Artikel

Gemeente Lelystad

‘We moeten sturen op meer dan kosten alleen’

Hoe kunnen we als gemeente invloed uitoefenen op de transitie naar een circulair gebouwde omgeving? Die vraag wil Walter Luitwieler, duurzaamheidsregisseur Circulaire Economie, Afval en Voedsel bij de gemeente Lelystad, via CIRCOLLAB beantwoorden.

Natuurinclusief, energieneutraal en klimaatbestendig: de gemeente Lelystad wil zich zo duurzaam mogelijk ontwikkelen. ‘We hebben ons aangesloten bij het convenant houtbouw en willen in 2025 twintig procent van onze woningbouwopgave in hout realiseren. Ook hebben we ons geconformeerd aan het convenant toekomstbestendige woningbouw,’ illustreert Luitwieler. De gemeente werkt aan een optimalere benutting van grondstoffen, onder meer met de invoering van circulaire inkoop en de invoer van de milieu-kosten-indicator (MKI). ‘Daarnaast zijn we druk bezig met het opzetten van een circulair ambachtscentrum.’ Er zijn ook ideeen voor een living lab rond circulaire bouw en gebiedsontwikkeling.

Milieu-impact doorberekenen
Een snelle transitie naar de circulaire economie vraagt volgens de duurzaamheidsregisseur om duidelijke wet- en regelgeving. ‘Vanuit Europa moet er meer gestuurd worden op de voorkant van de keten –duurzame productie en normering van circulaire materialen en producten – en minder op enkel de achterkant, de verwerking ervan,’ legt hij uit.

Overheden moeten al met veel aspecten rekening houden, maar onder aan de streep zijn de kosten vaak leidend. Luitwieler: ‘Milieu-impact zie je nauwelijks terug in de afwegingen. Dat vraagt om een goede waardering van circulaire materialen en zorgvuldig nadenken over wat je als kosten beschouwt. Het lastige met milieukosten is dat ze vaak pas op langere termijn ontstaan. ‘

Kennis en ervaringen delen
Het delen van kennis en ervaringen is volgens Luitwieler belangrijk op weg naar de circulaire economie. Reden voor de gemeente zich aan te sluiten als partner binnen CIRCOLLLAB. ‘We hopen via dit programma kennis te vergaren en contacten op te doen die ons helpen onze ambities te realiseren.’

Klein beginnen
Wil je als organisatie bijdragen aan de circulaire economie, begin dan met praktische, kleine circulaire oplossingen. Die zorgen voor bewustwording en discussie. ‘Onderbouw je keuzes vanuit maatschappelijke kosten en de voorbeeldfunctie die je hebt’, benadrukt Luitwieler: ‘Anders blijf je altijd steken op een discussie over kosten.’

Geduld is daarbij op zijn plaats. ‘Hier en daar zijn nog knelpunten in de wetgeving om op te lossen. Denk bijvoorbeeld aan de CO2-opslag van biobased materialen die een positief effect hebben op de milieukosten, of het denkbeeld dat nieuwe producten altijd beter zijn dan gebruikte,’ illustreert hij. ‘Probeer ook vooral niet zelf het wiel uit te vinden, want er zijn al veel praktische en toepasbare voorbeelden voorhanden.’

 

Alle rechten voorbehouden