Monumenten en Archeologie is een expertisecentrum dat staat voor behoud, versterking en duurzame ontwikkeling van het gebouwde, archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed van Amsterdam. Om deze taak goed te kunnen uitvoeren zijn kennis- en informatiemanagement en dienstverlening noodzakelijk.
Wankele sokkels - Omstreden monumenten in de openbare ruimte
Vrijheid van meningsuiting, óók over omstreden monumenten, hoort bij de Nederlandse democratie. Monumenten helpen mensen om een visie op zichzelf en de wereld te ontwikkelen. Discussies, demonstraties, petities en protest zorgen voor onrust, maar houden het verleden ook levend en voorkomen dat een samenleving haar geheugen verliest. Sterker nog, de commotie over publieke monumenten creëert met vallen en opstaan een nieuwe geschiedenis van Nederland
Samenstelling KNAW-Commissie Omstreden Monumenten Voorzitter: Maria Grever Leden: Paul van Geest, Hans van Houwelingen, Gert Oostindie, Ann Rigney, Jennifer Tosch, Harry Tupan, Uğur Ümit Üngör Secretaris: Geertjan de Vugt
Nationaal monument Slavernijverleden in het Oosterpark
Op 1 juli 2002 werd het Nationaal Monument Slavernijverleden ingewijd in aanwezigheid van toenmalig koningin Beatrix. Op 1 juli 1863 schafte Nederland, als een van de laatste landen in Europa, de slavernij af. Het Nationaal Monument Slavernijverleden dient als plek voor bezinning en herdenking aan het Nederlandse trans-Atlantisch slavernijverleden. Het initiatief was in 1998 gekomen van de Afro-Europese vrouwenbeweging Sophiedela met als voorzitter Barryl Biekman. De Nederlandse overheid gaf een financiële bijdrage. Minister Roger van Boxtel had in 2001 op een antiracisme conferentie in Zuid-Afrika verklaard dat Nederland 'oprecht diepe spijt' heeft van slavenhandel en slavernij. Met het ‘statische’ monument en de oprichting van een ‘dynamisch’ kennisinstituut, het Ninsee, werd een volgende stap gezet.
Foto's door Ceescamel via Wikimedia (3 september 2018)
Het bronzen beeld is ontworpen door de gerenommeerde Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries, die erover zei: “de opdracht was om het verleden van de slavernij en het heden en de toekomst te behandelen. Van het verleden heb ik een geketende slavengroep gemaakt, van het heden een slaaf die vrijkomt en het grote ding is de toekomst: de vrijheid in het geloof dat we ooit helemaal vrij zullen komen van discriminatie.” Hij voelde tijdens het ontwerpen van het monument ‘de pijn van de slaven, ook mijn voorouders, maar ook hun enorme kracht’.
Er zijn veel discussies geweest rond het monument. Zo waren er prostesten vanwege de weinig prominente plek in het Oosterpark. Tijdens de selectieprocedure werden nieuwe kunstenaars toegevoegd. Uit een publiekspeiling bleek een voorkeur voor het figuratieve ontwerp van De Vries. Dramatisch was de opening, toen er vanwege veiligheidsmaatregelen slechts een kleine groep genodigden bij kon zijn, tot frustratie van de nazaten van tot slaafgemaakten die achter hekken stonden. Later waren er soms heftige meningsverschillen over de manier van herdenken. Toch vervult het monument een belangrijke rol in het zichtbaar maken van het slavernijverleden. De jaarlijkse herdenking op 1 juli is een belangrijk moment voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland en de mensen uit de voormalige koloniën in het Caraïbisch gebied. Wintipriesters Marian Markelo brengt, vergezeld door het Kabramasker, een plengoffer voor de voorouders en spreekt de aanwezigen toe. Er zijn toespraken van politici. Vervolgens is in het Oosterpark het jaarlijkse Keti Koti festival. Maar de omarming van het monument is het duidelijkst in de dagen voor 1 juli, als Surinaamse Amsterdammers de beelden schoonmaken en aankleden met kleurrijke doeken.
Oratie: De mythe van de onveranderlijkheid. Veranderende opvattingen over Amsterdamse monumenten
Op 9 december hield Gabri van Tussenbroek, hoogleraar Stedelijke identiteit en monumenten aan de Universiteit van Amsterdam en bouwhistoricus bij Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam, zijn oratie ‘De mythe van de onveranderlijkheid’.
Een monument in Amsterdam Wat betekent dat voor een eigenaar? Amsterdam telt een kleine 9000 rijks- en gemeentelijke monumenten. Dit zijn vaak bijzondere en beeldbepalende gebouwen, waaraan de stad zijn identiteit ontleent. Denk aan de Westerkerk, het Paleis op de Dam en de Beurs van Berlage. Daarnaast zijn er zeer veel woonhuismonumenten, die samen het stadsbeeld bepalen. In het centrum zijn dit meestal individuele panden, in Oud Zuid of in West zijn dit ook vaak hele huizenblokken, zoals de beroemde blokken van de Amsterdamse School. Eén van de oudste monumenten van Amsterdam is de Waag op de Nieuwmarkt (1488). Het jongste monument is op dit moment het gebouw Oudhof aan het Rokin 99 uit 1990. Wat alle monumenten, groot en klein, jong en oud, gemeen hebben, is dat ze een functie vervullen in de wereld waarin we leven. Dat brengt met zich mee dat ze met enige regelmaat worden aangepast aan nieuw gebruik. Zo was de Waag op de Nieuwmarkt in zijn ruim vijfhonderdjarig bestaan onder meer stadspoort, waag, anatomisch theater, brandweerkazerne en restaurant. Een ander voorbeeld is het P.C. Hoofthuis (Spuistraat, 1983). Dat is nu nog een onderwijsgebouw van de UvA maar zal in de komende jaren waarschijnlijk verbouwd worden tot bedrijfsruimten en woningen. Wat kan wel en wat kan niet in een monument? Alle monumenten zijn te vinden op: http://maps.amsterdam.nl/monumenten.*
Commissie Jeugd & Cultuur 2 maart 2017
Behandelend ambtenaar: Anette van Dijk, anette.van.dijk@amsterdam.nl
Deze interactieve kaart toont alle monumenten in de gemeente Amsterdam. Er wordt onderscheid gemaakt tussen rijksmonumenten (blauw) en gemeentelijke monumenten (rood).
Afdeling Monumenten en Archeologie en Onderzoek, Informatie en Statistiek werken samen.
De Amsterdamse grachtengordel is in 2010 op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Het kerngebied van de UNESCO Werelderfgoed is als vlak zichtbaar. In dit gebied bevinden zich 3800 monumenten.
Amsterdamse Monumenten Rapporten
De afdeling Monumenten van Monumenten en Archeologie ontwikkelt de Amsterdamse Monumenten Rapporten. De rapporten gaan over verschillende vormen van Amsterdams erfgoed. Van specifieke gebouwen tot buurten en gebieden in de stad.
Despite growing debate about the role of monuments in diverse societies, there has been insufficient attention to contestations that have emerged involving ‘gay’ or ‘queer’ monuments. This article examines the politics of inclusion and exclusion that can stem from the social practices that evolve around these monuments, particularly as the imperatives and priorities of LGBTQ (lesbian, gay, bisexual, transgender and queer) activism evolve while monuments, created in a particular historical and geographical context, are in some sense ‘set in stone’. Drawing on an intensive, mixed-methods case study of the Homomonument in Amsterdam, the article develops a grounded critique of processes of inclusion and exclusion specifically in relation to Black, bisexual and transgender people. With a focus on dance parties organised at the Homomonument, the article calls for more research that analyses monuments as sites of practice.