Many regions face an increasing flood risk as a result of sea-level rise, climate change, and a growing population in flood prone deltas. Flood protection infrastructure like dikes, levees, and barriers is essential in reducing the threat of flooding. As areas are redeveloped for the construction or reinforcement of flood protection, often the question arises whether other developments like housing, recreational facilities or nature restoration, can be combined with the flood protection infrastructure as well.
When adapting to higher extreme water levels and storm events in the future, the types of uses that can be maintained on or nearby flood defences are intrinsically linked to the flood protection measures implemented. While combining other activities with flood protection can have many benefits in principle, in practise there are some obstacles remaining preventing the construction of such multifunctional flood defences. One of those obstacles is a lack of knowledge on the safety provided by multifunctional flood protection measures due to the uncertainties introduced. This PhD research addresses this obstacle by developing a framework to assess the safety of multifunctional flood protection measures.
MaMaSe: het 'Mau Mara Serengeti duurzaam water'-initiatief voor Kenia
MaMaSe promoot op duurzaam gebruik van water gebaseerde economische ontwikkeling waarmee mensen de armoede kunnen ontstijgen en kunnen leren op duurzame wijze hun welzijn en onafhankelijkheid te verhogen.
Water is essentieel voor de sociaaleconomische ontwikkeling en duurzaamheid van het milieu in het bekken van de Mara River, dat door Kenia en Tanzania wordt gedeeld. De regen die zorgt voor de waterstroom waarvan mensen, vee en wild in het droge seizoen afhankelijk zijn, valt voornamelijk in slechts 10% van het stroomgebied van de Mau. Bossen in de bovenloop zorgden in het verleden voor een betere regenwaterinfiltratie en een stabiele bodem, maar erosie, ontbossing en veranderde landbouwgewoontes hebben gezorgd voor een verminderde infiltratie en toegenomen afvoer en erosie. Boeren maken melding van een grilliger regenpatroon en toenemende droogte. Het inkomen van kleine boeren is laag en onzeker. Gebruikers stroomafwaarts krijgen te maken met slinkende rivieren in het droge seizoen en extremere overstromingen in het natte seizoen. De bijzondere biodiversiteit in de regio heeft hier tevens onder te lijden. Dankzij migratie kunnen wilde dieren omgaan met waterschaarste, maar verstoringen in migratietrajecten en omheiningen blokkeren de vrije doorgang voor deze dieren tot het water.
Het onlangs gestarte MaMaSe-initiatief beoogt verbetering van waterveiligheid en waterbeheer te bereiken in overstromingsgebieden in het bekken van de Mara River, ter ondersteuning van armoedebestrijding, duurzame economische groei en behoud van ecosystemen. Dit wordt nagestreefd middels een bekken-breed, publiek-privaat partnerschap, waarbij de nadruk ligt op verbetering van het waterbeheer bij de belangrijkste economische activiteiten: landbouw, veeteelt en wildlife-toerisme. Hierdoor wordt de kennisbasis verbreed en ontstaat een platform waarmee nieuwe partners kunnen worden aangetrokken. Het MaMaSe-initiatief wordt uitgevoerd door een consortium van Keniaanse en internationale partners, en wordt financieel ondersteund door de Nederlandse ambassade in Nairobi. Via de activiteiten 1) worden de officiële Mara Catchment Management-strategie en Sub-Catchment-beheersplannen bijgewerkt, 2) wordt de capaciteit van waterautoriteiten voor strategie en planning uitgebreid, 3) wordt de bescherming en het herstel van ecosystemen in bossen en weides gesteund, 4) worden experimenten met nieuwe en duurzamere vormen van economische ontwikkeling aangestuurd; 5) worden de financiële middelen voor waterbeheer verhoogd en gestabiliseerd, en 6) komt kennis beschikbaar voor een bredere toepassing in het Mara-bekken en de hele regio.
The Netherlands faces major challenges: the energy transition, transition toward sustainable agriculture, restoring biodiversity, urbanisation and climate adaptation. All these challenges have consequences for spatial planning in our country. It is inevitable that the Netherlands will look much different in a hundred years. Major changes are needed to cope with rising sea levels, periods of extreme weather, an increasing demand for food production and a need to reduce greenhouse gas emissions.
These challenges require a new narrative for the Netherlands. A narrative in which this densely populated country develops into a guide for the rest of the world by giving priority to nature, a sustainable economy, quality of life and safety. A story that centres on ‘nature-based solutions’ in which solutions for climate and biodiversity go hand in hand.
Wageningen University & Research has compiled this narrative based on expert knowledge; it is our vision for the future of the Netherlands in 2120, in which nature and natural processes play a major role. It is a vision that is intended to inspire. It outlines a future in which economic development and a nature-inclusive society go hand in hand. This vision for the future also takes account of the unique characteristics of various regions in the Netherlands. By means of maps and cross sections we present a general picture of what is possible in each region regarding spatial development.
The thinking behind this picture is based on the outcomes of various design and discussion sessions with researchers. Obviously, further specification and substantiation is needed. Together with stakeholders we will continue to develop and substantiate this vision and translate it into action perspectives for the here and now.
Toenemende waterschaarste in een veranderende wereld
In 2050 zal het mondiale watergebruik naar verwachting met 25 procent zijn toegenomen ten opzichte van 2010, door bevolkingsgroei, economische en industriële groei, veranderende consumptiepatronen en uitbreiding en intensivering van de land bouw. Daarnaast zal klimaatverandering in bepaalde gebieden tot minder neerslag leiden. Zonder verreikende veranderin gen in de manier hoe we met water om gaan, zal het huidige tekort aan water in veel gebieden naar verwachting alleen maar toenemen.
Een tekort aan water is niet voorbehouden aan de toekomst, maar heeft ook vandaag wereldwijd al grote invloed op miljarden mensen. Vele steden, zoals Kaapstad, Beijing, Lima, Los Angles en Doha kampen met waterschaarste. Dat kan leiden tot ongelijke verdeling van het aanwezige water en daarmee tot maatschappelijke onrust. Gebieden zoals Noord- en Sub Sahara Afrika en he tMidden-Oosten kampen nu al met watertekorten en verminderde landbouwopbrengsten, wat invloed kan hebben op migratie.
Mondiaal zijn in 2015 in het klimaatverdrag van Parijs en de Sustainable Development Goals afspraken gemaakt om waterschaarste te verminderen of te voorkomen. Het is nog onzeker of deze afspraken in de praktijk op een voldoende grote schaal tot duurzame en sociaal inclusieve oplossingen leiden. Hoe zorgen we voor een duurzame inrichting en beheer van watersystemen, en daarmee voor het verminderen en beheersen van de risico’s van water schaarste? Hoe zorgen we voor voldoende water voor de landbouw? En wat kan Nederland hieraan bijdragen?
‘Eerlijke waterverdeling vergt ommekeer in beleid en wetenschap’
Waterschaarste voor velen gaat vaak samen met overvloed voor enkelen. Voor veel overheden en internationale beleidsinstituties is het niet daarbij vanzelfsprekend bij het verdelen van schaarser wordend drink- en irrigatiewater rekening te houden met lokale expertise, gebruiken en belangen van gemeenschappen die in de praktijk vaak het water beheren. Dat werkt een onrechtvaardige verdeling van het water in de hand, stelt prof.dr. Rutgerd Boelens in zijn inaugurele rede als persoonlijk hoogleraar Water governance and social justice aan Wageningen University & Research op 8 juni.
Water voor gebruiksdoeleinden zoals drinkwater en irrigatie wordt steeds schaarser, zowel in hoeveelheid als in kwaliteit, wereldwijd. De waterschaarste bedreigt de voedselvoorziening in veel tropische landen in Latijns-Amerika, Afrika en Azië, maar het treft ook de westerse landen. De lusten en de lasten worden niet gelijk verdeeld. Overheden en ook internationale organisaties herkennen de problematiek veelal, maar hun oplossing is vaak eenzijdig gericht of verergert de situatie alleen maar.
Lokale boerenorganisaties of drinkwatercollectieven beheren veelal zelf de watervoorziening in hun gebied, met aandacht voor lokale en individuele problemen. Het bedienen van alle leden van de gemeenschap en het intern oplossen van geschillen is daarbij een belangrijke uitdaging. Zulke lokale waterbeheersystemen houden vaak stand tot van bovenaf de waterproblematiek wordt ‘opgelost’. Met uniforme beheersvormen confronteren overheden of internationale organisaties de plaatselijke bevolking met ‘moderne’ en ‘efficiënte’ systemen, om het water vervolgens vaak te herverdelen naar machtige landbouw-, industrie-, of urbane belangengroepen.
Centralistisch perspectief
Vanuit de overheid wordt de verdeling van water gezien vanuit een economisch en centralistisch perspectief, met nadruk op technologie en markt. In de praktijk gaat dit systeem vaak gepaard met machtsongelijkheid, corruptie, en de verheerlijking van zogenaamde ‘expertkennis’, en niet alleen daardoor, met een ongelijke verdeling van water. Veel van het beschikbare water vloeit naar ‘relaties’ en grote productiebedrijven en weinig of ‘wat over is’ naar arme boeren en boerinnen die de meerderheid van de bevolking vormen. “Waterbeleid is vaak gericht op een utopische, radicale verandering van de bestaande waterbeheerculturen. Zonder deze lokale beheersvormen te kennen krijgen ze het stempel van ‘achterlijk’ en ‘verspillend’. De hydro-politieke droomsystemen van overheden en expert-instituties resulteren daarom vaak in nachtmerries voor diegenen die dit uniforme en eenzijdige beleid moeten ondergaan”, stelt prof. Rutgerd Boelens in zijn inaugurele rede ‘Rivers of scarcity – Utopian water regimes and flows against the current’.
Prof. Boelens constateert dat de zienswijze van overheden, ontwikkelingsorganisaties en internationale ondernemingen meestal totaal niet aansluit bij de eigen lokale gebruiken, afspraken en tradities, of daar zelfs tegenin druist. Publiek-private partnerschappen worden veelal opgezet om het waterbeheer te moderniseren, maar de kennis, cultuur en historie van de lokale bevolking en haar beheersorganisaties wordt in het algemeen niet in ogenschouw genomen. Boelens geeft voorbeelden van niet alleen zuidelijke maar evenzeer Europese landen. Boeren zien de kosten van de watervoorziening daarom vaak enorm oplopen, soms met wel honderden procenten, waarbij het vaak onduidelijk wie die gelden ontvangt. Het onderhoud blijft achter, zodat het systeem hapert. Boeren zien hun opbrengsten dalen – het tegenovergestelde resultaat van het beoogde doel. “En de boerengemeenschap verliest haar autoriteit als waterbeheerder en haar autonomie in de besluitvorming,” voegt prof. Boelens toe.
Daarom is comparatief onderzoek nodig van de diversiteit van lokale waterbeheersvormen en hoe die zijn te koppelen aan nieuwe, transdisciplinaire vormen van waterbeheer, waarbij de overheid, boerenorganisaties, kennisinstellingen, en maatschappelijke en internationale organisaties samenwerken, stelt prof. Boelens. “Daarmee wordt niet alleen rekening gehouden met de plaatselijke belangen, maar krijgen beleidsmakers en regeringsfunctionarissen een beter begrip van de lokale waterproblematiek. En dat verschaft boeren en burgers in zowel de zuidelijke als westerse landen een nieuw perspectief.”
Water resource management
De leerstoel van Rutgerd Boelens is ondergebracht bij de leerstoelgroep Water resource management onder leiding van prof. Petra Hellegers. Rutgerd Boelens is naast persoonlijk hoogleraar in Wageningen ook buitengewoon hoogleraar Political Ecology of Water in Latin America aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast vervult hij gasthoogleraarschappen aan de Catholic University of Peru en aan de Central University in Ecuador.
Naast zijn vele wetenschappelijke boeken en artikelen is Rutgerd Boelens auteur van het boek Aguas Rebeldes (2009), een fotoboek over de strijd om het water en rechtvaardigheid in de Andes, dat hij opdroeg aan de om het leven gebrachte fotograaf en filmer Julio Garcia, waarmee hij jarenlang de lokale waterproblematiek in beeld bracht.