Artikel

Lectoraat Urban Economic Innovation - Willem van Winden

‘Duurzaam moet goedkoop worden’

Schoon werken is tot nu toe meestal duurder dan vervuilend werken. Daardoor komen circulaire initiatieven moeilijk van de grond. Dat zegt Willem van Winden, lector Urban Economic Innovation bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en directeur van het Centre for Economic Transformation.

‘De uitdaging van de komende jaren is te komen tot een écht schone economie,’ zegt Van Winden. ‘Wat we nu doen is heel vervuilend, zelfs al nemen we maatregelen om energie en materialen te besparen. Maar radicaal alles omgooien is gemakkelijker gezegd dan gedaan.’

Consuminderen

Duurzame alternatieven zijn nu vaak nog duurder dan vervuilende manieren van werken. ‘Denk bijvoorbeeld aan plastic of katoen, waarbij nieuw bijna altijd goedkoper is dan gebruikt. ‘Daarbij komt dat we überhaupt veel te veel consumeren,’ benadrukt de lector. ‘Zelfs al kiezen we voor circulaire oplossingen, dan nog moeten we consuminderen. We lopen simpelweg aan tegen de grenzen van onze planeet.’

Deelname aan CIRCOLLAB was voor Van Winden een logische stap. ‘We doen zowel vanuit ons lectoraat als vanuit het Centre for Economic Transformation veel onderzoek naar de circulaire economie en hoe we die kunnen organiseren,’ vertelt hij. De lector ziet om zich heen veel mooie, maar kleinschalige, versnipperde circulaire initiatieven.

‘Om de transitie sneller te laten verlopen moeten we kennis delen en van elkaar leren. Dan kunnen we de stap maken naar grotere projecten en profiteren van schaalvoordelen. Willen we bijvoorbeeld bio-based isolatiemateriaal breder gaan toepassen, dan hebben we schaalgrootte nodig om ze efficiënt te kunnen verwerken. Dan worden ze ook goedkoper. Er moeten nieuwe markten ontstaan,’ aldus Van Winden.  

Stakeholder-analyse
Van Winden is betrokken bij diverse projecten die aansluiten bij CIRCOLLAB. ‘Zo brengen we in Urban Upcycling – een samenwerkng met het lectoraat Circulair Ontwerpen & Ondernemen van de HvA en twee andere hogescholen – in kaart welke stakeholders betrokken zijn bij hoogwaardige verwerking van een reststroom als afgedankte meubels,’ illustreert hij. Een ander voorbeeld is het internationale project Qure Plus, een onderzoek naar hoe je huishoudelijk bouwafval in grote steden als Amsterdam en Riga circulair kunt maken.

De lector heeft daarnaast samen met andere CIRCOLLAB-partners een ‘leesclub’ opgericht. ‘We bespreken hierin artikelen die in de wetenschappelijke en vakliteratuur verschijnen over circulaire economie,’ vertelt hij.

Waardevol platform

Van Winden ziet CIRCOLLAB als een waardevol platform om kennis te delen en nieuwe projecten op te zetten. ‘Wat mij betreft mogen er nog veel meer praktijkpartners aansluiten, zoals energieleveranciers, bouwbedrijven en afvalverwerkers,’ zegt hij. ‘Hoe meer mensen en organisaties we met elkaar verbinden, hoe sneller de transitie zal verlopen.’

Alle rechten voorbehouden