Artikel

Wat is het effect van artificial intelligence en data op onze samenleving?

Data spelen een steeds grotere rol in ons dagelijks leven. Wat zijn de effecten en gevolgen daarvan? En hoe gaan burgers om met deze nieuwe ontwikkelingen? Deze vragen staan centraal in het onderzoek van Claes de Vreese, Faculteitshoogleraar Artificial Intelligence, Data & Democracy aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam.

Data en geautomatiseerde processen zijn overal. Een aardig recent voorbeeld is robotjournalistiek; een computer kan op basis van de aangeleverde informatie zelf berichten schrijven zonder dat daar een journalist aan te pas komt. Het Britse persbureau Press Association biedt zelfs al een betaalde dienst voor artikelen die door een algoritme zijn geschreven.

Wat wilt u als onderzoeker graag weten over Artificial Intelligence, Data & Democracy?

‘Het vertrekpunt is dat er  ongelooflijk veel data, geautomatiseerde processen en zelflerende mechanismes zijn. In toenemende maten spelen deze ook een rol in democratische processen. We willen graag weten hoe die processen werken, wat de effecten ervan zijn en hoe burgers omgaan met deze nieuwe ontwikkelingen.’

Kunt u voorbeelden noemen van ontwikkelingen waarbij artificial intelligence en data een rol spelen in de samenleving?

‘Media maken bijvoorbeeld gebruik van algoritmes op basis van de data die over ons beschikbaar is, waardoor je gepersonaliseerd nieuws ontvangt. Politieke partijen maken er ook gebruik van bij het communiceren naar burgers. Op basis van data kunnen zij bepalen om bepaalde boodschappen bij bepaalde kiezers te benadrukken – of om deze juist niet te benoemen.’

Dat klinkt best eng.

‘Het kan ook heel positief uitpakken als informatie aansluit bij de behoeften van burgers. Een 23-jarige is waarschijnlijk meer geïnteresseerd in het afsluiten van een eerste hypotheek, terwijl een zestiger meer wil weten over pensioenen. Maar inderdaad: er zijn ook keerzijdes. Er dreigt bijvoorbeeld geen gedeelde publieke sfeer meer te zijn, omdat iedereen informatie krijgt die op hem persoonlijk is toegesneden. En daarnaast worden veel boodschappen geplaatst op niet of heel lastig te controleren platforms zoals Facebook maar ook in besloten kringen zoals via WhatsApp. Hierdoor neemt mogelijk de kans op desinformatie toe. Kortom: de nieuwe ontwikkelingen zijn zorgelijk en positief tegelijk. Met ons onderzoek willen wij de discussie over dit onderwerp voeden.’

Voor wetenschappers vergt dit een heel andere manier van onderzoek doen.

‘Dat klopt, we moeten echt uit onze comfort zone stappen en nieuwe technieken toepassen, gebruikmaken van een andere soort data en nieuwe methodes gebruiken. We keken bijvoorbeeld door middel van plugins mee in de browsers van proefpersonen, zodat wij kunnen zien welk nieuws zij voorgeschoteld krijgen. Dit onderzoek vraagt dus bij uitstek om een echte interdisciplinaire samenwerking tussen maatschappij- en gedragswetenschappers, ethici, juristen en data scientists.

Wat wilt u over een jaar bereikt hebben als facultair hoogleraar Artificial Intelligence, Data & Democracy?

‘Dan hebben we het onderwerp goed neergezet binnen de faculteit; binnen het onderwijs en onderzoek van alle disciplines is er aandacht voor dit thema. Daarnaast willen we graag bijdragen aan de digital society in het onderwijs van de faculteit, waardoor data en digitalisering een meer prominente plek krijgen in het onderwijs. Daarnaast nemen we als maatschappij- en gedragswetenschappers nadrukkelijk deel aan het UvA-brede initiatief op het gebied van Artificial Intelligence. En de UvA is dé plek in Nederland waar wordt gekeken naar burgers en de menselijke kant van AI.’

bron: Nieuws UvA

Aanvullende informatie