Team iGGW
- Auteurs: Steven Diemel; Nienke Offerman; Roland Oude Ophuis; Conny Tjin; Ingrid van Zelm
- Data-analist (kernindicatoren overzichten): Olga Morozova
- Vormgeving: Jannah de Roos
De analyse beschrijft de situatie en ontwikkeling in de ontwikkelbuurten aan de hand van de cijfers in de kernindicatorenoverzichten ontwikkelbuurten. In welke van de 53 ontwikkelbuurten (schaalniveau OIS buurten) spelen welke problemen? In welke buurten is de problematiek het hevigst? Hoe hebben de
ontwikkelbuurten zich in de afgelopen 3 tot 4 jaar ontwikkeld?
Ook bijgevoegd het bestuurlijk Overdrachtsdocument Ontwikkelbuurten
Team iGGW
In het Uitvoeringsplan staan factsheets met stedelijk en per stadsdeel de belangrijkste informatie over vraag, aanbod en socio-economische indicatoren van ouderenhuisvesting. Op basis van de factsheets en focuspunten wordt de stadsdeel/ gebiedsspecifieke opgave voor ouderenhuisvesting inzichtelijker gemaakt en kunnen de betrokken partijen hun activiteiten beter richten. De factsheets worden jaarlijks geüpdatet met de meest recente beschikbare informatie. Dit biedt vergelijkingsmateriaal om de ontwikkeling van ouderenhuisvesting in de stadsdelen te monitoren en indien nodig focusopgaves aan te scherpen.
In GiB is 'ouderen' vanaf 2022 mede als gevolg van de factsheets als apart thema opgenomen.
Eind 2020 hebben zes Amsterdamse corporaties –de Alliantie, De Key, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot en Ymere –voor het eerst een gezamenlijk bewonersonderzoek uitgevoerd onder al hun huurders in de regio Amsterdam: Huurders in de regio Amsterdam (HIRA). Bijna 50.000 huurders deden aan het onderzoek mee
Het onderzoek is uitgevoerd door de Projectgroep We Amsterdam, bestaande uit:
Wanneer huishoudens meer dan 10% van hun inkomen kwijt zijn aan energielasten, wordt er gesproken van energiearmoede. Om meer grip te krijgen op deze problematiek is inzicht nodig in hoe de energielasten zich door de tijd heen ontwikkelen, en bij welke huishoudens dit tot (relatief en absoluut) hoge energielasten leidt. Daar gaat dit onderzoek op in.
In 2019 waren Amsterdamse huishoudens gemiddeld €120 per maand kwijt aan energielasten. Dat is meer dan in 2017, toen ging het om €110. Maar omdat ook de inkomens van Amsterdammers groeiden, zijn zij gemiddeld een even groot deel van het inkomen kwijt aan de energierekening. Dit aandeel, ook de energiequote genoemd, was gemiddeld 5%. Bij huishoudens waar de energiequote hoger is dan 10%, spreken we van energiearmoede. Ook het aandeel huishoudens dat hiermee te maken heeft bleef ten opzichte van 2017 stabiel op 11%. In 2013 lagen de energielasten een stuk hoger. Toen lag de energiequote gemiddeld op zeven procent en kampte achttien procent van de huishoudens met energiearmoede. De energielasten volgen de ontwikkeling van de wereldwijde energieprijzen.
Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede hebben negen op de tien (90%) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. Verschillen in de kans op energiearmoede tussen andere huishoudenskenmerken worden vaak verklaard door het verschil in inkomen. Zo komt energiearmoede relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Dit hangt ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het huishoudensinkomen per saldo lager is.
Binnen Amsterdam zijn de relatieve energielasten het hoogst in de stadsdelen Zuidoost, Noord en Nieuw-West. In Zuidoost kampt 19% van de huishoudens met energiearmoede, in Noord is dit 17% en in Nieuw-West 14%. Dit komt door een combinatie van relatief hoge energielasten en lage inkomens in deze stadsdelen. In Zuid, Centrum en Oost komt in de loop van de jaren het minste energiearmoede voor. In Zuid en Centrum komt dit vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking, want beide stadsdelen zitten qua energierekening juist aan de hoge kant.
Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met energiearmoede te maken heeft, dit zijn de donkerblauwe gebieden in de onderstaande figuur.
In Amsterdam is naar schatting 16% van de personen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd, ruim 100.000 personen(cijfers 2020; zie https://geletterdheidinzicht.nl/). Zij hebben moeite met lezen en schrijven en kunnen daarom niet optimaal deelnemen aan de samenleving. Onder deze groep bevinden zich veel eerste generatie migranten. Nederlands is vaak niet hun eerste taal en het aanbod voor laaggeletterden houdt daar rekening mee. Nederlandstalige laaggeletterden worden over het algemeen minder goed bereikt. Er is ook niet goed zicht op de omvang van deze groep. Naar aanleiding van een raadsmotie over deze groep heeft WPI aan OIS gevraagd inzicht te geven in de omvang van de groep Nederlandstalige laaggeletterden.
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 17 november 2021 en 27 oktober 2021
Behandelend ambtenaar: WPI, Participatie, Mijke Wassink m.wassink@amsterdam.nl WPI, Participatie, Jacqueline de Maa j.de.maa@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
In opdracht van:
Werk, Participatie en Inkomen
Auteur:Laure Michon, Francien Meester, Sara Rubingh, Sjors Verhaar, Idske de Jong
E-mailadres:l.michon@amsterdam.n
De coronacrisis heeft de Amsterdamse economie hard geraakt. Op de arbeidsmarkt werden de gevolgen hiervan door jongeren het meest gevoeld. De werkloosheid onder jongeren (15-26 jarigen) steeg van alle leeftijdsgroepen het hardst: van 6,5% in 2019 naar 9,9% in 2020. Deze jongeren waren niet werkzaam en zochten wel actief naar werk maar konden geen werk vinden. Voor de hele Amsterdamse beroepsbevolking steeg de werkloosheid van 4,2% naar 5,3%. Dit staat in de Monitor Jeugdwerkloosheid 2020.
Net als de afgelopen jaren zijn lager opgeleide jongeren vaker werkloos (14%) dan middelbaar (12%) en hoger opgeleide jongeren (5%). Maar onder middelbaar opgeleide jongeren steeg de werkloosheid in 2020 relatief hard (van 7% naar 12%), waardoor het verschil met lager opgeleiden kleiner werd. De toename van de werkloosheid onder middelbaar opgeleide jongeren is het sterkst bij jongeren zonder migratieachtergrond (van 4% naar 11%). In voorgaande jaren was dit juist een groep die vaak aan het werk was.