Als cultuursensitief werken niet genoeg is
Onderdeel van
Trefwoorden
Ervaringen van studenten sociaal werk in een weerbarstige zorgpraktijk
Sociaal werk wordt steeds belangrijker in de zorg en ondersteuning voor ouderen. Dat
geldt zeker in de grote steden, waar de diversiteit onder ouderen snel toeneemt. Het
overbruggen van sociale afstand en het werken aan vertrouwen is steeds meer een
voorwaarde voor goede en toegankelijke zorg. Studenten sociaal werk, en zeker
studenten die zelf een migratieachtergrond hebben, kunnen als toekomstig professionals
straks een sleutelrol spelen. Vaak stuiten zij echter op een weerbarstige zorgpraktijk.
De stedelijke bevolking van Nederland wordt snel diverser. In Amsterdam heeft inmiddels
57% van alle inwoners een migratieachtergrond, en ook onder Amsterdamse ouderen
neemt dit snel toe: onder 55-plussers steeg het aandeel met een migratieachtergrond in
tien jaar tijd van 37% naar 46% (Onderzoek en Statistiek, 2023). Deze demografische
verschuiving beperkt zich niet tot de grote stad. Ook landelijk groeit het aandeel ouderen
met een migratieachtergrond: van 14% in 2020 naar 25% in 2050 (Nidi & CBS, 2020).
Voor de ouderenzorg is het daarom de vraag of professionals voldoende aansluiting
blijven vinden bij hun steeds diversere doelgroep. Studies laten namelijk zien dat de
toegankelijkheid van voorzieningen onder druk kan staan bij toenemende diversiteit. Zo
maken Marokkaanse en Turkse ouderen minder gebruik van het reguliere zorg- en
welzijnsaanbod dan je zou verwachten op basis van hun gezondheid, waarbij
mantelzorgers relatief vaak overbelast zijn (Fokkema, 2019). Om te werken aan gelijke
toegang is het overbruggen van sociale afstand steeds belangrijker voor professionals in
de superdiverse samenleving (Kremer, 2023). Dit geldt juist in de langdurige zorg, waar
vertrouwensrelaties vaak de basis vormen voor toegankelijkheid en kwaliteit. En precies
daaraan zouden sociaal werkers een bijdrage kunnen leveren (De Groot & Van Ewijk,
2022).
Bron: Kenniscentrum ongelijkheid Amsterdam
Auteurs:
Willem van Rooijen, MSc (Vrije Universiteit)
Dr. Ludo Glimmerveen (Vrije Universiteit / Ben Sajet Centrum)
Dr. Hanna Carlsson (Vrije Universiteit / Radboud Universiteit)