-
Article
Mij niet gezien - Opvattingen van mbo-studenten over democratische innovaties
In dit rapport verkennen we hoe jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs aankijken tegen het huidige functioneren van de democratie en verschillende initiatieven om hun participatie te vergroten. Centraal staat in deze verkenning het begrip ‘democratische innovaties’. In dit rapport verstaan wij hieronder: procedures, processen en instituties die specifiek zijn ontworpen om burgerparticipatie in politieke besluitvormingsprocessen te vergroten en verdiepen. Het gaat hierbij om besluitvormingsprocessen binnen het openbaar bestuur, zowel bij nationale als ook lagere overheden. We hebben met de mbo-studenten drie specifieke voorbeelden van democratische innovaties onder de loep genomen: het referendum, het burgerforum en een digitaal discussieplatform.
Auteurs: Starrenburg, J., J. Elawi, D. Das en P. Diederen | Rathenau Instituut (2023) Mij niet gezien – Een verkenning van de opvattingen van mbo-studenten over democratische innovaties. Den Haag. -
Article
Wetenschap als strijdtoneel
In deze studie gaan we aan de hand van zes controversen in op vragen als: op wat voor wijze doen beleidsmakers een beroep op wetenschappelijke expertise? Hoe reageren andere partijen (omwonenden, gemeenten, maatschappelijke organisaties) daarop? Is hierbij sprake van wantrouwen in wetenschap? En welke lessen zijn er voor de omgang door beleidsmakers en wetenschappers met publieke controversen?
Bron: Blankesteijn M., G. Munnichs & L. van Drooge, Wetenschap als strijdtoneel - Publieke controversen rond wetenschap en beleid. Den Haag, Rathenau Instituut 2014
Uitgever: Rathenau Instituut
Ontwerp en opmaak: Boven de Bank, Amsterdam
Drukwerk: Drukkerij Groen, Hoofddorp -
Article
Digital threats to democracy
The Dutch Ministry of the Interior and Kingdom Relations asked the Rathenau Instituut to conduct research into the impact of technological developments on the production and dissemination of disinformation and measures that could be taken to mitigate their potential negative effects. The report focuses mainly on disinformation aimed at disrupting public debate and the democratic process. The study reflects the action lines that the minister, Kajsa Ollongren, announced in her letter to the House of Representatives on 18 October 2019 as part of the government’s strategy to protect Dutch society against disinformation.
This study focuses on the following questions:
• What is the impact of technological developments on the production and
dissemination of disinformation?
• What measures have already been taken to contain the threats that
disinformation poses for public debate and the democratic process?
• What new measures can be taken to counter those threats, taking account of
freedom of speech and press freedom?
• Who are the relevant actors in that respect.
See download at the bottom of this page below for the English version of the report.Source:
Rathenau Instituut (2020). Digital threats to democracy – On new technology and disinformation. The Hague (authors: Boheemen, P. van, G. Munnichs & E. Dujso
-
Article
Populism, democracy, and political participation: a citizen's perspective
Much research is devoted to the relationship between populist parties and democracy. However, relatively little is known about the relationship between citizens’ populist attitudes and democracy. This article examines the relationship between populist attitudes, support for democracy, and political participation (voting, protest, support for referendums, and support for deliberative forms of participation). Using survey data from the Netherlands, this article shows that individuals with stronger populist attitudes are more supportive of democracy, are less likely to protest, are more supportive of referendums, and are more supportive of deliberative forms of political participation compared to individuals with weaker populist attitudes. Results show no relationship between populist attitudes and voting. These findings provide important insights into the relationship between populism, democracy, and political participation from a citizen’s perspective.
Andrej Zaslove, Bram Geurkink, Kristof Jacobs & Agnes Akkerman (2021)
Power to the people? Populism, democracy, and political participation: a citizen's perspective, West
European Politics, 44:4, 727-751, DOI: 10.1080/01402382.2020.1776490English summary video:
-
Collection
Rathenau Instituut en privacy
Deze collectie bevat rapporten en artikelen van het Rathenau Instituut waarin privacyaspecten aan bod komen.
-
Article
Voorbij privacy en veiligheid in het onderwijs
Digitalisering in het onderwijs biedt veel kansen, maar leidt niet automatisch tot beter onderwijs. De politiek maakt zich terecht zorgen over privacy en digitale veiligheid, maar die focus is te beperkt. Ten eerste is er onvoldoende aandacht voor de structurele oorzaken achter de incidenten rond privacy en veiligheid. Ten tweede worden publieke waarden zoals inclusiviteit, keuzevrijheid en sociale samenhang nauwelijks besproken. Om de kansen van digitalisering voor het onderwijs te kunnen verzilveren, moet de overheid samen met onderwijspartijen alle effecten van digitalisering adresseren. Het Rathenau Instituut geeft vier aanbevelingen mee ter voorbereiding op het commissiedebat Digitalisering in het onderwijs van 1 december 2021.
-
Article
Little big brothers are watching you
Er is veel discussie over verticale privacy; hoe overheid en industrie omgaan met rechten van burgers en consumenten. Maar hoe wijzelf elkaar monitoren en observeren is inmiddels net zozeer een zorg geworden.
Horizontale privacy gaat over hoe burgers onderling omgaan met die rechten, denk aan het online zetten van elkaars foto’s en filmmateriaal. We geven hieronder een beeld van de technologische stand van zaken en schetsen bedreigingen maar ook waar oplossingen gezocht en gevonden kunnen worden.
Aanleiding is de bijeenkomst van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, die een rondetafelgesprek organiseert over ontwikkelingen rondom horizontale privacy en of deze in de toekomst beter gewaarborgd moet worden.
Namens het Rathenau Instituut neemt directeur Melanie Peters deel aan dit gesprek. Voor deze bijeenkomst is een gespreksnotitie verstuurd en openbaar gemaakt via de website van de Tweede Kamer. Deze gespreksnotitie is een samenvatting van onderstaande beschouwing die dieper ingaat op horizontale privacy en in het verlengde daarvan fundamentele publieke waarden als autonomie, veiligheid en menselijke waardigheid. We vragen achtereenvolgens aandacht voor:
- De snelle technologische ontwikkelingen die maatschappelijke problemen rondom horizontale privacy verder doen toenemen.
- Het belang om een bredere definitie van privacy in deze discussie te hanteren; het gaat om meer dan alleen bescherming en controle van persoonsdata. Het is net zo belangrijk te denken in termen van bescherming van publieke waarden als menselijke waardigheid en autonomie. Privacy geldt hierbij als voorwaarde voor het veiligstellen van de andere waarden.
- Drie soorten van oplossingsrichtingen om de risico’s te verkleinenjuridisch, ‘technologisch burgerschap’ en technologisch. In een juridische context kijken we hoe overheid normen zou kunnen stellen, en in de meest serieuze gevallen het strafrecht in zou kunnen zetten. In context van burgerschap kijken we hoe burgers zelf vaardigheden en houdingen kunnen ontwikkelen om horizontale privacy problemen het hoofd te bieden. De technologische context gaat in op technologische maatregelen waarmee horizontale privacy beter geborgd kan worden.
Horizontale privacy: wat is het probleem?
Horizontale privacy is, door voortschrijdende technologie, steeds minder vanzelfsprekend. Een Duitse rechter verbood onlangs het gebruik van dashcams in auto’s. “Het kan niet zo zijn dat alle 80 miljoen Duitsers met camera's gaan rondlopen om elke situatie te filmen, zodat een misdrijf kan worden opgelost'' [1], staat in het vonnis. Foto’s en filmpjes, eenmaal online gezet, zijn publiek bezit geworden en er is dan geen weg terug meer. Alles wat we doen, wordt onthouden, ook wanneer we dat niet willen, bijvoorbeeld in de facebooktimelines van vrienden. In onze data-gedreven wereld worden we gemonitord, geanalyseerd en beïnvloed. Dat dat niet zonder gevolgen blijft wordt steeds duidelijker en de noodzaak tot bewustwording hiervan steeds urgenter. De technologische ontwikkelingen gaan hierbij steeds verder.
Klik hier om het hele artikel te lezen.
Bron: Little big brothers are watching you. 2017. Rathenau Instituut.
- De snelle technologische ontwikkelingen die maatschappelijke problemen rondom horizontale privacy verder doen toenemen.
-
Article
Beter beschermd tegen biometrie
Op steeds meer plekken in de samenleving worden kenmerken van het lichaam en het gedrag, zoals gezichten, stemmen en emoties, digitaal verzameld en verwerkt. Het gaat om intieme gegevens die gevoelige informatie kunnen blootleggen, bijvoorbeeld over iemands gezondheid, of waarmee iemand op afstand te identifi‐ ceren is. In deze bijdrage richten we ons op biometrische toepassingen in de publieke sector en publieke ruimte. We laten zien dat met het groeiende aantal toepassingen het risico ontstaat dat fundamentele burgerrechten onvoldoende worden gewaarborgd. We betogen dat deze risico’s dermate groot zijn dat extra wettelijke bescherming nodig is. We pleiten voor een wettelijk verbod op het gebruik van biometrische gegevens voor het identificeren van personen in de publieke ruimte en een vergunningsplicht voor gevallen waarin gebruik van de technologie voor verificatie op zijn plaats kan zijn.
Bron: Gerritsen, J., Hamer, J., Kool, L., & Verhoef, P. 2020. Beter beschermd tegen biometrie. Rathenau Instituut. doi: 10.5553/BenM/138900692020047004011
-
Article
Dicht op de huid
De ontwikkeling van automatische gezichts- en emotieherkenning is in volle gang. Een foto van een voorbijganger kunnen we koppelen aan zijn Facebook- profiel (Acquisti & Gross 2009) en computers worden steeds beter in het onderscheiden van echte en gespeelde emoties (Andrade 2014). In supermark- ten bepaalt soms niet de caissière, maar een gezichtsherkenningssysteem of je oud genoeg bent om alcohol te kopen (AIT-bv 2014).
Het inzetten van deze geavanceerde technieken biedt voordelen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, omdat het makkelijker wordt om een verdachte te identificeren. Maar de inzet van de technologie roept ook vragen op. Welke informatie valt er eigenlijk van ons gezicht af te lezen? Welke partijen gebruiken die informatie, op welke manier? Zijn wij nog wel ‘de eigenaar’ van ons eigen gezicht en van onze eigen emoties? De technieken stuiten bij sommigen op verzet, bijvoorbeeld van kunstenaars die gezichtsherkenning op creatieve wijze omzeilen (Polo 2010).1
Deze verkennende studie van het Rathenau Instituut signaleert een belangrijke ontwikkeling op het gebied van gezichts- en emotieherkenning: de techniek is indringend en raakt wijdverbreid. Databases groeien, toepassingsmogelijkheden nemen toe, en de techniek wordt steeds beter. Daardoor zitten deze technolo- gieën ons steeds dichter op de huid. In de Verenigde Staten lijkt dit besef toe te nemen: bedrijven ontwikkelen gedragscodes,2 er vinden politieke hoorzittingen plaats over de impact van de technologie op privacy en andere burgerrechten3
en senatoren stellen bedrijven kritische vragen over de impact van deze technologie (Persbericht Al Franken 2014).
Bron: Janssen A., Kool, L. & Timmer, J., Dicht op de huid - Gezichts- en emotie- herkenning in Nederland. Den Haag, Rathenau Instituut 2015
-
Article
Opwaarderen - Borgen van publieke waarden in de digitale samenleving
De verregaande digitalisering van de samenleving roept fundamentele ethische en maatschappelijke vraagstukken op. Overheid, bedrijfsleven en samenleving zijn nog niet adequaat uitgerust om met deze nieuwe vragen om te gaan. Daardoor komen belangrijke publieke waarden en mensenrechten als privacy, gelijke behandeling, autonomie en menselijke waardigheid onder druk te staan. Grote inspanningen in alle geledingen van de overheid en maatschappij zijn nodig om de digitalisering van de samenleving in goede banen te leiden. Maar we staan niet machteloos, met de juiste acties vanuit overheid, bedrijfsleven en maatschappij, kunnen we de digitale samenleving een verantwoorde opwaardering geven.
Motie Gerkens: onderzoek wenselijkheid commissie
Internetbots manipuleren het politieke debat voor de presidentiële verkiezingen in de Verenigde Staten, bankmedewerkers verliezen in groten getale hun baan nu computers hun taken overnemen en softwareprogramma’s helpen rechters de kans te berekenen dat een verdachte weer de fout in gaat, maar blijken ongemerkt te discrimineren. Digitale technologie reikt tot in de haarvaten van de samenleving en roept overal fundamentele maatschappelijke en ethische vragen op. Hoe kunnen we met deze vragen omgaan en de mogelijkheden die digitalisering de maatschappij biedt optimaal benutten? Het Rathenau Instituut deed op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Eerste Kamer onderzoek naar deze vraag. Dit naar aanleiding van een motie ingediend in de Eerste Kamer van het lid Gerkens (motie Gerkens 23 september 2014). De motie verzoekt de regering het Rathenau Instituut te vragen ‘de wenselijkheid van een commissie die kan adviseren over de ethische kant van de digitalisering van de samenleving’ te onderzoeken. De motie verwijst daarbij naar de opkomst van het Internet of Things dat zowel voor kansen als bedreigingen zorgt. Uit de motie blijkt dat bij de Kamer het gevoel leeft dat bij digitalisering belangrijke waarden in het geding zijn, aangezien zij niet alleen spreekt van technologische effecten van digitalisering, maar ook van ‘maatschappelijke, sociaal juridische en sociaal psychologische‘ effecten. Voorliggend onderzoek van het Rathenau Instituut ondersteunt die observatie van de Kamer.
Onderzoeksvragen
Het Rathenau Instituut onderzocht welke technologieën de komende jaren naar verwachting de digitale samenleving verder vormgeven, welke maatschappelijke en ethische uitdagingen die ontwikkelingen oproepen en in hoeverre de omgang van die uitdagingen ook institutioneel verankerd is (oftewel, de governance van ethische en maatschappelijke uitdagingen rond digitalisering). Het gaat daarbij om vragen als: welke kwesties pakken bestaande Nederlandse instituties wel of niet op, en op welke manier? Zijn er blinde vlekken ten aanzien van de omgang met (nieuwe) ethische en maatschappelijke kwesties? Welke rol kan een commissie daarin spelen?
Bron: Kool, L., J. Timmer, L. Royakkers en R. van Est, Opwaarderen - Borgen van publieke waarden in de digitale samenleving. Den Haag, Rathenau Instituut 2017.
Overige bestanden:
Rathenau Instituut - Acties voor een verantwoorde digitale samenleving: Bericht aan het Parlement
Beleidsbrief AI, publieke waarden en mensenrechten. 2019. Digitale Overheid.
-
Article
Naar goed beheer van data-technologie in de zorg
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ onderzoeken we hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. In dit tiende deel laat Antoinette de Bont, hoogleraar Sociologie van Innovaties in Zorg aan de Erasmus University Rotterdam, zien dat sociale wetenschappers kunnen bijdragen aan goed beheer van datatechnologie in de zorg. ‘Waarom beginnen we niet met een moreel databeraad?’
In het kort
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- Antoinette de Bont betoogt dat goed beheer van datatechnologie nodig is.
- Ze laat zien hoe inzichten van sociale wetenschappers daaraan kunnen bijdragen.
Succesvolle en legitieme inzet van AI
Kunstmatige intelligentie kan patronen in omvangrijke data ontdekken. Daarmee kan AI beter en sneller dan mensen voorspellingen doen. Neem een AI-toepassing die een foto van een tumor analyseert. Idealiter hoeft een arts met zo’n foto geen biopt van de tumor meer te nemen. Zo kan de inzet van AI leiden tot minder invasieve diagnostiek van kanker.
Het risico is echter dat AI alleen maar leidt tot extra zorg. Ontwikkelaars van AI-toepassingen moeten begrijpen waarom een chirurg misschien toch wil snijden, ook al heeft hij een foto van de tumor. Een chirurg wil voelen en ruiken, bijvoorbeeld. Als AI enkel naast de bestaande praktijk wordt ingezet, in plaats van erin te worden opgenomen, is de toegevoegde waarde van de technologie klein.
De vraag is dus wat er voor nodig is om AI succesvol en legitiem in te zetten, zodat de technologie echt ondersteunend wordt aan de gezondheidszorg.
Lees hier het hele artikel
Bron: Rathenau Instituut - Naar goed beheer van data-technologie in de zorg
-
Article
Innoveren met AI in de zorg
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ onderzoeken we hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. In dit elfde deel is Max Welling, hoogleraar Machine Learning aan de Universiteit van Amsterdam en Vice President Technologie bij Qualcomm, aan het woord. Het is mogelijk dat AI in de toekomst artsen ondersteunt bij het stellen van diagnoses en het opstellen van een behandelplan. Sommige dingen zullen algoritmes zelfs beter kunnen dan artsen. Maar eerst moeten we, in Europees verband, het verzamelen en uitwisselen van data op orde krijgen, aldus Max Welling.
In het kort:
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- Om echt vooruitgang te boeken met AI in de zorg, moeten we volgens Max Welling eerst de data op een veilige, systematische manier kunnen delen.
- Er is geen reden om te denken dat een vorm van AI uiteindelijk niet zo slim kan worden als een mens en dat er dingen mogelijk worden die we nu nog niet eens kunnen verzinnen.
Een olifant die fietst op de maan
AI presteert nu soms al beter dan mensen. Bijvoorbeeld als je een vraag duidelijk stelt en je hebt een grote dataset om een AI-systeem mee te trainen. Je hoeft echter maar een klein beetje buiten het trainingsdomein te gaan en een AI-algoritme krijgt het moeilijk. Bijvoorbeeld een algoritme dat huidkanker diagnosticeert. Als die getraind is op foto’s van witte huiden en je wilt het algoritme toepassen op een donkere huid, dan loopt het algoritme vast. Een arts heeft een diepere kennis van huidkanker, waardoor hij of zij die kan toepassen op witte én donkere huid.
Daar verschilt AI van de intelligentie van mensen. Wat een mens leert in één context, kan hij of zij toepassen in een andere. Dat komt doordat een mens veel achtergrondkennis heeft over de wereld waarin wij leven. Kennis over natuurwetten, sociale wetten, cultuur, oorzaak en gevolg. Nieuwe kennis bedden we in onze achtergrondkennis in en vervolgens kunnen we deze toepassen in een andere context. Daardoor zijn we veel flexibeler dan AI.
Denk maar eens aan een olifant die fietst op de maan. Waarschijnlijk heb je nu onmiddellijk een beeld in je hoofd, ook al heb je die olifant nog nooit gezien en houd je het ook niet voor mogelijk dat je ooit een olifant op de maan ziet fietsen. Wij mensen kunnen de drie abstracte concepten ‘olifant’, ‘fiets’ en ‘maan’ combineren tot een beeld. Een algoritme heeft daar moeite mee. Als onderzoekers in machine learning zijn we nu bezig systemen te ontwikkelen die even flexibel zijn als mensen. En volgens mij is er geen reden om te denken dat AI uiteindelijk niet zo slim kan worden als een mens.
Lees hier het hele aritkel
-
Article
Kunstmatige Intelligentie in de zorg: samen beslissen blijkt de crux
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ hebben we onderzocht hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. De afgelopen vier maanden zijn we in de blogserie op zoek gegaan naar goede voorbeelden, zodat we leren hoe professionals, patiënten en de samenleving vorm kunnen geven aan verantwoorde inzet van AI. Verschillen partijen – beleidsmakers, opleiders van zorgprofessionals, AI ontwikkelaars, ondernemers, onderzoekers en investeerders – kwamen in totaal tien blogs aan het woord. We vroegen wat volgens hen maatschappelijk verantwoorde innovatie met AI voor zorg en gezondheid is. En welke impact AI zal hebben op de organisatie van zorg, op zorgprofessionals en op zorggebruikers. In deze afsluitende blog blikken we terug op de inzichten die we hebben opgedaan.
In het kort:
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- In de blogserie zijn tien partijen met verschillende perspectieven op het ontwikkelen van AI voor de zorg aan het woord gekomen.
- In deze afsluitende blog concluderen we dat om verantwoorde AI te ontwikkelen voor zorg en gezondheid het vooral belangrijk is om samen te werken en samen te beslissen.
Maatschappelijk verantwoord innoveren met AI in de zorg
In de openingsblog stelden we vast dat verantwoorde inzet van AI betekent dat onze gezondheid centraal staat en dat de patiënt eigen keuzes kan maken. AI kan ons ondersteunen in die keuzes. Maar naarmate we meer steunen op de technologie, wordt de vraag ‘wie beslist?’ actueler. Garanties zijn nodig om waarden als autonomie, privacy en een inclusieve samenleving te waarborgen in automatische beslissystemen.
In een reeks van blogs hebben tien verschillende partijen antwoord gegeven op de vraag: maatschappelijk verantwoorde AI gebruiken in de zorg – wat is dat eigenlijk? Als we samenvatten wat de verschillende partijen in de blogserie zeggen, dan is het: AI die een positieve impact heeft op de kwaliteit van zorg en tegelijkertijd publieke waarden waarborgt. In de blogs worden veel verschillende waarden genoemd. Zoals zeggenschap, autonomie, uitlegbaarheid, privacy, een inclusieve samenleving, transparantie, solidariteit en non-discriminatie. Ron Roozendaal (VWS) noemt verantwoord innoveren met AI in de zorg een ‘afweging tussen de kwaliteit van zorg en publieke waarden’. Deze afweging vraagt om een open gesprek met alle belanghebbenden.
Lees hier het hele artikel
Bron: Rathenau Instituut - Kunstmatige Intelligentie in de zorg: samen beslissen blijkt de crux
-
Article
AI in de zorg
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ onderzoeken we hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. In dit vijfde deel vertellen Heleen Miedema, Katja Haijkens en Govert Verhoog over de implicaties van toenemend gebruik van technologie in de zorg voor de opleiding van zorgprofessionals. Als opleidingsdirecteuren van de studies Technische Geneeskunde, Biomedische Technologie en Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Twente hechten zij er belang aan dat studenten een kritische, reflectieve houding ontwikkelingen ten opzichte van AI en andere technologie in de zorg.
In het kort
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- De Universiteit Twente ziet het als haar verantwoordelijkheid dat studenten de maatschappelijke betekenis van een technologische ontwikkeling kunnen begrijpen om die adequaat te kunnen toepassen.
- Studenten moeten daarvoor een kritische, reflectieve houding ontwikkelen ten opzichte van technologie.
Terug naar de basis voor verantwoorde AI
Ontwikkelingen in de ICT hebben het mogelijk gemaakt om veel data te verzamelen en daar datasets mee te bouwen. AI is een volgende stap in de ICT-ontwikkeling. Automatische beslissystemen kunnen met AI patronen in de omvangrijke data ontdekken en zo beslissingen ondersteunen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg. Het is van belang dat je de context van de data begrijpt en de manier waarop de data zijn gegenereerd, om zo de uitkomsten beter te kunnen duiden.
Om AI verantwoord in de zorg in te zetten, is het nodig naar de basis terug te gaan: naar de onderliggende data en de manier waarop die verwerkt wordt. Kun je uit die data inderdaad de informatie halen die nodig is? Hoe wordt deze data opgeslagen, wat zijn de criteria daarvoor en met welk doel gebeurt dat? Ook een basale vraag is welke beslissingen AI zou moeten ondersteunen. Je kunt wel de juiste database hebben, maar wat voor beslissingen moeten computers daar dan mee maken? Welk belang dienen de automatische beslissystemen en aan wat voor ondersteuning is echt behoefte?
Het is belangrijk te beseffen dat niet één groep in de samenleving verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van AI. Verschillende groepen mensen moeten vanuit verschillende disciplines betrokken worden bij technologische ontwikkelingen. Het gaat niet alleen om wat technologisch mogelijk is, maar ook om wat de samenleving met die technologie wil bereiken en hoe de toepassing ervan de gezondheidszorg kan verbeteren.
Lees hier het hele artikel
Bron: Rathenau Instituut - AI in de zorg: implicaties voor het onderwijs
-
Article
Naar gezonde datagebruik voor medisch onderzoek
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ onderzoeken we hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. De inzet van AI verandert de praktijk van medisch onderzoek. In dit negende deel laat advocaat Joost Gerritsen zien welke juridische vragen die verandering met zich meebrengt. Wat is gezond datagebruik in de context van medisch onderzoek?
In het kort
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- Advocaat Joost Gerritsen laat zien welke juridische vragen opkomen, nu medisch onderzoekers gebruik maken van AI-toepassingen waarvoor veel patiëntdata nodig zijn.
- Over die vragen is debat nodig, zodat helder wordt wat ‘gezond datagebruik’ is in het tijdperk van AI in de zorg
Medische data voor onderzoek
De data in medische dossiers kunnen nuttig zijn voor onderzoek. Bijvoorbeeld voor een vergelijkend onderzoek tussen zieke mensen en een gezonde controlegroep, om zo risicofactoren voor ziekten te bestuderen. Soms leidt dit tot levensreddende inzichten.
Het gebruik van de data uit medische dossiers is gebonden aan juridische regels. De patiënt heeft immers recht op de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer (‘privacy’) en van zijn persoonlijke gegevens. In de praktijk ervaren onderzoekers deze privacybescherming nogal eens als knellend. De juridische regels zouden onnodige drempels opwerpen om met de data aan de slag te mogen. De onderzoekspraktijk verandert bovendien door de inzet van nieuwe AI-toepassingen, die gebruik maken van grote hoeveelheden data. Wat zijn de regels en welke juridische uitdagingen zijn er als patiëntdata uit medische dossiers worden gebruikt voor onderzoek?
Lees hier het hele artikel
Bron: Rathenau Instituut - Naar gezonde datagebruik voor medisch onderzoek
-
Article
Verantwoorde AI in de zorg
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ onderzoeken we hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. In dit vierde deel vertelt Carine van Oosteren, senior beleidsmedewerker bij de Sociaal-Economische Raad (SER), over de gevolgen van AI voor de taken van zorgprofessionals en de werkgelegenheid in de zorg. Voorbeelden van AI in de zorg helpen om te begrijpen hoe het werk voor zorgprofessionals verandert.
In het kort
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- Carine van Oosteren (SER) laat met voorbeelden van AI-toepassingen in de zorg zien hoe het werk voor zorgprofessionals verandert.
- Om verantwoord van AI in de zorg gebruik te maken, is het waardevol de huidige AI-toepassingen te bestuderen.
Twee voorbeelden van AI in de zorg
Kunstmatige intelligentie (AI) is goed gebleken in het opsporen van patronen in data. In de zorg is dat nuttig bij het stellen van diagnoses en bij zorg in de preventieve sfeer.
Zo heeft Skin Vision een app ontwikkeld om huidkanker in een vroeg stadium te signaleren, zonder een bezoek aan een arts. De gebruiker van de app neemt een foto met een smartphone en beantwoordt enkele vragen. De app voert dan een risicoanalyse uit op een stukje huid. Als het algoritme het risico op kanker als hoog beoordeelt, krijgt de gebruiker binnen 48 uur bericht over de vervolgstappen. Een team van dermatologen is aan de app verbonden.
BedSense is een voorbeeld van AI in de preventieve zorg. Deze AI-toepassing kan doorligwonden voorkomen. BedSense bestaat uit een sensor onder een matras die het liggedrag van een patiënt monitort en een kastje aan de muur dat signalen afgeeft als een patiënt te lang in eenzelfde houding ligt.
Taakverlichting en ander werk
Bovengenoemde voorbeelden wekken de verwachting dat het gebruik van apps in de zorg leidt tot betere diagnoses en lagere zorgkosten. De tijd die zorgprofessionals besparen dankzij deze toepassingen kunnen zij aan andere zaken besteden, zoals persoonlijk contact met patiënten. Voordelen van toepassingen als Skin Vision en BedSense zijn het bespaarde ongemak voor de patiënten, de uitgespaarde kosten en taakverlichting van het medisch personeel. Andere kansen kunnen liggen op het terrein van de werkgelegenheid: levert de inzet van AI een bijdrage aan een vermindering van de werkdruk en stijgt de vraag naar personeel in de zorg hierdoor minder?
Lees hier het hele artikel
Bron: Rathenau Instituut - Verantwoorde AI in de zorg: de waarde van voorbeelden
-
Article
Beleid voor AI in de zorg
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ onderzoeken we hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. In dit tweede deel beschrijft Ron Roozendaal, directeur informatiebeleid bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het AI-beleid van het ministerie. VWS streeft ernaar de kansen te benutten om met AI de gezondheidszorg te verbeteren. Daarvoor moeten waarden als zelfbeschikking, solidariteit, privacy en non-discriminatie worden gewaarborgd. Het ministerie stimuleert een open gesprek over de gevolgen van kunstmatige intelligentie in de zorg.
In het kort
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- Het ministerie van VWS streeft ernaar de kansen te benutten om met AI de gezondheidszorg te verbeteren, zodanig dat publieke waarden, zoals zelfbeschikking, solidariteit, privacy en non-discriminatie worden gewaarborgd.
- Het ministerie stimuleert het gesprek over de gevolgen van kunstmatige intelligentie in de zorg.
Nieuwe vragen
Kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, AI) staat in de belangstelling. Onder andere in het Strategisch Actieplan AI staan de ambities van het kabinet benoemd. NWO, ZonMW en bedrijven investeren in onderzoek naar AI, omdat alleen door praktijkervaring de toepassingen beproefd kunnen worden. Dit onderzoek dient tevens antwoord te geven op talloze vragen: Hoe draagt AI bij aan de gezondheid van mensen? Wie kan AI succesvol in de zorg toepassen? Welke risico’s zijn er bij het toepassen van AI en zijn deze toereikend terug te dringen? Bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kijken wij ook naar wet- en regelgeving. Welke belemmeringen zijn er om data te kunnen gebruiken en welke waarborgen zijn er nodig?
Dokters moeten doorleren als ze gaan werken in de zorg, terwijl algoritmen moeten stoppen met leren nadat ze zijn toegelaten, omdat hun werkwijze niet mag veranderen. Wat vinden we daarvan? Durven zorgprofessionals verantwoordelijkheid te nemen voor de diagnoses van algoritmen? Willen we – en kunnen we – precies weten hoe algoritmen werken, of kijken we vooral naar de uitkomsten? Algoritmen worden nu in veel gevallen getraind met buitenlandse data. Zijn die wel van toepassing op patiënten in Nederland, en hoe zorgen we dat ook data van Nederlandse patiënten gebruikt kunnen worden voor onderzoek, met behoud van waarborgen als privacy en veiligheid?
Dit zijn nieuwe vragen waarop het antwoord nog gevonden moet worden.
Lees hier het hele artikel
Bron: Rathenau Instituut - Beleid voor AI in de zorg: een waardenafweging
-
Article
Kunstmatige Intelligentie in de zorg
In de blogserie ‘Gezonde Bytes’ onderzoeken we hoe kunstmatige intelligentie (AI) verantwoord voor onze gezondheid wordt ingezet. In deze openingsblog stellen we vast dat verantwoorde inzet van AI betekent dat onze gezondheid centraal staat en de patiënt eigen keuzes kan maken. AI kan ons ondersteunen in die keuzes. Maar naarmate we meer steunen op de technologie, wordt de vraag ‘wie beslist?’ actueler. Garanties zijn nodig om waarden als autonomie, privacy en inclusiviteit te waarborgen in automatische beslissystemen. We gaan op zoek naar goede voorbeelden, zodat we leren hoe professionals, patiënten en de samenleving vorm geven aan verantwoorde inzet van AI.
In het kort
- Hoe wordt AI verantwoord voor onze gezondheid ingezet? Daarover gaat deze blogserie.
- Naarmate we meer steunen op AI bij de keuzes voor onze gezondheid, wordt de vraag ‘wie beslist?’ actueler.
- We gaan op zoek naar goede voorbeelden, zodat we leren hoe we in zorg en welzijn vorm geven aan verantwoorde inzet van AI.
Gezondheid is een groot goed. In enquêtes geven Nederlanders steevast aan dat ze gezondheid heel belangrijk vinden. In het beleid staat de patiënt of de cliënt centraal. Samen met familie en bijgestaan door artsen en andere professionals maken we zelf onze keuzes. Tenminste, dat is het ideaalbeeld. Juist als het om onze gezondheid gaat, blijkt in de praktijk dat willen nog geen kunnen is en dat kunnen nog geen doen inhoudt.
Nieuwe technologie kan ons helpen. Door onze gezondheid te monitoren, ons te coachen, te helpen beslissen en door verbanden te leggen op basis van heel veel gegevens, die we zelf niet zouden kunnen interpreteren. De stappenteller is een eenvoudig voorbeeld. Onze stappen worden gemeten, we krijgen advies om te bewegen en we kunnen ook zien hoe we het doen in vergelijking met anderen. Bij het interpreteren van medische beelden speelt hetzelfde. Door veel meetgegevens te verzamelen, die worden geïnterpreteerd door rekenmodellen (algoritmen), komen artsen tot adviezen. Bijvoorbeeld om wel of niet te opereren. In beide voorbeelden is sprake van kunstmatige intelligentie of artificial intelligence (AI) die al die data doorrekent.
Maar wie beslist? Staat de patiënt of onze gezondheid nog centraal? Of zijn commerciële of andere motieven leidend?
Lees hier het hele artikel
Bron: Rathenau Instituut - Kunstmatige Intelligentie in de zorg: wie beslist?
-
Article
Hoor wie het zegt
De afgelopen jaren is spraaktechnologie gemeengoed geworden. Vele chauffeurs geven mondelinge instructies aan hun auto’s en sommige mensen staan ’s ochtends zelfs op met de stem van een digitale spraakassistent. We gaan steeds vaker met computers een gesprek aan – en dat heeft consequenties. Niets is immers menselijker dan onze spraak. In onze gesprekken drukken we onszelf uit en ontwikkelen we omgangsvormen.
Het Rathenau Instituut heeft deze studie daarom gewijd aan spraaktechnologie. Hoe werkt spraaktechnologie, waarvoor wordt zij gebruikt en welke ethische vragen roept ze op? We zoeken uit hoe de overheid, bedrijven en burgers kunnen bijdragen aan spraaktechnologie die onze samenleving en sociale relaties verrijkt, en niet verschraalt.Computers kunnen steeds beter menselijke spraak herkennen, interpreteren en produceren. Dankzij de verbeterde spraaktechnologie is het mogelijk om met computers in gesprek te gaan, en kunnen gebruikers met hun stem de digitale wereld aansturen. Spraaktechnologie wordt al veel gebruikt in de auto en in huis, en bedrijven en organisaties experimenteren ermee in tal van andere domeinen, waaronder de zorg en de veiligheidssector. De groeiende toepassing van spraaktechnologie heeft belangrijke gevolgen voor de samenleving. Onze spraak vormt een essentieel onderdeel van wie we zijn als mens, en van onze sociale relaties. Ook bevatten onze gesprekken zeer gevoelige informatie – over onze identiteit, over de gesprekken die we voeren, en zelfs over onze gezondheid en ons humeur. Onze spraak verdient dus bescherming. Deze studie onderzoekt hoe de samenleving deze bescherming vorm kan geven.
-
Article
Voeten in de aarde
Stel, je zelfrijdende auto brengt je na een lange winterse werkdag thuis. De auto heeft via het netwerk van slimme lantaarnpalen in je wijk doorgekregen bij welke laadpaal hij moet parkeren. Als je uitstapt, brandt de lantaarnpaal even wat feller. Je komt binnen in een warm huis, want de verwarming is een kwartier geleden automatisch gestart. De buurt-whatsapp meldt dat sensoren verdacht gedrag in een straat verderop hebben waargenomen en dat de politie inmiddels poolshoogte neemt.
Dit toekomstscenario is dichterbij dan veel mensen denken. Data beloven ons leven efficiënter, comfortabeler, duurzamer en veiliger te maken. Gemeenten experimenteren daarom al volop met zogeheten smartcity-projecten, maar de uitvoering blijkt moeilijk. Waarom hebben deze projecten zoveel voeten in de aarde? Wij bekeken vier projecten van de gemeente Eindhoven, voorloper op het gebied van digitalisering. De casusbeschrijvingen in het rapport zijn gebaseerd op literatuurstudie, interviews met betrokkenen en achtergrondmateriaal van betrokkenen of uit openbare bronnen.Steeds meer gemeenten in Nederland investeren in smartcity-projecten, of overwegen om dat te gaan doen. Data beloven efficiënte oplossingen voor uitdagingen waar de gemeenten voor staan. De soms hooggespannen verwachtingen contrasteren echter met een weerbarstige praktijk. Overal ter wereld blijken smartcity-projecten lastig van de grond te krijgen, ook in iconische projecten als Songdo in Zuid-Korea of het ‘Sidewalk Labs’-project van Google in Toronto.
Minder duidelijk is waarom deze projecten zoveel voeten in de aarde hebben. Lokale bestuurders willen graag weten wat er in de praktijk goed werkt en wat niet. Hoe zorgen we bijvoorbeeld dat digitalisering niet ten koste gaat van publieke waarden als privacy, autonomie en rechtvaardigheid? Binnen welke juridische kaders moeten we opereren? Met dit rapport willen we aan deze behoefte tegemoetkomen. Om beter zicht te krijgen op de kwesties waar partijen bij de uitvoering van smartcity-projecten tegenaan lopen, hebben we een aantal van die projecten in detail onderzocht.
-
Article
Raad weten met digitalisering
Bij veel onderwerpen waar gemeenteraadsleden om een oordeel wordt gevraagd, speelt de toepassing van digitale technologie een belangrijke rol. Of het nu gaat om de gemeentelijke dienstverlening, maatschappelijke ondersteuning, lokale economische ontwikkeling of het beheer en gebruik van openbare ruimte en infrastructuur; steeds vaker wordt er gebruik gemaakt van digitale technologie. Gemeenten zien in digitalisering een nuttig hulpmiddel om de eigen dienstverlening te verbeteren of de openbare ruimte beter te benutten. Daarnaast worden ze ook geconfronteerd met de maatschappelijke gevolgen van digitalisering die door andere partijen wordt geïnitieerd. Zo hebben online platformen als Uber, Airbnben Thuisbezorgd in korte tijd hun stempel weten te drukken op het straatbeeld en de leefomgeving in veel steden.
Behandeld in Commissie Kunst Diversiteit en Democratisering 2 december 2020
Voor meer informatie klik hier
Bron: Rathenau Instituut 2020
Auteurs: Das D., P. Faasse, B. Karstens en P. Diederen - Hoe de gemeenteraad kan sturen op de maatschappelijke impact van digitale technollogie
-
Article
Meer grip op digitalisering
Op verzoek van de tijdelijke commissie Digitale toekomst van de Tweede Kamer heeft het Rathenau Instituut in kaart gebracht hoe parlementen in andere landen zichzelf organiseren rondom digitalisering. Hierbij is ingezoomd op recente ontwikkelingen in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland, Denemarken en Noorwegen.
De Tijdelijke Commissie Digitale Toekomst (TCDT) van de Tweede Kamer heeft het Rathenau Instituut gevraagd, een internationaal vergelijkend onderzoek te doen naar hoe andere parlementen omgaan met digitaliseringsvraagstukken en welke werkvormen zij daarvoor hanteren. Met dit onderzoek wil de TCDT nagaan hoe de Tweede Kamer haar kennispositie op het gebied van digitalisering kan versterken, en meer grip kan krijgen op de gewenste en ongewenste ontwikkelingen die samenhangen met digitalisering.
-
Article
Werken op waarde geschat
Het Rathenau Instituut waarschuwt voor doorgeschoten monitoring op werkvloer. Digitale middelen zijn er om ons te ondersteunen in ons werk en moeten geen robot maken van de werkenden. Het instituut vraagt werkgevers, werkenden en de overheid grenzen te stellen aan digitale hulpmiddelen.
Steeds meer organisaties maken gebruik van nieuwe technologieën om werkenden in kaart te brengen. Daarbij verzamelen ze gegevens over werkenden die ze analyseren met behulp van algoritmen en kunstmatige intelligentie. Via digitale instrumenten proberen ze onder meer de geschiktheid van werkenden te voorspellen, hun gezondheid te meten en hun werkzaamheden te beoordelen. We noemen deze instrumenten digitale monitoringstechnologie. Organisaties verwachten dat de instrumenten hen in staat stellen om beter onderbouwd besluiten te nemen, en zo de waarde van het werk te kunnen optimaliseren.
In dit rapport verkennen we op verzoek van de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer, wat de nieuwe mogelijkheden voor het meten, analyseren en feedback geven aan werkenden betekenen voor de kwaliteit van werk. We kijken naar drie centrale dimensies van dit begrip, (inkomsten, arbeidsmarktzekerheid en werkomgeving), en naar bredere maatschappelijke en ethische aspecten. Vragen die we stellen zijn: Wat betekent het meten voor de privacy van werkenden en voor de inclusiviteit op de werkvloer? En slagen de instrumenten erin de waarde van het werk te vergroten? We onderzoeken deze vragen op basis van deskresearch, literatuuronderzoek, interviews en een analyse van relevante wettelijke kaders. Het onderzoek is uitgevoerd van juni 2019 tot maart 2020. Het onderzoek maakt deel uit van het thema ‘Veranderende arbeidsmarkt’ van de kennisagenda van de commissie SZW, die met dit rapport de gemeenschappelijke kennis op genoemd thema verder kan uitbreiden.
Bron: Das, D., R. de Jong en L. Kool, m.m.v. J. Gerritsen (2020). Werken op waarde geschat - Grenzen aan digitale monitoring op de werkvloer door middel van data, algoritmen en AI. Den Haag: Rathenau Instituut.
-
Article
Verantwoord virtueel
Virtual reality (VR) staat op het punt van doorbreken bij het brede publiek. Om consumenten te beschermen tegen gezondheids- en andere effecten van VR, zoals misbruik van data, stellen wij vier maatregelen voor.
Virtual reality (VR) is een driedimensionale, computer-gegenereerde omgeving waarin gebruikers zich kunnen onderdompelen. Met behulp van VR-brillen en bijbehorende accessoires kunnen gebruikers vrijelijk door deze computer- gegenereerde omgeving bewegen en interactie aangaan met elkaar en objecten. Technologiegiganten zoals Facebook, Sony, Google, HTC en Microsoft investeerden de afgelopen jaren miljarden in deze technologie. Hierdoor heeft VR veel technische barrières overwonnen en liggen de apparaten die nu op de markt komen qua prijs, kwaliteit en gebruiksvriendelijkheid binnen handbereik van een miljoenenpubliek.
VR maakt nieuwe digitale ervaringen en vormen van communicatie mogelijk en is eerder vooral professioneel getest om een innovatieve bijdrage te leveren voor transport, communicatie, onderwijs, zorg, veiligheid en productontwikkeling. Vanuit de VR-sector is veel aandacht voor de mogelijkheden van deze nieuwe technologie, maar er is minder aandacht voor gerelateerde risico’s en ethische vraagstukken over consumententoepassingen van VR. Dat is de focus van deze verkenning. Zowel in Nederland als internationaal is weinig politieke en maatschappelijke discussie over VR-technologie (Kool et al., 2018) en bestaan er nog weinig beleidsmaatregelen, jurisprudentie of ethische codes voor VR. We zien wel een groeiend aantal wetenschappelijke publicaties waarin belangrijke maatschappelijke en ethische vraagstukken worden aangekaart. We analyseren om die reden in deze verkenning de bestaande literatuur en brengen hierin structuur aan. We presenteren een overzicht met de belangrijkste ethische en maatschappelijke vraagstukken die spelen rond VR in het consumentendomein. Ook signaleren we een groeiende kloof tussen het gebrek aan politieke aandacht en de noodzaak om kaders te ontwikkelen om VR-technologie maatschappelijk in te bedden. We definiëren acties om deze kloof te dichten. De verkenning kan als startpunt gelden voor een urgente publieke en politieke discussie over consumentengebruik van VR in Nederland en Europa.
-
Article
Data doorzien
Nederlandse provincies experimenteren volop met de inzet van data, algoritmen en nieuwe technologie. Zo worden bijvoorbeeld populaties zoogdieren gemonitord met live cams en automatische beeldherkenning. Digitalisering levert op verschillende vlakken nieuwe kennis op en stelt provincies in staat om burgers en maatschappelijke organisaties nauwer te betrekken bij het beleid op voor hen belangrijke thema’s.
Data en technologie digitaliseren de leefomgeving. Sensoren en digitale zenders monitoren verkeer en wijzen slimme auto’s de weg. In de natuur staan camera’s die automatisch dieren kunnen tellen. En burgers doen mee met het meten van luchtkwaliteit. Dat biedt nieuwe inzichten voor beleid, maar roept ook tal van maatschappelijke, ethische en politieke vragen op.
In dit essay verkennen we, op verzoek van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, deze vragen. Dit doen we voor zes kernopgaven: biodiversiteit, mobiliteit, lucht, water- en bodemkwaliteit, economische transitie, energietransitie en verstedelijking (‘wonen en werken’), op basis van desk research en zes interviews met vertegenwoordigers van de provincie Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland.
-
Article
Griffiers en digitalisering
Iedereen merkt de effecten van digitalisering, zo ook griffiers. De griffier is de rechterhand van de gemeenteraad en Provinciale Staten (hieronder kortheidshalve beide aangeduid met de term ‘raad’). De griffie organiseert en faciliteert het werk van deze lokale politieke organen. De griffier is zowel adviseur als ambassadeur van de raads- en Statenleden.
In dit onderzoek hebben we gekeken naar hoe digitalisering het dagelijks werk van griffiers verandert. Maar bovenal hebben we gekeken naar hoe een griffier digitalisering waardevol kan inzetten om de kwaliteit van het raadswerk, het raadsdebat en de lokale democratie op een hoger plan te brengen. Ons uitgangspunt is dat digitalisering pas waardevol kan zijn voor een professionele praktijk, als het de belangrijkste uitdagingen in de lokale democratie die er liggen adresseert. Technologie kan namelijk op verschillende manieren worden ingezet. Uiteindelijk gaat het erom te ontdekken hoe digitale middelen tot maatschappelijke meerwaarde kunnen leiden.
-
Article
Gezondheid centraal
Voor dit rapport onderzocht het Rathenau Instituut voorbeelden van digitale diensten waarmee patiënten en gezonde mensen data delen om hun gezondheid te verbeteren. We laten zien dat het zorgvuldig en veilig delen van data gebaat is bij kleinschaligheid en focus op wat er echt nodig is. Dit rapport geeft overheid, zorgveld en politiek handvatten om te zorgen dat de inzet van digitale diensten voor gezondheidsdata past bij een ‘maatschappelijk verantwoorde digitale samenleving’.
Digitalisering van gezondheidsdata biedt kansen voor betere zorg op maat en voor preventie. Verschillende digitale diensten kunnen - in samenhang - het inzien, delen en benutten van elektronische gezondheidsdata mogelijk maken, ook buiten het zorgdomein. De publieke en politieke discussie gaat niet langer over het digitaliseren van het medisch dossier alleen. Het doel is ook om burgers te activeren om met hun eigen gegevens te werken aan hun gezondheid. De verwachting is dat burgers door zelf hun data te beheren meer grip krijgen op de zorg. Tegelijkertijd is het de vraag of op basis hiervan betere zorgadviezen worden gegeven, of burgers daardoor werkelijk meer regie hebben op hun gezondheid, en of regie over meer data door burgers wel zo wenselijk is. Dit rapport laat zien dat het zorgvuldig en veilig delen van data gebaat is bij kleinschaligheid en focus op wat er echt nodig is. Het geeft overheid, zorgveld en politiek handvatten om digitale diensten in te zetten voor de ‘maatschappelijk verantwoorde digitale samenleving’. Kwaliteit van data en van goede passende zorg staan hierbij centraal, en burgers worden beschermd tegen onwenselijk gebruik van hun data.
Overige bestanden: Bericht aan Parlement
-
Article
Digitale gezondheidsregie
Het Rathenau Instituut heeft in dit onderzoek de kansen en uitdagingen van het streven naar digitale gezondheidsregie in kaart gebracht, in het bijzonder de implicaties voor maatschappelijke waarden en eigen regie op gezondheid. Het blijkt dat de focus bij de huidige technische en organisatorische ontwikkelingen ligt op privacy-aspecten en de positie van chronische patiënten. Minder aandacht is er voor de benodigde veranderingen in de zorgpraktijk, verschillende typen patiënten, waarden zoals autonomie van burgers, de rol van de zorgverlener en het gebruik van gegevens door derden.
Door zelf onze gezondheidsgegevens in te zien en aan te kunnen geven met welke zorgaanbieders welke gegevens mogen worden gedeeld bij behandeling, zouden wij als burgers meer grip kunnen krijgen op onze eigen gezondheid. Het ministerie van VWS en het zorgveld stimuleren en faciliteren deze ‘digitale gezondheidsregie’. De ontwikkeling en implementatie van het nieuwe systeem voor digitaal inzien en delen van gezondheidsgegevens zijn in volle gang. Het Rathenau Instituut heeft in dit onderzoek de kansen en uitdagingen van het streven naar digitale gezondheidsregie in kaart gebracht, in het bijzonder de implicaties voor maatschappelijke waarden en eigen regie op gezondheid.
Het blijkt dat de focus bij de huidige technische en organisatorische ontwikkelingen ligt op privacy-aspecten en de positie van chronische patiënten. Minder aandacht is er voor de benodigde veranderingen in de zorgpraktijk, verschillende typen patiënten, waarden zoals autonomie van burgers, de rol van de zorgverlener en het gebruik van gegevens door derden. Het Rathenau Instituut meent daarom dat het goed is om de discussie te verbreden, en deze aandachtspunten op te pakken om de beloften van regie over gezondheidsgegevens echt waar te maken en tegelijkertijd burgers en patiënten te beschermen.
Overige bestanden: Bericht aan parlement
-
Article
Mensenrechten in het robottijdperk
In dit rapport pleit het Rathenau Instituut voor een nieuw Europees verdrag met twee nieuwe mensenrechten. Ten eerste: het recht om niet gemeten, geanalyseerd of beïnvloed te worden. Ten tweede: het recht op betekenisvol menselijk contact.
Het gebruik van robots, kunstmatige intelligentie en virtual en augmented reality kan mensenrechten versterken, maar ook ondermijnen. Dit rapport onderzoekt deze uitdagingen, en maakt duidelijk dat om mensenrechten te beschermen onze juridische en ethische systemen vernieuwd moeten worden. Het Rathenau Instituut roept de Raad van Europa op een verdrag voor te bereiden dat mensenrechten en menselijke waardigheid in het robottijdperk beschermt. Daarmee stuit dit rapport aan bij de aanbeve- lingen uit de eerdere publicatie ‘Opwaarderen – Borgen van publieke waarden in de digitale samenleving’ van het Rathenau Instituut.
Bron: Van Est, R. & J.B.A. Gerritsen, with the assistance of L. Kool, Human rights in the robot age: Challenges arising from the use of robotics, artificial intelligence, and virtual and augmented reality – Expert report written for the Committee on Culture, Science, Education and Media of the Parliamentary Assembly of the Council of Europe (PACE), The Hague: Rathenau Instituut 2017
Overige bestanden: Bericht aan het Parlement en Nederlandse Samenvatting.
-
Article
Datasolidariteit voor gezondheid
‘Datasolidariteit’ is het beschikbaar stellen, door burgers, van hun gegevens uit medische dossiers voor (big) data-onderzoek waarmee de volksgezondheid gediend kan zijn. Aan datasolidariteit zitten allerlei haken en ogen. Het gaat immers om onderzoek met heel persoonlijke gegevens die normaliter tussen arts en patiënt blijven. We moeten rechten van patiënten beschermen, maar ook onderzoek naar de verbetering van de volksgezondheid faciliteren, en daarmee potentieel de gezondheidsbevordering van iedereen.
Met het onderzoek Datasolidariteit. Verbeterpunten met oog voor ieders belang wil het Rathenau Instituut bijdragen aan een geïnformeerd politiek en maatschappelijk gesprek over beter gebruik van bestaande digitale gegevens uit medische dossiers voor onderzoek. Met ‘beter gebruik’ bedoelen we: voor nuttig onderzoek dat de volksgezondheid werkelijk dient én rekening houdt met de fundamentele rechten van de patiënt. Maar ook die van de arts en onderzoeker. -
Article
Waardevol gebruik van menselijke DNA-data
Voorouders traceren, weten of er aanleg is voor een genetische aandoening of de dader van een misdrijf op het spoor komen. Dankzij de vooruitgang in DNA-technologie worden DNA-data op tal van terreinen benut. Het delen, combineren en gebruiken van die data neemt toe. Daarmee groeit ook het bewustzijn dat burgers voldoende beschermd moeten zijn binnen de keten van DNA-data, waarin vele spelers actief zijn en geld verdienen. In dit rapport geven we urgente aandachtspunten en oplossingsrichtingen om DNA-data waardevoller te gebruiken.
Het Rathenau Instituut wil met dit rapport urgente overwegingen geven voor waardevol gebruik van DNA-data van mensen. Met ‘waardevol gebruik van DNA- data’ bedoelen we: DNA-data benutten voor onderzoek of innovaties die de volksgezondheid of een ander maatschappelijk doel dienen én waarbij rekening wordt gehouden met publieke waarden.
In dit rapport gaan we dieper in op de technologische ontwikkelingen en de commercialisering en de internationalisering van de DNA-keten. We zetten de maatschappelijke doelen die beoogd worden met DNA-data op een rij en geven de uitdagingen en beperkingen die daarbij spelen. We analyseren de maatschappelijke en ethische kwesties rond de roep om steeds meer DNA-data, en met name in de context van commercialisering en internationalisering. We geven zeven belangrijke aandachtspunten, en dringen aan op het nemen van actie waarin volgens ons onderzoek oplossingen zijn gelegen. We ronden af met drie overkoepelende adviezen en een figuur die een overzicht geeft van de overwegingen en adviezen die we op basis van ons onderzoek aan de verschillende actoren geven. Voor ons onderzoek deden we deskresearch. Bronnen waren onder meer: literatuur, nieuwsberichten, rapporten van autoriteiten en de bestaande wettelijke kaders, zoals de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
-
Article
Doelgericht digitaliseren
De overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties moeten de digitale samenleving zo inrichten dat mensen en waarden meer centraal komen te staan. Dan kan er een digitale samenleving ontstaan waarin niemand wordt uitgesloten. Dit rapport geeft vijf acties om waardengedreven te vernieuwen.
Kool, L., E. Dujso, en R. van Est (2018). Doelgericht digitaliseren – Hoe Nederland werkt aan een digitale transitie waarin mensen en waarden centraal staan. Den Haag: Rathenau Instituut.Bron: website Rathenau -
Article
Waardevol digitaliseren
De manier waarop Nederlandse gemeenten digitaal innoveren, heeft impact op de lokale democratie, de economie, werk, het sociale leven en de fysieke leefwereld. In dit rapport vinden lokale bestuurders tien perspectieven om maatschappelijk verantwoord te digitaliseren.
Bron: rathenau.nl
Est, R. van, E. de Bakker, J. van den Broek, J. Deuten, P. Diederen, I. van Keulen, I. Korthagen & H. Voncken (2018). Waardevol digitaliseren – Hoe lokale bestuurders vanuit publiek perspectief mee kunnen doen aan het ‘technologiespel’. Den Haag: Rathenau Instituut
-
Article
Stad zoekt toga
Deze verkennende studie gaat over de rol die universiteiten en hogescholen kunnen spelen als structurele kennispartners van gemeenten. Met deze studie willen we bijdragen aan het versterken van de kennispositie van gemeenten. Dat is nodig, omdat gemeenten dankzij decentralisatie van rijksbeleid steeds meer beleidstaken hebben gekregen. Gemeenten hebben bijvoorbeeld nieuwe verantwoordelijkheden gekregen op het gebied van de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. De voor 2021 geplande invoering van de Omgevingswet zal voor een verdere uitbreiding en verandering van taken voor gemeenten zorgen. Ook in het aanpakken van de grote maatschappelijke uitdagingen spelen gemeenten een cruciale rol. Nederland wil bijvoorbeeld in 2050 aardgasvrij zijn. Om dat doel te realiseren hebben gemeenten de regie gekregen om de gebouwde omgeving wijkgericht en planmatig te verduurzamen en aardgasvrij te maken.
Rathenau Instituut (2020). Stad zoekt toga – Universiteiten en hogescholen als structurele kennispartner voor gemeenten. Den Haag (auteurs: Jansen, J., S.Y. Tjong Tjin Tai, J. van den Broek & J. Deuten).
-
Article
Wetenschap als strijdtoneel
In deze studie gaan we aan de hand van zes controversen in op vragen als: op wat voor wijze doen beleidsmakers een beroep op wetenschappelijke expertise? Hoe reageren andere partijen (omwonenden, gemeenten, maatschappelijke organisaties) daarop? Is hierbij sprake van wantrouwen in wetenschap? En welke lessen zijn er voor de omgang door beleidsmakers en wetenschappers met publieke controversen?
Het onderwerp raakt aan een van de kerndomeinen van het Rathenau Instituut: wetenschap en technologie in een publieke context. Burgers worden geconfronteerd met lastige vragen die voortkomen uit ons leven in een technotoop: een leefomgeving die beheerst wordt door technologie. Wil ik mijn dochter wel laten inenten tegen baarmoederhalskanker, en wat zijn mogelijke bijwerkingen van het vaccin? Leiden schaliegasboringen tot aantasting van het natuurschoon in mijn omgeving? Wat voor gezondheidsrisico’s heeft plaatsing van een zendmast voor mobiele telefonie in mijn woonwijk?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden is wetenschappelijke kennis nodig. Maar uit deze studie blijkt dat die kennis niet volstaat als antwoord op maatschappelijke onrust. Wetenschap fungeert niet als een onafhankelijk arbiter, maar wordt de controverse ingetrokken. De diverse partijen beroepen zich op hun eigen waarheid en graven zich steeds verder in naarmate de controverse voortduurt. De beschreven cases laten zien dat er weliswaar nieuwe overlegstructuren in het leven worden geroepen, maar dat dat te laat in het proces gebeurt, als de maatschappelijke weerstanden al te groot zijn en de tegenstellingen zich hebben verhard.
Op basis van de cases trekken we lessen voor een andere omgang met maatschappelijke tegengeluiden door beleidsmakers en wetenschappers die bij het beleid zijn betrokken. Een belangrijke les is dat wetenschappelijke onzekerheden nooit helemaal kunnen worden weggenomen. We zullen het moeten doen met good enough science. Dat veronderstelt wel dat de bredere maatschappelijke zorgen en belangen die rond een vraagstuk spelen, een plek krijgen binnen het beleidsproces. Het Rathenau Instituut wil hiermee het pad effenen voor een andersoortig gebruik van wetenschappelijke kennis door beleidsmakers dat op meer maatschappelijk draagvlak kan rekenen.
-
Article
Beschaafde Bits
Uit dit rapport blijkt dat er vier uitgangspunten zijn die de samenleving kunnen helpen fatsoenlijk om te gaan met digitale technologie: 1) durf maatwerk te leveren, 2) bescheiden en 3) transparant te zijn en 4) neem verantwoordelijkheid.
Hamer, J. & L. Kool (red.) (2018). Beschaafde Bits – Zeventien experts over fatsoenlijk digitaliseren. Den Haag: Rathenau Instituut.
Bron: website Rathenau
-
Article
Gezond verstand
De wetenschappelijke onderbouwing van hoe gemeenten zorg en hulp bieden aan hun inwoners staat onder druk. De kennis over gezondheidszorgvraagstukken dreigt versnipperd te raken, nu de gemeenten sinds 2015 verantwoordelijk zijn voor onder meer jeugdhulp en ondersteuning en begeleiding van hulpbehoevenden. Dit concludeert het Rathenau Instituut in het rapport ‘Gezond Verstand’.
Landelijke kennisinstituten op dit gebied, als het RIVM en het Trimbos Instituut, hebben niet langer een landelijk overzicht, nu elke gemeente een eigen beleid kan voeren. Voorheen werd beleid meer centraal gemaakt en werd de effectiviteit van een bepaalde aanpak getoetst door kennisinstituten.Faasse, P. en L. Koens, Gezond verstand - Publieke kennisorganisaties in de gezondheidszorg. Den Haag, Rathenau Instituut, 2017.Bron: website Rathenau -
Article
Eerlijk delen
In de deel- en kluseconomie moeten maatschappelijke belangen beter beschermd worden. Dit vraagt om beleid dat de positieve effecten stimuleert en de negatieve effecten beperkt. Dat blijkt uit dit rapport.
Frenken, K., A. van Waes, M. Smink & R. van Est, Eerlijk delen - Waarborgen van publieke belangen in de deeleconomie en de kluseconomie. Den Haag, Rathenau Instituut, 2017.Bron: website Rathenau -
Article
Industry seeking university
Large enterprises around the world are increasingly seeking to cooperate with carefully selected universities, for example in joint labs and research centres. Dutch universities are following this trend and are successfully locking in global firms worldwide.
All parties are still learning how best to organize this kind of cooperation. This report is an analysis based on literature review, case studies and meetings with experts and stakeholders.This new form of partnership offers strategic advantages for both the university and the firm, but it also raises new questions. The university and the firm each has its own priorities. The strategic partnership is a new phenomenon and all parties are still learning how to organise it successfully. Now is the time for them, and government, to reflect on the potential consequences of the choices they must make regarding the partnership.
For universities, strategic partnerships represent a way to conduct high-level research and to attract and retain talented researchers. The partnership may also make their research more economically relevant. At the same time, such partnerships help to maintain the Netherlands’ appeal as a knowledge hub; they attract R&D investment in our knowledge economy by offering investors knowledge rather than tax benefits. The firms, often multinationals, are first in line, so to speak, and have better access to public knowledge and researchers than other parties, such as SMEs. Strategic partnerships can lead to the unwelcome outflow of knowledge and talent abroad. Another important question is what role large enterprises are assigned in setting public research agendas.
Tjong Tjin Tai, S.Y., J. van den Broek, T. Maas, T. Rep and J. Deuten (2018). Industry seeking university – The emergence of strategic public-private research partnerships. The Hague: Rathenau Instituut