Article

Nationale Herdenking van het Nederlands Slavernijverleden

1 juli 2022

Faya siton,
No bron mi so!
Gloeiende stenen,
Brand me niet zo!

Het Surinaamse liedje Faya Siton vertelt over een plantagehouder die martelt als er niet hard genoeg werd gewerkt. Volwassenen, ook kinderen, moesten gloeiendhete stenen in hun handen te houden.[1]

Zouden de slavenhouders werkelijk gedacht hebben dat daardoor harder werd gewerkt? Door zweepslagen? Of door het verkrachten van vrouwen?

Natuurlijk niet.

Historicus Karwan Fatah-Black wijst erop dat slavernij niet alléén een systeem van uitbuiting was, gericht op het maken van winst.[2]

Het was ook een systeem van vernedering, overheersing en superioriteit.

Gebaseerd op afkomst en huidskleur.

En dat werd door filosofen, theologen, biologen van zogenaamd wetenschappelijke argumenten voorzien: de trans-Atlantische slavernij bestond niet zonder racisme.

We weten dat slavernij nauw verweven was met onze samenleving en onze overheid.

Daarvoor komt steeds meer erkenning.

In Amsterdam, in Rotterdam, in Utrecht.

Op scholen, musea, en in het bedrijfsleven.

Ook de erkenning dat die verwevenheid sporen nalaat.

Diepe sporen. Tot op de dag van vandaag.

Te lang hebben we de slavernijgeschiedenis behandeld als een zwarte bladzijde die we om konden slaan.

Te lang hebben we racisme beschouwd als iets dat alleen incidenteel in onze samenleving voorkomt.

En te lang hebben we ons laten voorstaan op onze kleurenblindheid.

En in alle eerlijkheid: dat geldt ook voor mij.

Maar de feiten spreken te luid en te duidelijk om ze nog langer te kunnen negeren.

Armoede komt onevenredig vaak voor onder kinderen van kleur.

Diezelfde kinderen krijgen, ook bij bewezen talent en intelligentie, te vaak een te laag schooladvies.

Tussen Nederlanders van kleur en witte Nederlanders bestaan aanzienlijke verschillen in kansen op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt en zelfs in gezondheid.

In Nederland worden agenten met racistische grappen uit hun corps weg gepest.

Institutioneel racisme bij de belastingdienst heeft levens verwoest.

Ouders van kleur waarschuwen hun kinderen voor een samenleving waarin zij anders worden behandeld. Zelf was ik de afgelopen jaren meerdere keren getuige van vernederende en discriminerende opmerkingen tegen zwarte Amsterdammers, gemaakt vanuit een ingesleten gevoel van superioriteit.

Soms onbewust, niet altijd met kwade intentie.

Maar, in het licht van ons verleden, des te pijnlijker.

Niet alle achterstelling of discriminatie is

één op één terug te voeren op ons slavernijverleden.

Maar we moeten de historische wortels kennen, begrijpen en blijven onderzoeken om hedendaags racisme te kunnen bestrijden.

Alleen als we racisme onophoudelijk en blijvend bestrijden kan Amsterdam die meerstemmige stad zijn, die open stad, vrijzinnige stad,

een veilige en leefbare stad.

Voor iedereen, ongeacht afkomst, huidskleur of levensovertuiging.

Onze stad barst ook van de mensen die elke dag discriminatie en racisme bevechten. Die de confrontatie aangaan, de feiten laten spreken, de historie belichten.

En het is diezelfde geschiedenis die ons ook leert om hoopvol te zijn.

Op de plantages van Commewijne, in de havens van Curaçao zongen slaafgemaakte mensen hun liederen.

Liederen van troost, maar ook liederen van verzet.

Van een onverzettelijk verlangen naar vrijheid.

Ook dat is de doorwerking van het slavernijverleden.

En daarom herdenken wij niet alleen, maar vieren wij ook.

Fijne keti-koti!

Fijne Dia di Abolishion!

[1] Sint Nicolaas, E. et al. Slavernij: het verhaal van João, Wally, Oopjen, Paulus, Van Bengalen, Surapati, Sapali, Tula, Dirk, Lohkay. (Amsterdam 2021)

[2] Karwan Fatah-Black, Slavernij en beschaving.Geschiedenis van een Paradox (Amsterdam 2021).

Additional info