Amsterdam is, net als veel andere grote steden overal ter wereld, razend populair. De stad oefent een grote aantrekkingskracht uit op allerlei ver- schillende mensen, en zij blijven ook nog eens langer in de stad plakken. Sinds 2008 groeit Amsterdam jaarlijks met zo’n 10.000 inwoners, waardoor het recordaantal van 872.000 inwoners uit 1959 waarschijnlijk in 2019 zal sneuvelen. Al deze nieuwe huishoudens moeten zichzelf een plek zien te verwerven op de toch al gespannen Amsterdamse woningmarkt. Dit zorgt voor meer druk op de woningvoorraad, de bouwwoede vanaf 2014 ten spijt.

Tegelijkertijd domineert het liberale paradigma dat meer marktwerking zal zorgen voor een beter functionerende woningmarkt al geruime tijd het denken over wonen in Nederland en elders. Vooral Amsterdam zou een overschot aan gereguleerde huurwoningen kennen. Als gevolg hebben nationaal en lokaal woonbeleid zich lange tijd gericht op uitbreiding van het eigenwoningbezit, terugdringen van de huurregulering en beperking van de sociale huurvoorraad

In het kielzog hiervan fungeert de woning in toenemende mate als inves- teringsobject. Ruime hypotheekverstrekking is de afgelopen decennia dé brandstof voor stijgende woningprijzen geweest. Kopers zijn hun woning als spaarpot gaan zien, met strategisch investeringsgedrag als gevolg. In recente jaren is hypotheekkrediet aangevuld door lage rentestanden en de overvloedige aanwezigheid van privaat kapitaal. Deze ‘muur van geld’ stort zich op vastgoed. Kleine particuliere beleggers kopen woningen op voor verhuur (‘buy-to-let’), en ook grote institutionele partijen komen vaker uit bij vastgoed in hun zoektocht naar rendement. De investeringsfunctie bepaalt in toenemende mate de prijs van de woning, terwijl de woonfunctie juist minder bepalend wordt.

Deze drie trends – de populariteit van de stad, marktgericht woonbe- leid, en de woning als investeringsobject – zorgen voor ongelijkheid op de woningmarkt. Terwijl veel woningbezitters met hun huis veel vermogen (overwaarde) hebben weten op te bouwen, krijgen ‘outsiders’ en lagere inkomens te maken met uitsluiting en stijgende woonlasten. Uiteraard is het wederkerige verband tussen klassepositie en woonsituatie niet nieuw. Desalniettemin lijkt het verband aan belang te winnen.

In dit essay beschrijf en duid ik de belangrijkste recente ontwikkelingen op de Amsterdamse woningmarkt, en de gevolgen voor sociale en ruimtelijke ongelijkheid in de stad. Daarnaast formuleer ik een aantal belangrijke uitdagingen voor toekomstig onderzoek naar de Amsterdamse woningmarkt.

BronHochstenbach, C. (2019). Kansen en ongelijkheid op de Amsterdamse woningmarkt. In H. van de Werfhorst, & E. van Hest (editors), Gelijke kansen in de stad (blz. 209-225). Amsterdam University Press. https://doi.org/10.5117/9789463728829

Afbeelding credits

Icon afbeelding: Fotograaf: Edwin van Eis. Centrum, uit fotobank gemeente Amsterdam

Downloads