deskundigen uit de musea zelf, observeerde de tentoonstellingen en vroeg bezoekers naar hun ervaringen.
Kunstwerk La Bouche du Roi in de tentoonstelling Slavernij van het Rijksmuseum (Foto: Sarike van Slooten)
Horen, ruiken en voelen
In de jaren waarin de promovendus haar onderzoek uitvoerde, zag ze veel veranderen. ‘Musea komen steeds meer los van het traditionele narratief, waarin het verhaal werd verteld vanuit de mensen die de macht hadden. Ik zag in het Tropenmuseum en het Rijksmuseum bijvoorbeeld grote verschillen tussen tentoonstellingen in 2017 en in 2020-2021. De teams van curatoren zijn in die paar jaar tijd diverser geworden, de exposities zijn het verleden vanuit meer perspectieven gaan belichten en de bezoeker heeft een actievere rol gekregen.’
Veel exposities zijn vooral gericht op het hoofd, terwijl blijkt dat bezoekers meer op zoek zijn naar een emotionele belevenis.
Toch is er nog altijd ruimte om tentoonstellingen beter te laten aansluiten op de samenleving van nu, stelt Van Slooten. ‘Grote musea werken vaak nog vanuit de oude manier van representatie, met een route die je moet volgen, kunstwerken die aan de muur hangen en begeleidende teksten erbij. Zulke exposities zijn vooral gericht op het hoofd, terwijl blijkt dat bezoekers meer op zoek zijn naar een emotionele belevenis. Het prikkelen van verschillende zintuigen – horen, ruiken, voelen – kan helpen het koloniale verleden tastbaarder te maken.’
Niet alleen geschreven bronnen
Als voorbeeld noemt de promovendus het hedendaagse kunstwerk La Bouche du Roi, dat het Rijksmuseum vorig jaar toonde als onderdeel van de tentoonstelling Slavernij. Met geuren, geluiden en jerrycans verbeeldt het werk een schip met tot slaaf gemaakten. Van Slooten: ‘Je kunt eromheen lopen, je hoort mensen zingen en gillen, en je ruikt urine en specerijen. Zo krijg je een veel completer beeld van hoe het op zo’n schip was, dan via een schilderij of tekening met tekst ernaast.’
Het Curaçaose museum dat ik onderzocht, toonde het slavernijverleden vanuit een heel Nederlands perspectief.
Een andere manier om tentoonstellingen aansprekender en inclusiever te maken, is om naast geschreven bronnen ook mondelinge bronnen en herinneringen (oral history) te gebruiken. ‘Denk bijvoorbeeld aan liederen en rituelen’, zegt van Slooten. ‘Dit type bronnen is lange tijd als minderwaardig beschouwd, maar is juist essentieel om de perspectieven te kunnen laten horen van mensen die niet konden lezen en schrijven. Een goede balans tussen verschillende soorten bronnen is dus belangrijk.’
Feedback van het publiek
Natuurlijk is wat in een tentoonstelling wel en niet werkt ook afhankelijk van de context en de plaats waar het museum staat, stelt de promovendus. Maar waar voor bijna alle musea nog winst te behalen is, is in het betrekken van het publiek. Van Slooten: ‘Door bezoekers om feedback te vragen – hoe ze de tentoonstelling hebben ervaren, wat ze nog missen – kunnen musea waardevolle input vergaren voor huidige en toekomstige exposities. Op dit moment gebeurt dat nog bijna niet.’
Iets anders wat de promovendus opviel, was dat de onderzochte musea in voormalige koloniserende landen (Nederland, Verenigd Koninkrijk) en hun voormalige koloniën (Curaçao, Ghana) de geschiedenis op vergelijkbare manieren bleken te representeren. ‘Ik had verwacht daar grotere verschillen tussen te vinden. Maar het Curaçaose museum dat ik onderzocht, Kura Hulanda, toonde het slavernijverleden bijvoorbeeld vanuit een heel Nederlands perspectief. Dat vond ik opmerkelijk.’
Promotiegegevens
Sarike van Slooten verdedigde haar proefschrift 'A Postcolonial Museum?: Legacies of Colonial Histories in Museum Exhibitions in Europe, Africa, North America, and the Caribbean' op 3 februari 2023. Promotoren zijn Rob van der Laarse en Ihab Saloul.
Dit artikel werd op 1 februari 2023 hier gepubliceerd door de Universiteit van Amsterdam.
-
Article
'Onze koloniale erfenis' in het Tropenmuseum
Hoe werkt de Nederlandse koloniale geschiedenis door in ons dagelijks leven? Kolonialisme heeft de wereld van nu mede gevormd en leeft door tot op de dag van vandaag. In de tentoonstelling "Onze koloniale erfenis" laat het Tropenmuseum zien hoe Nederlands kolonialisme aanwezig was in Indonesië, Suriname, Curaçao, Sint Maarten en nog veel meer landen, en wat we daar nu nog van ervaren. "Onze koloniale erfenis" vertelt een groter verhaal dan de 'bekende' geschiedenis door verschillende perspectieven te een stem te geven.
In de video van Shot of culture bezoeken Smita James en Jip Heijmerink de tentoonstelling. Dit doen ze in het kader van Musea Bekennen Kleur, een platform waarop Nederlandse musea samenwerken aan diversiteit en inclusie. Ze krijgen een rondleiding van de conservator Wendeline Flores.
In onderstaande video komen Wendeline Flores (Conservator Caribisch gebied en Koloniale Geschiedenis), Rik Herder (Tentoonstellingmaker) en Pim Westerkamp (Conservator Zuidoost-Azië) van het Tropenmuseum aan het woord over de totstandkoming van "Onze koloniale erfenis".
Bronnen: Shot of culture, Tropenmuseum
-
Article
The Black Archives
The Black Archives is een historisch archief en cultureel centrum waar mensen terecht kunnen voor inspirerende gesprekken, inhoudelijke activiteiten en boeken vanuit zwarte en andere perspectieven die elders vaak onderbelicht blijven. The Black Archives wordt gedragen door de organisatie New Urban Collective.
The Black Archives bestaat uit verschillende boekencollecties, archieven en artefacten die het nalatenschap zijn van zwarte schrijvers en wetenschappers. De meer dan 10.000 aanwezige boeken in de collecties gaan over racisme, slavernij en (de)kolonisatie, gender en feminisme, sociale wetenschappen, Suriname, de voormalig Nederlandse Antillen, Zuid-Amerika, Afrika en meer.Hierdoor bieden de collecties literatuur dat niet of weinig besproken wordt binnen scholen en universiteiten. De collecties zijn bedoeld als startcollectie die kan groeien door giften en samenwerkingen met anderen. Zo wordt Zwarte literatuur, kennis en informatie toegankelijk gemaakt. Op basis van de collecties ontwikkelen we exposities, organiseren we events en geven we lezingen en advies.
The Black Archives bevat de volgende boekencollecties en archieven
- De Heilbron Collectie
- De Huiswoud Collectie
- De Willemsen Collectie
- De Corsten Collectie
- Archieven en boekencollectie van Vereniging Ons Suriname
En beluister hier: de The Black Archives Podcast.
NOS op 3 - Een zolder vol zwarte geschiedenis in Nederland
The Black Archives - Het verhaal van The Black Archives en de expo "Zwart & Revolutionair"
Ontstaansgeschiedenis
Op 13 juni 2015 openden wij de New Urban Café, een inspirerende ruimte in Amsterdam Noord waarin de literatuur van de eerste boekencollectie, de Heilbron collectie, publiekelijk toegankelijk werd gemaakt. Deze boekencollectie is het nalatenschap van de in Suriname geboren sociaal wetenschapper Waldo Heilbron die als socioloog op de Universiteit van Amsterdam onderzoek deed naar post-kolonialisme, de Trans-Atlantische slavenhandel en haar erfenis, racisme en geschiedschrijving. Dit idee ontstond toen Thiemo en Miguel Heilbron, de zoons van Waldo Heilbron, contact opnamen met Mitchell en Jessica van New Urban Collective.
In ‘De Toekomst van het Verleden: reflecties over Nederland’s slavernijverleden en – erfgoed’ (2006) schreef Heilbron:
“De trans-Atlantische slavenhandel en slavernij hebben diepe sporen nagelaten; in de samenleving en in de individuele levens van velen die zich erfgenamen weten van deze geschiedenis. In het publieke debat over het Nederlandse slavernijverleden, dat aan het eind van de vorige eeuw in heftigheid toenam, wordt over dit deel van de geschiedenis gesproken als een in belangrijke mate ‘verzwegen verleden’. Veel wat verzwegen is wordt vergeten. (…) Bij het verdiepen van de kennis over ons ‘verzwegen verleden’, zijn wij aangewezen op nieuwe manieren van denken en onderzoek verrichten.”
Heilbron had de missie om nieuwe perspectieven aan de geschiedschrijving en sociale wetenschappen toe te voegen door alternatieve methodologieën te gebruiken en vanuit een kritisch perspectief te schrijven. Sinds juni 2015 is de collectie gegroeid door diverse schenkingen van boeken en filmmateriaal en hebben we vele bezoekers gehad bij de activiteiten die we rondom de collectie hebben georganiseerd.
In 2016 verhuisden wij wegens gentrificatie naar het pand van Verenging Ons Suriname die ook een bijzondere collectie hadden. Hier werd The Black Archives geboren. In de loop der tijd zijn er meerdere collecties toegevoegd zoals de Huiswoud Collectie en de Willemsen Collectie.
In 2017 openden we onze eerste expositie 'Zwart & Revolutionair: het verhaal van Hermina en Otto Huiswoud' en in 2018 de expositie 'Onze * Tori: verhalen van Surinamers in Nederland'. In dat jaar wonnen we tevens de Amsterdam Prijs voor de Kunsten (Stimuleringsprijs).Het team
The Black Archives wordt op dagelijkse basis geleid door Mitchell Esajas (algemeen management), Jessica de Abreu (onderzoek & collectiebeheer), Camille Parker (productie) en Shivani Jagroep (zakelijke leider) ondersteund door Leonie Nuaku (communicatie), Tyneisha van Veltum (social media), Wouter Pocornie (The Black Archives Bijlmer), Serana Angelista (artistieke adviseur), productie-assistenten Gerold Sewcharan (TBA Oost), Alexine Gabriela (TBA Bijlmer) en vele vrijwilligers, freelancers en staigiares.
The Black Archives valt formeel onder stichting New Urban Collective (NUC). NUC is in 2011 opgericht als vereniging voor zwarte studenten en studenten van kleur o.a. vanuit het gebrek aan diversiteit en zwarte perspectieven in het onderwijs en andere delen van de maatschappij. In 2018 werd de vereniging in een stichting omgezet en sinds 2020 wordt het bestuur gevormd door:
- Ernestine Comvalius (voorzitter, tevens directeur Bijlmer Parktheater en oud-activist LOSON)
- Ivette Forster (penningmeester, 529 Media, tevens journalist en co-organisator Keti Koti festival en Kwaku festival)
- Miguel Heilbron (secretaris, algemeen tevens bestuurslid tevens Fawaka Wereldburgerschap en mede-oprichter The Black Archives)
Lees hier meer over The Black Archives
Bron: The Black Archives - Over ons
-
Collection
Artistieke en persoonlijke reflecties op de koloniale geschiedenis
In deze collectie verzamelt de redactie persoonlijke en artistieke reflecties op het koloniale verleden en de doorwerking naar het heden; deze kunnen bestaan uit een persoonlijk narratief, gedichten, uitingen via kunstobjecten etc.
Illustratie uit Het verhaal van de dochter van een Kantraki door: Ramdew Krishna
Uitgever: Stichting Ganpati Padam Nataykala