Article

Mijn park Amsterdam

In haar promotieproject wil Bep Schrammeijer uitzoeken hoe publieke waarden van groene ruimte gemeten kunnen worden. Deze waarden zijn subjectief en moeilijk om te meten, daarom worden ze vaak niet mee genomen in ruimtelijke projecten. Groene plekken in de stad zijn een veelbesproken onderwerp tegenwoordig. Stadsbewoners, planologen, architecten, wetenschappers, psychologen, artsen, ecologen en ingenieurs praten allemaal over het belang van vegetatie in de stad voor ‘Nature-based solutions’. Vroeger heette dit Ecosysteemdiensten, en is eigenlijk wat wij gebruiken van de natuur – direct of indirect. Desondanks is het gesprek toch meestal gericht op fysieke en meetbare functies, zoals koolstof opvang, habitat voor bijen of vogels of verminderen van regenwateroverlast. Meer sociaal, en subjectieve, functies worden over het hoofd gezien, of samengevoegd in een algemene functie ‘recreatie’ omdat ze zo moeilijk zijn om te meten en een geldwaarde te geven. Vooral sinds de uitbraak van Corona hebben we gezien hoe belangrijk groene plekken zijn voor mensen om te kunnen ontsnappen, rusten, spelen en sporten.

Het onderzoek van Bep is gericht op het uitproberen van verschillende manieren om informatie over deze functietypes en de waarde van groene ruimte in te winnen zo dat ze beter meegenomen kunnen worden in besluitvorming. Dit houdt in het toetsen van methodes van mensen vragen, wat publieke participatie, crowdsourcing, of burger wetenschap genoemd kan worden.

Additional info

Image credits

Icon image: Mijn Park.PNG