Verhalenvanger Sahand in gesprek met Elizabeth Venicz

Wat ik na decennia wonen nu in Oost een beetje mis zijn de rafelrandjes. Het was een buurt met kleurrijke mensen. Nu is er nog maar een enkeling van over, zoals Wahid die zingend door de straten fietst. Die heeft een psychiatrisch verleden, maar weet met zijn vrolijkheid mensen met elkaar te verbinden.

Natuurlijk kan je niet dat soort individuen in de buurt planten, maar je moet de condities scheppen dat er plek is voor iedereen. Door voldoende betaalbare woningen maar ook heel praktisch door een uitnodigende openbare ruimte, met voldoende bankjes. Dat daar behoefte aan is bleek toen tijdens de coronacrisis alle cafés dicht gingen. Zelfs de randen van de fonteintjes op het Javaplein werden informele ontmoetingsplekken. Want bankjes waren er niet genoeg. Zeker niet als je anderhalve meter afstand wilde houden.

De terrasjes van de cafés en restaurants scheiden de mensen in wie het zich kan permitteren te eten en te drinken en wie niet. Heel beeldend zie je dat wanneer er een rij staat bij een coffee-to-go tentje en er wat buurtmoeders met volle boodschappentassen langslopen. Duidelijk ander soort volk dat niet op dezelfde manier van de publieke ruimte gebruik maakt en elkaar dus ook niet ontmoet.

Door de Coronaperiode kwam er wel meer onderling contact omdat iedereen in de buurt bleef. Ik ken steeds meer winkeliers bij naam. Ik zie ook nieuwe buurtbewoners zich inzetten bij bijvoorbeeld de voedselhulpinitiatieven in de buurt. Dat soort bewegingen verdienen het om gekoesterd te worden, en om zichtbaar gemaakt te worden. We zouden bijvoorbeeld op de markt een stal kunnen inrichten waar zowel het moois van wat er in de buurt gebeurt getoond kan worden, maar waar mensen ook lekker kunnen zeuren.


Leeftijd gesprekspartner: 52
Eigen leeftijd: 40

Stadsdeel: Oost

Afbeelding credits

Icon afbeelding: Richard Niessen vaag.jpg