OIS vraagt Amsterdammers periodiek of ze met bepaalde vormen van straatintimidatie zijn geconfronteerd, hoe zij dat hebben ervaren en waar het incident heeft plaatsgevonden. De vragen zijn onderdeel van de Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland.

Van de 3518 ondervraagde Amsterdammers geeft 41% aan de afgelopen 12 maanden een keer of vaker te zijn geconfronteerd met straatintimidatie. Het aandeel mannen dat in 2018 geconfronteerd werd met straatintimidatie is stabiel (30%). Vrouwen hebben, hoewel er sprake is van een daling sinds 2016 vaker te maken met straatintimidatie: van 59% naar 51%. Dat geldt vooral voor jongere vrouwen: 81% van de 15- tot 35-jarigen. Jongere mannen overkomt dit minder vaak (38%). Leeftijd speelt hier minder een rol.

Evenals de voorgaande jaren zijn de meest voorkomende vormen van straatintimidatie tegenover vrouwen nafluiten (34%), nasissen of naroepen met seksuele - of beledigende opmerkingen (25% voor beide vormen). Voor mannen is dat net als in 2017 het nageroepen worden met beledigende opmerkingen (25%).

Hoe men de intimidatie ervaart, varieert sterk met de wijze waarop men geïntimideerd is. De minst intimiderende vorm voor zowel mannen als vrouwen is nafluiten. Betast worden, achternagelopen, in het nauw gedreven of bespuugd wordt daarentegen door een ruime meerderheid van de vrouwelijke slachtoffers als zeer intimiderend ervaren. Amsterdamse mannen ervaren vooral achternagelopen worden of bespuugd worden als zeer intimiderend.

Hoewel de incidenten in een groot deel van de stad plaatsvinden, komen ze vaker voor op de drukke plekken in de stad. De omgeving van het Centraal Station, het Leidseplein en de Burgwallen worden vaak genoemd. Buiten het Centrum zijn dat plekken in Bijlmer Centrum en Jan Evertsenstraat/Mercatorplein.

Downloads