Ambulantisering is de trend van de toename in het aandeel mensen met een Ernstige Psychiatrische Aandoening (EPA) dat thuis woont waarbij de behandeling en ondersteuning ambulant worden aangeboden. Vanaf 2008 heeft ambulantisering een nieuwe impuls gekregen. Het ministerie van VWS heeft met de GGZ-sector een akkoord bereikt om binnen de periode 2008 - 2020 het totaal aantal intramurale bedden met een derde te reduceren (Ministerie van VWS, 2013). Gemeenten hebben na de recente decentralisatie van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) meer verant-woordelijkheden voor het realiseren van ambulante begeleiding van kwetsbare groepen, waaronder ook de EPA-doelgroep (Rijksoverheid, 2015). Tevens zijn er inhoudelijke veranderingen in het aanbod: het opbouwen en behouden van een voor de persoon bevredigend maatschappelijk leven wordt een steeds belangrijker behandeldoel. Ondersteuning door familie, vrienden en (soms) professionele hulpverleners is hiervoor onontbeerlijk. Bij personen met een EPA die ambulant worden behandeld ontbreekt het vaak aan (toereikende) steun van familie en vrienden. De gemeente zou dan dergelijke ondersteuning moeten bieden. De ambulante behandeling van personen met een EPA omvat daarmee niet alleen een verandering van de behandeldoelen maar ook van de partijen die hierbij zijn betrokken.
Ondanks dat ambulantisering naar verwachting met veranderingen gepaard zal gaan op gemeentelijk, buurt-, instellings-, naasten- en cliëntniveau zijn mogelijke gevolgen voor deze niveaus binnen grootstedelijke omgevingen nog grotendeels onbekend. Uit een aantal studies blijkt echter dat (met name) het begeleiden en bevorderen van het maatschappelijk leven van personen met een EPA een complexe opgave is. In onderzoek naar het functioneren en zorg-gebruik van langdurig van zorgafhankelijke psychiatrische patiënten na de extramuralisering aan het eind van de vorige eeuw vonden de auteurs al dat ambulant wonende cliënten veel onvervulde behoeften met betrekking tot sociale contacten en hulp bij psychische problemen ervaren (Theunissen et al., 2013). De (maatschappelijke) participatie en sociale inclusie van mensen met een psychische kwetsbaarheid blijft in veel gevallen ook met de huidige nieuwe impuls nog een grote uitdaging. Hoewel een afname van het aantal cliënten in de gespecialiseerde GGZ en een toename van het aantal cliënten bij de Praktijkondersteuning Huisartsen-GGZ (POH-GGZ) zichtbaar zijn, blijft de beoogde intensivering van de ambulante hulpverlening aan mensen met een EPA achter (Trimbos, 2017; Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, 2018). Het Zorginstituut Nederland stelt dat ondersteuning bij participatie, vooral bij men-sen met een EPA, veelal niet van de grond komt. De noodzaak van goede samenwerking tussen professionals uit het sociaal domein en het zorgdomein, en samenwerking tussen gemeenten, UWV, zorgverzekeraars en -aanbieders wordt benadrukt (Zorginstituut Nederland, 2015). Samenvattend hebben gemeenten een rol gekregen in het bevorderen en begeleiden van het maatschappelijk herstel van mensen met een psychische kwetsbaarheid en zijn er veel signalen uit praktijk en literatuur dat de ambulante hulpverlening aan mensen met een EPA verbeterd dient te worden. Daarnaast is het perspectief van cliënten, naasten en burgers op de (toename van) ambulante hulpverlening nog nauwelijks onderzocht. In samenhang zijn deze constateringen aanleiding geweest voor de GGD Amsterdam om in samenwerking met Arkin en GGZ inGeest het onderzoeksprogramma ‘Ambulantisering Amsterdam’ te startten.

 

Hieronder vindt u meer informatie en ook is het rapport Wonen in de wijk met een ernstige psychische aandoening

https://magazines.amsterdam.nl/ggd-wonen-in-de-wijk/ggd-wonen-in-de-wijk-met-een-ernstige-aandoening1

Afbeelding credits

Icon afbeelding: 3D Amsterdam | Amsterdam.nl