Artikel

2011 - Proefschrift Leo Balai: Het slavenschip Leusden

Op 1 januari 1738 verging voor de monding van de Marowijnerivier in Suriname het slavenschip Leusden van de West-Indische Compagnie (WIC). Van de 716 in Afrika ingescheepte gevangenen overleefden er slechts 16 de ramp. Hoewel het ongetwijfeld de grootste tragedie is uit de Nederlandse scheepvaarthistorie, is deze ramp vrijwel onbekend.

De Leusden was een van de laatste WIC-schepen die slaven vervoerden en bovendien het enige dat exclusief voor dit doel werd ingezet. Per reis transporteerde het schip gemiddeld 660 slaven geketend en dicht op elkaar liggend naar het Caribisch gebied. Eenmaal op zee waren slavenschepen varende gevangenissen, waar een wreed regime heerste. Met name doordat ziekten vrij spel hadden in de ongezonde atmosfeer van de scheepsruimen, overleefden veel slaven de overtocht niet. Van haar eerste reis in 1720 tot aan haar ondergang in 1738 voerde de Leusden in totaal 10 slaventochten uit, waarbij slechts 73 % van de slaven levend de overzijde bereikte. Er is tot nog toe bijzonder weinig onderzoek gedaan naar de specifieke schepen die de transatlantische slavenhandel mogelijk maakten. Wellicht heeft de morele verontwaardiging dan wel schaamte over het fenomeen slavernij objectief onderzoek altijd in de weg gestaan. Leo Balai ontdekte echter diverse tot nog toe onbekende bronnen, waarin over het feitelijke reilen en zeilen aan boord van slavenschepen wordt verhaald.

Bron: Balai, L. W. 2011. Het slavenschip Leusden: over de slaventochten en de ondergang van de Leusden, de leefomstandigheden aan boord van slavenschepen en het einde van het slavenhandelsmonopolie van de WIC, 1720-1738. Walburg Pers

Overige documenten: Engelse versie Het Slavenschip Leusden

Afbeelding credits

Icon afbeelding: Picryl - WIC

Media

Documenten