Wildernis in algoritmen
Part of
Keywords
Kan artificiële intelligentie de natuur redden?
Stel je voor: de natuur op aarde wordt behouden, en zelfs verbeterd. Uitgestorven diersoorten komen weer tot leven. En daar hoeft de mens eigenlijk niets voor te doen. Hij kan het beschermen en creëren van natuurgebieden overlaten aan de technologie.
Stel je voor dat je delen van de aarde ‘beter’ zou kunnen maken. Dat je vervuilde gebieden zou kunnen schoonmaken, afgebrande bossen zou kunnen laten teruggroeien en uitgestorven dieren opnieuw te voorschijn zou kunnen toveren. En voor dit alles zou je als mens nog maar nauwelijks iets hoeven doen. De gebieden beschermen zichzelf met behulp van geavanceerde, zelf lerende technologie. Het lijkt te mooi om waar te zijn. Of misschien toch…?
In een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Cell vragen B. Cantrell, L. Martin en E. Ellis het zich hardop af. De wetenschappers verkennen in dit artikel, Designing Autonomy, de implicaties van een imaginaire ‘wildness creator’, een vorm van artificiële intelligentie (AI) die zelfstandig autonome natuurgebieden creëert en beschermt. Zou dit werkelijk de toekomst kunnen zijn van de conservatiebiologie en van het natuurbehoud op aarde?
Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst kijken hoe zo’n ‘wildness creator’ er in de ogen van deze auteurs uit zou gaan zien. Ze schrijven dat het gaat om een ‘niet-menselijke intelligentie, die oorspronkelijk wel is ontworpen door mensen, maar die in staat is om zelf nieuw strategisch gedrag te ontwikkelen en relaties aan te gaan met verschillende organismen in het ecosysteem’. Het uiteindelijke doel is om een ‘wild ecosysteem te behouden waar mensen geen invloed op hebben. Algoritmen die het systeem controleren leren uit de context en uit het gedrag van organismen en worden niet geprogrammeerd door mensen.’
Mensen zouden er in zo’n gebied niets van merken dat de gehele infrastructuur wordt gemonitord en gereguleerd door de ‘wildness creator’. Ze zouden in hun beleving ‘pure’, ‘ongerepte’ natuur ervaren. Omgekeerd zou ook ‘de natuur’ geen last hebben van mensen, omdat de ‘wildness creator’ alle sporen van mensen direct zou uitwissen volgens zich steeds verder ontwikkelende, steeds slimmer wordende algoritmen.
Voor alle duidelijkheid: de technologie die de wetenschappers voor zich zien, is er op dit moment (nog) niet. Toch vinden ze het tijd dat we ons afvragen wat de gevolgen van dergelijke verregaande deep learning-methoden zouden zijn wanneer die zouden worden toegepast in de ecologie. Er is namelijk nu al een duidelijke trend zichtbaar in de richting van steeds verder gaande automatisering.
‘Een van onze doelen was om het idee dat technologie “onnatuurlijk” en “tam” is in plaats van natuurlijk en wild ter discussie te stellen’, licht auteur Laura Martin in een e-mail toe. Tegelijk wijst ze erop dat ze ook ethische vragen wilden uitlokken. Zo worden mensen uitgesloten van het beslissingsproces. Bovendien zou ‘macht worden geconcentreerd bij de makers van de wilderness creators’. Als die zelf gaan leren en beslissingen nemen, wie is er dan voor verantwoordelijk en aansprakelijk? ‘In die zin zijn de ethische kwesties vergelijkbaar met die van zelfrijdende auto’s.’
Het management van natuurgebieden vergt steeds meer menselijk ingrijpen. Denk aan alle drones en andere vormen van beveiliging die mensen inzetten om de overgebleven neushoorns en andere megafauna in Afrika te beschermen. Paradoxaal genoeg kost het reduceren van de invloed van de mens op ecosystemen dus steeds meer en steeds intensiever menselijk management. Waarbij uiteraard de mens telkens bepaalt hoe de natuur ‘hoort te zijn’. Wat is natuur? Wat is wildernis? Allemaal vragen die wij mensen beantwoorden. Met als gevolg dat we ‘wilde natuur’ zoals die is ontstaan door het ‘rewilding project’ in de Oostvaardersplassen prachtig vinden, maar dan liever wel zonder zielige, stervende paarden in de winter. We willen dolgraag de laatste neushoorns in Afrika beschermen terwijl de ecologische functie van deze iconische dieren in het ecosysteem in feite al lang is uitgespeeld.
We kunnen onze menselijke neiging om in te kleuren wat wij onder ‘goede, pure, wilde natuur’ verstaan niet gemakkelijk onderdrukken waardoor we waarschijnlijk niet altijd de beste keuzes maken. In dit licht wordt het idee van een niet-menselijke intelligentie die de rol van beschermer van ecosystemen op zich neemt iets begrijpelijker. Zo’n vorm van intelligentie komt wellicht op ideeën waar mensen simpelweg nooit op zouden komen, gehandicapt als we zijn door onze antropocentrische blik.
Bron: Bloemink S. 2017. Wildernis in algoritmen: Kan artificiële intelligentie de natuur redden? De Groene Amsterdammer.
Image credits
Icon image: De Groene Amsterdammer - Wildernis in algoritmen 2