Staat van de energietransitie Noord-Holland
Part of
Keywords
Onderzoeker: ECN
Opdrachtgever: Provincie Noord-Holland
In opdracht van de provincie Noord-Holland heeft het ECN de Staat van de energietransitie in Noord-Holland in kaart gebracht. Het betreft een nulmeting van met name het (finale) energieverbruik en CO2-emissies vanaf 2010 van de vraagsectoren gebouwde omgeving, industrie, glastuinbouw en mobiliteit & transport alsmede de voortgang betreffende de productie van duurzame energie binnen de provincie. Als voornaamste bronnen zijn gebruikt de Klimaatmonitor en het CBS, aangevuld met interne analyses.
Onderhavige eerste meting van de Staat van de energietransitie wijst uit dat de energietransitie in de provincie nog grotendeels op gang moet komen. Het energieverbruik en de CO2-emissies zijn na 2010 niet of nauwelijks gedaald, met de kanttekening dat ze ondanks de recent aantrekkende economie ook niet zijn gestegen. Een uitzondering vormt de gebouwde omgeving waar, door energiebesparende maatregelen, het gasverbruik bij zowel de huishoudens als de diensten is afgenomen. Voorts is er sprake van een stijging van de productie van duurzame energie, met name geothermie, duurzame warmtedistributie en zonnestroom al is de bijdrage aan de energievoorziening van al deze technieken nog beperkt.
Een aanzienlijke versnelling van de huidige ontwikkelingen is nodig om te komen tot een nagenoeg CO2-neutrale energiehuishouding in 2050.
Doelstelling
Het doel van deze Staat van de energietransitie (nulmeting) is om voor de verschillende relevante sectoren voor de provincie Noord-Holland inzicht te geven in a) het energieverbruik, b) de voortgang van de CO2-emissiereductie en c) de energiebesparing waarbij tevens de trend van de afgelopen jaren afgezet wordt tegen de trend in Nederland. Hierbij wordt ingegaan op de ontwikkelingen binnen de sectoren gebouwde omgeving, glastuinbouw, industrie en mobiliteit & transport, alsmede de duurzame opwekking van energie door zon, wind, biomassa, warmtekoudeopslag en geothermie. De huidige stand van zaken wordt niet alleen bepaald door het provinciale beleid maar mogelijk nog meer door het Rijk, Europa en mondiale afspraken (denk in dit kader in Noord-Holland aan het Noordzeekanaalgebied, de opslag van fossiele brandstoffen
als steenkool en benzine maar ook bijvoorbeeld de automobielmarkt).
Aan deze Staat van de energietransitie ligt een uitgebreid monitoringssysteem ten grondslag dat het ook mogelijk maakt om de komende jaren de voortgang ten aanzien van het energieverbruik, de CO2-emissiereductie en de energiebesparing in beeld te brengen. De beoogde frequentie van monitoren is tweejaarlijks. De inzichten uit deze rapportage zijn behalve voor de provincie relevant voor medeoverheden, het bedrijfsleven en inwoners van Noord-Holland.
Deze Staat van de energietransitie brengt de trends over de afgelopen jaren en de huidige stand van zaken ten aanzien van de energietransitie in beeld. Daarbij wordt de Noord-Hollandse trend waar mogelijk afgezet tegen de Nederlandse trend. Deze monitor heeft daarmee een signalerende functie ten aanzien van de voortgang van de energietransitie. Hetgeen gemonitord wordt, is echter niet direct (causaal) te koppelen aan de effectiviteit van het provinciale beleid. Wel kan worden gesignaleerd waar de voortgang stagneert, op basis waarvan eventueel besloten kan worden om nadere analyses uit te voeren.