Managementsamenvatting

Aanleiding voor dit rapport

Sinds 27 juni 2016 beschikt de provincie Noord-Holland over ruimtelijk beleid voor zonne-energie in het landelijk gebied. Het beleid is vastgelegd in de beleidsnota Perspectief voor Zon in Noord-Holland en juridisch bestendigd in artikel 32a van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) en de bijbehorende Uitvoeringsregeling.

Bij de vaststelling van het beleid is besloten na 2 jaar te evalueren. Voor u ligt het resultaat van deze evaluatie. We spreken niet over een "evaluatie", maar over een "herijking", nu de wereld van de zonne-energie nog volop in ontwikkeling is. De herijking resulteert in een beleidsadvies aan het provinciaal bestuur.

Opzet en werkwijze

Ten behoeve van deze herijking is in beeld gebracht welke concrete resultaten de afgelopen twee jaar zijn geboekt, hoe er door onze partners wordt gekeken naar de provinciale spelregels en welke relevante ontwikkelingen zich sinds de vaststelling van het beleid hebben voorgedaan

Hiertoe is geput uit de grote hoeveelheid adviezen, rapporten, beleidsdocumenten, gesprekken en kennissessies die de afgelopen twee jaar hebben plaatsgevonden en zijn verschenen. Aanvullend is een enquête uitgevoerd onder alle Noord-Hollandse gemeenten en zijn thematafels georganiseerd. Ook is er een ruimtelijke kwaliteitsanalyse uitgevoerd.

Beleidsadvies

Zonneparken in het bredere energie-perspectief:

Om de energietransitie-doelstellingen te behalen is in Noord-Holland een belangrijke rol weggelegd voor zonne-energie en daarmee ook voor het provinciaal beleid daaromtrent. Met oog op het aanstaande Klimaatakkoord en de bijbehorende Regionale Energiestrategieën (RES) is het van belang dat regio’s vooruit kunnen met het provinciaal beleid voor "zon". Dit zal voldoende perspectief en ruimte moeten bieden.

Het denken over zonne-energie in landelijk gebied, de insteek van deze herijking, kan niet los worden gezien van de aanzienlijke mogelijkheden in binnenstedelijk gebied en via nutfuncties (o.a. water, infrastructuur). Hoewel de hoeveelheid zonnestroom hier gestaag toeneemt, resteert er nog altijd een aanzienlijk potentieel.

Via diverse activiteiten en beleidsinstrumenten zet de provincie Noord-Holland in op het verzilveren van dit potentieel. Gelet op de stand van zaken en de toenemende druk op de energie-opgave verdient het echter aanbeveling te zoeken naar aanvullende versnellingsinstrumenten. Daarbij verdienen in ieder geval `zon op water’ en `zon langs infra’ bijzondere aandacht, gelet op de provinciale sturingsmogelijkheden en het energetisch potentieel aldaar. Maar ook daar waar de provinciale rol minder direct is, zoals rond bestaande daken, kunnen aanvullende samenwerkingen en arrangementen verkend worden. Onder meer in het kader van de Regionale Energiestrategieën (RES).

Ondanks de grote potentie in het binnenstedelijk gebied en via nutsfuncties blijven zonneparken in het open landelijk gebied, in ieder geval op korte en middellange termijn, noodzakelijk om de energietransitie-doelen te behalen. Volgtijdelijkheid tussen binnenstedelijk gebied en landelijk gebied moet nog altijd worden afgewezen

t.a.v. artikel 32a Provinciale Ruimtelijke Verordening:

De kaderstellende rol die de provincie neemt met artikel 32a PRV wordt, over het algemeen, door onze partners gewaardeerd en sluit ook aan bij de uitgangspunten uit de Omgevingsvisie NH2050 die momenteel ter besluitvorming voor ligt. Het gaat dan om het uitsluiten van kwetsbare gebieden, het waarborgen van tijdelijkheid en het initiëren van locatie- en inpassingscriteria.

In het kader van de aanstaande Omgevingsverordening wordt gewerkt aan een nieuwe, integrale verordening. Hierbij wordt onder meer een vereenvoudiging van de provinciale beschermingsregimes verkend. Eventuele nieuwe inzichten uit het onderzoek naar de mogelijkheden voor duurzame energie in de Stelling van Amsterdam / Nieuwe Hollandse Waterlinie kunnen hier ook worden meegenomen.

t.a.v. de GS-uitvoeringsregeling:

 De spelregels rond locatie, omvang en inpassing van zonneparken vormen nog altijd een belangrijke waarborg voor de provinciale belangen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, bodem, ecologie, landbouw en energie-infrastructuur.

Er is echter een aantal aanvullende inzichten op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, bodem & ecologie en maatschappelijke meekoppelkansen dat een plaats verdient binnen het provinciaal ruimtelijk beleid. Deze inzichten kunnen juridisch worden verankerd in de Uitvoeringsregeling (zie bijlage I). Aanvullend kan een brochure "Kwaliteitsimpuls Zonneparken" worden opgesteld als inspiratiedocument met voorbeelden (zie bijlage V).

Voorts kunnen de spelregels rond locatie, omvang en inpassing onder omstandigheden te rigide uitpakken. Zo kunnen de hoogte-eis (max. 1,50 m) en de locatie- en omvangeisen in de weg staan aan plannen met weldegelijk goede ruimtelijke kwaliteit of anderszins ruimtelijke meerwaarde, bijvoorbeeld op het gebied van ecologie, klimaatadaptatie of landbouw. De regeling voor "stimuleringsgebieden" voorziet in een nuttige maatwerkmogelijkheid, maar deze is nu alleen geschikt voor initiatieven groter dan 25 hectare.

Geadviseerd wordt enerzijds een afwijkmogelijk op te nemen voor de hoogte-eis en anderzijds de "stimuleringsgebieden"-regeling te verbreden tot een meer algemene maatwerkvoorziening, gebaseerd op het uitgangspunt `meerwaarde voor de fysieke leefomgeving’. Hiermee wordt ook de nodige extra ruimte geboden aan zonnepark-ontwikkelingen, mits zij een bijdrage leveren aan de Noord-Hollandse ruimtelijke belangen. In bijlage I is een voorstel opgenomen, mede geïnspireerd op het ruimtelijk beleid van collega-provincies.

All rights reserved CR openresearch.amsterdam

Image credits

Icon image: solarminigrid

Downloads