Erfgoed van de Week | Het verdwenen kasteel van Weesp
In Weesp stond van 1250 tot 1673 kasteel Huis ten Bosch. Nu zie je op deze plek niet veel meer dan wat lichte glooiingen in een schapenweide. De archeologen van de gemeente hebben hier onderzoek gedaan, onder andere met een drone en andere moderne technieken. Daarbij ontdekten ze verborgen resten van het kasteel. Archeoloog Ranjith Jayasena vertelt er komend weekend meer over tijdens een lezing op Open Monumentendag Amsterdam.
Huis ten Bosch op een kaart het Amsterdamse Burgerweeshuisland aan de Vecht en het Naardermeer uit 1592. Het vervallen kasteel is op de verkeerde oever van de Vecht afgebeeld, en ook zo vermeld: "Dit vervallen Slot staet aen Zuijt-Ooste Zij". | Bron: Pieter Bruinsz, beeldbank Stadsarchief Amsterdam (00367A000016).
Huis ten Bosch
Prominent aan de Vecht ligt fort Uitermeer. De geschiedenis van dit fort gaat terug tot de zeventiende eeuw. Maar ook in de eeuwen daarvoor was deze omgeving een strategische locatie. Zo stond hier ooit het kasteel Huis ten Bosch. Dit kasteel werd vermoedelijk in het midden van de dertiende eeuw gebouwd in opdracht van Gijsbrecht I of diens broer Egbert van Amstel. Zij behoorden tot de heren van Amstel, die ook een belangrijke rol hadden in de vroegste geschiedenis van Amsterdam. Eeuwenlang stond het kasteel hier, tot Franse troepen het in het rampjaar 1672 verwoestten. Alleen de naam Huis ten Bosch leeft nog voort in de huidige boerderij. De militaire functie van het kasteel werd overgenomen door fort Uitermeer, dat later een belangrijke schakel vormde in de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam.
Met een drone wordt over het weiland gevlogen. | Foto: Monumenten en Archeologie.
Stroompjes en drones
In januari en februari 2022 hebben de stadsarcheologen voor het eerst veldonderzoek gedaan naar het kasteel. Dit deden ze in samenwerking met onderzoekers van Saricon, de Universiteit van Amsterdam en Hollandia Archeologen. Ze hebben geen schep in de grond hoeven zetten, door gebruik te maken van moderne technieken. Eerst werd het weiland doorgelicht, door met elektrische stroompjes de geleidbaarheid van de verschillende bodemsoorten te meten, en werden verstoringen in het aardmagnetisch veld – bijvoorbeeld door muurresten – opgespoord. Daarna werd over het terrein gevlogen met een drone die was uitgerust met een multispectrale camera. Zo kon niet alleen ieder hobbeltje in het weiland, maar ook subtiele verkleuringen in het gras in kaart worden gebracht. Om de bevindingen te toetsen werden nog enkele gerichte grondboringen geplaatst.
Onderzoek met de magnetometer. | Foto: Monumenten en Archeologie.
Een boring in de slotgracht wordt bestudeerd. | Foto: Monumenten en Archeologie.
Kasteelmuren onder het gras
Door deze combinatie van de verschillende technieken kunnen we kijken hoe de inrichting van het kasteel en het omliggende terrein was. De resultaten mogen er zijn: op de beelden springen de kasteelmuren er duidelijk uit. We weten nu ook hoe de oudste fase van Huis ten Bosch eruit gezien moet hebben. Dit was een bakstenen woontoren van zo’n 12 x 12 meter op de hoek van een eilandje met een gracht er omheen. Zulke kastelen werden veel gebouwd in de periode 1225-1250 door de opkomende elite. Zij konden hiermee pronken met hun nieuwverworven ridderlijke status. Dat gold ook voor de heren van Amstel. Het paste geheel in hun streven naar status en macht om hier aan de Vecht een kasteel neer te zetten.
Het onderzoek beperkt zich echter niet tot dit weiland. Zo is het mogelijk om de plattegrond van het kasteel in het grotere kader van laatmiddeleeuwse kastelenbouw in Noord-Holland te plaatsen. Hierdoor leren we meer over de politieke en militaire geschiedenis van het Hollands-Utrechtse grensgebied.
Combinatie van een EMI opname en het multispectrale beeld van de drone. | Bron: Saricon/UvA.
Open Monumentendag Amsterdam
Op zaterdag 14 en zondag 15 september openen weer 50 monumenten in Amsterdam hun deuren voor het publiek. Tijdens de 38ste editie van Open Monumentendag Amsterdam duiken we in ‘De Ondergrondse Stad’. We nemen je letterlijk mee onder de grond: door kelders, tunnels en bunkers en langs archeologische vondsten. Maar we ontdekken ook verborgen plekken bovengronds, en horen de verhalen van tegendraadse Amsterdammers in alle soorten en maten, waaronder krakers, graffitikunstenaars en andere non-conformisten. Ook het Kasteel van Weesp ‘doet mee’ dit jaar. Hoewel je het kasteel natuurlijk niet meer kunt bezoeken, vertelt archeoloog Ranjith Jayasena je er alles over. Hij houdt op zondag 15 september van 14.00-15.30 uur een lezing in Plofhuis7, Uitermeer 3 in Weesp. Van harte welkom!
Erfgoed van de Week
In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed, Open Research Amsterdam, instagram @monumentenarcheologie, X @erfgoed020 en Facebook Monumenten en Archeologie delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden. Dit artikel is geschreven door Ranjith Jayasena.
Op deze kaart uit 1612 is ook Huis ten Bosch te zien. | Bron: Lucas Sinck, Kaart van de Vecht tussen Muiden en Hinderdam (1612), Hoogheemraadschap van Rijnland, Leiden (nl-ldnhhr), inv.nr. 1.1.1/9019, kaart a-1877.
Op zaterdag 14 en zondag 15 september openen 50 monumenten in Amsterdam hun deuren voor het publiek. Tijdens dit evenement zijn bijzondere locaties geopend die normaal gesloten zijn. Kom binnen kijken en zie de stad door andere ogen. Bekijk het programma op de website. Op zondag 15 september geeft archeoloog Ranjith Jayasena een lezing over het verdwenen kasteel van Weesp. Lees meer op de website.
De afgelopen weken publiceerden we artikelen over andere panden die meedoen aan Open Monumentendag Amsterdam, zoals schuilkerken, Koude Oorlog-schuilplaatsen, het luchtventilatiegebouw van de IJ-tunnel, De Nieuwe Kerk en Beatkelder Lijn 3 in de VondelBunker. Lees hieronder terug.
Beatkelder Lijn 3, gevestigd in een voormalige atoomschuilkelder onder de Vondelbrug, kende een kort maar roerig bestaan. Tijdens Open Monumentendag Amsterdam op 14 en 15 september krijg je de kans om de Vondelbunker, zoals de plek nu heet, te bezoeken.
Maquette van de Vondelbrug uit 1937. | Foto: beeldbank Stadsarchief Amsterdam (ANWI00217000001).
Viaduct
De bouw van de Vondelbrug (Brug 200), strikt genomen een viaduct, had een lange aanloop. Al in 1919 leverde Piet Kramer een eerste ontwerp. Het werk aan een sterk versoberde versie begon uiteindelijk in 1939. Met het oog op een mogelijke oorlog werd in het landhoofd aan de zijde van de Roemer Visscherstraat een grote betonnen ruimte geconstrueerd. Hierin was dan eventueel plaats voor een noodcentrale van de telefoondienst. Uit het op meerdere plaatsen aan de brug aangebrachte opschrift ‘Anno 1940’ blijkt dat de oplevering voor dat jaar was voorzien. De Tweede Wereldoorlog gooide echter roet in het eten. In de loop van 1941 werden de werkzaamheden volledig stopgezet. De bouwsector kwam vanaf dat moment in dienst te staan van de Duitse oorlogsinspanningen. Het schijnt dat medewerkers van Publieke Werken een deel van de bouwmaterialen die voor de Vondelbrug bestemd waren, van de bouwplaats hebben weten weg te halen, om ze tot de Bevrijding verborgen te houden. In 1946 hervatte men het werk. De feestelijke opening van de Vondelbrug was op 16 oktober 1947. Op dat moment was er nog geen bestemming voor de grote betonnen ruimte in het noordelijke bruggenhoofd. Plannen om er een openbaar urinoir in onder te brengen gingen niet door. Uiteindelijk nam de Bescherming Bevolking (BB) de ruimte in gebruik als schuilplaats.
Entree van de schuilkelder | Foto: Eric Koch/Anefo (5-1-1968), beeldbank Nationaal Archief (NL-HaNA_2.24.01.05_0_920-9688).
Gecombineerde beat- en schuilkelder
Vanaf 1967 verbouwde Publieke Werken de ruimte tot een ‘gecombineerde beat- en schuilkelder’ voor respectievelijk 350 en 2600 personen. De gemeente stelde hiervoor in totaal een half miljoen gulden beschikbaar, waarvan ruim een ton was bestemd voor het nieuwe vrijetijdscentrum voor de Amsterdamse jeugd. Dit centrum kreeg de naam Lijn 3, een verwijzing naar één van de tramlijnen die om de paar minuten over de Vondelbrug denderden. De doelgroep bestond uit jongeren die werden gerekend tot de ’Vondelparkjeugd’ (V.P.J.) en het ‘stadsprovotariaat’. In hoeverre die zich onderscheidden van de bezoekers van clubs als Fantasio en Paradiso is niet geheel duidelijk. Volgens berichten uit die tijd werden in de beatkelder onder de Vondelbrug in elk geval geen hasj, marihuana en LSD gebruikt, in tegenstelling tot de andere gelegenheden. Het was de bedoeling dat Lijn 3 zich op den duur zelf financieel zou kunnen bedruipen. Daarnaast was het de verwachting dat dit slechts de eerste in een hele reeks zou zijn van dergelijke jongerencentra.
Niet iedereen was het overigens eens met deze poging van de gemeente om de Amsterdamse jeugd op een sympathieke manier van de straat te houden. Het raadslid H.F. Heijerman van de Boerenpartij (BP) stelde openlijk de vraag of hier geen sprake was van paarlen voor de zwijnen. Dit kwam hem op een fles door een raam van zijn huis in de Nicolaas Witsenstraat te staan met daarin een briefje ‘Zwijnen zijn jullie BP, de paarlen wij’, ondertekend met ‘V.P.J.’ (Vondelparkjeugd).
Interieur van de beatkelder. | Foto: Eric Koch/Anefo (5-1-1968), beeldbank Nationaal Archief (NL-HaNA_2.24.01.05_0_920-9687).
Conceptuele kunst
Onder leiding van de architect van Publieke Werken G.F. Laarhoven transformeerde de barre ruimte onder de Vondelbrug tot een hippe omgeving van enige allure. De betonvloer was afgewerkt met een laag epoxyhars waarop het prettig dansen was. De zware, overal dominant aanwezige kolommen van de brug kregen een vrolijke, helgele kleur. De muren van de kelder werden blauw geschilderd en voorzien van contrasterende wandschilderingen. Deze waren ontworpen door de jonge conceptuele kunstenaars Ger van Elk en Jan Dibbets, die op dat moment op het punt van hun internationale doorbraak stonden. Eén van de muurschilderingen bestond uit een abstracte voorstelling die, volgens een krantenverslag, nog het meeste deed denken aan ‘de roodwit gestreepte pyjama van een nijlpaard’. Naast het podium was een witgeschilderde wand, waarop films of dia’s konden worden geprojecteerd. Hoog langs de muren waren blauwe en rode neonbuizen aangebracht. Het podium werd belicht door witte en rode spotjes. Overal waren verhoogde zitjes en stonden robuuste vaste banken, opgebouwd uit metselwerk en zware balken. Een blind paard kon hier geen kwaad doen. Uiteraard waren er een (fraai ontworpen) bar, toiletten en een garderobe. Een jukebox ontbrak evenmin.
De beatkelder werd geopend door wethouder Verheij van jeugdzaken, door middel van een roffel op de trom van een drumstel. | Foto’s: Jac. de Nijs/Anefo (19-1-1968), beeldbank Nationaal Archief (NL-HaNA_2.24.01.05_0_921-0045 en NL-HaNA_2.24.01.05_0_921-0044).
Rumoerige opening
Lijn 3 werd op dinsdag 16 januari 1968 ingewijd met een optreden van de destijds populaire band De Maskers. Wethouder H. Verheij van jeugdzaken verrichte de officiële opening (opent in nieuw venster) op vrijdag 19 januari, door middel van een roffel op de trom van een drumstel. Later op de avond speelde de Tee Set: ‘De jongens uit Delft gaven hem van katoen. Het beton trilde. Gedanst werd er nauwelijks. Gepraat ook niet, het zou niet te verstaan zijn geweest.’, aldus een aanwezige verslaggever. Deze stelde verder vast dat ‘de leeftijd tussen de 15 en 20 [lag]. De verhouding meisjes-jongens was 1 op 3. Bij de meisje veel laarzen, witte kousen, rode maillots. De jongens vielen nergens speciaal door op.’ Wethouder Verheij verklaarde, voordat hij weer naar een rustiger omgeving vertrok: ‘Een schuilkelder is een noodvoorziening voor ogenblikken waarin dood en verderf worden gezaaid. En nu bruist hier jong leven. Een merkwaardige tegenstelling!’. De enige wanklank tijdens de openingsavond was een rookbommetje dat van buiten naar binnen werd gegooid door bij de ingang verzamelde jongeren. Zij protesteerden hiermee tegen de volgens hen te hoge entreeprijzen van Lijn 3. Die bedroegen op reguliere dagen 1 gulden 50, maar konden oplopen tot een rijksdaalder of zelfs 3 gulden bij optredens van bekende bands. Ook de consumpties (bier, wijn, sherry, cola, chocolademelk en jus d’orange) werden in dat geval duurder: ’Wil je met je vriendinnetje een avondje uit, gaat je dat twee maal drie gulden en vier keer vijfenzeventig cent (vier consumpties is toch niet overdreven) kosten, acht en een halve gulden. Da’s veel te veel. … Het is gewoon een nieuw horecabedrijf geworden.’
Lijn 3 was elke avond van 19.30 tot 00.00 uur geopend, behalve op maandag. Op zaterdag sloten de deuren om 01.00 uur. Ook overdag was de ruimte van 12.00 tot 15.00 uur open als jeugdcafé. Scholieren kwamen hier hun boterhammen opeten en ook werd er braaf gezamenlijk huiswerk gemaakt. ’s Avonds maakten sommige jongelui zich verdienstelijk als vrijwillige glazenspoelers, ter assistentie van het professionele barpersoneel. De sfeer was doorgaans gemoedelijk. Soms waren er jongens die wat rottigheid uithaalden en ‘meisjes die het wat minder nauw namen met de zedelijkheid’, maar waar vond je dat niet?
De bezoekersaantallen liepen terug toen een harde kern van zo’n 20 jongeren Lijn 3 gaandeweg begon te terroriseren. In april 1969 vonden enkele massale vechtpartijen plaats waar zelfs de politie aan te pas moest komen. De projectleider van Lijn 3, die de gemoederen trachtte bedaren, werd mishandeld. De viering van Luilak in mei van dat jaar liep eveneens uit op vechtpartij, die maar liefst 4 uur duurde. Hierop besloot het bestuur van Lijn 3 om de tent te sluiten. Dat het ook financieel niet helemaal goed zat bij het jongerencentrum, blijkt uit de schuld van tussen de 65 en 100 mille die na de sluiting aan het licht kwam.
Lijn 3 kreeg een doorstart als Studio 7, een ‘servicecentrum’ dat groepen jongeren de gelegenheid bood tot ‘eigentijdse expressie’. Tot de faciliteiten behoorden een silk screenapparaat voor het maken van posters, geluidsopname-apparatuur, filmapparatuur en muziekinstrumenten. Publiek van buiten werd niet meer toegelaten. Studio 7 lag echter midden in het Vondelpark, dat in deze tijd uitgroeide tot het absolute centrum van de hippiebeweging. De teloorgang daarvan door overvloedig harddrugsgebruik en de daarmee gepaard gaande toename van criminaliteit had tot gevolg dat ook Studio 7 besmet raakte. Bij een politie-inval in augustus 1971 werden 25 jongeren aangehouden die in het bezit waren van grote hoeveelheden harddrugs, wapens en vervalste documenten. Het betekende het definitieve einde van het zo idealistisch begonnen gemeentelijke initiatief onder de Vondelbrug.
Entree van de Vondelbunker. | Foto: Elekes Andor (8-8-2019) via Wikimedia Commons.
Open Monumentendag Amsterdam
In 2011 werd de ruimte herontdekt en ontstond hier ‘autonoom cultureel centrum’ De Vondelbunker. Gerund door vrijwilligers biedt deze vrijplaats een alternatief programma op het gebied van muziek en kunst. In het kader van Open Monumentendag Amsterdam, dat dit jaar als thema ‘De Ondergrondse Stad’ heeft, is Vondelbunker dit jaar te bezoeken! Zowel op zaterdag 14 als zondag 15 september ben je tussen 10.00 en 17.00 uur welkom voor een rondleiding. Daarnaast zijn er activiteiten:
Jeffrey Babcock selecteert experimentele shorts en clips uit underground-films gemaakt tussen 1950 en 1990, met speciale aandacht voor vrouwelijke filmmakers (ENG) | zaterdag 15.00 – 17.00 uur.
Go Underground en laat je verrassen door radicale geluiden | zondag 16.00 – 17.00 uur.
Van harte welkom!
Erfgoed van de Week
In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed, Open Research Amsterdam, instagram @monumentenarcheologie, X @erfgoed020 en Facebook Monumenten en Archeologie delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden. Dit artikel is geschreven door Paul Nieuwenhuizen.
Bannerfoto: huidige entree van de Vondelbunker. | Foto: Edwin van Eis (2024), fotobank gemeente Amsterdam (78045).
Op zaterdag 14 en zondag 15 september openen weer 50 monumenten in Amsterdam hun deuren voor het publiek. Tijdens de 38ste editie van Open Monumentendag Amsterdam duiken we in ‘De Ondergrondse Stad’. Je kunt dan een rondleiding volgen door de Vondelbunker, Vondelpark 8a. Ook zijn er zowel zaterdag als zondag activiteiten in de Vondelbunker.
Benieuwd naar alle deelnemende monumenten en activiteiten? Bekijk het programma op de website.
‘De gemeentelijke schuilkelder onder de brug in het Vondelpark te Amsterdam is ingericht als beatkelder met de naam Lijn 3. Op de openingsavond staan jongeren te dringen bij de deur. Met een optreden van de Sammy Soul Set. De jongeren geven hun reacties op de plek.’ Bekijk de reportage van het Polygoonjournaal op YouTube.
De Vondelbunker is een autonoom cultureel centrum dat wordt gerund door vrijwilligers die de overtuiging delen dat ruimte een politiek concept is. De Vondelbunker in zijn huidige vorm is geopend sinds juni 2011 en biedt onderdak aan een weerbarstig en dynamisch cultureel programma. Kijk voor meer informatie op de site.
De afgelopen weken publiceerden we artikelen over andere panden die meedoen aan Open Monumentendag Amsterdam, zoals schuilkerken, Koude Oorlog-schuilplaatsen, het luchtventilatiegebouw van de IJ-tunnel en De Nieuwe Kerk. Lees hieronder terug.
De Nieuwe Kerk van Amsterdam wordt deze zomer flink onder handen genomen. De zuilen van de kerk, die langzaam zakken, zijn dringend toe aan een nieuwe fundering. Voordat het herstel van de fundering begint, kun je tijdens de tentoonstelling 'Ontdek De Nieuwe Kerk' live meekijken hoe archeologen te werk gaan en welke opgravingen er worden gedaan in de eeuwenoude kerk. Een 2 meter hoge loopbrug wordt speciaal hiervoor gebouwd. Ook tijdens Open Monumentendag Amsterdam op 14 en 15 september is de kerk te bekijken en zijn de archeologen aan het werk te zien. En speciaal is dan dat je de grafkelder van Michiel de Ruyter kunt bezoeken!
Prent van de Nieuwe Kerk aan de Dam. | Vervaardiger: Claes Jansz Visscher (1612), beeldbank SAA (010001000624).
Een oude Nieuwe Kerk
Rond 1380 start de bouw van deze op een na oudste kerk van Amsterdam. Bij de inwijding in 1408 zijn het koor, de kooromgang en het dwarsschip voltooid. In de tweede helft van die eeuw bouwt men de zijbeuken, wordt het middenschip verhoogd en worden kapellen toegevoegd. Het duurt nog bijna een eeuw voor de kruisvorm voltooid is. In 1645 breekt er brand uit in het gebouw en daarna wordt de kerk in gotische stijl hersteld. Het overgrote deel van het huidige interieur dateert van na de brand, zoals het praalgraf van Michiel de Ruyter (1607-1676), het koorhek, de preekstoel en het grote orgel. In 1814 legt koning Willem I hier de eed op de grondwet af en zet daarmee een traditie in gang voor inzegening van koninklijke huwelijken en inhuldigingen. Sinds de ingrijpende restauratie van 1959-1980 wordt het gebouw gebruikt voor culturele activiteiten.
Grafmonument voor Michiel de Ruyter, gemaakt door Rombout Verhulst. | Foto: sophietica via flickr.com.
Grafkelder Michiel de Ruyter
Traditioneel worden onder het hoogaltaar van een kerk heiligen en vorsten begraven. In De Nieuwe Kerk wordt deze plek echter ingenomen door de tombe van de zeventiende-eeuwse admiraal Michiel de Ruyter. Hij is één van de bekendste zeehelden uit de Nederlandse geschiedenis. De Ruyter sneuvelt op 29 april 1676 op Sicilië en wordt gebalsemd en in een loden kist gelegd. Omdat de vloot in de Middellandse Zee moet blijven en een strenge winter volgt, duurt het maanden voordat zijn lichaam wordt teruggevaren naar Nederland. Hier wordt hij op 18 maart 1677 begraven in De Nieuwe Kerk.
Het graf bestaat uit 2 delen: een praalgraf in de kerk, naar ontwerp van Rombout Verhulst, en een familiegraf in de gewelven daaronder. In de grafkelder staat de kist, en aan de muur hangt een lauwerkrans met op de bladeren de namen van de 26 Hongaarse predikanten die De Ruyter kort voor zijn dood heeft bevrijd.
Links: het praalgraf van Michiel de Ruyter gezien door het koorhek. Rechts: onder het praalgraf bevindt zich de grafkelder, waar de kist van De Ruyter staat. | Foto links: Han van Gool (1994); foto rechts: collectie SAA, foto’s eigen fotodienst (1985), beeldbank SAA (BMAB00013000077_002 en 010122013542).
Normaal gesproken is de grafkelder niet voor publiek toegankelijk – de toegang is afgesloten met een slot uit de zeventiende eeuw, gemaakt van brons (dat is vonkvrij, het slot was oorspronkelijk bedoeld voor een kruitkamer). Tijdens Open Monumentendag Amsterdam op 14 en 15 september krijgen bezoekers de unieke kans om de grafkelder te bezoeken!
Archeologen aan het werk in De Nieuwe Kerk. | Foto: Monumenten en Archeologie (2024).
Resultaten archeologisch onderzoek 2023 bekend
Niet alleen Michiel de Ruyter ligt begraven in De Nieuwe Kerk. Sinds de inwijding van de kerk in 1408 werden mensen tot 1866 in en rondom het gebouw begraven. Daarna was het verboden om in Amsterdamse kerken te begraven. Dat er bij het vooronderzoek, dat de archeologen van de gemeente Amsterdam in mei 2023 deden, voornamelijk menselijke resten zijn gevonden verwondert dus niet. Bij dit vooronderzoek is geïnventariseerd hoeveel archeologische resten er nog op het bouwterrein zijn. Er zijn toen 51 begraven individuen gedocumenteerd. Daarvan zijn 45 individuen geborgen voor fysisch antropologisch onderzoek, dat wordt uitgevoerd door studenten en fysisch antropologen van de Universiteit van Amsterdam. Alle menselijke resten die worden onderzocht, worden na het onderzoek herbegraven. Uit een eerste vergelijking van de opschriften op de grafkisten met de overgeleverde grafboeken blijkt dat deze mensen begraven zijn in de achttiende en negentiende eeuw. Waarschijnlijk kunnen met de uitbreiding van het bronnenonderzoek en fysisch antropologische analyse de meeste individuen geïdentificeerd worden. We kunnen hierdoor meer leren over de leefomstandigheden van deze Amsterdammers.
Links: Archeoloog Thijs Terhorst geeft uitleg bij de opgravingen in De Nieuwe Kerk. Rechts: rondom de zuilen wordt archeologisch onderzoek verricht. | Foto links: Isabell Janssen; foto rechts: Monumenten en Archeologie.
Andere vondsten
Naast menselijke resten zijn ook allerlei andere dingen gevonden. Van handvatten met doodskoppen en kopspijkers met initialen tot grafgiften. Enkele van deze vondsten worden tijdens Ontdek De Nieuwe Kerk tentoongesteld. Ben je benieuwd hoe zo’n archeologisch onderzoek in z’n werk gaat? Je kunt dan vanaf de brug die speciaal hiervoor in de kerk is gebouwd, meekijken over de schouders van de archeologen. Zij onderzoeken nu de bouwplaats – een archeologisch beschermde zone – voordat de aannemer eind oktober aan de slag gaat. De brug maakt onderdeel uit van de nieuwe tentoonstelling Ontdek De Nieuwe Kerk over de historie van de kerk uit 1408. De archeologen zijn aan het werk te zien op woensdag tot en met vrijdag tussen 11.00 en 17.00 uur.
Eén van de archeologische vondsten die tijdens het vooronderzoek in 2023 werd gedaan: een handvat van een grafkist, met daarop een doodshoofd. | Foto: Isabell Janssen.
Activiteiten en Open Monumentendag Amsterdam
Tijdens Ontdek De Nieuwe Kerk kun je niet alleen meekijken met de archeologen, ook zijn er andere activiteiten. Je kunt een audiotour volgen langs diverse hoogtepunten en daarnaast is er iedere laatste zaterdag van de maand een rondleiding. Ook zijn er lezingen over de architectuur van de kerk en archeologie, en is er een spelletjesparcours voor kinderen. En tijdens Open Monumentendag Amsterdam op 14 en 15 september opent De Nieuwe Kerk ook haar deuren voor een bezoek aan de archeologische opgraving en de unieke bezichtiging van de grafkelder van Michiel de Ruyter. Van harte welkom!
Op zaterdag 14 en zondag 15 september openen weer 50 monumenten in Amsterdam hun deuren voor het publiek. Tijdens de 38ste editie van Open Monumentendag Amsterdam duiken we in ‘De Ondergrondse Stad’. Je kunt dan een kijkje nemen in De Nieuwe Kerk, op zaterdag en zondag tussen 10.00 en 17.00 uur. Onder andere de grafkelder van Michiel de Ruyter is te bezoeken – een unieke kans! En op zaterdag tussen 13.00 en 16.00 uur zie je onze archeologen Mina Jordanov en Thijs Terhorst aan het werk bij de opgravingen die nu gaande zijn in de kerk.
Benieuwd naar alle deelnemende monumenten en activiteiten? Bekijk het programma op de website.
Vanaf zaterdag 31 augustus openen de deuren van De Nieuwe Kerk met Ontdek De Nieuwe Kerk. Een tentoonstelling over de eeuwenlange en veelbewogen geschiedenis van de kerk, die onlosmakelijk verbonden is met Nederland en de stad Amsterdam. Bezoekers worden meegenomen langs diverse hoogtepunten middels een gratis audiotour. Te bezoeken van woensdag tot en met zondag tussen 11.00 en 18.00 uur. De archeologen van de gemeente Amsterdam zijn live aan het werk te zien op woensdag tot en met vrijdag tussen 11.00 en 17.00 uur. Lees meer op de website.
Wist je dat De Nieuwe Kerk eigenlijk een toren zou krijgen, van wel meer dan 100 meter hoog? Die is er nooit gekomen, al staat de aanzet wel. Lees er alles over in ‘De toren van de Gouden Eeuw’ van bouwhistoricus Gabri van Tussenbroek.
De afgelopen weken publiceerden we artikelen over andere panden die meedoen aan Open Monumentendag Amsterdam, zoals schuilkerken, Koude Oorlog-schuilplaatsen en het luchtventilatiegebouw van de IJ-tunnel. Lees hieronder terug.
Erfgoed van de Week | Fiere ventilatieschachten aan het IJ
De eerste ideeën voor een tunnel onder het IJ zijn er al in 1843. Na een lange strijd tussen de voorstanders van een brug en de voorstanders van een tunnel keurt de gemeenteraad in januari 1953 het plan voor een tunnel onder het IJ goed. Sinds 1968 verbindt de IJ-tunnel de beide oevers van het IJ. Het diepste punt van de tunnel ligt 12,5 meter onder de waterspiegel. Opvallend in het ontwerp van Enrico Hartsuyker zijn de 2 ventilatieschachten voor lucht, een nieuw verschijnsel in die tijd. Tijdens Open Monumentendag Amsterdam op 14 en 15 september is de zuidelijke schacht voor bezoekers geopend en is de maquette te zien.
Bouwtekening voor een IJ-brug door Jan Galman, tweede ontwerp uit 1857. | Bron: collectie Jan Galman (1857), beeldbank Stadsarchief Amsterdam (010059000001).
Eerste plannen voor een tunnel onder het IJ
De eerste plannen voor de bouw van een brug tussen de beide IJ-oevers dateren al van rond 1830, en de eerste ideeën voor een tunnel worden in 1843 en in 1857 geopperd. Een tunnel is moeilijker te bouwen dan een brug, maar heeft als voordeel dat de scheepvaart er geen last van heeft. Vanaf 1852 maakt de Amsterdamse aannemer Jan Galman diverse brugontwerpen. In zijn tweede brugontwerp zien we boven in vogelvlucht de brug zijwaarts met rijen pakhuizen. De afbeelding beneden toont de brug met bebouwing en ligplaatsen voor schepen in vogelvlucht (van uit het noorden de stad in).
In 1939 maakt industrieel T.C. Groot, eigenaar van een houtgroothandel in de Hamerstraat, een serieus ‘Plan voor de Y-tunnel’. Deze ondergrondse tunnel is bedoeld voor auto’s, fietsers en voetgangers. Het plan bevat monumentale ventilatiegebouwen, en roltrappen voor het langzame verkeer. Verschillende voorbeelden van tunnels, waaronder die onder de Maas in Rotterdam, voegt hij als voorbeeld toe. Om het belang van de tunnel te benadrukken geeft Groot in het plan een overzicht van alle industriële bedrijven die in Noord gehuisvest zijn. Het plan van Groot wordt ter kennisname naar de gemeenteraad gestuurd, maar blijft vervolgens liggen, ook omdat in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en financiering onzeker is. Gevolg is dat Noord – ook voor automobilisten – tot ver in de twintigste eeuw alleen per pont kan worden bereikt.
Plan van T.C. Groot voor de IJ-tunnel. | Tekening: A. Henrichs, uit: T.C. Groot, Plan voor Y tunnel, Amsterdam 1939 (pag. 43).
Niet meer treuren, niet meer zitten zeuren
Omdat het autoverkeer steeds meer toeneemt, wordt de noodzaak voor een ondergrondse tunnel breed gedragen. In 1952 krijgt de toenmalige burgemeester A.J. d’ Ailly een petitie aangeboden. Na een lange strijd tussen de voorstanders van een brug en de voorstanders van een tunnel keurt de gemeenteraad in januari 1953 het plan voor een tunnel goed. Volgens deze plannen moet de tunnel in 1962 worden geopend. De uitvoering kent echter oponthoud, onder andere door een investeringsverbod eind jaren 50; er is na alle wederopbouw even geen geld meer. Uiteindelijk wordt het werk hervat in oktober 1961. Er worden 9 grote caissons afgezonken in het IJ. Op 30 oktober 1968 is het eindelijk zo ver: Hare Majesteit koningin Juliana opent de ondergrondse verbinding onder grote belangstelling. Ter gelegenheid van de opening zingt volkszanger Willy Alberti De IJ-tunnelmarsmet kinderkoor ‘De Hazestaartjes’, onder begeleiding van de Amsterdamse politiekapel. Het refrein luidt: “Niet meer treuren, niet meer zitten zeuren want de tijd van wachten is voorbij. Vanaf heden duiken wij tevreden zij aan zij in de tunnel door het IJ.”
De totale lengte van het tunnel-tracé is 2025 meter, waarvan 1039 meter ondergronds is. De breedte is 24,80 meter en het diepste punt van de tunnel ligt 12,5 meter onder de waterspiegel. Een knap staaltje techniek! Wel moet voor de aanleg van de IJ-tunnel (en ook de metro) een groot deel van de Nieuwmarktbuurt wijken en wordt een groot deel van het Rijksdok en de scheepshellingen ter plaatse van het Marineterrein gesloopt.
Opening van de IJ-tunnel op 30 oktober 1968. Koningin Juliana wandelt met burgemeester Ivo Samkalden door de tunnel. | Foto: collectie SAA, beeldbank SAA (010122043269).
Lucht in de tunnel: een nieuw verschijnsel
Het idee voor ventilatieschachten aan het begin en het einde van een tunnel is dan nog nooit uitgevoerd in Amsterdam. De eerder gebouwde en kortere Coentunnel heeft geen ventilatie nodig; daarvoor zorgt het verkeer zelf. In de IJ-tunnel, die twee keer zo lang is, zijn flauwe bochten nodig om een juiste aansluiting te krijgen, maar dat betekent wel minder automatische doorstroming van lucht. Architect Enrico Hartsuyker van de Dienst der Publieke Werken maakt al in 1956 een maquette van de 2 torenschachten. Hartsuyker heeft daarbij ronde sculpturale torens voor ogen: 2 hoge van 35 meter voor de afvoer en 2 lage voor de aanvoer, met daaromheen een vierkant dienstgebouw bestaande uit horizontale betonnen platen met daartussen glas, alles in symmetrie. Dit ontwerp komt niet tot uitvoering.
Maquette van de doorsnede van de IJ-tunnel met het ventilatiegebouw. | Foto: Joop van Bilsen/Anefo (6-10-1964), beeldbank Nationaal Archief (2.24.01.04 916-9773).
Een nieuwe maquette van de ventilatieschachten wordt in 1964 gepresenteerd met hoekige dubbele torenschachten aan weerszijden, waartussen de dienstgebouwen geplaatst zijn; de schachten zijn 35 meter hoog en waaieren naar boven toe steeds breder uit (de maquette is ook te bekijken bij een bezoek tijdens Open Monumentendag Amsterdam!). De verse lucht wordt door middel van ventilatoren aan de inritzijde aangezogen en in de toevoerkanalen gebracht, en van daaruit door zijopeningen in de verkeersruimten. De verontreinigde lucht wordt via openingen aan de tegenoverliggende zijde door ventilatoren in de afvoerkanalen en vervolgens door de 30 meter hoge schoorstenen van de ventilatiegebouwen uitgeblazen. Hartsuyker maakt deel uit van het gemeentelijke IJ-tunnelteam. Voor de techniek en de constructie is B. Jansen van de gemeentelijke afdeling Tunnelbouw verantwoordelijk. Er wordt ook samengewerkt met scheepsbouwers, die een onderdeel van het ventilatiegebouw voor hun rekening nemen.
Bouw van de ventilatieschachten in Noord, aan de Meeuwenlaan. | Foto: collectie SAA (9-6-1966), beeldbank SAA (010122012740).
Vorm bepaald door de functie
De vormgeving van de tunnel en bijbehorende gebouwen is nauw verbonden met de functie. Dit benadrukt architect Hartsuyker in HetVrije Volk wanneer de IJ-tunnel in 1968 af is: “De ventilatiegebouwen hebben zich eigenlijk gevormd naar de functie die ze kregen te vervullen. Ik heb ze dus niet echt ontworpen zoals een architect zijn ontwerpen tot stand brengt.” Ondanks deze beperking heeft Hartsuyker in de vormgeving van de uiteinden van de tunnel een eenheid aangebracht. Ook wil hij van de ingangspartijen en gebouwen aangename verblijfplaatsen maken. Zo is het de bedoeling dat bij de ingangen zitbanken komen. Verticale pylonen tussen de beide tunnelbuizen naar ontwerp van Constant Nieuwenhuis moeten de entrees markeren. Deze beide onderdelen zijn niet doorgegaan.
Perspectieftekening van de IJ-tunnel, 1960-1968 (met verticale pyloon en zicht op twee ventilatietorens). | Bron: Wies van Moorsel, Dorothée Segaar-Höweler, Enrico Hartsuyker en Luzia Hartsuyker-Curjel, Modellen voor nieuwe woonvormen. Rotterdam 2008 (pag. 13).
De dienstgebouwen met een witte metalen gevelbekleding en de glad betonnen hoge ventilatieschachten vormen een eenheid met de tunnel. De opvallende torenhoge schachten zijn duidelijk zichtbaar als bakens in het stedelijke landschap. De vormgeving is modern en eigentijds. Het ontwerp is daarbij een typisch product van de zestiger jaren, toen het autoverkeer sterk toenam ten gevolge van de stedelijke uitbreiding van Amsterdam in Noord.
De vormgeving van het ventilatiegebouw is modern en eigentijds, de opvallende hoge schachten zijn duidelijk zichtbaar. | Foto: Edwin van Eis (26-7-2024), fotobank gemeente Amsterdam (78032).
Veiligheid en doorstroming
Uiteraard zijn uitgebreide voorzieningen getroffen om het verkeer veilig en vlot te laten doorstromen. Daarvoor is onder meer een bewakingssysteem aangebracht, zodat de verkeersleiding voortdurend een goed overzicht heeft over de gehele lengte van het tunneltracé. In de kokers zijn namelijk 22 televisiecamera’s geïnstalleerd, waarvan de beelden in een centrale post samenkomen. Tot dit bewakingssysteem behoren ook een alarminstallatie en een communicatiesysteem. De controlekamer van de verkeersleiding is in het gebouw bij de zuidelijke ventilatietoren gehuisvest. Naast de IJ-tunnel worden ook alle andere Amsterdamse tunnels hier gemonitord. Het aantal tunnels is door de jaren heen toegenomen. Het huidige gebouw voldoet niet meer aan de eisen van de huidige tijd (qua techniek en werkruimte). De gemeente heeft daarom in 2020 besloten om een nieuw duurzaam gebouw voor de verkeersleiding op een nieuwe plek te bouwen. Begin 2026 zal dit gebouw waarschijnlijk in gebruik worden genomen.
Interieur van de controlekamer van de verkeersleiding IJ-tunnel. | Foto: Doriann Kransberg (5-11-2004), beeldbank SAA (D10155001496).
Eén dag per jaar dicht voor auto’s tijdens de Dam tot Damloop
De tunnel is (los van incidentele nachtelijke sluiting voor het onderhoud) één dag per jaar niet voor auto’s toegankelijk. Al in 1959 wordt, in het kader van een tunnellobby, de eerste Dam tot Damrace georganiseerd. 140.000 mensen zien hoe de deelnemers van deze race zich op allerlei manieren van Amsterdam naar Zaandam verplaatsen. Met boten, helikopters en zelfgemaakte vlotten gaan de deelnemers het IJ over. En de burgemeester van Zaandam steekt zelfs, in duikpak, lopend over de bodem het Noordzeekanaal over! Veel later komt het evenement in een andere vorm terug: op 3 november 1985 vindt de eerste Dam tot Damloop via de IJ-tunnel plaats. Het evenement viert volgend jaar zijn veertigste verjaardag en wordt elk jaar op de één-na-laatste zondag van september gehouden. Inmiddels is het evenement uitgegroeid tot het grootste hardloopevenement van Nederland met meer dan 40.000 lopers.
De Dam tot Damlopers komen uit de IJ-tunnel. | Foto: Rob Bogaerts/Anefo (12-10-1986), beeldbank Nationaal Archief (2.24.01.05 933-7871).
Open Monumentendag Amsterdam
In het kader van Open Monumentendag Amsterdam, dat dit jaar als thema ‘De Ondergrondse Stad’ heeft, is de ventilatieschacht van aan de zuidkant (centrumkant) van de IJ-tunnel dit jaar te bezoeken! Zowel op zaterdag 14 als zondag 15 september ben je tussen 10.00 en 16.00 uur welkom voor een rondleiding.
Erfgoed van de Week
In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed, Open Research Amsterdam, instagram @monumentenarcheologie, X @erfgoed020 en Facebook Monumenten en Archeologie delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden. Dit artikel is geschreven door Ellen van Kessel.
Op zaterdag 14 en zondag 15 september openen weer 50 monumenten in Amsterdam hun deuren voor het publiek. Tijdens de 38ste editie van Open Monumentendag Amsterdam duiken we in ‘De Ondergrondse Stad’. Je kunt dan een rondleiding krijgen door het zuidelijke ventilatiegebouw van de IJ-tunnel (adres: Dijksgracht 1). Benieuwd naar alle deelnemende monumenten en activiteiten? Bekijk het programma op de website.
Ter gelegenheid van de opening in 1968 zingt volkszanger Willy Alberti De IJ-tunnelmars met kinderkoor ‘De Hazestaartjes’, onder begeleiding van de Amsterdamse politiekapel. Het refrein luidt: “Niet meer treuren, niet meer zitten zeuren want de tijd van wachten is voorbij. Vanaf heden duiken wij tevreden zij aan zij in de tunnel door het IJ.”
T.C. Groot, Plan voor de aanleg van een IJ-tunnel, Amsterdam 1939.
Harry Bijl, Een monument onder ’t IJ, Gemeente Amsterdam 2018. Jubileumuitgave ter gelegenheid van 50 jaar IJ-tunnel.
Wies van Moorsel, Dorothée Segaar-Höweler, Enrico Hartsuyker en Luzia Hartsuyker-Curjel. Modellen voor nieuwe woonvormen, Rotterdam 2008.
Dam tot Damloop
Ook een keer door de tunnel lopen? Op 21 en 22 september 2024 is weer de jaarlijkse Dam tot Damloop. Lees meer over de historie van de hardloopwedstrijd op de website.
Er komt een fiets- en voetgangersbrug over het IJ aan de oostkant van de stad. Deze Oostbrug verbindt het Hamerkwartier in Amsterdam Noord met het Azartplein in Amsterdam Oost. Nu vaart er nog een pont over dit stuk IJ. Lees er meer over op de website.
De afgelopen weken publiceerden we artikelen over andere panden die meedoen aan Open Monumentendag Amsterdam, zoals schuilkerken en Koude Oorlog-schuilplaatsen. Lees hieronder terug.