In het door de Amsterdamse driehoek opgestelde plan Driehoek tegen Drugscriminaliteit zijn interventies beschreven waarmee de driehoek de drugscriminaliteit duurzaam wil bestrijden. Twee van deze interventies zijn gericht op het versterken van de scheiding tussen de soft- en harddrugsmarkt; de eerste richt zich op het decriminaliseren van de softdrugsmarkt door het reguleren van de achterdeur van coffeeshops en de tweede interventie richt zich op de handhaving van het Ingezetenencriterium (I-criterium) voor coffeeshops. Door het I-criterium te handhaven zal de vraag en daarmee de markt voor de gedoogde verkoop van cannabis naar verwachting worden verkleind. Straathandel Straatverkoop van drugs komt al geruime tijd voor in de Amsterdamse binnenstad. Ook buiten de binnenstad wordt op straat drugs aangeboden. De problematiek bestaat in de binnenstad onder meer uit het aanbieden en verkopen van nep- en/of echte drugs aan bezoekers en de drugshandel die hieraan ten grondslag ligt.5 Buiten de binnenstad gaat het vooral om de verkoop van harddrugs voor lokale gebruikers, met name verslaafden. In enkele gebieden, waar vooral budgettoeristen komen, vindt tevens verkoop van nepdrugs plaats.
Behandeld in Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 29 juni en 9 juni 2022
Behandelend ambtenaar: Directie OOV, R. Flos, r.flos@amsterdam.nl en Y. van Groenigen. y.van.groenigen@amsterdam.nl DJZ, R. Nomden, r.nomden@amsterdam.nl
Binnen de gemeente Amsterdam is er vanuit verschillende afdelingen behoefte aan meer inzicht in de energielasten van huishoudens. Ruimte en Duurzaamheid (programma Amsterdam Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen hebben aan OIS gevraagd hier onderzoek naar te doen. Belangrijke indicatoren in onderzoek naar energielasten zijn de maandelijkse energierekening, de energierekening als aandeel van het inkomen (de energiequote) en of er sprake is van energiearmoede. Wanneer huishoudens meer dan 10% van hun inkomen kwijt zijn aan energielasten, wordt er gesproken van energiearmoede. Om meer grip op te krijgen op deze problematiek is inzicht nodig in hoe de energielasten zich door de tijd heen ontwikkelen, en bij welke huishoudens dit tot (relatief en absoluut) hoge energielasten leidt.
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 17 maart 2021 en 17 februari 2021
In opdracht van: Ruimte en Duurzaamheid (Amsterdam Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen. Projectnummer: 20235 Auteru: Feiko de Grip Hester Booi
Evaluatie jongerenhuisvesting Sayhaey in stadsdeel Zuidoost
Sayhaey is een tijdelijk complex voor jongerenhuisvesting in de K-buurt in stadsdeel Zuidoost dat in januari 2016 geopend is. Het complex bestaat uit 217 zelfstandige woningen voor werkende of studerende jongeren tussen de 18 en 26 jaar. Nu het complex vijf jaar bestaat heeft stadsdeel Zuidoost aan OIS gevraagd om het vijfjarig bestaan van Sayhaey te evalueren.
De evaluatie heeft als doel om leerzame inzichten te verzamelen die gebruikt kunnen worden bij het realiseren van toekomstige jongerenhuisvesting in het stadsdeel en meer algemeen in de stad. Voor het verzamelen van deze inzichten is gesproken met professionals die bij Sayhaey betrokken zijn (geweest) en met oud-bewoners en huidige bewoners. Ook is vanuit de Basis Registratie Personen (BRP) en met gegevens van de beheerder van het complex geanalyseerd hoe de samenstelling van de bewoners aan de start in 2016 was en hoe de huidige samenstelling is.
Zowel professionals als (oud)bewoners overwegend positief over Sayhaey
Het merendeel van de gesproken (oud) bewoners zou Sayhaey aan anderen aanraden of heeft dat al eens gedaan, en ook alle professionals zijn positief over Sayhaey. Desgevraagd vinden ze ook allemaal dat het goed zou zijn als er meer Sayhaey-achtige huisvesting voor jongeren komt in de stad. Want: “Als er meer betaalbare woningen zijn, dan valt er ook wat te kiezen.”. Omdat Sayhaey bedoeld is als opstap naar een zelfstandig leven, ziet de eigenaar elke bewoner die doorstroomt en een volgende stap maakt in zijn wooncarrière als een geslaagd resultaat van Sayhaey.
Gebrek aan betaalbare jongerenhuisvesting in de stad
De reden dat (oud) bewoners voor Sayhaey kiezen is dat de woning zelfstandig is en relatief betaalbaar. De huidige huur ligt op €550. Huurders kunnen aanspraak maken op huurtoeslag (mits ze aan de voorwaarden daarvoor voldoen) en komen dan op een lagere huur uit (minimaal €370). Een andere belangrijke reden dat men voor Sayhaey kiest, is dat men er snel terecht kan na aanmelding. De (oud) bewoners kaarten het gebrek aan betaalbare jongerenhuisvesting in de stad aan en kennen geen ander voorbeeld dan Sayhaey waar zij in korte tijd een betaalbare zelfstandige woning in Amsterdam zouden kunnen betrekken. De meeste bewoners hebben vrede met de tijdelijke contracten van vijf jaar en hebben er vertrouwen in dat zij vervangende woonruimte vinden. Er is echter ook een deel dat meer begeleiding wenst in het vinden van doorstroommogelijkheden, zij ondervinden stress van de tijdelijke contracten.
Tijdelijke units niet ideaal
De bewoners vinden het fijn om een eigen badkamer en keuken te hebben maar sommigen vinden de units (21m2) aan de kleine kant. Een probleem van de woningen is het gebrek aan ventilatiemogelijkheden waardoor de woningen in de zomer heel warm worden. Sommige bewoners ervaren de woningen ook als gehorig. Deze nadelen lijken samen te hangen met het feit dat de het wooncomplex een tijdelijk gebouw is dat bestaat uit gestapelde units. Verder is een terugkerend probleem dat de beveiligde toegangsdeur niet goed werkt waardoor onbekenden het complex kunnen betreden. Dat zorgt voor een onveilig gevoel. De mate waarin bewoners behoefte hebben aan sociale contacten in het complex verschilt. Sommigen zijn meer op zichzelf, anderen staan juist open voor meer gemeenschapsgevoel. Momenteel heerst er een goede sfeer maar kennen de bewoners elkaar nauwelijks.
Aanbevelingen
Uit de evaluatie komt naar voren dat jongeren meer betrokken zouden moeten worden bij de ontwikkeling van jongerenhuisvesting zodat er een goede afstemming van vraag en aanbod ontstaat. De betaalbaarheid van de woningen speelt daarin een belangrijke rol. De combinatie van het bieden van huisvesting en het deelnemen aan een leerwerktraject om jongeren op weg te helpen in hun stap naar zelfstandigheid ziet men als een succesvol initiatief dat, met enige aanpassingen, voor herhaling vatbaar is. Niet alle jongeren hebben behoefte aan begeleiding, anderen vinden het fijn als ze een supporter hebben in de stap naar zelfstandigheid die hen bijvoorbeeld helpt bij het vinden van doorstroommogelijkheden. Een jongerencoach zou dit op zich kunnen nemen. Voor de samenlevingsdynamiek in het complex is gebleken dat het beter werkt om de samenstelling naar leeftijd en levensfase wat breder te maken dan alleen jongeren van 18 tot 23 jaar.
Auteur: Laura de Graaff, Merel van der Wouden, Susan Bosdijk, Willem Bosveld
Vandaag heeft OIS de nieuwe bevolkingsprognose gepubliceerd. Verwacht wordt dat de bevolking tot 2050 blijft groeien, ondanks de geringe groei die we in 2020 zagen. Toen nam het inwonertal met slechts 117 personen toe, met name doordat de immigratie flink lager was. Wel verwachten we dat de groei minder sterk is dan voorheen. In 2036 zal Amsterdam de grens van 1 miljoen inwoners passeren. In 2050 staat de teller op 1.081.000 inwoners. Dit is nog zonder de inwoners van Weesp.
In de nieuwe prognose houden we er rekening mee dat de bevolkingsontwikkeling tot 2023 nog sterk beïnvloed zal worden door de situatie rondom corona. Zo verwachten we een dip in de levensverwachting, het geboortecijfer en de buitenlandse migratie. Ook houden we rekening met vertraging in de woningbouw. In de vorige prognose verwachtten we meer nieuwe woningen voor 2019 en 2020 dan er daadwerkelijk gerealiseerd werden. Daarom, en door de extra onzekerheid die door corona ontstaat, rekenen we in de nieuwe prognose met minder woningbouw. Tussen 2020 en 2050 verwachten we 125.000 nieuwe woningen in de stad. In de vorige prognose waren dat er 140.000.
Naast het verschil in het verwachte aantal woningen is in de nieuwe prognose ook de verwachting voor het buitenlands migratiesaldo bijgesteld. Tot 2023 verwachten we minder groei door buitenlandse migratie dan in de vorige prognose, maar vanaf 2024 is dat juist meer. Dit is in lijn met de aanpassing die het CBS deed in de nationale bevolkingsprognose. Voor Amsterdam hebben beide aanpassingen tot gevolg dat de binnenlandse migratie lager uitkomt dan eerder verwacht.
In de nieuwe prognose krijgt de stad er tot 2050 209.000 inwoners bij. Die groei bestaat uit een geboorteoverschot van 211.000, een buitenlands vestigingsoverschot van 207.000 en een binnenlands vertrekoverschot van 209.000. In de prognose wordt de binnenlandse migratie bijgestuurd door woningbouw. Doordat er te weinig woningen bij komen om alle nieuwkomers op te vangen, wordt het binnenlands migratiesaldo negatief en zullen meer Amsterdammers de stad verlaten dan dat er mensen vanuit Nederland naar de stad toe verhuizen.
Verandering van het inwonertal naar oorzaak, 2020-2050, volgens prognose 2021 en 2020
Net als elk jaar zijn de aannames voor de bevolkingsprognose onzeker. Dat geldt met name voor de verwachtingen over de buitenlandse migratie en de woningbouw. In de nieuwe prognose zorgt de corona pandemie voor extra onzekerheid, zowel op korte als lange termijn
Gebieden waar veel nieuwe woningen gebouwd worden, groeien het sterkst. Koploper is IJburg, Zeeburgereiland, goed voor ruim 32.000 inwoners extra tot 2050. Ook de gebieden Oud-Noord (+29.000), Geuzenveld, Slotermeer, Sloterdijken (+28.000) en Bijlmer-Centrum, Amstel III (+23.000) groeien sterk.
Tot slot zijn er ook gebieden waar het aantal inwoners (licht) afneemt, waaronder Centrum-West en Oud-Oost. In deze gebieden is weinig verhuisdynamiek: de meeste bewoners blijven zitten waar ze zitten. Het aantal inwoners in deze gebieden neemt af doordat de zittende huishoudens kleiner worden, bijvoorbeeld door het uit huis gaan van kinderen. Ook speelt in deze wijken de vergrijzing een rol en worden huishoudens kleiner door het overlijden van een partner.
Groei of krimp Amsterdamse bevolking voor 22 gebieden, 2020-2050 (inwonertal en gemiddelde woningbezetting in 2050)
Stadsdeel Zuidoost bracht de sport- en speelplekken in de openbare ruimte in kaart. Het zijn plekken die voor iedereen vrij toegankelijk zijn, bijvoorbeeld speeltuinen, voetbalveldjes, buitenfitness-plekken, tafeltennistafels, skateparken enzovoort. Het stadsdeel onderzocht hoe de huidige plekken gebruikt en gewaardeerd werden en wat de wensen van bewoners zijn op dit gebied.
OIS heeft hiervoor een telefonische enquête uitgevoerd onder 246 bewoners van het stadsdeel, verspreid over drie gebieden: Bijlmer Centrum, Bijlmer Oost en Gaasperdam. Speeltuinen worden het vaakst bezocht en zes van de tien ondervraagde bewoners zeggen in het algemeen (zeer) tevreden te zijn over de sport- en speelplekken.
Hoe ziet de samenstelling van huishoudens die recent naar of binnen Zuidoost zijn verhuisd eruit en hoe verhoudt die zich tot de samenstelling van de huishoudens die uit het stadsdeel vertrekken? Ter ondersteuning van het Masterplan Zuidoost is in dit onderzoek voor de periode 2017-2018 de samenstelling van de instroom en de uitstroom van stadsdeel Zuidoost in beeld gebracht.
In de periode 2017-2018 is een kwart van de huishouden in het stadsdeel binnen of naar Zuidoost verhuisd. Er strijken relatief meer starters neer dan gemiddeld in de stad. Het stadsdeel trekt ook relatief veel koopstarters. De instroom bestaat voor een groot deel uit jonge huishoudens en de instromers zijn relatief vaak alleenstaand. De huishoudens die binnen of naar Zuidoost zijn verhuisd, vallen verhoudingsgewijs vaker in de laagste en middelste groep als we kijken naar sociaaleconomische status. In vergelijking met de rest van de stad is de uitstroom van gezinnen er minder sterk.
Verschillen tussen leerlingen en scholen in het tijdig aanmelden voor een basisschool
Sinds 2015 hanteren de meeste basisscholen in Amsterdam een gezamenlijk toelatingsbeleid. Kinderen waarvoor een voorkeursformulier vóór de sluitingsdatum wordt ingeleverd, worden tijdens de stedelijke plaatsing geplaatst. Ouders of verzorgers die na deze datum hun voorkeursformulier inleveren, kunnen na de plaatsing alleen nog een basisschool kiezen die nog plekken beschikbaar hebben. Ongeveer tweederde van ouders/verzorgers levert het aanmeldformulier voor de basisschool tijdig in. Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) heeft in opdracht van de schoolbesturen verenigd in het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) onderzocht wat de achtergrond is van ouders die hun kind tijdig aanmelden.
Op scholen met loting worden kinderen het vaakst op tijd aangemeld
Voor kinderen met een risico op een onderwijsachterstand gebeurt het tijdig aanmelden het minst vaak. Dit zijn kinderen die opgroeien in een gezin met een lage sociaaleconomische positie. Op een beperkt aantal scholen in de stad wordt geloot omdat het aantal aanmeldingen voor de kleuterklassen hoger is dan er plaatsen zijn. Op deze scholen leveren de ouders vaker hun voorkeursformulier op tijd in dan op scholen zonder loting. Vooral kinderen zonder een risico op onderwijsachterstand gaan naar scholen met loting.
De bovenstaande bevindingen zijn in elk stadsdeel terug te vinden, maar er zijn ook verschillen tussen de stadsdelen. Voor leerlingen woonachtig en/of van scholen in stadsdeel Centrum en Oost wordt vaker een voorkeursformulier op tijd ingeleverd door de ouders/verzorgers. Voor leerlingen woonachtig en/of op basisscholen in Nieuw-West en Zuidoost wordt juist minder vaak een voorkeursformulier vóór de sluitingsdatum van de stedelijke plaatsing ingeleverd.
Stadsdeel Zuidoost heeft als doelstelling om het imago van het stadsdeel te versterken. Om dit te kunnen monitoren heeft OIS voor de zesde keer een imago onderzoek uitgevoerd. In 2006 heeft OIS voor het eerst het imago van Stadsdeel Zuidoost onderzocht. Daarna is het onderzoek herhaald in 2008, 2010, 2013 en 2018.
Deze rapportage bevat de resultaten van het onderzoek dat in 2020 is uitgevoerd. In het onderzoek van 2020 zijn twee doelgroepen betrokken: bewoners van Zuidoost en Amsterdammers die niet in Zuidoost wonen. In totaal hebben 1.277 respondenten meegedaan aan het onderzoek.
Uit de meting van 2018 kwam naar voren dat het imago van Zuidoost vooruit was gegaan: de associaties waren positiever geworden en associaties met criminaliteit en onveiligheid waren afgenomen. De meting van 2020 laat zien dat deze positieve ontwikkeling zich niet volledig heeft voortgezet. De ontwikkeling dat bewoners Zuidoost steeds meer met een positieve omgeving associëren zet door. Daarentegen zien we in 2020 dat zowel Amsterdammers die niet in Zuidoost wonen als bewoners het stadsdeel weer meer met criminaliteit en onveiligheid zijn gaan associëren. Beide groepen noemen criminaliteit in 2020 ook als belangrijkste probleem van Zuidoost terwijl zij in 2018 het imago en de berichtgeving nog als belangrijkste probleem bestempelden.
Ook bij de meningen rondom Zuidoost als (toekomstige) woonlocatie zijn de resultaten uit 2020 wat gematigder dan in de voorgaande meting. Hoewel de meerderheid van de bewoners en Amsterdammers uit andere stadsdelen wederom van mening is dat Zuidoost erop vooruit is gegaan als woongebied is die meerderheid wel kleiner dan in 2018. Beide groepen geven ook wat vaker aan dat Zuidoost achteruit is gegaan. Bewoners zijn daarnaast zowel over de huidige ontwikkeling als de toekomstige ontwikkeling wat vaker negatief dan overige Amsterdammers. Amsterdamse bezoekers komen vaak om te winkelen in Zuidoost, maar het winkelaanbod kan beter. Ook op het vlak van het horeca-aanbod heerst ontevredenheid. Onder bewoners is de ontevredenheid over het horeca- en winkelaanbod nog groter dan onder bezoekers en ook verder toegenomen. Het kan zijn dat de coronasituatie, waarbij in het voorjaar van 2020 de horeca en winkels tijdelijk gesloten waren, enige invloed heeft gehad op het oordeel, maar in dit onderzoek is niet specifiek gevraag naar de hoe de sluiting het oordeel over het aanbod heeft beïnvloed.
Zuidoost wordt het meest geprezen om het vele groen en de meeste bewoners recreëren in het stadsdeel. Bezoekers zoeken het stadsdeel ook steeds meer op ter recreatie. Om de positieve verwachtingen over de ontwikkeling van het stadsdeel in te lossen zal Zuidoost dit sterke punt moeten vasthouden en tegelijkertijd de positie van het stadsdeel op het vlak van veiligheid, horeca- en winkelaanbod en wonen moeten versterken.
Om de sociale energietransitie te verwezenlijken, hebben we gesproken met 10 bewoners van stadsdeel Zuidoost. Door middel van deze gesprekken zijn we erachter gekomen wat deze mensen motiveert in hun gedrag.
Hieronder vind je een samenvatting, een video en een onderzoeksverslag.
Dit onderzoek is uitgevoerd door sociologiestudenten van de VU: Kiara van Alem, Güliz Erdoğan, Nicolaj van Dijk, Olle Clumpkens en Roos Huizinga.
De gemeente Amsterdam verkent de mogelijkheden om een Erotisch Centrum buiten de Wallen te ontwikkelen. Dit onderzoek is onderdeel van het project Scenario’s raamprostitutie, dat als uitgangspunten heeft: 1. Verbetering positie sekswerkers. 2. Tegengaan ondermijning. 3. Verminderen overlast door drukte op de Wallen.
Behandeld in Gemeenteraad 17 februari 2022, Commissie Algemene Zaken 13 januari 2022 en 9 december 2021
Behandelend ambtenaar: OOV, Floor Frank, floor.frank@amsterdam.nl,OOV, Paul van Egmond,p.egmond@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht commissie klik hier
Voor meer informatie/voordracht gemeenteraad klik hier
In dit onderzoek is er onderzocht in hoeverre leeftijd en opleidingsniveau invloed hebben op het institutionele vertrouwen in Amsterdam Zuidoost. Er is onderzocht in hoeverre men vertrouwen heeft in instituties zoals de (lokale) overheid, politie, zorg, verenigingen, woningcorporaties, religieuze genootschappen en media. Ook wordt er de link gelegd met de bereidheid om mee te werken aan de energietransitie. In dit artikel treft u de resultaten van het onderzoek en een videofragment.
Het onderzoek is uitgevoerd door: Mirthe Bekker, Job Suijs, Sarah Tahan, Jura Tjoelker en Jet Zandbergen.
Amsterdam Zuidoost: een aantrekkelijke plek voor bezoekers
Dit project onderzoekt hoe stadsdeel Zuidoost een stevige positie kan krijgen als gastvrij en aantrekkelijk onderdeel van de metropoolregio Amsterdam. Het uitbouwen van het gebied rondom de Amsterdam Arena lijkt het meest voor de hand liggend. Maar wellicht zijn er andere ontwikkelingsrichtingen? Op dit laatste zoomen we verder in, samen met verschillende stakeholders uit Zuidoost.
Ter ondersteuning van het Masterplan Zuidoost heeft OIS verschillende aspecten van het wonen in Zuidoost met cijfers in beeld gebracht. Het gaat om de samenstelling, kwaliteit en de betaalbaarheid van de woningvoorraad. Ook komen de verhuisplannen van bewoners van Zuidoost aan bod en de woonsituatie van eenoudergezinnen in het stadsdeel. Dit is te lezen in het rapport 'Wonen in Zuidoost 2020'.
Ter ondersteuning van het Masterplan Zuidoost heeft OIS verschillende aspecten van het wonen in Zuidoost met cijfers in beeld gebracht. Het gaat om de samenstelling, kwaliteit en de betaalbaarheid van de woningvoorraad. Ook komen de verhuisplannen van bewoners van Zuidoost aan bod en de woonsituatie van eenoudergezinnen in het stadsdeel. Dit is te lezen in het rapport 'Wonen in Zuidoost 2020'.
Een relatief groot deel van de woningvoorraad in Zuidoost bestaat uit sociale huurwoningen. De bewoners daarvan vallen vaker in de laagste inkomensgroep dan gemiddeld in de stad. In het stadsdeel wonen alle inkomensgroepen echter wel vaker in een koopwoning dan in vergelijking met de rest van de stad. Ondanks dat de woningvoorraad in het stadsdeel nog niet zo oud is, zijn er wel punten waarop bewoners minder tevreden zijn. Zo ziet men in Venserpolder vaak verbeterpunten wat betreft de keuken, badkamer en het toilet. Verder is de tevredenheid over het functioneren van de Vereniging van Eigenaren relatief laag. Bewoners in Zuidoost met verhuisplannen zoeken vaak een huurwoning in de eigen buurt. Toch geven geven bewoners van het stadsdeel die willen verhuizen vaker dan gemiddeld aan dat zij graag naar een ander stadsdeel verhuizen.
Als onderdeel van het programma ‘Groene transities’ organiseerde Pakhuis de Zwijger in samenwerking met het AMS Institute op dinsdag 23 maart een LIVEcast over slimme energie in Zuidoost. Tijdens deze LIVEcast gingen we in gesprek over de ontwikkeling van een schaalbaar buurtenergieplatform in het ArenAPoort gebied, het ‘LIFE City platform’. We spraken met diverse stakeholders die betrokken zijn bij het Energie Lab Zuidoost.
BSc Thesis - Verwarmen met water meer waard voor later: Amsterdam Amstel III en ArenApoort
De kosten voor de realisatie van een 5e generatie warmtenetwerk in Amstel III en ArenApoort zijn hoog. In dit onderzoek is er onderzocht wat de minimale aanlegkosten zijn van een 5e generatie warmtenetwerk dat kan voldoen aan de warmtevraag. Uit het onderzoek blijkt dat de aanlegkosten het laagst zijn bij het aanleggen van een netwerk met zes verdeelstations die tussen de centrale afneempunten worden geplaatst. In dit artikel treft u het onderzoeksrapport.
Dit onderzoeksrapport is geschreven door Jesse Versteeg.