Onderzoeker: Provincie Noord-Holland, in samenwerking met: Gemeente Amsterdam, Gemeente Aalsmeer, Gemeente Haarlemmermeer, Port of Amsterdam, Greenport Aalsmeer, Schiphol Group SADC, Ministeries van I& en EZ, Bureau MRA
PROJECT |
KORTE OMSCHRIJVING |
TREKKER |
Ruimtelijk Economische Strategie Westas |
Op basis van kwantitatieve en kwalitatieve randvoorwaarden voor een circulaire economie is een voorstel voor beleid ontwikkeld om voldoende ruimte voor een circulaire economie zeker te stellen en de regio als circulaire vestigingsplaats te positioneren. |
Provincie |
Warmteprojecten (en biomassa) |
Voorstel voor opzet van concrete projecten om warmte datacenters en biomassa glastuinbouw te gebruiken voor warmte glastuinbouw, kantoren en wonen. |
Greenport |
Bouwlogistiek |
Onderzoek naar bouwlogistieke stromen. Er lijkt een mismatch te zijn tussen aanbod en vraag van circulaire grondstoffen. Nader onderzoek wordt voorgesteld naar omvang, bruikbaarheid en logistiek. |
Haven Amsterdam |
Circulaire werklocaties (Afwegingskader circulaire gronduitgifte) |
Op basis van duurzame ambities is een werkwijze ontwikkeld voor circulaire gronduitgifte uitgaande van de ruimtelijke mogelijkheden van de locatie en de financiële gevolgen voor de koper. |
Haarlemmermeer/ SADC |
Managementsamenvatting
In 2015 hebben de deelnemers aan de Amsterdam Logistics Board het Manifest Westas gepubliceerd omdat zij het gebied ten westen van Amsterdam (Airport, Seaport, Greenport en in zekere zin Dataport) uitermate geschikt achtten om de circulaire economie te faciliteren. Het was een oproep aan de betrokken overheden om deze economie sneller en (fysiek) beter te faciliteren. Een gelegenheidscoalitie werd gestart met 12 partners: Schiphol, Haven, Greenport Aalsmeer, AMS-IX (later Dutch Datacenter Association), SADC, gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer, provincie Noord-Holland en de ministeries (toen nog) EZ en I&M.
De Ruimtelijk-Economische Verkenning Westas (2017) ging over de kansen voor een "circulaire werkplaats" en concludeerde dat hier inderdaad genoeg kansen lagen. Dit vertaalde zich in de afspraak dat de partners op eigen kracht projecten zouden opstarten, maar daarbij tegelijkertijd de samenwerking met de andere partners zouden zoeken. Vier projecten zijn verder uitgewerkt.
Het denken over de circulaire economie heeft sinds 2014 een grote vlucht genomen. Projecten komen eerder en eenvoudiger van de grond. Deze "Ruimtelijk-Economische Eindrapportage Westas" laat nu zien wat de ruimtelijke consequenties zijn van een circulaire economie, zowel qua kwantitatieve vraag als de kwalitatieve condities. De rapportage baseert zich daarvoor op onderzoeken naar de vraag naar vestigingslocaties in een circulaire economie en de ruimtelijke randvoorwaarden.
Uit de analyses en onderzoeken, met name van Ecorys en Metabolic, komt naar voren dat de Westas een goede vestigingsomgeving is voor circulaire bedrijven. Dit komt vooral vanwege de bedrijven die hier al aanwezig zijn en basis kunnen zijn voor het sluiten van circulaire waardeketens. Het gebied heeft daarvoor belangrijke eigenschappen: de relevante expertise bij bedrijven en de aanwezigheid van stedelijke gebieden in hogere dichtheden die zorgen voor omvangrijke reststromen.
Tegelijkertijd, zo blijkt ook, is een circulaire economie niet beperkt tot een gebied als de Westas of de regio. Het sluiten van de circulaire keten is mede afhankelijk van productiemethode en logistieke transportkosten. De optimale schaal daarvoor kan ook liggen op bovenregionaal en zelfs internationaal niveau. Denk bijvoorbeeld aan de verwerking van plastics, accu’s en matrassen. De laatste twee worden binnen de MRA in Lelystad verwerkt, maar de aanvoer van accu’s en matrassen gebeurt uit respectievelijk heel Europa en heel Nederland. Ingezameld plastic wordt, afgezien van verbranding, geheel buiten de MRA verwerkt.
Ook blijkt dat de circulaire economie bij productie en logistiek energie vraagt: de energietransitie is noodzakelijk voor het succes van een circulaire economie. Uit andere onderzoeken blijkt dat vooral het Noordzeekanaalgebied (NZKG-gebied) de ruimteclaims voor de energietransitie moet opvangen (havengebonden faciliteiten voor wind op zee, opslag duurzaam gewonnen energie in waterstof). De circulaire economie heeft in het verlengde baat bij de aanwezigheid in het NZKG-gebied van boven- en ondergrondse infrastructuur (elektriciteit, warmte, CO2). Circulaire bedrijven zullen zich dan ook vooral willen vestigen in het Havengebied.
Zeker is dat de circulaire economie en de energietransitie "are here to stay". Dit zien we terug in ‘bottom-up’ initiatieven met veel start-ups en ‘top-down’ vanuit regelgeving en het landelijk klimaatakkoord. Voor de ruimtelijke ontwikkeling heeft dit ook consequenties. Circulaire economie is vooralsnog niet kleinschalig, groen, stil, of schoon, maar verbonden met (grootschalige) productiefaciliteiten die om milieuruimte vragen en gepaard gaan met grote logistieke stromen. Circulaire economie vereist dan ook meer logistieke ruimte dan de traditionele industrie, zowel vanwege de verwerking dicht bij de (stedelijke) bron als vanwege de bijbehorende retourlogisitiek en (tijdelijke) opslag van materialen. Dit betekent voor het ruimtegebruik:
- Fysieke en milieuruimte: circulaire economie vraagt om ruimte die niet mengbaar is met andere stedelijke functies. Dit geldt zowel voor bestaande gebieden als nieuwe locaties. Op termijn zullen bedrijven opschaling behoeven (het begint bij startups, en succesvolle scale-ups).
- De vraag of opschaling ook altijd in de Westas moet gebeuren. Soms kan opschaling zelfs beter plaatsvinden in gebieden waar al een eco-systeem van bedrijven aanwezig is voor een specifieke waardeketen (Rotterdam, Antwerpen, Delfzijl).
Het onderzoek heeft zich met name gericht op twee materiaalstromen die vanwege hun volume al eerder (Amsterdam Circulair 2016) zijn geïdentificeerd als kansrijk voor de MRA: bouwmaterialen en biomassa en twee stromen die een nauwe relatie hebben met de energietransitie: warmte en CO2. In voor u liggende rapportage worden op basis van de onderzoeken conclusies getrokken. Voor het versterken en versnellen van de circulaire economie op de Westas moet aan de volgende doelstellingen zijn voldaan.
- Zekerstellen van de fysieke vraag naar circulaire bedrijvenlocaties
- Betere beschikbaarheid van logistieke – boven- en ondergrondse – netwerken
- Het versterken van de regionale circulaire waardeketens
- Het internationaal slim specialiseren als circulaire Westas; het richten op specifieke waardeketens,
Op basis van de analyse van vraag- en aanbod in een circulaire economie worden de volgende voorstellen gedaan. Deze zijn in bijlage 1 verder uitgewerkt tot concrete actiepunten.
ZEKERSTELLEN FYSIEKE VRAAG
1. Partijen spannen zich in om de overgang van lineaire naar circulaire bedrijvenlocaties te faciliteren (van de huidige 7% van locaties naar 60% van de locaties voor de 4 stromen bouw, biomassa, warmte en CO2) door te zorgen voor voldoende milieuruimte op bestaande locaties, Ecorys schat dit op 690 tot 790 ha, en op nieuwe locaties
2. Partijen waarborgen met elkaar dat voldoende uitgeefbare grond beschikbaar is in de juiste milieucategorieën voor de geschatte additionele vraag. Ecorys schat dit op 100 tot 165 hectares tot 2040.
3. Partijen zetten zich in voor de modernisering van het beleid rond veiligheid, stank en overlast, zodat dicht bij stedelijk gebieden circulaire productie mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van het wonen of het leefklimaat in het algemeen. Het tijdig afstemmen van uitgangspunten, ook bij de ontwikkeling van nieuwe woongebieden, is daarvoor cruciaal.
NB: De Omgevingswet biedt mogelijkheden om te komen tot efficiënt ruimtegebruik en het verkleinen van het overdrachtsgebied van geluid, veiligheid en geur door slimme maatregelen aan de bron en in de fysieke ruimte.
LOGISTIEKE KNOOPPUNTEN VERSTERKEN
1. Partijen onderzoeken op welke wijze een integrale planning van (nieuwe) warmte-, elektriciteits-en CO2 infrastructuur zorgt voor voldoende beschikbaarheid van energie- en grondstoffen voor circulaire productie. De provinciale overheid neemt bij deze integrale planning het voortouw en stemt en sluit hiervoor aan bij de ontwikkelingen in de landelijke tafel energie en de regionale klimaattafel industrie NZKG.
2. Gemeenten en gebiedsontwikkelaars voeren voor de hotspots een selectief vestigingsbeleid. Hotspots zijn de knooppunten voor boven- en ondergrondse infrastructuur en bestaande clusters rond AEB, Biopark, Prodock, Sloterdijken en de Nuoncentrale. Het gaat daarbij zowel om nieuw uit te geven kavels als bestaande kavels.
REGIONALE KETENS VERSTERKEN
1. In bestemmingsplannen wordt ruimte gemaakt voor binnenplanse afwijking voor start-ups om binnen een periode van 5 tot 10 jaar aan het bestemmingsplan te voldoen.
2. Overheden spannen zich in om, in samenwerking met alle relevante partijen, een selectief vestigingsbeleid te voeren dat stimulerend werkt voor de vestiging van circulaire bedrijven.
INTERNATIONAAL SLIM SPECIALISEREN
De logistieke hubs - Port of Amsterdam, Schiphol, Greenport Aalsmeer en Dataport/DDA - zetten zich in om de internationale positie van de regio te versterken als circulaire vestigingslocatie en met name die bedrijven aan te trekken die bepalend zijn voor de circulaire waardeketen.
Inleiding
De transitie naar een circulaire economie heeft gevolgen voor de ruimtelijke keuzes die bedrijven maken. In de Ruimtelijk-Economische Verkenning Westas 2017 (REVW) is voor de Westas onderzocht wat de nieuwe economische businessmodellen voor gevolgen hebben voor productieketens en wat dit betekent voor de ruimtelijke inrichting. De Ruimtelijk-Economische Eindrapportage Westas die hier voor u ligt, gaat een stap verder: waar is precies ruimte nodig, kunnen we inschatten om hoeveel hectares dat gaat en aan welke vereisten over milieuruimte, bovengrondse en ondergrondse infrastructuur en afstand tot beschikbare grond- en reststoffen en afzetmarkten moeten deze locaties voldoen.
In de REVW is geconstateerd dat aan de westkant van Amsterdam zich een gebied bevindt – de Westas - dat mogelijkheden biedt voor een versnelling van de transitie naar een circulaire werkplaats. De kracht van dit gebied is de aanwezigheid van vier dicht bij elkaar gelegen logistieke hubs, Schiphol, de Haven van Amsterdam, Greenport Aalsmeer en Digital Datahub. In dit gebied vinden veel productie- en logistieke activiteiten plaats op werklocaties midden in stedelijk gebied. In de REVW zijn 49 van deze locaties nader onderzocht. De Westas als een ruimtelijk samenhangend geheel van economische activiteiten is inmiddels bestuurlijk geagendeerd. Wat nog ontbreekt is een ruimtelijk-economische strategie die de transitie naar een circulaire economie ondersteunt. Eén van de aannames daarbij is dat de transitie zorgt voor extra ruimtevraag binnen de Westas en dat deze vraag, tot de transitie is voltooid, concurreert met de bestaande ruimtevraag van de lineaire economie. De hoofdvraag voor deze rapportage is dan ook:
Om invulling te geven aan de ruimtelijke maatregelen focust deze rapportage zich op de kwantitatieve ruimtebehoefte van bedrijven en de kwalitatieve ruimtelijke randvoorwaarden die bedrijven nodig hebben bij een transitie naar een circulaire economie. De rapportage is gebaseerd op 2 onderzoeken: (1) een onderzoek naar de ruimtebehoefte van een meer circulaire Metropoolregio Amsterdam door Ecorys en (2) een onderzoek naar de ruimtelijk randvoorwaarden voor een circulaire economie door Metabolic.
Het onderzoek van Ecorys is een verdieping van het onderzoek ‘Circular Jobs’ van Circle Economy in opdracht van de Metropoolregio Amsterdam en gemeente Amsterdam voor de vier stromen bouwmaterialen, biomassa, warmte en CO2.1
Bij de kwalitatieve ruimtevraag wordt ingegaan op de overige voorwaarden die nodig zijn om circulaire activiteiten uit te voeren. Hier vallen onder andere milieuruimte, infrastructuur en de nabijheid van bedrijven onderling onder. Voor deze rapportage heeft Metabolic in het rapport ‘De Westas als circulaire werkplaats’ onderzocht wat de ruimtelijke voorwaarden zijn voor een circulaire economie.2
In een apart onderzoek in opdracht van de Haven van Amsterdam is voor bouwmaterialen verder onderzocht welke impact de circulaire bouwopgave zou kunnen hebben op de materiaalstromen, logistiek en het ruimtebeslag in de bouw.3 De voornaamste conclusie wordt meegenomen bij de resultaten van het onderzoek door Ecorys. Daarnaast wordt ingegaan op een concreet voorbeeld hoe circulaire economie en energietransitie verbonden zijn, ook dit wordt kort uitgewerkt bij de resultaten van Ecorys. Het betreft drie voorbeeldcases die Greenport Aalsmeer heeft opgestart met biovergisting van reststromen uit de glastuinbouw en het terugwinnen van laag-temperatuur warmte bij datacenters.
Wanneer wordt gesproken over de ruimtelijke randvoorwaarden van een circulaire economie spreken wij in deze rapportage vooral over de businesscases voor een circulaire grondstoffenketen. Gemeente Haarlemmermeer en SADC hebben aanvullend onderzocht aan welke circulaire voorwaarden de vestigingslocatie van bedrijven zouden moeten voldoen en op welke wijze dit met ontwikkelaars en gebruikers ook de private kavel kan worden gerealiseerd.4
Wanneer de kwantitatieve ruimtebehoefte en de kwalitatieve ruimtelijke randvoorwaarden in beeld zijn gebracht, een methode beschikbaar is voor circulaire gronduitgifte en concrete voorbeeldcases zijn geformuleerd, is het zaak om handelingsperspectieven te formuleren: op welke wijze kunnen overheden in hun ruimtelijk-economisch beleid bijdragen aan de realisatie van een circulaire economie?
Voetnoten
1 Ecorys, De ruimtebehoefte van een meer circulaire Metropoolregio Amsterdam, 2018.
2 Metabolic, De Westas als circulaire werkplaats, Ruimtelijke randvoorwaarden voor een circulaire economie.
3 EIB en TNO, Impact assessment (circulaire) bouwopgave MRA, 2018.
4 SADC, Metabolic, Apto, Ecorys, Kaders voor gronduitgifte die bijdragen aan een circulaire economie, 2018.
Rapport is te groot om te koppelen aan deze pagina. Rapport is op te vragen bij PNH.