De navolgende hoofdstukken zijn belangwekkend en vernieuwend. Ze gaan over de functie die juristen vervullen als ze niet onder een toga schuilgaan. Professionals die buiten de arena van de rechtszaal met hun specifieke deskundigheid bijdragen aan de totstandkoming van besluiten, gegeven strategische keuzes van publieke en private organisaties en instellingen. En dit zonder dat hiermee per definitie sprake is van een juridisch geschil waarover een gezaghebbend oordeel wordt gevraagd. Professionals ook die niet alleen juridisch-technisch weten te denken, maar die meer dan dat in staat zijn om de rug recht te houden waar integriteit of sociale verantwoordelijkheid met voeten dreigt te worden getreden.
In dit boek krijgt de rol van het recht in de context van organisaties en instellingen een duidelijk gezicht. Het is niet het gezicht dat wordt bepaald door het traditionele idee van het geldende recht als in een los van de werkelijkheid bestaande, gestolde en geobjectiveerde normativiteit. De regel die uit een hoge hoed wordt getoverd. Dit beeld van het recht roept herinneringen op aan de Politeia van Plato, in het bijzonder het verhaal van Socrates over de persoon die niet begrijpt dat er meer is dan wat direct zichtbaar is. Alleen wie de werkelijkheid achter verschijnselen onderzoekt zal de (morele) waarheid leren kennen. Het is een redenering die logisch tot de conclusie leidt dat alleen een kleine groep toegang heeft tot datgene waar het echt om gaat. Zo ook in het recht.