Erfgoed van de Week | Leeuwenburg
Onderdeel van
Trefwoorden
Brute betonkolos aan de oevers van de Amstel
Aan de oevers van de Amstel staat Leeuwenburg, een opvallend kantoorgebouw uit 1977. Een brute betonkolos met grindbetonnen gevels, afwisselende volumes en diepliggende vensters. Het was eerst in gebruik als hoofdkantoor van de Rijkspostspaarbank, daarna kwam de Hogeschool van Amsterdam erin en het is nu in afwachting van een nieuwe transformatie. Hopelijk blijft de brutalistische verschijningsvorm van het gebouw hierbij zoveel mogelijk intact.
Kantoorgebouw Leeuwenburg, toen Postbank N.V. Links het Amstelstation. Opname uit 1987, nog voor de realisatie van de luifel en de aanleg van de hellingbaan. | Foto: Martin Alberts (1-4-1987), beeldbank Stadsarchief Amsterdam (010122002096).
Brutalisme
De sculpturale betonkolos Leeuwenburg, met zijn grindbetonnen gevels en vierkante, diepliggende vensters, is een goed voorbeeld van de ‘brutalistische’ betonarchitectuur uit de jaren 70. Het gebouw is de kroon op het werk van architect Piet Zanstra van architectenbureau Zanstra, de Clercq Zubli, Lammertsma & Partners. In Amsterdam staan meer projecten van Zanstra’s hand, denk bijvoorbeeld aan de Atelierwoningen aan de Zomerdijkstraat, een rijksmonument en toonbeeld van het Nieuwe Bouwen. Of het onlangs zorgvuldig gerenoveerde Leonardo Hotel nabij het Rembrandtpark en de Europarking. Het gewraakte Maupoleum (officieel het Burgemeester Tellegenhuis) aan de Jodenbreestraat werd in 1994 gesloopt.
Luchtfoto van Leeuwenburg, waarbij goed de bijzondere opbouw van de volumes te zien is. Op de voorgrond de Weespertrekvaart. | Foto: archief dienst RO (10-6-1986), beeldbank Stadsarchief Amsterdam (B00000037244).
‘Boetseren’ met de volumes
Kantoorgebouw Leeuwenburg (de naam is een verwijzing naar het logo van de Rijkspostspaarbank, eigenaar van het gebouw) verrees als één van de eerste kantoorgebouwen op het terrein van de voormalige Blooker cacaofabriek. Toen Leeuwenburg in 1977 werd opgeleverd was het, met een oppervlak van bijna 64.000 vierkante meter, één van de grootste kantoorgebouwen van Amsterdam. Toch is Zanstra er goed in geslaagd om de menselijke schaal bij het ontwerpen van dit gebouw niet uit het oog te verliezen. Deze ‘schaalverkleining’ zie je vooral terug in de bijzondere opbouw van de volumes. De hoogbouw langs het spoor diende als geluidsscherm voor de rest van het complex. Het oogt misschien wat massief, ondanks de ‘insnoeringen’ van het volume. Richting de Amstel loopt het gebouw echter trapsgewijs af. Alsof de architect hier aan het ‘boetseren’ is geweest met volumes. Dit deel bestaat uit speels gestapelde blokken die verspringen ten opzichte van elkaar. Al deze blokken of modules zijn op dezelfde wijze vormgegeven, met grindbetonnen panelen, afgeronde hoeken en telkens dezelfde venstervorm.
Opvallend aan het gebouw is de in opbouw en vormgeving ver doorgevoerde modulaire verschijningsvorm: speels gestapelde blokken met allemaal dezelfde vormgeving (grindbeton) en afgeronde hoeken. | Foto: Monumenten en Archeologie, 2020.
Futuristische vensters
De gevels zijn opgebouwd uit geprefabriceerde grindbetonnen panelen met een afmeting van telkens 1,80 bij 3,35 meter. De ruwe behandeling van het oppervlak van deze panelen, met diepe groeven of cannelures, levert een subtiel spel van licht en schaduw op. De vierkante vensters zijn in een regelmatig grid over de gevel verdeeld en lijken diep uit het beton te zijn ‘geponst’. Samen met de cannelures zijn de vensters zeer bepalend voor de plasticiteit en de beleving van de gevels.
Links: kenmerkend voor de jaren 70 zijn de hemelwaterafvoeren, die bestaan uit hangende kettingen met grote schakels. Rechts: de diepliggende vensters met afgeschuinde dagkanten zorgen voor een sterke schaduwwerking en plasticiteit van de gevel. | Foto’s: Monumenten en Archeologie, 2020.
Een ander markant onderdeel van het gebouw zijn de kunstig vormgegeven beluchtingspijpen die prominent in het zicht staan langs het fietspad. Hier zal de architect geïnspireerd zijn door de opvallende luchtkokers van het gelijktijdig gebouwde Centre Pompidou in Parijs.
De kunstig vormgegeven beluchtingspijpen, prominent in het zicht. | Foto: Monumenten en Archeologie (2020).
Buitenruimte als verblijfsruimte
De galerijen op de begane grond waren oorspronkelijk ook bedoeld als verblijfsruimte, met zitbanken verwerkt in de balustrades. De meeste hiervan zijn verdwenen, alleen aan de spoorzijde zijn ze nog aanwezig. Richting de Amstel gaan de galerijen over in ruime terrassen, die op hun beurt weer overgaan in brede trappen die aansluiten op het maaiveld langs het ‘schuine’ fietspad (het oorspronkelijke tracé van de Weespertrekvaart).
In het oorspronkelijke ontwerp had Zanstra de begane grond ontworpen als semi-openbaar voetgangersgebied met winkels en een restaurant. Toen duidelijk werd dat de Rijkspostspaarbank de eigenaar van het gebouw zou worden, kwam dit onderdeel te vervallen en werd hier het bedrijfsrestaurant gevestigd. In het hart van het gebouw, op de overgang van hoog- en laagbouw, was eerst een groot atrium met een binnentuin met een vijver. Deze binnenplaats is later dichtgezet.
Bijzondere aandacht verdient de vormgeving van de hoofdverdeelinrichting uit de bouwtijd, geleverd door het Zweedse ASEA. Deze is nog volledig in gebruik en kent een bijzondere, grafische vormgeving. | Foto: Monumenten en Archeologie, 2020.
Kantoortuinen en voetgangersgalerijen
De architectuur van Leeuwenburg weerspiegelt goed de tijdgeest van de jaren 70. De periode waarin men in de overtuiging was dat de technologie de samenleving voorspoed zou brengen. De eerste maanmissies waren net achter de rug en de economie was nog volop in haar naoorlogse groei. Leeuwenburg was toentertijd een toonbeeld van moderniteit en ‘efficiency’. Vanaf de jaren 60 was er bovendien meer oog voor de groeps- en democratiseringsgedachte, wat zijn weerslag had op de organisatie van bedrijven. Het zoeken naar een nieuw type kantoor met meer flexibiliteit en een menselijke maat paste daarbij. Bij Leeuwenburg zie je dat terug in de inrichting van de laagbouw met kantoortuinen en de voetgangersgalerijen en loggia’s. Met de grote oliecrisis in 1979 kwam er abrupt een einde aan dit vooruitgangsdenken.
Reclameposter van de Rijkspostspaarbank, met de kenmerkende leeuw. | Bron: BG E14/384 (affiche), 150 jaar Nederlandse reclame, ReclameArsenaal, via beeldbank Het Geheugen.
Transformatie en verduurzaming
Na het vertrek van de Rijkspostspaarbank was het gebouw tot vorig jaar in gebruik bij de Hogeschool van Amsterdam. Nu staat het aan de vooravond van een nieuwe transformatie en verduurzamingsopgave. De begane grond zal, zoals oorspronkelijk bedoeld, weer een semi-openbaar karakter krijgen, de verdiepingen opnieuw kantoren. In het stedenbouwkundig plan Amstelstation-Amsteloever neemt Leeuwenburg vanwege zijn ligging aan de stationstoegang en bijzondere brutalistische karakter een belangrijk cultuurhistorisch anker in. Hopelijk weten de ontwikkelaar en architectenbureau ZZDP (opvolger/voortzetting van bureau Zanstra) de ‘brutalistische’ verschijningsvorm van het gebouw zoveel mogelijk te respecteren.
Erfgoed van de Week
In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed, X @erfgoed020 en Facebook Monumenten en Archeologie delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden. Dit artikel is geschreven door Agnes Hemmes.
Bannerfoto: kantoorgebouw Leeuwenburg. | Foto: Monumenten en Archeologie (2020).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Brutalisme
Brutalisme, afgeleid van het Franse béton brut, is een uit het modernisme voortkomende internationale bouwstijl die vanaf de jaren 50 gestalte kreeg in sculpturale betonkolossen. Kenmerkend zijn een minimalistische vormgeving en een sterke benadrukking van de pure, onafgewerkte materialen (beton, baksteen, staal) enerzijds en de constructie anderzijds. Bij het grote publiek konden deze brutalistische kantoorgebouwen, rechtbanken, stadhuizen en bibliotheken niet altijd op waardering rekenen. Maar inmiddels begint daar verandering te komen. Het brutalisme krijgt een groeiende belangstelling.
Bruut
In 2023 is het boek Bruut – Atlas van het brutalisme in Nederland verschenen, dat een fraai overzicht geeft van de 100 ‘bruutste’ gebouwen van Nederland. Leeuwenburg is één van de iconen die in dit boek besproken wordt.
Bruut Bemind
Leeuwenburg is een goed voorbeeld van hoe de discussie wordt gevoerd rond jong erfgoed. Het is een actuele discussie, ook in andere steden. De podcastaflevering Bruut Bemind van de podcast Platte Grond speelt zich af in en rond het stadhuis van Terneuzen. Dit betonnen gebouw maakt nogal wat tongen los in Zeeland. Luister mee en hoor meer.
Eerder verschenen
We schreven al eerder over brutalistische bouwwerken in Amsterdam, zoals het hoofdgebouw van de VU en het inmiddels gesloopte Menno Simonszhuis. Ook verscheen er een artikel over Gerard Holt, architect van onder andere de Sint Josephkerk.
Afbeelding credits
Icon afbeelding: Kantoorgebouw Leeuwenburg. | Foto: Monumenten en Archeologie (2020).