Keti Koti is een van oorsprong Surinaamse feest- en herdenkingsdag waarop in Nederland elk jaar op 1 juli de slavernij herdacht wordt en de vrijheid gevierd. Keti Koti betekent letterlijk 'de ketenen verbroken'. Deze naam komt uit het Sranan (kort voor Sranantongo, in het Nederlands ook wel het Surinaams genoemd). Op 1 juli 1863 kwam er een einde aan de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen, destijds koloniën van Nederland. Op deze dag wensen mensen elkaar Wan Switi Maspasi Dey (een fijne emancipatiedag).
In dit artikel vindt u meer informatie over de Nationale Herdenking Nederlands Slavernijverleden en het Keti Koti Festival 2023 in Amsterdam, een video over de historie van deze dag en een video van het Tropenmuseum waarin Conservator Caribisch Gebied en Koloniale Geschiedenis Wendeline Flores drie angisa's (Surinaamse hoofddoeken) laat zien die te maken hebben met Keti Koti.
Keti Koti 2023: Bigi Spikiri optocht, Nationale Herdenking en Keti Koti Festival
Keti Koti begint zoals elk jaar ook dit jaar weer met de Bigi Spikri optocht: ”Een gezellige en kleurrijke optocht in traditionele kledij om de afschaffing van de slavernij te herdenken & vieren”. ‘Bigi Spikri’ is een Surinaams begrip en betekent letterlijk ‘grote spiegel’. Tijdens een jaarlijkse feestelijke parade in Suriname liepen de uitgedoste mensen langs de winkeletalages van Paramaribo. De etalageruiten dienden als grote spiegels, waarin zij zichzelf bewonderden. Deze traditie van in authentieke culturele klederdracht uitgedoste groepen mensen, wordt ook in Nederland voortgezet. Sinds 2009 is er een jaarlijkse Bigi Spikri optocht in de hoofdstad Amsterdam in verband met de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863.
Zicht op een deel van de optocht Bigi Spikri in Amsterdam. (1 July 2013) via Wikimedia.
Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) organiseert voor de 21ste keer op zaterdag 1 juli de jaarlijkse Nationale Herdenking Nederlands Slavernijverleden van 14.00 uur tot 15.15 uur in het Oosterpark in Amsterdam. De Nationale Herdenking is tevens de officiële start van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat loopt van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024, en wordt bijgewoond door een afvaardiging van het kabinet.
Het Keti Koti Festival, waar feestelijk wordt stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij in Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk, vindt dit jaar plaats op het Museumplein in Amsterdam. Met het festival wordt stil gestaan bij het verleden en vooruit gekeken naar de toekomst. Er wordt vrijheid, gelijkheid en verbondenheid gevierd.
Video: Gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst. Keti Koti in Amsterdam
Op 1 juli herdenken en vieren duizenden jaarlijks Keti Koti in het Amsterdamse Oosterpark. Er wordt zelfs gesproken over een nationale feestdag. Maar de aandacht voor de herdenking van de afschaffing van de slavernij is van betrekkelijk recente datum. Wat betekent Keti Koti in het Amsterdam van de jaren 1950, 1960 en 1970?
Gemaakt door Kadia Bijlmakers, Susan Lemmers, Daphne Luijters en Claire Majoor (Master Publieksgeschiedenis 2023, Universiteit van Amsterdam)
'Het verhaal van' is een videoserie van het Tropenmuseum waarin de conservatoren je meenemen in hun depots. Zo laten ze je kennis maken met de grote collectie van het museum. Conservator Caribisch Gebied en Koloniale Geschiedenis Wendeline Flores laat je in deze aflevering van 'Het verhaal van' drie angisa's zien die te maken hebben met Keti Koti. Angisa's zijn Surinaamse hoofddoeken.
On January 1, 1738, the slave ship Leusden of the West India Company (WIC) sank off the mouth river of the Marowijne River in Suriname. Of the 716 prisoners embarked in Africa, only 16 survived the disaster. Although it is undoubtedly the greatest tragedy in Dutch shipping history, this disaster is virtually unknown.
The Leusden was one of the last WIC ships to transport slaves and the only one used exclusively for this purpose. On each voyage, the ship transported an average of 660 slaves chained and closely packed to the Caribbean. Once at sea, slave ships were sailing prisons, where a cruel regime reigned. In particular because diseases had free rein in the unhealthy atmosphere of the ship's holds, many slaves did not survive the crossing. From her first voyage in 1720 until her sinking in 1738, the Leusden carried out a total of 10 slave trips, with only 73% of the slaves reaching the other side alive. Very little research has been done to date on the specific ships that made the transatlantic slave trade possible. Perhaps the moral indignation or shame about the phenomenon of slavery has always stood in the way of objective research. Leo Balai, however, discovered several unknown sources, which tell about the actual ins and outs on board of the slave ships.
Source: Balai, L. W. 2011. Het slavenschip Leusden: over de slaventochten en de ondergang van de Leusden, de leefomstandigheden aan boord van slavenschepen en het einde van het slavenhandelsmonopolie van de WIC, 1720-1738. Walburg Pers.
Other document: Engelse version of the thesis 'Slave Ship Leusden'.
Below you will find various broadcasts of AT5 in the theme of slavery. First the documentary series 'Het Slavernijverleden van Amsterdam', in which students from various Amsterdam secondary schools investigate how the traces of our slavery past can still be found in the city today. In addition to the Sint Ignatius Gymnasium, the Open Schoolgemeenschap Bijlmer, Metis Montessori Lyceum, Hyperion Lyceum, het Hervormd Lyceum West and the Amsterdam Mavo are also participating. In this collection you can also look back at the Marathon Debate Amsterdam Slavery Past and the apologies of Mayor Halsema for the slavery past of Amsterdam.
Mapping Slavery NL brengt de historische plaatsen in kaart van het slavernijverleden en erfgoed van het Nederlandse koloniale rijk. Mapping Slavery is een publieksgeschiedenis project dat aandacht geeft aan het Nederlandse slavernijverleden en het erfgoed hieraan verbonden.
Mapping Slavery is geïnitieerd door Dr. Dienke Hondius aan de Vrije Universiteit Amsterdam en wordt momenteel geleid door Nancy Jouwe (MA).
Mapping Slavery stelt de volgende onderzoeksvragen:
Wie profiteerde van slavernij in Nederland en haar koloniën?
Waar woonden deze mensen en waar maakten ze beslissingen over slavernij en slavenhandel?
Welke sporen van slavernij vinden we terug in Nederland? In de straten, musea, archieven en het cultureel archief?
Wat was de zwarte aanwezigheid in Nederland door de eeuwen heen?
Historische achtergrond Amsterdam heeft op een bijzondere manier een band met de voormalige kolonie Suriname. Na de verovering van Suriname door de Zeeuwen in 1667, nam eerst de West-Indische Compagnie (WIC) het bestuur over en al snel daarna de Sociëteit van Suriname. De stad was als aandeelhouder van de Sociëteit van Suriname voor 1/3e eigenaar van het gebied, de rest behoorde toe aan de rijke familie Van Aerssen van Sommelsdijck en de West-Indische Compagnie. Op gegeven moment was Amsterdam zelfs 2/3e eigenaar van Suriname. Op deze manier vergaderde de stad Amsterdam over hun ‘bezitting’ met de andere eigenaren in het Amsterdamse West-Indisch Huis.
De meeste eigenaren van plantages woonden in Amsterdam en ook hier werden de financiële besluiten genomen zoals het vergeven van aandelen en het afsluiten van verzekeringen. Veel WIC-bestuurder hebben in een bestuurslaag van de stad Amsterdam gezeten. Invloeden uit de koloniën in de Oost en West verschenen op de gevels van huizen.
Sporen Amsterdam werd in de twintigste eeuw een plek waar veel nazaten van tot slaafgemaakten naartoe kwamen. Met de viering van Keti Koti (“verbreek de ketenen”) en herdenkingen van het slavernijverleden hebben zij hun eigen geschiedenis vorm gegeven. Deze geschiedenis wordt steeds meer gedeeld met een groter publiek. Sinds 2002 is er een nationaal monument slavernijverleden in het Oosterpark en de viering rond de afschaffing van slavernij wordt steeds populairder.
Bron en de kaart van Amsterdam: Mapping Slavery. Lees hier meer over het volledige team. Mapping Slavery werkt samen met een groot aantal partners.
‘A new system of slavery?’ Een vergelijking tussen het vervoer van slaven en contractarbeiders in de negentiende eeuw
"Dit jaar vieren we het heugelijke feit dat het Britse parlement tweehonderd jaar geleden, in 1807, de slavenhandel buiten de wet stelde. Na afloop van de Napoleontische oorlogen begon Londen meteen een ongekend hevig diplomatiek offensief om andere landen ook tot afschaffing te bewegen. Dat was geen eenvoudige operatie. Weliswaar kwamen er in Frankrijk, Spanje, Portugal en de VS op den duur ook wettelijke verbodsbepalingen tegen de slavenhandel, maar daar trok een groot aantal reders zich niets van aan. Naar schatting zijn er tussen 1815 en 1870 nog ongeveer twee miljoen slaven illegaal de Atlantische Oceaan overgebracht. Toen daar rond het midden van de negentiende eeuw langzamerhand een eind aan kwam, hadden de reders allang weer wat nieuws bedacht: het ronselen en vervoeren van contractarbeiders. In de loop van de tweede helft van de negentiende eeuw namen meer dan een miljoen contractarbeiders uit India, China, de eilanden in de Stille Zuidzee en Japan de plaats in van de Afrikaanse slaven. Daardoor leek de migratie van deze contractarbeiders naadloos aan te sluiten op de slavenhandel. Was de lange en moeizame strijd tegen deze onmenselijke handel dan helemaal voor niets geweest? Om op deze vraag een antwoord te geven zullen we een aantal aspecten van de Atlantische slavenhandel en slavernij vergelijken met de ‘coolie trade’ en contractarbeid."
Bron: Emmer, P. (2007). A new system of slavery?' Een vergelijking tussen het vervoer van slaven en contractarbeiders in de negentiende eeuw. Leidschrift : Organisatie En Regulering Van Migratie In De Nieuwe Tijd, 22(April), 59-70. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/73084
Anna Amalia Bergendahl richtte in 1855 samen met haar zus Charlotte een damescomité op ter bevordering van de Afschaffing der Slavernij in Suriname. Dit comité zamelde geld in om slaven in Suriname vrij te kopen. In deze publicatie van Maartje Janse lees je meer over de "paradoxale" vrouw Anna Bergendahl, die zich inzette voor het afschaffen van de slavernij maar tegelijkertijd als 'weldoener' opereerde in het systeem door "mensen uit de slavernij te bevrijden door ze met torenhoge schulden op te zadelen." (p.3)
Over de auteur "Maartje Janse (1976) is Universitair Hoofddocent Nederlandse Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zij doet onderzoek naar de geschiedenis van politieke participatie en protest, in het bijzonder binnen antislavernijbewegingen in Nederland en daarbuiten. Ze publiceerde daarover onder andere De afschaffers. Politiek, organisatie en publieke opinie in Nederland, 1840-1880 (Amsterdam 2007) en ‘“Holland as a Little England”? British AntiSlavery Missionaries and Continental Abolitionist Movements in the Mid Nineteenth Century’, Past & Present 229:1 (2015), 123-160."
De statige panden van de Amsterdamse grachtengordel vertellen het verhaal van machtige en rijke handelaren. Maar ook het verhaal van de tot slaaf gemaakte mensen die hen moesten bedienen en op hun plantages moesten werken. Black Heritage Tours gebruikt deze tastbare sporen om het dominante narratief van de Gouden Eeuw in een ander perspectief te plaatsen. Via rondleidingen in Nederlandse steden maken ze mensen bewust van het vaak onbekende slavernijverleden. Erfgoed wordt ingezet voor educatie en bewustwording.
De onderbelichte kant van het verleden
Oprichtster Jennifer Tosch is Surinaams-Amerikaans. Haar ouders zijn geboren in Suriname. Vlak voor haar geboorte zijn ze naar Amerika verhuisd. Tosch kwam in 2012 naar Nederland voor een cursus postkoloniale geschiedenis aan de Black Europe Summer School (BESS) in Amsterdam. Tosch was verbaasd, overrompeld. Ze verwachtte een genuanceerd verhaal over het koloniale verleden. Maar de cursus ging vooral over de glorie van de Gouden Eeuw. Het ging niet over zwart erfgoed, zwarte geschiedenis, kolonialisme of slavernij. “Dat werd weggedrukt. Er werd niet gepraat over ras, men was kleurenblind.” Tosch besloot daarop om zelf meer onderzoek te gaan doen naar de vroege aanwezigheid van zwarte mensen in het Nederlandse koninkrijk en naar de bijdrage die zij hebben geleverd aan de samenleving. Ze begon in Amsterdam.
Door eerder onderzoek van andere historici te gebruiken, kwam Tosch achter de rijke erfgoedhistorie van Amsterdam. “Er zijn zo veel symbolen te zien op gebouwen, monumenten, musea, grachtenpanden en te vinden in de archieven. Ik dacht: ‘Mensen kennen deze symbolen waarschijnlijk niet.’
“Iedereen kan het zelf zien, de gevelstenen, het houtsnijwerk, de standbeelden, […] Het is zo zichtbaar.”
Symbolen op houtsnijwerk, standbeelden en gevelstenen, met daarop producten als suiker, tabak en koffie en tot slaaf gemaakte mensen”, vertelt Tosch. Om deze verborgen historie onder de aandacht te brengen, besloot ze onder de noemer Black Heritage Tours eigen stadsrondvaarten langs deze symbolen te organiseren. “Iedereen kan het zelf zien, het is zo zichtbaar. Doordat het erfgoed in Nederland zo goed wordt behouden, is het er allemaal nog.”
Het verleden als nationaal erfgoed
De rondleidingen zijn niet alleen ter educatie en om het bewustzijn onder Nederlanders en toeristen te vergroten, vertelt Tosch: “Voor mij is het ook een uiting van nationalisme voor de afstammelingen van tot slaaf gemaakte mensen. Toen Anton de Kom ‘Wij slaven van Suriname’ schreef, was het om zwarte mensen bewust te maken van onze rijke geschiedenis én om trots te zijn op het feit dat we hebben meegewerkt aan de opbouw van de samenleving. Dat we hier vanaf het begin deel van uitmaken. Ook wij kunnen trots zijn op dit erfgoed.” Tosch hoopt dat ze met haar rondleidingen het slavernijverleden een vanzelfsprekend onderdeel kan maken van de nationale geschiedenis. Black Heritage Tours zijn er inmiddels ook over de grens, in Brussel en New York. In Nederland zijn er vergelijkbare initiatieven in Utrecht, Haarlem, Leiden en Groningen. Verschillende gemeentes werken eraan mee. Tosch is blij met die samenwerking, maar ziet ook ruimte voor verbetering. Vooral in erfgoed, marketing en toerisme: “Wat volgens mij nog mist, is hoe we al de verschillende perspectieven op de geschiedenis van een stad kunnen samenbrengen en inzetten om erfgoedtoerisme te stimuleren. Amsterdam heeft bijvoorbeeld een gidsendag waarop je wordt bijgepraat over veranderende regels, vergunningen, nieuwe rondleidingen en meer. Er zouden meer van dat soort netwerken mogen zijn, maar die zich dan ook gezamenlijk buigen over de toekomst van de erfgoedbranche.”
Persoonlijke verhalen
Tosch maakt tijdens de rondleidingen zo veel mogelijk gebruik van storytelling. Ze vertelt persoonlijke verhalen van zwarte mensen, vaak gebonden aan de locatie. “Hoe meer we deze individuele verhalen door de rondleiding kunnen weven, hoe interessanter het wordt”, legt ze uit. Ook vertelt ze hoe ze het slavernijverleden in de rondleidingen overbrengt: “Ik zeg niet ‘Nederlanders zijn slecht’. Ik probeer niet de geschiedenis te demoniseren. Als we willen dat dit verleden meer algemeen aanvaard wordt als onderdeel van ons nationale erfgoed, dan moeten we bewust zijn van taal en hoe we het brengen. Elke vraag verdient een antwoord dat past bij de voorkennis die de vragensteller heeft. Het is maatwerk.”
Geen eenzijdig verhaal
Toen Tosch negen jaar geleden met de rondleidingen begon, was niet iedereen in haar directe omgeving overtuigd. “Ze zeiden ‘mensen gaan je daar toch niet voor betalen’. En ze vroegen zich af of het wel verstandig was om de aandacht te vestigen op de zwarte gemeenschap.” Het tegendeel bleek waar. Mensen komen zelfs terug voor de vierde of vijfde keer en zijn elke keer weer verrast. “Bijvoorbeeld omdat ze opeens beseffen dat discussies over ras niet zijn komen overwaaien uit Amerika, maar dat theorieën en wetenschappelijke classificaties over ras ontstonden in Europa, inclusief Nederland, en vervolgens werden verspreid over de hele wereld .”
De meeste Nederlanders die deelnemen aan de rondleidingen hebben het gevoel dat ze de Nederlandse geschiedenis kennen, omdat ze hier zijn geboren en getogen merkt Tosch op. “Wat ze niet weten is dit verleden, omdat hen dat nooit is verteld.” Ook haar eigen familie was niet volledig op de hoogte. Tijdens de rondleiding nodigt Tosch deelnemers uit zelf verhalen te vertellen. Sommigen vertellen dan over hun eigen familieverleden. Dat is juist de kracht van de Black Heritage Tours vertelt ze: “Het moet wederzijds zijn, om het gevoel te geven dat dit geen eenzijdig verhaal is. We kunnen allemaal iets van elkaar leren.”
"Ze beseffen dat discussies over ras niet zijn komen overwaaien uit Amerika, maar […] in Europa zijn begonnen.”
Waarom past Black Heritage Tours bij het Verdrag van Faro?
Het Verdrag van Faro stelt de mens en menselijke waarden centraal. Black Heritage Tours laat zien dat de menselijke waarden vroeger anders waren. Door de veelzijdige erfgoedhistorie van Nederland te gebruiken, wordt het slavernijverleden blootgelegd. Via symbolen op monumenten, gevelstenen en standbeelden leren deelnemers de pijnlijke geschiedenis kennen. Voor velen is dit een nog onbekende geschiedenis. Door persoonlijke verhalen van zwarte mensen te vertellen, houdt Black Heritage Tours ze levend.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Faro
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ziet projecten en initiatieven als Black Heritage Tours als voorbeeld van de Faro-werkwijze. Het Verdrag van Faro stelt niet het erfgoed maar de mens centraal en draagt als titel 'de waarde van erfgoed voor de samenleving'. De RCE is van mening dat participatie en initiatieven uit de samenleving een vanzelfsprekend onderdeel van de erfgoedpraktijk moeten zijn.
Bron: Dit artikel is gepubliceerd op cultureelerfgoed.nl van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
Archaeological expedition 2021: Where is the Leusden?
Maritime archaeologists Jerzy Gawronski (CTO Amsterdam) and Michel L'Hours (French archaeological service DRASSM) are on an expedition to find the slave ship Leusden. Previous expeditions via Suriname and French Guiana have shown that the ship has probably stranded near the mouth of the Marowijne river off the coast of the current village Awala-Yalimapo in French Guiana. The drama of the Leusden radically sketches the violent context in which the slave trade took place.
For more information on the French DRASSM (Département des Recherches Archéologiques Subaquatiques et Sous- Marines), researchdepartement for underwater archeology, you can go to theirTwitter or Facebook account.
Als onderdeel van het VU-onderzoeksproject Mapping Slavery verscheen in 2014 de Gids Slavernijverleden Amsterdam / Amsterdam Slavery Heritage Guide. Op 28 juni 2018 is de tweede herziene editie uitgegeven.
Nooit eerder zijn in één gids zoveel plaatsen in Amsterdam samengebracht die direct of indirect verband houden met de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Deze tweetalige gids van 138 pagina’s vertelt het verhaal van het Amsterdamse slavernijverleden in meer dan honderd locaties, op basis van uitgebreid onderzoek. Dienke Hondius was als een van de auteurs nauw betrokken bij de totstandkoming.
Zelf het slavernijverleden ontdekken
De gids is bedoeld voor iedereen die zich interesseert voor geschiedenis, het slavernijverleden en verhalen van de stad. U reist heen en weer door de tijd, tussen de 17de eeuw en het heden. U kunt ontdekken hoe sommige locaties direct en andere meer indirect verbonden zijn met de slavenhandel en slavernijgeschiedenis. Het is mogelijk om bij elk van de locaties een tocht te beginnen, er is geen vast startpunt. Op iedere pagina staat een genummerde locatie die verwijst naar de bijgevoegde kaart.
De locaties tonen de Nederlandse betrokkenheid bij de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij door de West-Indische Compagnie (WIC), en bij de slavenhandel en slavernij in Zuidoost-Azië en Zuid Afrika door de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Verschillende Amsterdamse families en bedrijven waren bij zowel de VOC als de WIC betrokken.
Lees het inkijkexemplaar van uitgever LM Publishers hier of via Mapping Slavery.
Redactie van de gids: Dienke Hondius, Nancy Jouwe, Dineke Stam, Jennifer Tosch & Annemarie de Wildt.
In deze video van Het Klokhuis leer je meer over Anton de Kom. In de aflevering duikt Tirsa With in het leven van Anton de Kom. ``Anton groeide op in Suriname, maar kreeg als kind les uit Nederlandse schoolboekjes. Daarin werden de Surinaamse helden die hij kende uit de verhalen van zijn familie, schurken genoemd. Dat vond hij oneerlijk. Net als het racisme en de grote ongelijkheid die lang na de afschaffing van de slavernij bleven bestaan. Anton de Kom werd activist.`` (Het Klokhuis)
Onder de video vind je meer informatie over Anton de Kom en zijn boek 'Wij slaven van Suriname'.
Leer meer over de verzetsheld, schrijver en activist Anton de Kom op de website van de Anton de Kom Stichting en op de Canon van Nederland. Zijn bekendste werk is het boek Wij slaven van Suriname, het eerste geschiedenisboek over Suriname door een Surinamer. Voor de publicatie van 'Wij slaven van Suriname' in 1934 werd de koloniale geschiedenis in Suriname vooral verteld vanuit een wit perspectief, hij vertelt zijn lezers beeldend en kritisch over het slavernijverleden van zijn vaderland, de periode na de afschaffing van de slavernij en over de contractarbeiders uit China, India en Indonesië. Je kan het boek hier beluisteren.
‘Wat als relevant wordt gecanoniseerd reflecteert in hoge mate hedendaagse collectieve identificaties met het verleden’ stelde Gert Oostindie in zijn oratie over het slavernijverleden en de canon van de Nederlandse geschiedenis. Het slavernijverleden van 'de West', waarmee het huidige Suriname wordt bedoeld, is een onderdeel van de Nederlandse geschiedenis waarover tot op heden gediscussieerd wordt.
Bron: Jans, R. 2017. Slavernij in het onderwijs: De invloed van het publieke en politieke debat over het slavernijverleden op lesmethodes. Radboud Universiteit Nijmegen.
In de achtdelige podcastserie 'De plantage van onze voorouders' onderzoekt Maartje Duin sporen van het slavernijverleden in haar familiegeschiedenis.
Maartje Duin ontdekt dat haar voorouders in 1863 mede-eigenaar waren van suikerplantage Tout Lui Faut in Suriname. Duin zoekt contact met de nazaten van de tot slaafgemaakten: de familie Bouva. Samen met Peggy Bouva reconstrueert ze het verhaal van de plantage.
De podcast was ook onderwerp van gesprek bij Pakhuis de Zwijger in het programma 'Op zoek naar geschiedenis'
De plantage van onze voorouders #1: Slavernij in jouw geschiedenis?
Tijdens deze meet-up vertellen Maartje Duin en Peggy Bouva hoe zij hun zoektocht naar een gedeeld verleden hebben aangepakt. Onder andere familiegeschiedenis-deskundige Ank de Vogel-Muntslag en genealogie expert Rob van Drie vertellen waar je moet beginnen als je op onderzoek wilt gaan naar je voorouders en hun verhaal. Wat kun je allemaal vinden op internet? Welke vragen moet je stellen en hoe zoek je naar een speld in de hooiberg? (Bron: Pakhuis de Zwijger)
De plantage van onze voorouders #2: 1 juli, een geschiedenis van ons allemaal
Op Keti Koti, de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij, bespreken we hoe het slavernijverleden een geschiedenis van ons allemaal is. Tegelijk zit ongelijkheid in de geschiedschrijving ingebakken: bijna alle geschreven bronnen zijn van de voormalige koloniale machthebbers. Hoe herschrijven we een 'overwinnaarsgeschiedenis'? Welke bronnen gebruiken we, en welke woorden? Hoe komen we tot een gedeeld verhaal, in musea, media, onderwijs of de openbare ruimte? En wie mag dat verhaal vertellen? (Bron: Pakhuis de Zwijger)
There is a lot of research about slavery to be found in Amsterdam, The Netherlands and worldwide. In this collection we collect sources that conduct or collect research on slavery and you can find more research on the slavery history of Amsterdam and The Netherlands, the abolition of slavery, the traces of slavery and how slavery is discussed in eduction.
Do you have suggestions for sources, research, projects or other material that should be here? Send an email to the editors: openresearch@amsterdam.nl
"We did not know that Amsterdam administrators played a major role in the organization and management of the slave trade. They were members of the VOC and the West India Company, and often also invested as private individuals in slave ships and plantations. A painful observation for a city that is proud of its long history of freedom and tolerance." (Femke Halsema, 2021)
In this collection you will find the speech by Mayor Halsema who, on behalf of the Municipal Executive, apologizes for the involvement of the Amsterdam city council in slavery. You will also find the investigation of the Municipality of Amsterdam into its slavery past and the book 'De Slavernij in Oost en West'.