Artikel

Verbeteren kwaliteit zwemwateren

Onderzoeker: Sweco
Opdrachtgever: Provincie Noord-Holland

INLEIDING
1.1 Wat is de aanleiding voor het quickscan-onderzoek
De provincie Noord-Holland is bevoegd gezag voor de zwemlocaties in Noord-Holland die zijn aangemeld als zwemlocatie vallend onder de Europese zwemwaterrichtlijn (richtlijn 2006/7/EG) en de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz). In totaal zijn in de provincie Noord-Holland in 2016 151 zwemlocaties aanwezig waarmee Noord-Holland de absolute koploper binnen Nederland is.

Alle aangewezen zwemlocaties worden gemonitord en beoordeeld zoals is vastgelegd in de zwemwaterrichtlijn en het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz). Uit de beoordeling blijkt dat er tweeëntwintig zwemlocaties zijn die in 2015 niet als ‘goed’ worden beoordeeld. Van deze locaties worden acht locaties als ‘slecht’ beoordeeld en veertien als ‘aanvaardbaar’. Deze beoordeling is gebaseerd op de gemeten concentraties E. coli en intestinale enterococcen gedurende het badseizoen (1 mei tot 30 september) van de jaren 2012-2015. Een deel van deze locaties heeft ook regelmatig te maken met blauwalgenoverlast. Daarnaast zijn er nog een aantal locaties die geen bacteriologische problemen hebben maar waar wel regelmatig overlast met blauwalgen optreedt.

In de op 16 november 2015 vastgestelde Watervisie 2021 staat dat de provincie Noord-Holland streeft naar verbetering van de waterkwaliteit op de zwemlocaties naar minimaal de waterkwaliteitsklasse ‘goed’, per 2021. Bovendien wordt aangegeven dat de provincie ‘locatiehouders en waterbeheerders bij het nemen van maatregelen zal ondersteunen’. De verbetering van de zwemwaterkwaliteit van ‘slecht’ tot het niveau van minimaal ‘aanvaardbaar’ is overigens allerminst vrijblijvend (zie tekstkader 1.1).

Het streven uit de Watervisie 2021 is de directe aanleiding voor het quickscan-onderzoek ‘Verbeteren kwaliteit zwemwateren’ dat in dit rapport is beschreven.

Tekstkader 1.1 Bepalingen uit de zwemwaterrichtlijn (richtlijn 2006/7/EG, artikel 5, lid 3 en 4) over de beoordeling van de kwaliteit en de noodzaak tot het nemen van maatregelen Artikel 5, lid 3. De lidstaten zorgen ervoor dat aan het einde van het badseizoen van 2015 alle zwemwateren ten minste ‘aanvaardbaar’ zijn. Zij nemen realistische en evenredige maatregelen die naar hun oordeel passend zijn om het aantal als ‘uitstekend’ of ‘goed’ ingedeelde zwemwateren te doen toenemen. Artikel 5, lid 4. Ondanks de algemene bepaling van lid 3 kunnen zwemwateren echter tijdelijk als ‘slecht’ worden ingedeeld, en nog steeds aan de voorwaarden van deze richtlijn voldoen. In dergelijke gevallen zorgen de lidstaten ervoor dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a) voor elk als ‘slecht’ ingedeeld zwemwater worden met ingang van het badseizoen volgend op dat van de indeling, de volgende maatregelen genomen:  er worden passende beheersmaatregelen genomen, waaronder een zwemverbod of een negatief zwemadvies, teneinde de blootstelling van zwemmers aan verontreiniging te voorkomen, en  de oorzaken en redenen van het niet-bereiken van de ‘aanvaardbare’ kwaliteitsstatus worden geïdentificeerd;  er worden passende maatregelen genomen om de oorzaken van verontreiniging te voorkomen, te verkleinen of weg te nemen, en  overeenkomstig artikel 12 wordt het publiek door middel van een duidelijk en eenvoudig teken gewaarschuwd en voorgelicht over de oorzaken van de verontreiniging en de op basis van het zwemwaterprofiel genomen maatregelen; b) indien een zwemwater vijf opeenvolgende jaren als ‘slecht’ ingedeeld is, wordt een permanent zwemverbod ingesteld of een permanent negatief zwemadvies uitgebracht. Een lidstaat kan evenwel vóór het einde van de periode van vijf jaar een permanent zwemverbod instellen of een permanent negatief zwemadvies uitbrengen, indien hij van oordeel is dat de verwezenlijking van de kwaliteit ‘aanvaardbaar’ onhaalbaar of onevenredig duur is.

1.2 Het doel en resultaat
Het doel van dit onderzoek is het creëren van inzicht in de knelpunten en mogelijke maatregelen voor zwemlocaties met een slechte of aanvaarbare waterkwaliteit en/of blauwalgenoverlast en de rol van de provincie hierin. Gekozen is voor een quickscanbenadering.

Het resultaat is voor de zwemlocaties met in 2015 een slechte of aanvaardbare kwaliteit én zwemlocaties met terugkerende blauwalgenoverlast inzicht in de:
- Oorzaken voor de bacteriologische belasting die de slechte of aanvaardbare waterkwaliteit veroorzaken en/of die bijdragen aan de blauwalgenoverlast.
- Mogelijke maatregelen om de bacteriologisch waterkwaliteit te verbeteren en blauwalgenoverlast te verminderen, met een inschatting van de kosten.
- De mogelijke rol van de provincie bij de uitvoering van de maatregelen.

De kwaliteitsklassen kunnen per jaar wisselen en in die zin is dit onderzoek een momentopname

Afbeelding credits

Icon afbeelding: Provincie Noord-Holland

Media

Documenten