We willen een circulaire stad worden. In 2030 willen we de helft minder niet-organische grondstoffen importeren, en in 2050 willen we een volledig circulaire stad zijn. In een circulaire economie is afval een grondstof, worden minder schadelijke stoffen gebruikt en worden producten zo gemaakt dat ze gemakkelijk te repareren zijn.
We zijn begonnen met het bouwen aan een stedelijke materialenmonitor. De monitor vertelt ons straks welke materialen in, door en uit de stad gaan. Ook zien we wat de stad produceert en wat de mensen en bedrijven verbruiken. Op die manier zien we waar in veel waarde verloren gaat, en waar ruimte is voor verbetering.
Samenwerking
Voor de ontwikkeling van de materialenmonitor werken we samen met verschillende partijen:
- Onze belangrijkste kennispartners zijn TNO, CBS, PLB, RIVM, AMS Institute, Geofluxus en Landelijk Meldpunt Afvalstoffen.
- Ook werken we op datagebied samen met bijvoorbeeld de Haven van Amsterdam, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Provincie Noord-Holland, de Metropoolregio Amsterdam en Rijkswaterstaat.
- Het Doughnut Economics Action Lab (DEAL) en de Amsterdam Donut Coalitie zijn partners bij de ontwikkeling van de stadsdonut.
Initiatieven
Om te zien wat voor invloed de monitor heeft op de stad, ontwikkelen we een stadsdonut. Dit is een scan van de stad die ons laat zien wat de gevolgen zijn van wat we doen en waar we op kunnen reageren. We combineren lokale data over sociale trends, en berekenen wat de gevolgen zijn van de materialen die we gebruiken op het milieu.
Planning
- Eind 2021 is de eerste versie van de materialenmonitor af.
- Na 2021 wordt de monitor verder afgemaakt en gaan we trendanalyses ontwikkelen.
- In 2021 is het doel om zoveel mogelijk van de missende data in stadsdonut aan te vullen