Artikel

Rondetafel gesprek gebiedsmanagers

Het Amsterdamse winkellandschap: ‘Als je in algemene termen praat, is iedereen het met elkaar eens’

Eind april 2022 kwamen zo'n 30 gemeentelijke ambtenaren bij elkaar tijdens een rondetafelgesprek over het Amsterdamse winkellandschap. Hoe ga je als gemeente om met de uiteenlopende belangen van winkelgebieden en wat is daarin de rol van de gemeente? Alle gebiedsmanagers waren aanwezig plus een aantal directieleden van Economische Zaken. De middag werd georganiseerd door de HvA, in samenwerking met partners Centrum XL en Amsterdam City, in de context van het vierjarige onderzoek Toekomstbestendig Evenwicht: Balanceren tussen divergerende belangen.

Strekking van het rondetafelgesprek

  • Promovendi Iris Hagemans en Joachim delen kort hun onderzoeksbevindingen
  • Reactie stakeholders (vanuit gemeente en ondernemers) hierop; wat zijn de implicaties voor beleid en bestuur?
  • Ivm de vertrouwelijkheid van de bijeenkomst zijn in onderstaand kort verslag geen namen genoemd van mensen buiten de Hogeschool van Amsterdam (HvA)
  • Aanwezigen: gebiedsmanagers en (cluster-)directies Gemeente Amsterdam; onderzoekers Hogeschool van Amsterdam; Vereniging Amsterdam City. 
  • Gespreksleider: Cindy Stegweij van Centrum XL
  • Organisatie: Hogeschool van Amsterdam, Centrum XL, Vereniging Amsterdam City. 

 Achtergrond

Na een korte voorstelronde vertelt Stan Majoor (lector Coördinatie Grootstedelijke Vraagstukken en directeur van Centre of Expertise Urban Governance and Social Innovation, beide HvA) over het onderzoeksproject Toekomstbestendig Evenwicht. Deze ging in 2017 van start, op het moment dat in de binnenstad van Amsterdam het idee bestond dat het uit de hand liep met het toerisme en er iets moest gaan gebeuren. Uitgangspunten hiervan waren:

  • De overheid moest iets gaan ondernemen om de overlast te beteugelen maar uitgaand van de kracht van ondernemers en buurtbewoners: zijn zijn immers sleutelfiguren in het beheer van dit gebied en daardoor in het mede vormgeven van dit proces (ipv dat dat boven hun hoofd plaatsvindt). 
  • Centraal waren winkels en winkelstraten, èn het gebied daaromheen
  • Er moest meer balans komen in het debat; sommige ondernemers werden in erg kwaad daglicht gezet. Maar wat is hun kracht?

Gerichte sturing?

Julie Ferguson, projectleider bij Toekomstbestendig Evenwicht, heet iedereen welkom. Ze vertelt onder meer over een mail die ze kreeg van een bewoner in Zuid die een winkeliersvereniging heeft ondersteund. Haar doel was de winkelstraten levendiger, gezelliger en sociaal veiliger te maken, in samenhang met andere functies in een straat, zoals wonen. Deze bewoner stelt onder meer dat we niet aan het winkelend publiek moeten overlaten welke winkels zich in Amsterdam vestigen, want

  • De inrichting van winkelstraten hangt samen met sociale betrokkenheid en participatie
  • De winkelfunctie kan niet los worden gezien van de woonfunctie
  • Het winkelaanbod hangt samen met de gezondheid van burgers en het beroep dat zij doen op zorg
  • Winkels en horeca zorgen voor levendigheid en dus sociale veiligheid

De visie van deze bewoner sluit aan bij een breder perspectief op winkelgebieden met gmengde functies. Gerichte sturing is belangrijk, maar blijkt in de praktijk weerbarstig, zegt Julie. Dat weten alle aanwezigen en dit blijkt ook uit het onderzoek (zie eindrapport voor meer hierover). Zo'n onderzoek is belangrijk, maar des te meer als daar op gereageerd wordt, zodat burgers zoals de briefschrijver uit Amsterdam Zuid zich welkom voelen in de stad, evenals alle ondernemers – van wie we afhankelijk zijn voor de levendigheid en economische activiteit. Oftewel: proefschriften zijn mooi, maar gesprekken over dit soort zaken zijn ook heel belangrijk.

Onderzoek winkelgebieden en toerisme binnenstad

Iris vertelt over haar onderzoek. Als de wereld verandert, verandert ook de winkelstraat. Er kan dan een gevoel van verbondenheid verloren gaan, waarover discussie en conflicten kunnen ontstaan. Dus als het toerisme toeneemt, hoe reageert het winkellandschap daar dan op? Ze vertelt over haar aanpak, het publieke debat en vicieuze cirkels die soms ontstaan, en het kleine deel van de stad waar daadwerkelijk zaken veranderen onder invloed van toerisme.

Cindy vraagt wat de invloed hiervan is op het gesprek met de gemeente, bewoners en ondernemers. Iris antwoordt onder meer:

  • Er is een verbod op toeristenwinkels gekomen, dat dan meteen geldt voor de hele binnenstad. Het zou beter zijn om dat per straat te bekijken
  • Een ‘to go’ viswinkel in de Leidsestraat viel onder de noemer toeristenwinkel, en moest daarom verdwijnen. Dat leidde tot protest in de buurt, want de bewoners vonden dit juist een toevoeging voor de buurt

Cindy vraagt of dat aanpakken per straat of gebied het afwegen van de verschillende belangen makkelijker zou kunnen maken.

  • Iris zegt dat ze merkt dat als je in heel algemene termen over winkelgebieden praat, het heel makkelijk is om het mensen met elkaar eens te laten zijn. Zodra het over specifieke dingen gaat, blijken mensen dat allemaal heel verschillend te ervaren. Dan wordt bijvoorbeeld een avondwinkel niet als toeristenwinkel ervaren, en erg gewaardeerd

Wat is er nodig, ten aanzien van toerisme en winkelgebieden? vraagt Cindy aan Julie.

  • Julie antwoordt dat dat een moeilijke vraag is, en dat het vooral belangrijk is om samen met bijvoorbeeld de gemeente het gesprek te blijven voeren. Positief zijn de gemeentelijke structuren die gericht zijn op participatie-samenwerking, de democratiseringsagenda en de initiatieven die daar uit voortkwamen. Toch loopt het in de praktijk vaak vast en voelen bewoners en ondernemers de behoefte zich te organiseren, bijvoorbeeld middels Right to Challenge. Ook is het belangrijk niet te wachten tot de inspraakfase van beleid om ondernemers te consulteren, dat moet veel eerder. Het betrekken van een neutrale, faciliterende partij kan hierbij instrumenteel zijn, om een evenwichtig participatieproces te bevorderen. 

Ervaringen rondom verschillende belangen

Cindy vraagt de andere aanwezigen wat hun ervaringen zijn rondom toerisme en verschillende belangen. Een aantal reacties zijn:

  • Er is, anders dan een halve eeuw geleden, een groot verschil tussen mensen die waarde toevoegen en mensen die waarde onttrekken aan een straat
  • Anonieme beleggers slopen de democratische – en gespreksruimte met ondernemers
  • De afname van winkeldiversiteit kan niet los worden gezien van andere factoren. In gebieden als de Wallen staat de leefbaarheid zwaar onder druk, en is er bijvoorbeeld geen bakker of slager te vinden
  • Er zitten grote verschillen tussen winkelgebieden, en dat werd in de corona-tijd extra duidelijk
  • Er is veel contact tussen ondernemers en de gemeente, maar zoals ‘de bewoner’ niet bestaat, geldt dat ook voor ‘de ondernemer’
  • De animositeit tussen ondernemers en bewoners groeit en dat is zorgelijk
  • De communicatie van ondernemers met de gemeente kan nogal ‘getrapt’ zijn. Ondernemers zouden ook graag zelf met directies van bepaalde afdelingen willen spreken, in plaats van met allerlei schijven daartussen
  • Er zou meer gewerkt moeten worden met vierkantjes: de wijkagent, straatmanager, gebiedsmakelaar en de handhaver. Zo kun je Amsterdam in dorpjes indelen en voorkom je bijvoorbeeld anonieme afvallozing
  • In andere gemeenten wordt vaak veel structureler samengewerkt met ondernemers
  • De gemeente is niet altijd zorgvuldig omgegaan met de inspanningen van ondernemers rondom corona
  • Eigenlijk zou het niet moeten uitmaken hoe de gemeente zichzelf heeft georganiseerd, als er maar een goed voorportaal is. Ondernemers en bewoners zouden geen last moeten hebben van een ambtelijke jungle
  • Gebiedsgericht werken is een middel, geen doel. Idem voor participatie. Doel is goed samenleven in een fijne stad, nu en in de toekomst
  • Niet alle idealen zijn bereikbaar, er moeten geprioriteerd worden en daar moet de gemeente ook duidelijk over zijn
  • Samen analyses maken en duidelijke verwachtingen en afspraken zijn zinniger (dan ‘ideeën aan het lijntje houden’)
  • De gemeente moet zich ook openstellen voor hulp van ondernemers, in plaats van alles zelf te willen organiseren – wat ook niet altijd haalbaar is. De gemeente kan niet alles alleen
  • Normaal gesproken geldt dat hoe dichter mensen bij het centrum wonen, hoe tevredener ze zijn. Maar in Amsterdam zit daar een dip in, dus er is wel wat aan de hand
  • Je moet het op een gegeven moment wel hebben over wat een bepaald gebied aankan. De stroom toeristen is in de perceptie van de bewoners enorm groot
  • Afname toerisme treft ondernemers
  • Veel ondernemers zullen willen verkopen wat goed verkoopt, en dat kun je ze niet echt kwalijk nemen

Onderzoek samenwerking gemeente en ondernemers op Plein ’40-‘45

Joachim vertelt over zijn onderzoek, dat ambiguïteit binnen de gemeentelijke ambities laat zien. Enerzijds zijn er de centraliserende mechanismen, en anderzijds wordt gestreefd naar meer participatie, inspraak en co-creatie met bewoners en ondernemers. Dat veroorzaakt spanning.

Enkele reacties:

  • Er zit een verschil tussen een gemeentelijke markt (zoals Plein ’40-’45) en een markt op afstand, met andere juridische grondslagen. Die laatste lijkt beter te lopen
  • We kunnen democratisering alleen maar vormgeven op punten waarop dat ook kan
  • De behoefte aan participatie kwam voort uit de behoeft aan gezamenlijk beheer en een mooie markt
  • Samen het gesprek aangaan en alle ambities op tafel leggen kan goed werken, los van de uitkomst – zolang je maar niet tegenover elkaar blijft staan
  • Spanning kan ook positief zijn, omdat het de noodzaak van gesprekken aangeeft.

Het gesprek verliep geanimeerd, helaas kon niet alles worden besproken. Gelukkig was er kort na deze rondetafel een slotbijeenkomst van dit onderzoek - bekijk hier het filmpje met sfeerimpressies of lees het eindrapport, met prachtige fotorapportage van de onderzoekscontext. 

 

Verslag: Ditte Veerman