Article

Leefbaarheid in het Noordzeekanaalgebied

De beleving volgens de gebruikers

Samenvatting
In opdracht van het Bestuursplatform NZKG is een onderzoek gehouden met het doel om inzicht te krijgen in hoe verschillende groepen gebruikers de leefbaarheid in het Noordzeekanaalgebied ervaren. Het onderzoek is gehouden onder groepen gebruikers, te weten: bewoners, recreanten, werknemers en werkgevers. De gebruikers zijn, (in samenwerking met de Bestuursplatform NZKG partners) benaderd om een enquête in te vullen. Aan de hand van de uitkomsten is dit onderzoeksrapport tot stand gekomen. In deze samenvatting wordt ingegaan op de belangrijkste bevindingen.


Leefbaarheid en hinder
Leefbaarheid is een containerbegrip dat gaat over de waardering van de omgeving door gebruikers. De ervaren leefbaarheid wordt door vele factoren bepaald en is per definitie subjectief. In dit onderzoek is daarom naast het algemene oordeel over de (woon-)omgeving ook naar een reeks van deelaspecten gekeken die doorgaans samenhangen met de ervaren leefbaarheid. Het gaat dan om bijvoorbeeld de waardering van voorzieningen, bereikbaarheid, de sociale samenhang, de ervaren veiligheid, de waardering van de eigen woning etc. Juist ten behoeve van het NZKG is meer specifiek gekeken naar de mogelijke hinder van havens, industrie en bedrijvigheid in het gebied. Het gaat hier met nadruk niet om feitelijke gemeten milieutechnische milieubelasting maar juist om de beleving van de gebruikers.

Bewoners in het NZKG
In totaal hebben 2.600 bewoners van het Noordzeekanaalgebied meegedaan aan het onderzoek. Het gaat om bewoners in wijken op een afstand tot 1km van de bedrijven, havens en industrie. De bewoners hebben een uitvoerige vragenlijst ingevuld die ingaat op de leefbaarheid en eventuele hinder die men ervaart van de activiteiten in het gebied (bedrijvigheid en havenactiviteiten, autoverkeer, vliegverkeer).

Tevredenheid met woning en woonomgeving
Veel bewoners in het Noordzeekanaalgebied zijn tevreden met hun eigen woning (87%). De tevredenheid is vergelijkbaar met Nederland als geheel (86%). Van groter belang in dit onderzoek naar leefbaarheid is de algemene tevredenheid met de (woon-)omgeving. Ook hierover is een groot deel van de bewoners (76%) tevreden of zeer tevreden. Dit is iets minder dan gemiddeld in Nederland (82%). Uiteraard zijn er verschillen op wijkniveau (zie ook de kaart hieronder). In een aantal wijken is de tevredenheid met de woonomgeving minder groot. De vijf wijken waar men het minst vaak tevreden is zijn: Zaanstad-Poelenburg (nr.23), Beverwijk-Centrum (nr.1), Beverwijk Oosterwijk/Zwaansmeer (nr.5), Zaandam-Zuid (nr.26) en Amsterdam Nieuw-West (nr.30).

Overlast
Er is in het onderzoek gekeken naar de ervaren overlast van de industrie/bedrijven, scheepvaart, vliegtuigen, treinen/trams en het verkeer (zie ook figuur 0-2). De industrie en bedrijven zorgen vooral voor stof- (met name in IJmond) en geuroverlast (met name in IJmond en Zaanstad Nieuw-West). Stofoverlast wordt door 30% van de geënquêteerden ervaren en bij geuroverlast gaat het om 20% van de geënquêteerden. Er is maar een relatief beperkte groep die geluidsoverlast ervaart van industrie (12%). Verder zien we dat geluid van verkeer (23%) en vliegtuigen (27%) bij een relatief grote groep voorkomt en dit juist meer verspreid voorkomt over het hele gebied.

Overlast van industrie in de wijken
In wijken in de nabijheid van de industrie is er een substantiële groep die last heeft van stof en geur. Het gaat dan om meer dan 20% van de geënquêteerden die hier last van zegt te hebben. In een vier-tal wijken komt naast relatief veel stof- en geuroverlast ook veel geluidsoverlast van de bedrijvigheid voor (zie figuur 0-3). In een drietal wijken ervaart meer dan 20% van de geënquêteerden overlast van het geluid van laden en lossen. Niet alleen de ligging van de wijk, maar ook de specifieke ligging van de woning is van significante invloed op de overlast. Hoe dichter men bij een bedrijventerrein woont, hoe vaker men vooral geluid- en geuroverlast ervaart.

Overlast industrie van beperkte invloed op tevredenheid met de woonomgeving
Uit onder meer een statistisch verklarende analyse die is uitgevoerd, blijkt dat overlast van de bedrij-ven maar van zeer beperkte invloed is op de algemene waardering van de woonomgeving. Andere factoren, zoals de kwaliteit van de woning en de sociale samenhang blijken veel sterker samen te hangen met een positief of negatief oordeel over de woonomgeving. Dit is op zich niet zo opzienba-rend, aangezien uit de literatuur ook blijkt dat fysieke omgevingskenmerken van de woonomgeving veelal minder invloed hebben dan bijvoorbeeld sociale factoren of de kwaliteit van de woning zelf1. Ook blijkt uit dit onderzoek dat de meerderheid neutraal oordeelt over de invloed van de aanwezig-heid van bedrijven en industrie op het wonen. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in Wijk aan Zee: hier is relatief veel overlast van stof, geur en beleving van risico’s. Men geeft hier echter ook vaak een hoge waardering aan de woonomgeving (89% is tevreden). We zien in deze wijk dan ook een zeer positieve beoordeling op andere aspecten, zoals sociale samenhang. In Halfweg is zelfs 93% tevreden met de woonomgeving, maar heeft men tevens relatief veel last van vliegtuig- en verkeerslawaai.

Dat overlast niet alles bepalend is voor de uiteindelijke waardering van de woonomgeving betekent uiteraard niet dat de bewoners geen hinder ervaren of dat niet als een probleem zien. Dit blijkt uit het feit dat er wijken zijn waar meer dan 20% van de bewoners zegt hinder te ervaren. In enkele wij-ken cumuleert de ervaren overlast zelfs. Dit betekent bijvoorbeeld dat men zowel van geur en stof overlast ervaart, of van zowel vliegtuiglawaai als verkeerslawaai. Anderzijds spelen in wijken waar de tevredenheid met de woonomgeving laag is vooral ook andere aspecten dan hinder daarbij een be-langrijke rol. Recreëren in het NZKG
Het Noordzeekanaalgebied kent, naast bedrijvigheid, havens en de woongebieden ook recreatieve gebieden. In dit onderzoek is gekeken naar de strand en duingebieden (IJmuiden en Velsen-Wijk aan Zee), Poldergebied Zaanstad/Beverwijk, het Recreatiegebied Spaarnwoude en ook het IJ.

In totaal is door 327 respondenten een enquête over recreatie ingevuld (respons percentage was 14%). Omdat het merendeel van de respondenten gebruik maakt van meerdere recreatiegebieden bleek er voldoende response om uitspraken te doen over de afzonderlijke recreatiegebieden. Anders is het met specifieke vragen over waardering, overlast en bereikbaarheid voor de het Poldergebied en Het IJ. Daarom is er vooral ingegaan op de twee kustgebieden en Spaarnwoude.

Recreatieve functie voor NZKG en daar buiten
De recreatiegebieden hebben volgens de geënquêteerden een belangrijke functie voor de bewoners in het gebied en de omliggende gemeenten. Men is over het algemeen tevreden, maar dat lijkt ook inherent aan de keuze om in het betreffende gebied te recreëren. De gebieden vervullen voor de in-woners in de nabijheid een belangrijke rol, hetgeen ook te zien is aan het gegeven dat men ook met de fiets en soms zelfs lopend de gebieden bezoekt. Ook blijkt uit het onderzoek dat mensen uit Am-sterdam, Zaanstad en Haarlem alle gebieden bezoeken.
De gebieden worden vooral bezocht met de auto en op de fiets. Het OV wordt weinig gebruikt (<7%). De kustgebieden worden het vaakst met de auto bezocht.

Relatief weinig hinder bedrijven maar wel van vliegverkeer
Recreanten ervaren relatief weinig hinder van bedrijven en industrie, zeker in vergelijking met de bewoners. Hinder is ook geen reden voor mensen om een recreatiegebied niet te bezoeken. Er is bij recreanten overigens wel overlast van bedrijven en industrie aanwezig al is dat bij een minderheid (<20%) van groot belang. De aanwezige klachten betreffen vooral geur en stof. Van belang is dat de geluidsoverlast van vliegtuigen als (veel) grotere bron van ergernis gezien wordt dan hinder van bedrijven en industrie. Wel geeft men aan dat de hinder van bedrijven en industrie, maar zeker ook van het verkeer, de afgelopen tijd is toegenomen. Toch lijkt het dat, zeker ook in vergelijking met het wonen (en werken), de kwaliteiten van het recreatiegebied voor de recreanten sterk positief opwegen tegen de ervaren hinder.

Werken in het NZKG
Het Noordzeekanaalgebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van veel bedrijven in sectoren die van oudsher gerelateerd zijn aan de haven of die gevestigd zijn vanwege de haven en het achterland. Het gaat om handel, maakindustrie, en de dienstensector. De werkgevers en werknemers zijn een be-langrijke groep ‘gebruikers’ binnen het NZKG, die ook betrokken zijn in het onderzoek.

In het onderzoek zijn de ondernemers aangeschreven in de drie deelgebieden IJmond, Zaanstad en Amsterdam. Totaal zijn 2.800 werkgevers aangeschreven en er heeft een oproep in de pers gestaan. De response is echter laag gebleven. Totaal hebben 91 werkgevers en 96 werknemers gereageerd. Hiermee kan de steekproef niet als representatief beschouwd worden. Wel zijn deze reacties redelijk verspreid uit het hele NZKG komen. Een indicatie van hetgeen er speelt onder ondernemers en werk-nemers ten aanzien van leefbaarheid is daarmee wel te geven.

Tevreden over werklocaties
Meer dan de helft van de werknemers is tevreden met de werklocatie en een meerderheid (88%) van de geënquêteerde ondernemers is zeer tevreden met de gekozen locatie. Noemenswaardig is nog dat werknemers in Zaanstad hun werkplek het meest waarderen en ondernemers in Amsterdam en IJmond wat minder tevreden zijn met de gekozen locatie. De werklocaties worden vooral gewaardeerd om de goede bereikbaarheid met de auto en fiets. Er is vaak ook waardering voor het groen in de omgeving. De meeste werkenden kiezen voor een individueel vervoermiddel (auto of fiets) maar een functionerend alternatief (OV) lijkt vooral in Amsterdam (Westpoort) belangrijk te worden gevonden.

Overlast van omliggende bedrijven
Als het gaat om ervaren overlast heeft dit vooral betrekking op geur, geluid en trillingen van bedrijven in de nabijheid. Dit geldt bijvoorbeeld in Amsterdam, waar wellicht meespeelt dat hier meer bedrijven gevestigd zijn die zelf minder uitstoot veroorzaken. De hinder van verkeer speelt eveneens een relatief belangrijke rol. Er zijn ook klachten over parkeergelegenheid (vooral Amsterdam). Voor de deelnemende ondernemers geldt dat overlast maar voor een klein deel een reden is om ontevreden te zijn met de locatie en eventueel te willen verhuizen. Een reden om te verhuizen is veel vaker het gebrek aan ruimte voor bedrijfsuitbreiding.

Van een grote wrijving tussen bedrijvigheid en wonen is weinig terug te vinden in dit onderzoek. Bijvoorbeeld klachten van omwonenden worden niet als reden genoemd om te verhuizen. Dit staat los van het feit dat er uiteraard wel degelijk klachten worden geuit door omwonenden (zie voorgaande paragraaf 0.1).

Media

Documents