Een analyse van stedelijke groene (on)rechtvaardigheid en de bestuurlijke capaciteit om stedelijke groene (on)rechtvaardigheid aan te pakken in Rotterdam en Utrecht

Dit onderzoek richt zich op de bestuurlijke capaciteit van Rotterdam en Utrecht bij het aanpakken van stedelijke groene (on)rechtvaardigheid. Door de kwetsbaarheid van stedelijke gebieden voor de gevolgen van klimaatverandering en de toenemende noodzaak voor steden om actie te ondernemen, wordt stedelijk groen ingezet als strategie om zich aan te passen aan klimaatverandering. Recente studies tonen echter aan dat de voordelen van stedelijk groen ongelijk verdeeld zijn, wat leidt tot klimaat(on)rechtvaardigheidsproblemen. Dit onderzoek maakt gebruik van een embedded multiple case study methodologie met als doel om meer inzicht te krijgen in hoe stedelijke (on)rechtvaardigheid wordt beoordeeld en om de bestuurlijke capaciteit in relatie tot stedelijke (on)rechtvaardigheid te analyseren.

Zowel Rotterdam als Utrecht tonen een mate van betrokkenheid bij het aanpakken van stedelijk groene (on)rechtvaardigheid. Ze erkennen bestaande ongelijkheden in de kwantiteit en kwaliteit van stedelijk groen, met name in oudere wijken en het stadscentrum. Utrecht toont een sterkere betrokkenheid door de ongelijkheid expliciet te erkennen en de verschillen in stedelijk groen consequent te erkennen. Rotterdam daarentegen heeft een bredere focus op de algehele aantrekkelijkheid en leefbaarheid van de stad, zonder expliciete vermelding van ongelijkheid of verdeling van groene onrechtvaardigheid in de onderzochte documenten en visie. Verder laten de bevindingen zien dat er behoefte is aan meer op maat gemaakte en inclusieve benaderingen om bewoners te betrekken bij besluitvormingsprocessen. Op dit moment hebben belanghebbenden het gevoel dat hun inbreng door de autoriteiten wordt genegeerd, wat duidt op een kloof tussen aspiraties voor procedurele groene rechtvaardigheid en de praktische uitvoering. Hoewel beide steden in hun beleidsdocumenten niet expliciet ingaan op erkenning van groene (on)rechtvaardigheid, erkennen ze wel de diversiteit van de stad. Er is echter nog ruimte voor verbetering als het gaat om de vertegenwoordiging van de diversiteit van buurten in participatieprocessen.

De bestuurscapaciteit van beide steden draagt bij aan het aanpakken van klimaat(on)rechtvaardigheid in stedelijke groene initiatieven, waarbij Utrecht iets hoger scoort. Alle dimensies van bestuurscapaciteit (weten, willen en mogelijk maken) zijn echter even belangrijk voor effectieve verandering. Het toenemende bewustzijn van stedelijke groene (on)rechtvaardigheid als prioriteit wordt waargenomen in beide steden, met name in Utrecht.

Concluderend benadrukt dit onderzoek het belang van bestuurscapaciteit bij het aanpakken van klimaat(on)rechtvaardigheid in stedelijke groene initiatieven. Met de verwachting van voortdurende klimaatverandering en meer extreme weersomstandigheden, zal stedelijke groene (on)rechtvaardigheid wereldwijd steeds relevanter worden. De bevindingen bieden waardevolle inzichten voor Rotterdam, Utrecht en andere steden, die de ontwikkeling van meer inclusieve en rechtvaardige benaderingen van stedelijk groen in het licht van de uitdagingen van klimaatverandering vergemakkelijken.

Auteur: Rosaline Pinto 

Masterscriptie voor de Master Sustainable Development, Faculteit Geosciences van de Universiteit Utrecht. Track: Earth System Governance

Afbeelding credits

Icon afbeelding: "Utrecht" "Groen" Photo by Matt Mutlu on Unsplash

Downloads