Bron en meer informatie: complex care HvA
Collection
(17)
Centre of Expertise Urban Vitality
-
Collection
Complex Care (HvA)
Complex Care is een onderzoeksprogramma dat zich richt zich op complexe zorg. Hierin staat de patiënt met meerdere aandoeningen centraal.
En wordt ingezet op de gezondheid van de patiënt met diverse lichamelijke, psychische of sociale gezondheidsproblemen.
Dit levert een complexiteit op die niet langer door één professional behandeld kan worden. Complex Care gaat daarom altijd over interprofessionele zorg, waarbij zorgprofessionals uit meerdere vakgebieden samenwerken bij het behandelen van dezelfde patiënt.
Bij Complex Care worden alle aspecten van complexe zorg onder de loep genomen. Zo wordt onder andere bekeken hoe een patiënt zo fit mogelijk een operatie in kan, hoe het thuisherstel verbeterd kan worden en hoe heropnames voorkomen kunnen worden.
DOEL
Het doel is bij te dragen aan het gedrag en de gezondheid van de patiënt. Het gewenste resultaat is een hogere kwaliteit van leven, functionaliteit, empowerment en deelname aan dagelijkse activiteiten.
Bij Complex Care gaat het om:
1. Interprofessioneel samenwerken
2. Coördinatie van zorg
3. Zorgtechnologie
4. Samenwerken met informele zorg -
Collection
Samen Vitaal en Zelfredzaam (HvA)
Het onderzoeksthema ‘Samen Vitaal en Zelfredzaam’ heeft tot doel om kwaliteit van leven van zowel degenen die zorg nodig hebben als van hen die deze zorg geven, zo hoog mogelijk te houden. Dit gebeurt door uit te gaan van een integrale aanpak van het zelfredzaamheids-vraagstuk in een grootstedelijke omgeving met een zeer diverse bevolking.
Bron: website HvA
-
Collection
Creatieve Technologie voor Vitaliteit (HvA)
Het onderzoeksthema ´Creatieve technologie voor vitaliteit´ ambieert om Amsterdammers door middel van de inzet van technologie en creatieve technieken in staat te stellen de regie over hun welzijn in de stad te verbeteren.
Het thema richt zich op inwoners van Amsterdam met onvoldoende eigen regie, ongezonde leefstijl (overgewicht, te weinig beweging), psychosociale problemen (eenzaamheid, depressie), beperkingen; tevens op mantelzorgers en formele zorgverleners.Bron: website HvA
-
Collection
Zorg in de Stad (HvA)
Het onderzoeksthema ‘Zorg in de Stad’ heeft tot doel nieuwe vormen van zorg in de wijk voor kwetsbare ouderen te ontwikkelen, gericht op het behoud van zelfredzaamheid. Het onderzoeksthema vindt primair plaats in Amsterdam Zuidoost.
Bron: website HvA
-
Collection
Gezonde, Bewegende Stad (HvA)
Het onderzoeksthema ‘Gezonde, Bewegende Stad’ heeft tot doel een gezonde leefstijl te bevorderen, door jong en oud in de stad in beweging te krijgen en zo optimaal mogelijk te laten bewegen en sporten.
Het thema richt zich op kinderen met motorische achterstanden, jeugd met obesitas en op inactieve Amsterdammers. Speciale aandacht gaat uit naar personen met een beperking.Bron: website HvA
-
Collection
Topsport & Topzorg: Grenzen Verleggen (HvA)
Dit onderzoeksthema heeft tot doel te onderzoeken hoe in uitzonderlijke situaties lichamelijke grenzen worden verlegd zonder complicaties, door twee uitzonderlijke onderzoeksterreinen, topsport en topzorg, met elkaar te verbinden en van elkaar te leren.
Dit thema richt zich op twee verschillende doelgroepen: topsporters enerzijds en patiënten in complexe zorgsituaties anderzijds. Beiden leveren een topprestatie, fysiek en mentaal, waarbij het een kunst is om grenzen te verleggen zonder dat complicaties optreden. De kennis die op de uitersten van de vitaliteits-as wordt ontwikkeld in de werelden van topsport en topzorg, wordt in dit onderzoeksthema bij elkaar gebracht.Bron: website HvA
-
Article
‘McDonald’s Is Good for My Social Life’
There is limited knowledge about key factors that enable adolescent girls with a low socioeconomic position (SEP) to adopt a healthy lifestyle. This paper aims to better understand the complexity of addressing health behaviour of adolescent girls with a low SEP by gaining insights into (i) the perspectives of adolescent girls with a low SEP (n = 26) on a healthy lifestyle, (ii) how to develop health promotion that fits these girls’ daily realities, by using participatory action research (PAR) in which girls developed health promotion materials. The study offers an understanding of girls’ daily lives and how health promotion could be improved.
Lems, E., Hilverda, F., Sarti, A., van der Voort, L., Kegel, A., Pittens, C., Broerse, J. & Dedding, C., ‘McDonald’s Is Good for My Social Life’. Developing Health Promotion Together with Adolescent Girls from Disadvantaged Neighbourhoods in Amsterdam 1 Jan 2020, In : Children and Society.
DOI: 10.1111/chso.12368 -
Article
Verward gedrag in de stad
De samenleving komt meer in aanraking met mensen die verward gedrag vertonen. Om professionals te helpen ontwikkelt de Hogeschool van Amsterdam (HvA) nu een onderwijsmodule voor omgang met verward gedrag.
Door de diversiteit aan achtergronden, vinden professionals het vaak lastig adequaat op te treden bij verward gedrag. “In de huidige aanpak missen we binding tussen het sociale en het medische domein, aldus de lector. “Daarom gebruiken we in de onderwijsmodule veel ervaringsdeskundigen, maar ook ervaringen uit het werkveld. Bijvoorbeeld de GGD, politie, reclassering en GGZ, maar ook naasten.” Kwekkeboom is opgetogen dat het onderwerp vanuit een brede groep betrokkenen aangepakt wordt. “We willen met de onderwijsmodule bereiken dat professionals uit verschillende disciplines onderling gaan discussiëren en elkaars kennis aanvullen. Zo wordt het handelingsrepertoire van professionals en deskundigen breder dan hun onafhankelijke discipline.” De invoering van de onderwijsmodule verward gedrag staat gepland aan het begin van schooljaar 2019-20.Video: https://youtu.be/BrSC3mfwBvM
-
Article
Gezond in de stad
Een groot aantal Amsterdamse kinderen heeft overgewicht en daardoor ook andere gezondheidsklachten. Een verkeerd voedingspatroon is vaak de oorzaak. Dat heeft gevolgen voor hun gezondheid op de korte en lange termijn. HvA-onderzoekers van het NUTRABCD-onderzoek gaan op zoek naar de oorzaken en de oplossingen.
-
Article
PAUL: hoe lichamelijke activiteit kan worden verbeterd
Inwoners van Amsterdam, en ook van andere grote steden, leven korter dan bewoners van meer landelijke omgevingen. Een reden hiervoor is dat zij te weinig bewegen. Hoe zorg je ervoor dat stadsbewoners actiever worden in de openbare ruimte, met behulp van een app? In het project PAUL (Playful data-driven Active Urban Living) ontwikkelen onderzoekers en studenten van de HvA zo’n app, die de Amsterdammers motiveert om meer te bewegen in de stad.
Situatie zomer 2018: Living Lab Oosterpark bestond al vanuit een eerder onderzoek van de HvA. Living lab Sloterpark wordt momenteel ingericht, de app wordt ondertussen doorontwikkeld en er lopen verschillende onderzoeken (literatuur review, studentenstudies, etc) voor het ontwikkelen van content voor de app.
Meer informatie: website PAUL HvA
-
Article
De bewegende stad Amsterdam
Een tekort aan lichaamsbeweging leidt tot een grote ziekte- en sterftelast in de bevolking (Gezondheidsraad, 2010). Het is daarom belangrijk dat mensen voldoende bewegen. In het verleden werd voornamelijk getracht mensen tot bewegen te stimuleren door middel van gedragsbeïnvloeding (via voorlichting) en door bevordering van deelname aan sport. Recentelijk komt men meer en meer tot inzicht dat ook de inrichting van de leefomgeving mensen tot meer bewegen kan aanzetten.
In dit rapport wordt de invloed van de leefomgeving op lichamelijke activiteit onderzocht op basis van literatuuronderzoek. Daarbij moet worden opgemerkt dat in iemands (persoonlijke) leefomgeving ook andere aspecten een belangrijke invloed op beweeggedrag hebben, zoals sociaalculturele, economische en psychologische factoren. Voor de ontwikkeling van in de praktijk werkzame initiatieven is het van belang bovenstaande aspecten steeds in onderlinge samenhang te bezien (Gezondheidsraad, 2010).
Dit rapport richt zich alleen op aanpassingen in de leefomgeving. Daarmee wordt de door mensen ingerichte bebouwde en onbebouwde leefomgeving bedoeld, inclusief maatregelen die snelheid en toegankelijkheid van het wegverkeer beïnvloeden. Gemakshalve zal dit worden aangeduid met de term “gebouwde omgeving”.
Doel van dit onderzoek is een overzicht te maken van wetenschappelijk onderbouwde maatregelen die het beweeggedrag van de Amsterdammer zouden kunnen stimuleren. De maatregelen worden beoordeeld op toepasbaarheid voor de Amsterdamse situatie en ingedeeld naar schaalniveau (vanaf straatniveau tot het niveau van de stad of regio) -
Article
Physiotherapy treatment approaches for survivors of critical illness
Purpose: The aim of this study was to develop practical recommendations for physiotherapy for survivors of critical illness after hospital discharge.
Methods: A modified Delphi consensus study was performed. A scoping literature review formed the basis for three Delphi rounds. The first round was used to gather input from the panel to finalize the survey for the next two rounds in which the panel was asked to rank each of the statements on an ordinal scale with the objective to reach consensus. Consensus was defined as a SIQR of ≤ 0.5. Ten Dutch panelists participated in this study: three primary care physiotherapists, four intensive care physiotherapists, one occupational therapist, one ICU-nurse and one former ICU-patient. All involved professionals have treated survivors of critical illness. Our study was performed in parallel with an international Delphi study with hospital-based health-care professionals and researchers.
Results: After three Delphi rounds, consensus was reached on 95.5% of the statements. This resulted in practical recommendations for physiotherapy for critical illness survivors in the primary care setting. The panel agreed that the handover should include information on 14 items. Physiotherapy treatment goals should be directed toward improvement of aerobic capacity, physical functioning, activities in daily living, muscle strength, respiratory and pulmonary function, fatigue, pain, and health-related quality of life. Physiotherapy measurements and interventions to improve these outcomes are suggested.
Conclusion: This study adds to the knowledge on post-ICU physiotherapy with practical recommendations supporting clinical decision-making in the treatment of survivors of critical illness after hospital discharge.Kwakman, R. C., Major, M. E., Dettling-Ihnenfeldt, D. S., Nollet, F., Engelbert, R. H., & van der Schaaf, M. (2019). Physiotherapy treatment approaches for survivors of critical illness: a proposal from a Delphi study. Physiotherapy theory and practice, 1-11.
-
Article
The Post-Intensive care Syndrom (PICS)
In Nederland worden jaarlijks ruim 86.000 ernstig zieke patiënten op een Intensive Care (ic) opgenomen, van wie naar schatting ongeveer 28.000 ic-overlevenden langdurige klachten ondervinden, ook wel samengevat onder de term post-intensive care syndroom (PICS). PICS staat voor het geheel van fysieke, mentale en cognitieve problemen, zoals spierzwakte (ICU-acquired weakness [ICU-AW]), verminderde cardiopulmonale capaciteit, angst, depressie, posttraumatische stressstoornis, concentratie- en geheugenproblemen. De aard van de beperkingen vraagt om interdisciplinaire revalidatie-behandeling, maar tot op heden bestaat hier geen gestructureerd revalidatietraject voor en krijgt minder dan de helft van de ic-overlevenden de juiste behandeling na ontslag uit het ziekenhuis.
Dettling-Ihnenfeldt, D. S., van der Schaaf, M., & Nollet, F. (2017). The Post-Intensive Care Syndrom (PICS): impact van een IC opname op het functioneren en implicaties voor revalidatiezorg. Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde, 39(5), 218-220.
Artikel te vinden op: revalidatie geneeskunde
-
Article
Kanker, niets om bij stil te staan?
Ondersteunende zorg bij kanker is belangrijk in alle fasen van de behandeling. Het helpt de behandeling beter te doorstaan en er beter van te herstellen.
Het lectoraat Functioneel herstel bij kanker zal zich richten op het bevorderen van de gezondheidsdimensies lichaamsfuncties, dagelijks functioneren, sociaal‑maatschappelijke participatie en kwaliteit van leven van mensen met kanker, en op de manier waarop paramedici en verpleegkundigen daaraan een positieve bijdrage kunnen leveren door de aanpassing van patiënten te ondersteunen en de eigen regie daar waar mogelijk te bevorderen. Een sterke focus zal daarbij liggen op de rol van bewegen en het bewegend functioneren.Bron en meer informatie: website HvA
-
Article
Kijk! Een gezonde wijk!
Slotermeer is uitgekozen voor een groot onderzoeksproject waarmee via een mobiele app wordt gemeten hoe mensen de gezondheid in hun wijk ervaren. Kijk! Een gezonde wijk heeft als doel om meer en betere informatie verzamelen over hoe gezond de wijk is ingericht en hoe gezond de bewoners van Slotermeer zijn.
In totaal verrichtten 74 buurtonderzoekers gezamenlijk 531 geldige metingen in Slotermeer tussen 29 april en 7 juni 2017. De onderzoekers beoordeelden 24 bestaande speel- en sportplekken die in speurtochten waren verwerkt. Ook maakten zij melding van andere plekken in de wijk, waar zij mensen zagen bewegen. Hier kwamen nog 19 nieuwe locaties uit.Het onderzoek werd gedaan met de mobiele app Kijk! Een gezonde wijk, die werd gebouwd door onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in samenwerking met bewoners uit Slotermeer. Experimenteren met zogeheten ‘burgerwetenschap’, waarin bewoners actief deelnemen aan wetenschappelijke onderzoeken wordt steeds populairder. Aan deze laatste, grote onderzoeksronde ging een uitgebreid traject vooraf dat al in 2014 startte.
Partners: GGD, HvA, Stadsdeel Nieuw-West, RIVM, Huis van de Wijk Eigenwijks
Bron en meer informatie: http://www.kijkeengezondewijk.nl
-
Article
Urban Vitality Zuidoost
De Hogeschool van Amsterdam (HvA) zet zich met Urban Vitality in voor het welzijn en de gezondheid van stadsbewoners.
Urban Vitality zoekt oplossingen voor de Amsterdamse problematiek binnen vijf thema’s.
Met het thema Zorg in de Stad worden nieuwe vormen van zorg in de wijk voor kwetsbare ouderen ontwikkeld, bijvoorbeeld een buurtziekenhuis in Zuid Oost, gericht op zorg én zelfredzaamheid van oudere patiënten.
Bron en meer informatie: Hva website
-
Article
Oorzaken en gevolgen van dieet patronen van Amsterdamse jongeren met verschillende achtergronden
Overgewicht en daaraan gerelateerde gezondheidsproblemen komen bovengemiddeld vaak voor bij Amsterdamse kinderen uit de lagere sociaaleconomische (SES) klasse en bij kinderen van niet-Nederlandse oorsprong. Over de exacte oorzaak is weinig bekend, maar voeding lijkt een belangrijke factor. Binnen het NUTRABCD-project onderzoekt het lectoraat Gewichtsmanagement de voedingspatronen van Amsterdamse kinderen. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt het voor de professional in de gezondheidszorg duidelijker welke groepen kinderen het belangrijkste zijn om op te focussen.
DOELSTELLING
Resultaten uit dit onderzoek bieden professionals in de gezondheidszorg meer inzicht in de relatie tussen voedingspatronen en gewichtsontwikkeling en de belangrijkste, sociaaleconomische voorspellers.
Daarnaast wordt een screeningstool ontwikkeld, waarmee op een snelle manier de energie-inname van een kind in kaart kan worden gebracht. Dit alles biedt de professional in de gezondheidszorg aanknopingspunten om een goed beeld te krijgen welke groepen jonge kinderen (en hun ouders) de belangrijkste doelgroepen zijn voor voedingsinterventies.
METHODE
De gebruikte data is afkomstig van de ABCD-studie (Amsterdam Born Children and their Development). Het NUTRABCD-onderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel start met het vastleggen van een aantal voedingspatronen van vijfjarigen in Amsterdam.
Per voedingspatroon kijken de onderzoekers naar de relatie met etniciteit, SES en gewicht op vijf- en tienjarige leeftijd. En wordt bepaald welke sociaal-economische factoren het voedingspatroon van een vijfjarige het beste voorspellen.
In het tweede deel wordt een screeningstool ontwikkeld waarmee op een snelle manier de energieinname van een kind in kaart kan worden gebracht. De tool is gebaseerd op de verzamelde voedingsdata van Amsterdamse kinderen en kan makkelijk worden toegepast door professionals in de gezondheidszorg.
RESULTAAT
Het NUTRABCD-onderzoek geeft inzicht in de sociaal-economische factoren/voorspellers van voedingspatronen, die zijn gerelateerd aan overgewicht op vijf- en tienjarige leeftijd. En het biedt een screeningstool waarmee op een snelle manier de energieinname van een kind in kaart kan worden gebracht. Het draagt op deze manier bij aan effectievere bestrijding van overgewicht bij kinderen in een lagere SES-klasse.