Publicatiedatum: 8 februari 2018
Bron: website ACVZ
De ACVZ heeft eind 2017 knelpunten bij en mogelijke oplossingsrichtingen voor de bed-bad-broodopvang van niet rechthebbende vreemdelingen geïnventariseerd bij gemeenten, opvangorganisaties en het Rijk. Gelet op de huidige toenadering tussen Rijk en gemeenten zal de commissie vooralsnog niet over dit onderwerp adviseren.
Publicatiedatum: 8 februari 2018
Bron: website ACVZ
Migratie is van alle tijden, dus ook van de toekomst. Maar de oorzaken en manieren van migratie veranderen voortdurend en er zijn veel onzekerheden over wat de toekomst brengen zal. Een zinvolle en realistische aanpak van migratie is alleen mogelijk als politici, bestuurders en burgers deze twee feiten onder ogen zien.
In deze toekomstverkenning biedt de ACVZ handvatten om met de onzekere toekomst van migratie om te gaan. Onder meer klimaatverandering, conflicten in de landen rond Europa, de bevolkingsgroei in Afrika, de toekomst van de Europese Unie, innovatie en de sociale cohesie in Nederland passeren de revue als relevante factoren voor migratie. Op basis daarvan schetst dit rapport vier verschillende mogelijke ‘toekomsten’ waarin een migratiebeleid ontwikkeld kan worden.
We zijn het in Nederland echter niet met elkaar eens over de richting van het migratiebeleid. Sommige Nederlanders vinden dat migratiebeleid vooral het economisch belang van Nederland moet dienen, anderen dat migratiebeleid er is om vluchtelingen en migranten te beschermen en weer anderen vinden juist dat migratie een last is voor onze samenleving en daarom zoveel mogelijk moet worden beperkt. De ACVZ heeft daarom drie verschillende beleidsscenario’s geschreven, die ieder één van deze perspectieven als uitgangspunt heeft.
Uit de studie komt duidelijk naar voren dat de toekomstbestendigheid van de beleidsscenario’s erg afhankelijk is van de vraag hoe de (onbekende) toekomst eruit komt te zien. Voor een zinvol beleid zal zodoende een voortdurende afstemming van het beleid aan de omgeving noodzakelijk zijn. Aandachtspunten die daarbij volgens de ACVZ de komende twaalf jaar prioriteit verdienen zijn onder meer:
• het aanpakken van de grondoorzaken van gedwongen migratie
• het bijdragen aan hoogwaardige en toekomstgerichte opvang in de regio
• een deugdelijke grensbewaking
• een goed functionerende internationale samenwerking
• de gevolgen voor de sociale cohesie in de samenleving
• participatie in de samenleving van migranten die toegelaten zijn
• de migratiebestendigheid van het sociale zekerheidsstelsel
• een open en eenduidige communicatie van de overheid.
Publicatiedatum: maart 2018
Bron: website ACVZ
De ACVZ pleit in dit advies voor de ontwikkeling van een helder en toekomstgericht kader voor het gebruik van profielen in de uitvoering van het vreemdelingenbeleid.
Het gebruik van profielen in de vreemdelingenketen staat nog in de kinderschoenen. Veel instanties bevinden zich in een verkennende en testende fase. De ACVZ verwacht echter dat technologische ontwikkelingen op het gebied van dataverzameling en data-analyse met zich mee zullen brengen dat profilering in het vreemdelingenbeleid in toenemende mate op big data technieken zal zijn gebaseerd. Daarom is het van essentieel belang dat een helder en toekomstgericht kader wordt ontwikkeld dat de inzet van profielen in het vreemdelingenbeleid met voldoende waarborgen omkleedt.
De adviescommissie heeft in het onderzoek een aantal gebreken in het testen van de profielen, het terugkoppelen van resultaten en de monitoring en evaluatie aangetroffen. Hierdoor is het vaak niet mogelijk om te beoordelen of een profiel bijdraagt aan het verbeteren van de efficiency en effectiviteit van de organisatie, waarmee ook de juridisch vereiste noodzaak voor het gebruik van het profiel niet kan worden aangetoond. Daarnaast heeft de ACVZ geconstateerd dat een wettelijke grondslag voor grootschalige gegevensuitwisseling in het kader van profilering ontbreekt.
De adviescommissie doet daarom onder meer de volgende aanbevelingen:
Publicatie: Den Haag, november 2016
Bron: website ACVZ
In dit advies is onderzocht hoe de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de geloofwaardigheidsbeoordeling, namens de staatssecretaris, op basis van de wet- en regelgeving moet verrichten en hoe de IND dat in de praktijk doet. Ook de rol van andere partijen, zoals de Vreemdelingenpolitie en de Koninklijke Marechaussee (KMar), Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) en de rechtshulp, wordt belicht. Deze partijen hebben invloed op de kwaliteit van de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas. In het advies is op een veelheid van factoren ingegaan, zoals de geldende Europese en nationale normen bij de toepassing van de beoordeling, de inhoud van de ‘integrale geloofwaardigheidsbeoordeling’, de rechterlijke toets van het besluit en de opleiding van asielmedewerkers.
Publicatie: Den Haag, mei 2016
Bron: website ACVZ