In een circulaire samenleving worden afvalstromen efficiënt gerecycled en geüpcycled. Dit geldt ook voor afvalstromen van een afvalwaterzuiveringsinstallatie. Twee belangrijke afvalstromen van een afvalwaterzuiveringsinstallatie zijn cellulosevezels en een klasse biopolymeren die bekend staat als Kaumera. In Nederland is het gebruikelijk om deze stromen te vergisten of te verbranden. Deze stromen kunnen echter ook worden gebruikt om een hoogwaardig lichtgewicht biocomposietmateriaal te produceren.
Cellulose en biopolymeren zoals Kaumera kunnen worden gecombineerd tot een lichtgewicht biocomposietmateriaal dat kan worden toegepast in de transport- of bouwsector. Dergelijke Kaumera-cellulose-biocomposieten besparen energie in vergelijking met standaard composieten op fossiele basis om de volgende twee redenen. Ten eerste wordt tot 67% minder primaire energie verbruikt in het productieproces van een Kaumera-cellulose-biocomposiet in vergelijking met een composiet van glasvezel en polyester. Ten tweede wordt er energie bespaard tijdens het gebruik van een Kaumera-cellulose-biocomposiet, aangezien een dergelijk composiet tot 25% lichter is dan een traditioneel composiet op fossiele basis. In een transporttoepassing vertaalt een lager gewicht zich in een lager brandstofverbruik en daarmee energiebesparing. De eerste proefmonsters van het Kaumera-cellulose-composiet zijn niet alleen licht en stijf, maar ook onbrandbaar.
Het project "Converting Wastewater into Composites" (WASCOM) heeft tot doel een prototype te maken van een hoogwaardig, lichtgewicht biocomposiet. Het project is een samenwerking tussen de TU Delft, ChainCraft, NPSP, Waternet en het AMS Institute. De Technische Universiteit Delft is de leidende expert in onderzoek naar biopolymeren en afvalwaterzuivering, ChainCraft wil nieuwe routes identificeren voor de toepassing van Kaumera, Waternet wil zijn stroom cellulosevezels commercialiseren, NPSP is expert in de productie van hoogwaardige lichtgewicht biocomposieten en het AMS Institute wil afvalstromen op metropolitane schaal sluiten om de transitie naar een circulaire samenleving te versnellen.