Jennifer van den Broeke
Rikke Komen
Anne-Mei The
Jos van Campen
Deze publicatie is tot stand gekomen op basis van verhalen van mantelzorgers van migranten met dementie en gesprekken met professionals. Deze verhalen zijn verzameld door inzet van Rikke Komen, Jos van Campen en Anne-Mei The, met dank aan patiënten en familieleden van de poli geriatrie van het voormalige MC Slotervaart, nu het OLVG.
Jennifer van den Broeke
Rikke Komen
Anne-Mei The
Jos van Campen
Factsheet is opgesteld in maart 2021. In samenwerking met stadsdeel Nieuw West en team gehandicaptensport, Sport en Bos.
Vragen? Mail naar d.baars@amsterdam.nl
In een verdiepend onderzoek in een buurt in Amsterdam Nieuw-West legden wij samen met analisten van de Nationale Politie een omvangrijk crimineel netwerk bloot. In deze publicatie wordt geschetst hoe de 156 personen uit het netwerk samenwerken en beïnvloed worden door bovenlokale criminele (drugs)netwerken.
Het betreft een netwerk, bestaande uit jongeren, jongvolwassenen en volwassenen, dat door sterke onderlinge relaties hecht en gesloten is. Ook criminele families maken deel uit van het netwerk. Op basis van delictgedrag, leeftijd en pleegplaatsen wordt een onderscheid gemaakt in de volgende categorieën delictplegers: jonge aanwas, rising stars, criminele locals, harde kern en facilitators. De rising stars verdienen in het bijzonder de nodige aandacht. Deze jonge criminelen zijn op weg toe te treden tot de georganiseerde misdaad.
De vele ervaringen die er in Amsterdam zijn met integraal werken en kijken, werpen vruchten af maar hebben nog niet voor een fundamentele kentering gezorgd in deze buurt. De netwerkanalyse en het langdurig interveniëren door middel van een systeemaanpak op het gehele netwerk bieden kansen om misdaadcarrières te doorbreken en in het beste geval te voorkomen.
Auteurs
Henk Ferwerda, Nicole Brouwer, Ivo Hölzken en Linda Kroese
PROBLEEMSTELLING
De probleemstelling van het onderzoek bestaat uit twee vragen:
1. Wat zijn in de Couperusbuurt de buurtdragers, d.w.z. de ruimtelijke structuren, plekken en programma’s die de binding van (oudere) bewoners met hun buurt duurzaam kunnen versterken.
2. In welk opzicht functioneert de oorspronkelijke opzet en bebouwing van de Couperusbuurt in de huidige tijd nog als buurtdragers en welke kleinere en grotere kansrijke aanpassingen vraagt dit op
de middellange en langere termijn?
De insteek van dit onderzoek is in de eerste plaats fysiek. Veronderstelling is dat fysieke vernieuwing kan bijdragen aan de sociale agenda in ontwikkelbuurten. Buurtdragers kunnen verbindend werken tussen de fysieke en sociale dimensie van stedelijke vernieuwing. Fysieke maatregelen alleen zijn natuurlijk niet voldoende en sociale problemen vragen
ook om een sociale aanpak. Maar de leefbaarheid in een buurt is wel mede afhankelijk van de kwaliteit van fysieke en programmatische buurtdragers. Het concept buurtdragers biedt de kans om plekken en routes duurzaam te versterken en om kleine ingrepen te verbinden aan de structuurversterking van de Couperusbuurt.
Hogeschool van Amsterdam
Gemeente Amsterdam
Auteurs: Dr. I. NIO, Dr. F. Suurenbroek & A. Treffers
Gebiedsgericht werken is in essentie een continue werkproces waarin het bepalen van de opgave en het uitvoeren van bijpassende acties en interventies elkaar kort opvolgen en altijd in samenwerking met bewoners, partners en collega's in de buurt gebeuren. In Nieuw-West hebben we deze werkwijze in de praktijk gebracht in de projecten Reimerswaal Ontmoet en Gouden Ticket. In dit artikel vind je meer informatie over hoe we dit aangepakt hebben (werkwijze en werkvormen) en wat we er mee hebben opgehaald (opbrengsten).
In totaal is met ongeveer 25 bewoners gesproken.
Uitvoerders: Janne van Eerten en Xandra Hoek
The recreational use of laughing gas has expanded enormously in recent years. Although incidental use of nitrous oxide hardly causes any health damage, prolonged or excessive use of nitrous oxide can lead to neurological damage. Amsterdam care centers and practitioners noticed that especially young Moroccan and Turkish Dutch people in the Amsterdam New-West district reported neurological symptoms, including severe paralysis symptoms after problematic nitrous oxide use.
Through interviews with thirteen young Moroccan-Dutch users (19-28 years old), the determinants of their problematic nitrous oxide use are highlighted, including their relatively low demand for medical-psychological care. Seven of them were in (poly-)clinical treatment for their problematic use and six were not in treatment, but were using nitrous oxide at least every week. Nitrous oxide is used because one is bored and to suppress psychosocial stress and negative thoughts. Laughing gas seems like a panacea that offers relief. Other motives are depression, discrimination and conflict with friends or parents. Due to the (taboo) culture surrounding substance use, mistrust, shame and macho culture, the medical assistance only reaches the Moroccan-Dutch problematic laughing gas user at a late stage. The conclusion is that it is recommended to use influencers in campaigns aimed at the risks and treatment of heavy nitrous oxide use. Youth work can also play an important role in motivating socially isolated users to seek medical-psychological help.
Keywords: laughing gas, N2O, nitrous oxide, problematic use, Moroccan Dutch, Muslims
In haar promotieproject wil Bep Schrammeijer uitzoeken hoe publieke waarden van groene ruimte gemeten kunnen worden. Deze waarden zijn subjectief en moeilijk om te meten, daarom worden ze vaak niet mee genomen in ruimtelijke projecten. Groene plekken in de stad zijn een veelbesproken onderwerp tegenwoordig. Stadsbewoners, planologen, architecten, wetenschappers, psychologen, artsen, ecologen en ingenieurs praten allemaal over het belang van vegetatie in de stad voor ‘Nature-based solutions’. Vroeger heette dit Ecosysteemdiensten, en is eigenlijk wat wij gebruiken van de natuur – direct of indirect. Desondanks is het gesprek toch meestal gericht op fysieke en meetbare functies, zoals koolstof opvang, habitat voor bijen of vogels of verminderen van regenwateroverlast. Meer sociaal, en subjectieve, functies worden over het hoofd gezien, of samengevoegd in een algemene functie ‘recreatie’ omdat ze zo moeilijk zijn om te meten en een geldwaarde te geven. Vooral sinds de uitbraak van Corona hebben we gezien hoe belangrijk groene plekken zijn voor mensen om te kunnen ontsnappen, rusten, spelen en sporten.
Het onderzoek van Bep is gericht op het uitproberen van verschillende manieren om informatie over deze functietypes en de waarde van groene ruimte in te winnen zo dat ze beter meegenomen kunnen worden in besluitvorming. Dit houdt in het toetsen van methodes van mensen vragen, wat publieke participatie, crowdsourcing, of burger wetenschap genoemd kan worden.
In Nieuw West is de werkloosheid en het aantal mensen met een uitkering relatief hoog. Tegelijkertijd is er in het stadsdeel en het aangrenzende bedrijventerrein en industriegebied Westpoort veel werkgelegenheid en zijn er bedrijven die zoeken naar werknemers. Stadsdeel Nieuw West stelt zich ten doel om inwoners te informeren over het werk dat er is in het eigen stadsdeel en Westpoort en om werkgevers te laten zien dat er arbeidspotentieel is in Nieuw-West. Om dit beter te kunnen doen is er inzicht nodig in de werkgelegenheid en de mate waarin inwoners van Nieuw West deze vervullen of zouden kunnen vervullen. OIS heeft dit in het voorjaar van 2021 onderzocht en dit rapport beschrijft de bevindingen.
Opdrachtgever: Gebiedsteam Sloterdijken i.s.m. Werkgeversservicepunt en WPI
Uitvoering: OIS
OIS:
Feiko de Grip
Idske de Jong
Sjors Verhaar
Het gebied Sloterdijken is volop in ontwikkeling. Stadsdeel Nieuw-West wil het gebied ontwikkelen tot een aantrekkelijke plek voor bewoners, bedrijven en andere gebruikers. Het stadsdeel en gebiedsteam Sloterdijk monitoren daarbij in hoeverre bewoners, ondernemers en andere gebruikers tevreden zijn over zaken als de openbare ruimte, veiligheid en voorzieningen. In 2019 vond er een eerste bewonersonderzoek plaats rondom het stationsgebied. In 2017 vond er een klanttevredenheidsonderzoek plaats onder ondernemers.
Op termijn wordt er mogelijk ook nog een aparte gebiedsanalyse van de Ondernemerspeiling (OIS) er aan toegevoegd
Auteurs: Feiko de Grip en Laura Stoffer (OIS)
Onderzoek uitgevoerd door studenten van kennisinstellingen zoals HvA, UvA en VU. Het betreft o.a. afstudeerscripties, leeronderzoeken en grotere onderzoeksprojecten.