Artikel

Zijn wij de stad?

Hoe theater kan helpen kansongelijkheid te begrijpen

In 2022 deed Eva Baaren (hoofdredactie openresearch) mee aan 'Wij Zijn De Stad', een interactieve theatervoorstelling in de vorm van een levensgroot gezelschapsspel. Het doel van het spel: zo veel mogelijk mensen laten voelen wat kansongelijkheid is. Hieronder vind je haar verslag,

De inspiratiebron voor de theaterproductie  Wij Zijn de Stad was voor Pepijn Smit, artistiek leider van het sociaal geëngageerde PS | theater, de documentaire Klassen. Na het zien van deze serie waarin een aantal kinderen uit groep 8 te Amsterdam Noord wordt gevolgd, zette Smit alle andere plannen ervoor opzij. Hoog tijd dus om dit stuk te gaan zien, of eigenlijk: te gaan spelen.

Met een twintigtal collega's van het gemeentelijk cluster Digitalisering, Informatie en Innovatie. belandde ik achterin de Kromhouthal met een fictief paspoort en persoonsgebonden dobbelsteen in de aanslag op een soort van levensgroot ganzenbord. Aan het eind van mijn kronkelpad van zo'n  vijftig tegels stond een kleine, sappige chocoladetaart. Wie hem het eerst wist te bereiken mocht de taart verdelen.

Hardwerkende jongen met overgewicht

Om mijn nek hing het paspoort van Amir Youssef, een hardwerkende jongen met overgewicht uit een groot gezin met liefhebbende ouders, wonend in een achterstandswijk. Het feit dat hij een jongen was hielp hem in het spel vooruit. Dat zijn ouders bij elkaar waren en een eigen winkeltje hadden hielp ook.

Maar door zijn niet-westerse naam, slechtere gezondheid en achterstand op school hielden zijn kansen niet bepaald over. Na tien minuten spelen was er een aanzienlijk gat geslagen tussen de plek waar Amir stond, de middenmoters in het spel, en een klein clubje rijkeluiskinderen met dubbele voornamen helemaal vooraan. Slechts twee spelers waren er slechter aan toe dan Amir. Van de ene kon ik de naam niet lezen, op het plaatje van de ander stond Davina.

WijZijndeStad - foto: PS Theater

Foto: PS | theater

Maar net toen ik, Eva dus, dacht dat de booschap van het spel daarmee wel duidelijk was, gebeurden er dingen die ik niet zag aankomen. Zo raakte voor mij iemands koophuis onder water, verloor een ander zijn vaste inkomen en werd een derde beloond voor haar assertiviteit, om even later, door het lot bepaald, precies evenveel stappen in haar leven terug te moeten doen. 

Weldoordachte productie

Wij Zijn De Stad bleek dus ingewikkelder in elkaar te zitten dan ik had vermoed. Hoe verder het spel vorderde, hoe meer ik werd overtuigd van deze weldoordachte productie, waarin allerhande gebeurtenissen en beslismomenten in de formule waren meegenomen. De achterstand waarmee een speler begon was weliswaar nauwelijks in te halen, maar toch was ruimte voor keuzes en fortuinlijke omstandigheden die op de wilskracht van een mens bijzondere uitwerkingen leken te hebben. ‘Negen van de tien keer wint één van de personages die kansrijk geboren wordt’, vertelden projectleider Rian Evers en acteur Judith Schuur mij na afloop, ‘maar wat er tijdens het spel gebeurt en hoe dit wordt ervaren staat niet vast.’

Zo ook bij mij niet. Met mijn personage Amir ging het langzaam beter: hij kreeg hulp uit onverwachte hoek, begon aan een tweede opleiding, vond werk, een huurhuis en een lief. Maar terwijl hij goed vooruit ging bemerkte ik een vreemd soort ongemak. Zijn kansarme lotgenoten raakten nog meer bij hem achterop, en ik voelde me ineens onzeker over zijn verbeterde positie.

Donker hoekje

Dat ongemak sloeg om in ongeloof toen Amir door pure mazzel van plek moest ruilen met ene Jan Joris. Daardoor kwam Amir helemaal vooraan te staan, slechts enkele tegels verwijderd van de taart. Jan Joris werd op zijn beurt flink op achterstand gezet. Dit kan niet kloppen, dacht ik: voor Amir is deze sprong naar voren veel te groot. En Jan Joris dan? Dit was toch een spel over kansongelijkheid?

Overtuigd dat er een weeffout in het spel moest zitten, zocht ik oogcontact met de spelleider, maar die was allesbehalve in verwarring. Langzaam begon het te dagen dat mijn verwondering over het feit dat Amir zover had kunnen weleens aan mijzelf kon liggen. Toen ik daarover wat langer nadacht begon er klein venijnig lampje te branden in een donker hoekje van mijn geest.

Eva Baaren werkt bij het Chief Science Office van de gemeente Amsterdam en is redacteur van openresearch.amsterdam. Ze omschrijft zichzelf als een 'redelijk kansrijke witte vrouw opgegroeid in een Gelders middenklassegezin'.

Afbeelding credits

Icon afbeelding: WijZijndeStad - foto: PS Theater