Opdrachtgever:
G&O gemeente Amsterdam
Auteur: Adviesbureau E.C.O. Logisch B.V.
Zie ook: Video tijdelijke natuur strandeiland
Strandeiland, het vijfde eiland van IJburg, wordt een nieuwe stadswijk met 8.000 woningen voor 20.000 Amsterdammers. Het gebied huisvest echter ook zeldzame dieren en planten, waaronder de zeearend, velduil, otter, ringslang, vos en diverse vogels. Natuurbehoud wordt gestimuleerd door speciale aanplant, zoals bloemenstroken en rietmoerassen. Hoewel de bouw ook ruimte biedt voor vogels en vleermuizen, zullen sommige soorten verdwijnen door het veranderende landschap. Om de dieren te beschermen, wordt o.a. gevraagd honden niet op Strandeiland uit te laten.
Opdrachtgever:
G&O gemeente Amsterdam
Auteur: Adviesbureau E.C.O. Logisch B.V.
Zie ook: Video tijdelijke natuur strandeiland
In het kader van de Wet natuurbescherming is een ontheffing aangevraagd voor het kappen van iepen binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam. Doel van de ontheffing is om de staat van instandhouding van de iepenpage (Satyrium w-album) in Amsterdam te waarborgen, om administratieve lasten te beperken bij het bevoegd gezag (Omgevingsdienst Noord-Holland Noord) en de gemeente én de doorgang van projecten te bevorderen.
Om dit te kunnen waarborgen is een 'Activiteitenplan iepenpage' opgesteld door de gemeente Amsterdam waarin onder andere de verspreiding van de beschermde soort onderzocht is en mitigerende en compenserende maatregelen genoemd zijn.
Auteurs: T. Springer
Opdrachtgever: D. Stroombergen
Contactpersoon: J. Bijleveld (Verkeer & Openbare ruimte)
In opdracht van de Gemeente Amsterdam heeft de Zoogdiervereniging de ‘Richtlijnen voor integrale vleermuisvoorzieningen in civiele constructies’ opgesteld. Na een algemeen stuk over vleermuizen en verblijfplaatsen worden in een aantal paragrafen de belangrijkste aspecten besproken waarmee rekening gehouden moet worden bij het construeren van vleermuisverblijfplaatsen in civiele constructies.
Gemeente Amsterdam werkt aan Natuurinclusief bouwen. Dit is onder andere verankerd in de Groenvisie 2050 en Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Gemeente Amsterdam is rijk aan bouwwerken en kunstwerken, zoals bruggen, kademuren, sluizen, tunnels, parkeergarages, etc.. Voorafgaand aan ontwerp en engineering, bouw en/of renovatie van deze bebouwing en civiele constructies worden bij stakeholders eisen verzameld, waaronder eisen voor natuurinclusief bouwen. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de bruggen in de Pampuslaan op IJburg; de Annemie Wolffbrug (brug 2060) en Lee Millerbrug (brug 2080). Deze bruggen krijgen voorzieningen voor o.a. vleermuizen. Het technische ontwerp is uitgewerkt door de Gemeente Amsterdam en het architectenbureau Grimshaw, in samenwerking met de Zoogdiervereniging. Dit natuurinclusieve ontwerpproces voor de bruggen 2060 en 2080 op IJburg is door de Zoogdiervereniging vertaald naar de ‘Richtlijnen voor integrale vleermuisvoorzieningen in civiele constructies’. De ervaring uit dit project kan hiermee worden overgedragen aan nieuwe projecten en programma’s die werken aan de natuurinclusieve bouw, renovatie en/of vernieuwing van civiele constructies. Doe er je voordeel mee!
Notitie van de Zoogdiervereniging
Projectnaam: Advies Vleermuisvoorzieningen
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam
Onderdeel: Ingenieursbureau van de gemeente Amsterdam
Contactpersonen: M.M.E. Backerra en W. Koreman
Auteurs: M.J. Epe & H.J.G.A. Limpens
In 2021 heeft EIS Kenniscentrum Insecten 13 groengebieden in Amsterdam onderzocht op wilde bijen. Dit onderzoek is een voortzetting van de onderzoeken in 2019 en 2020, toen respectievelijk 11 en 14 Amsterdamse gebieden onderzocht zijn. In totaal zijn nu in 38 groengebieden in Amsterdam dergelijke inventarisaties uitgevoerd. Deze worden uitgevoerd met vaste routes en telsecties, een vaste onderzoeksduur en min of meer vaste momenten in het jaar. Toekomstige inventarisaties die op dezelfde manier worden uitgevoerd, zullen dus vergelijkbaar zijn met deze ‘nulmetingen’, zodat sprake is van een monitoring. De resultaten uit 2021 worden in deze rapportage besproken. De in 2021 onderzochte gebieden zijn: Amsteldijk, Boechorststraat, Diemerzeedijk, Huis te Vraag en Schinkelzone, Jachthavengebied, Nieuwe Gouw, Rietland Nieuwendam, Schellingwoude, Science Park, Verbindingszone Ringdijk, Vliegenbos, Volgermeerpolder en Zwarte Gouw.
In totaal zijn in 2021 in alle 13 gebieden samen 89 soorten bijen gevonden. Hieronder zijn er 10 die tijdens de onderzoeken in 2019 en 2020 niet gevonden zijn, waarmee het totale aantal soorten in 2019 2021 op 114 komt. Het hoogste aantal soorten van alle onderzoeksjaren is gevonden in het Science Park: 62.
Tekst
Johan van ‘t Bosch & Menno Reemer
Productie
EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden
Opdrachtgever
Gemeente Amsterdam
Contactpersoon opdrachtgever
Geert Timmermans, Florinda Nieuwenhuis
Contactpersoon EIS
Menno Reemer
Foto’s voorpagina
Hoofdfoto: Volgermeerpolder, sectie 1, 9 juli 2021 (foto Johan van ‘t Bosch)
Inzet: vrouwtje roodbuikje Andrena ventralis (foto Menno Reemer)
Foto achterkant
Vrouwtje langsprietwespbij Nomada conjungens (foto Menno Reemer)
Aanleiding tot het onderzoek
De gemeente Amsterdam heeft aan Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Van der Goes en Groot opdracht verleend tot een broedvogelinventarisatie in 19 Amsterdamse stadsparken in 2021. De parken worden intensief gebruikt voor tal van recreatieve doeleinden. Vanwege de uitbraak van Corona in 2020 zijn aan de ene kant geen festivals georganiseerd in de Amsterdamse parken. Aan de andere kant nam het bezoek van recreanten waarschijnlijk toe. In 2019 vond een nulmeting plaats van de broedvogelstand in deze 19 parken.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in aanwezigheid en de verspreiding van broedvogels binnen de onderzochte parken. Door de resultaten te vergelijken met gegevens van 2019 en eerdere beschikbare inventarisaties in enkele van de onderzochte parken kan tevens de aantalsontwikkeling van de broedvogelbevolking worden geanalyseerd. Door het onderzoek in de toekomst periodiek op dezelfde manier te herhalen kan de ontwikkeling van de broedvogelstand worden gevolgd. De nulmeting voor dit onderzoek is uitgevoerd in 2019 (VAN GROEN & WYTEMA, 2019).
© Van der Goes en Groot, ecologisch onderzoeksbureau
Auteurs: F.M. van Groen, S.C. Wytema
In opdracht van Gemeente Amsterdam
De Amsterdamse gedragscode flora en fauna is een aanvulling op de sectorale gedragscode soortbescherming voor gemeenten en de (inter)nationale bescherming van soorten middels de Wet natuurbescherming. In deze Amsterdamse gedragscode flora en fauna staan aanvullende voorwaarden geformuleerd voor het specifieke lokale karakter van de gemeente Amsterdam.
Auteur
T. Springer, Ingenieursbureau
Opdrachtgever
P. van Beveren
De biodiversiteit van steden is aan het toenemen; maar er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur: vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen. De meer onooglijke stadsflora en -fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen. In een serie inventarisaties van Amsterdamse groengebieden door experts (deels ook samen met buurtbewoners) wordt gepoogd deze meer verborgen diergroepen te ontsluiten, en tegelijkertijd een inventarisatie van (enkele van) deze groepen uit te voeren, waarvan de resultaten ten goede komen aan het ecologische beheer van deze terreinen en ook aan de kennis van de Amsterdamse natuur als geheel. Het hier voor u liggende rapport betreft het vijfde deelproject binnen dit programma, gewijd aan de kleinere diertjes in het Diemerpark, het Flevopark, en de Joodse Begraafplaats Zeeburg; drie groengebieden in Amsterdam-Oost, gezamenlijk het noordelijke deel vormend van de 'Diemerscheg'.
Bron: Schilthuizen, Menno. (2021). Eindrapport Taxon Expeditie Diemerscheg.
De Tuinen van West bestrijken een circa 400 ha groot gebied met een duidelijke begrenzing. Dit Beeldkwaliteitplan geldt voor een groot deel van het gebied maar beslaat niet het geheel. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen het werkingsgebied en de zogenaamde beïnvloedingsgebieden. Alle gebieden die binnen de Tuinen van West liggen maar niet onder het werkingsgebied van het project vallen zijnop de kaart van het PvE in grijs aangegeven. Dit zijn: de Osdorperweg, het glastuinbouwgebied ten noorden langs de Raasdorperweg en de bedrijfsterreinen Luktemeer II en III, de begraafplaats Westgaarde en de woonwijk Geuzenveld West. Dit zijn de zogenaamde beïnvloedingsgebieden. Hiervoor worden vrijblijvende aanbevelingen gedaan in dit plan om de integraliteit van het hele gebied te waarborgen.
Het document inclusief bijlagen zijn onderaan deze pagina te downloaden.
Dit beeldkwaliteitplan is gemaakt in opdracht van de stuurgroep Tuinen van West (TvW), opdrachtgever namens de bestuurlijke coalitie tussen de Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer en Stadsdeel Osdorp. De projectgroep TvW is gedelegeerd opdrachtgever. In de opdrachtformulering wordt om een inhoudelijk zeer uitgebreid beeldkwaliteitplan gevraagd. Er is een expertteam gevormd met deskundigen vanuit de 2 stadsdelen voor de begeleiding van het opstellen van het plan. Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer is de trekker van deze expertgroep BKP en DRO zijn hierin de opdrachtnemer. Voor u ligt het resultaat.
De gemeente Amsterdam wenst inzicht in de verspreiding en aantalsontwikkeling van aan het water gebonden overwinterende Natura 2000-vogelsoorten rondom IJburg, en meer in het bijzonder in het ecologische gebruik van een aantal kunstmatig aangelegde mosselbanken door foeragerende duikeenden.
De gegevens zijn gewenst binnen een vergunning van de Natuurbeschermingswet (Nbw) voor het project IJburg 2e fase, waarin is opgenomen dat een monitoringsplan wordt uitgevoerd. De monitoring is gestart in de winter van 2014/15. In deze rapportage worden voor alle vogelsoorten, waarvoor instandhoudingdoelstellingen zijn opgenomen in het aanwijzingsbesluit, de aantallen en verspreiding in 2019/20 gepresenteerd, gebaseerd op speciaal hiervoor uitgevoerde vogeltellingen. Tevens wordt ingezoomd op het ecologische gebruik van enkele mosselbanken door foeragerende duikeenden.
© Sovon Vogelonderzoek Nederland 2020
Dit rapport is samengesteld in opdracht van Gemeente Amsterdam
Auteur: Roy Slaterus
In het kader van natuurcompensatie voor de woonwijk IJburg - Amsterdam, zijn in 2007/2008 twee kunstmatige mosselbanken aangelegd, om de groei van zoetwatermosselen (Dreissena) te bevorderen. Dit rapport beschrijft hoe de mosselpopulatie op de kunstmatige banken en in de rest van het gebied zich tot 2020 heeft ontwikkeld, wat het effect is van opslibbing als gevolg van het opspuiten van IJburg 2 en wat het effect van waterplanten op de mosselpopulatie is.
© Bureau Waardenburg bv / in opdracht van Ingenieursbureau - Gemeente Amsterdam
Auteurs: E.G.R. Bakker, H.A. van der Jagt & W.E.A. Kardinaal
De biodiversiteit van steden is aan het toenemen; maar er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur: vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen. De meer onooglijke stadsflora en - fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen.
In een serie inventarisaties van Amsterdamse groengebieden door experts (deels ook samen met buurtbewoners) wordt gepoogd deze meer verborgen diergroepen te ontsluiten, en tegelijkertijd een inventarisatie van (enkele van) deze groepen uit te voeren, waarvan de resultaten ten goede komen aan het ecologische beheer van deze terreinen en ook aan de kennis van de Amsterdamse natuur als geheel. Het hier voor u liggende rapport betreft het tweede deelproject binnen dit programma, gewijd aan de kleinere diertjes in twee naast elkaar gelegen 'keurblokken': de tuinen van Fotomuseum Foam en Hammerstein Advocaten, aan respectievelijk de Herengracht en de Keizersgracht in het centrum van Amsterdam.
De biodiversiteit van steden is aan het toenemen; maar er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur: vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen. De meer onooglijke stadsflora en -fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen. In een serie inventarisaties van Amsterdamse groengebieden door experts samen met buurtbewoners wordt gepoogd deze meer verborgen diergroepen te ontsluiten voor de niet-expert, en tegelijkertijd een inventarisatie van (enkele van) deze groepen uit te voeren, waarvan de resultaten ten goede komen aan het ecologische beheer van deze terreinen. Het hier voor u liggende rapport betreft het eerste deelproject binnen dit programma, gewijd aan de kleinere diertjes in de Wilmkebreekpolder in Amsterdam-Noord.
De biodiversiteit van steden is aan het toenemen; maar er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur: vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen.De minder in het oog springende stadsflora en -fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen.
In een serie inventarisaties van Amsterdamse groengebieden door buurtbewoners samen met experts wordt gepoogd deze verborgen diergroepen te ontsluiten voor de niet-specialist, en tegelijkertijd een inventarisatie van deze groepen uit te voeren, waarvan de resultaten ten goede komen aan het ecologische beheer van deze terreinen.
Het hier voor u liggende rapport betreft een deelproject binnen dit programma, gewijd aan de kleinere diertjes in Natuurtuin. De Slatuinen in Amsterdam-West.
Colofon
Tekst: Menno Schilthuizen
Layout: Bart Van Camp
Amsterdam 2021
Alle waarnemingen zijn te vinden op waarneming.nl
De gemeente Amsterdam en haar inwoners streven naar een groenere stad en een gezondere leefomgeving. Agrarische voedselbossen verschijnen door heel het land, maar ook in Amsterdam zijn de afgelopen jaren meerdere voedselbosinitiatieven ontwikkeld. De interesse naar voedselbossen is flink toegenomen door de groeiende belangstelling voor en urgentie van natuur en een natuurlijke vorm van voedselproductie. Een voedselbos is een ontworpen systeem om een natuurlijke bosstructuur te ontwikkelen met meerdere vegetatielagen, gedomineerd door houtachtige planten. Kenmerkend voor een voedselbos is de hoge biodiversiteit aan flora en fauna en een hoge bodemkwaliteit. Zo ontstaat er een rijk, robuust en zelfvoorzienend ecosysteem. Een voedselbos heeft naast deze hoge natuurwaarde ook andere veelzijdige waardes op het gebied van klimaat, voedsel en sociaal. Dit rapport biedt een startpunt en een eerste overzicht van de veelzijdigheid en complexiteit van het thema voedselbossen in een stedelijke omgeving.
Gemeente Amsterdam en Wageningen University & Research
Jaëla Arian
Master Biology – Conservation and Systems Ecology
Begeleiding
Geertje Wijten
Ruimte & Duurzaamheid - Gemeente Amsterdam
Madelon Lohbeck
Forest Ecology and Forest Management - Wageningen University & Research
Bijlage: Eindpresentatie:
Voedselbossen Onderzoeksstage
In aanvulling op de structuurvisie “Amsterdam 2040: economisch sterk en duurzaam” geeft de ecologische visie een nadere precisering van de ecologische structuur in Amsterdam.
Passend bij de provinciale doelstellingen, wordt ingezet op een ecologisch netwerk van groene gebieden die met elkaar verbonden worden. De verbindingen zorgen voor een uitbreiding van het leefgebied van diverse soorten. Hiermee wordt de biodiversiteit versterkt. Om de verbindingen te kunnen verbeteren zijn alle knelpunten in kaart gebracht en oplossingen hiervoor aangedragen.
Bron: Gemeente Amsterdam
Auteurs: G. Timmermans & R. Daalder (DRO)
In 2018 werd het Deltaplan Biodiversiteitsherstel gepresenteerd: een plan waarin wetenschap,
bedrijfsleven, natuur- en landbouworganisaties zich samen een soortenrijk Nederland voorstelden.
Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel richt zich in eerste instantie op het platteland. Maar wat kunnen steden doen om het tij te keren? In Nederland woont 74% van de bevolking in de stad of suburban kernen. Natuur is in zichzelf waardevol, en draagt bij aan de leefbaarheid van de stad. Bomen zorgen voor schaduw, insecten bestuiven bloemen en zicht op natuur is aantoonbaar goed voor ons welzijn. Wanneer we de wereld beschouwen als een groot natuurgebied waar ook mensen wonen, levert dat vragen en ideeën op over het samenleven van mensen met al die dieren en planten. Op die manier kunnen we ook naar de stad kijken, als een bijzondere biotoop, waar allerlei leven zich thuis voelt. Die biotoop kunnen we rijker en diverser maken. De stad kan bij uitstek een plek worden waar mensen, planten en dieren met èn naast elkaar kunnen leven en elkaar kunnen ontmoeten. De opgave is daarom simpel: als we bouwen aan de stad, moeten we bouwen voor mensen, planten en dieren.
In het kader van de ontheffing van de Wet Natuurbescherming (voorheen Natuurbeschermingswet) voor de aanleg van IJburg is inzicht gewenst in de ontwikkelingen van de populatie Dreissena mosselen in het IJmeer rondom IJburg. Het voorliggende onderzoek sluit aan op de monitoringsresultaten van de ontwikkeling van de populatie Dreissena mosselen op de kunstmatige mosselbanken vak 0 en vak 1 (Dorenbosch et al., 2017). In het kader van de voorbereiding en opstart van werkzaamheden ten behoove van de ontwikkeling van IJburg tweede fase, is inzicht gewenst in de huidige verspreiding van Dreissena mosselen in een groter gebied rondom IJburg (buiten de bestaande kunstmatige mosselbanken vak 0 en 1). Tevens is inzicht gewenst hoe de populatie Dreissena mosselen zich verhoudt ten opzichte van de oorspronkelijke populatie mosselen zoals aanwezig in de periode 2006 - 2008 voor de aanleg van IJburg. Dit rapport gaat in op de huidige verspreiding van Dreissena mosselen in een ruimer gebied rondom IJburg en onderzoekt hoe de populatie zich verhoudt ten opzichte van 2006 - 2008 en welke processen het voorkomen van Dreissena mosselen beïnvloeden. Tevens worden aanbevelingen gegeven hoe de huidige inrichting geoptimaliseerd kan worden met betrekking tot het duurzaam in stand houden van Dreissena mosselbanken rondom IJburg.
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam
Auteurs: dr. M. Dorenbosch, F.M.F. Driessen MSc., drs. J.H. Bergsma
© Bureau Waardenburg bv / Grond en Ontwikkeling - Gemeente Amsterdam
De gemeente Amsterdam ontwikkelt een groot groen recreatiegebied: de Tuinen van West. Het Programma van Eisen voor het gebied is in 2008 vastgesteld door de gemeenteraad. De ecologische waarden van het gebied zijn nog niet volledig in kaart gebracht. Om een juiste afweging te kunnen maken tussen natuur en recreatie, is deze informatie wel nodig. De Stuurgroep Tuinen van West heeft daarom een natuurvisie laten schrijven.
Tekst: Vivian Siebering (Cailin Partners)
Illustraties: uit rapport ‘Natuurvisie Tuinen van West’, ‘Programma van Eisen Tuinen van West’ en ‘Beeldkwaliteitsplan’
Dit rapport geeft een overzicht van de huidige hydromorfologische, fysisch-chemische, bodemkundige en ecologische toestand van het noordelijke en zuidelijk deel van Noorder IJplas (Gemeente Amsterdam) en het daaraan grenzende ruderale terrein. Er worden ecologische doelstellingen geformuleerd en maatregelen aangegeven om deze te bereiken. De plas is ca dertig jaar oud, is maximaal 30 m diep en heeft grotendeels steile oevers. De fosfaat- en stikstofgehalten zijn betrekkelijk laag. Aanvankelijk was het water zwak brak en ontwikkelde zich een bijbehorende, karakteristieke levensgemeenschap. De plas verzoet meer en meer. Zonder ingrijpen zullen de brakwatersoorten verdwijnen en zal er waarschijnlijk een zoete, overmatig voedselrijke plas resteren. Om dit te voorkomen wordt voorgesteld in het noordelijk deel brak water uit het Noordzeekanaal in te laten. De levensgemeenschap van de oever kan zich beter ontwikkelen bij verondieping van de oeverzones. Dat zal een positief effect hebben op de waterkwaliteit. De zuidelijke plas wordt verbonden met het Noordzeekanaal en gedeeltelijk verondiept en kan zich zo ontwikkelen tot een natuurvriendelijke oeverzone. Het ruderale terrein is oorspronkelijk begroeid met ruigte en rietland, maar groeit steeds meer dicht met bos en struweel, waardoor karakteristieke moerasvogels verdwijnen. Het is gewenst de openheid te versterken door gedeeltelijke verwijdering van opgaand hout en door begrazing. Deze ontwikkelingen laten zich combineren met extensieve vormen van recreatie.
In opdracht van: Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Noord en Waternet.
Auteurs: dr. H. van Dam, D. Tempelman, ing. S.J.A. Copray, ir. C.J. Jaspers, dr. C. Bruning, A. van Dulmen, drs. Y. Wessels, ing. A. Mertens
© Grontmij | AquaSense
Op verzoek van Projectbureau Zuidoostlob Amsterdam, is in het plangebied Science Park, Amsterdam, onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van vleermuizen. Gedurende het onderzoek werden binnen het plangebied twee vleermuissoorten aangetroffen: gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en rosse vleermuis (Nyctalus noctula).
Tekst, foto's en samenstelling: L M. van der Hout
In opdracht van: Projectbureau Zuidoostlob Amsterdam
Naam opdrachtgever: M. Muijsers
De gemeente Amsterdam vindt het belangrijk om de biodiversiteit in de stad te onderzoeken en te behouden en waar mogelijk te verhogen. Gemeente Amsterdam heeft daarom aan Natuurlijke Zaken gevraagd in 2019 een vleermuisinventarisatie uit te voeren in 19 parken: Vondelpark, Sarphatipark, Martin Luther Kingpark, Gijsbrecht van Amstelpark, Beatrixpark, Amstelpark, Noorderpark, Bilderdijkpark, Erasmuspark en Westerpark/Westergasfabriek, Sloterpark, Rembrandtpark, Nelson Mandelapark, Gaasperpark, Oosterpark, Park Frankendael, Park Somerlust, Diemerpark, Flevopark
© Natuurlijke Zaken, www.natuurlijkezaken.nl
Auteurs C. van den Tempel, J. Rotteveel, M. Struif, F. Visbeen en H. Griffioen
Projectleider H. Griffioen
Afdeling Natuurlijke Zaken
Opdrachtgever Gemeente Amsterdam, G. Timmermans
Foto’s en afbeeldingen C. van den Tempel, J. Rotteveel
In 2009 is het gebied binnen de ring A10 van Amsterdam geïnventariseerd op de aanwezigheid van muurplanten. In 52 kilometerhokken zijn alle grachten, kaden, bruggen, sluizen en gemalen geïnventariseerd. Binnen de inventarisatie is speciaal gekeken naar Beschermde en Rode Lijst 2000 soorten en naar Aandachtsoorten. Uit de bij elkaar gebrachte waarnemingen blijkt dat het goed gaat met de muurplanten in Amsterdam.
In 37 van de 52 onderzochte kilometerhokken zijn muurplanten waargenomen en in het totaal zijn 27 verschillende soorten aangetroffen. De waarnemingen zijn verwerkt in een totaallijst muurplanten, die vergeleken is met de bevindingen van 2007 in Amsterdam.
Uit de bij elkaar gebrachte waarnemingen blijkt dat het goed gaat met de muurplanten in Amsterdam. Schubvaren, Zwartsteel, Steenbreekvaren, Gewone ijzervaren, Smalle ijzervaren, Stijve naaldvaren, Moerasvaren, Spoorbloem, Muurfijnstraal, Klein glaskruid, Tripmadam en Muurnavel zijn in aantallen toegenomen. Gelijk gebleven zijn: Groensteel, Blaasvaren, Tongvaren, Adelaarsvaren, Brede eikvaren, Halsbloem, Slaapkamergeluk, Driebladvetkruid en Vijgenboom. Achteruit gegaan zijn: Gele helmbloem en Stijf hardgras. Verdwenen is Zachte naaldvaren. Nieuw is IJzerhard. Opvallende uitkomst is het aantal Steenbreekvarens in Amsterdam (5505 expl.), dat de aantallen in Zuid-Limburg (4000 expl.) voorbijstreeft.
Muurplanten in Amsterdam 2009
©Valentijn ten Hoopen et al.,2010, Werk en Adviesgroep Muurplanten Noord-Holland
Auteurs: Valentijn ten Hoopen, Wendy Bach Kolling, Cora Bruin, Lida den Ouden, Paul van den Boogaard, Paul van Deursen, Claud Biemans, Bart Slot, Nancy de Bakker, Bertien Besteman en Ton Denters
foto omslag © 2006 Valentijn ten Hoopen. Blaasvaren op Willem I-sluis te Amsterdam
In vervolg op eerdere studies is in 2011 is het gebied binnen de ring A10 van Amsterdam geïnventariseerd op de aanwezigheid van muurplanten. In 43 kilometerhokken zijn alle grachten, kaden, bruggen, sluizen en gemalen geïnventariseerd. Binnen de inventarisatie is speciaal gekeken naar Beschermde en Rode Lijst 2000 soorten en naar Aandachtsoorten.
In 38 van de 43 onderzochte kilometerhokken in Amsterdam zijn 22 verschillende soorten muurplanten waargenomen, hiervan zijn 9 soorten beschermd. De werkgroep heeft de totaallijst muurplanten Amsterdam uit het onderzoek van 2011 vergeleken met de gegevens uit 2007 en 2009. Hieruit blijkt dat 7 van de 9 beschermde muurplanten en 6 van de 14 aandachtsoorten in Amsterdam in aantal groeiplaatsen is toegenomen. De beschermde soorten die zijn toegenomen zijn: Schubvaren, Zwartsteel, Steenbreekvaren, Tongvaren, Blaasvaren, Stijf hardgras en Klein glaskruid. De aandachtsoorten die zijn toegenomen zijn: Stijve naaldvaren, Zachte naaldvaren, Moerasvaren, Spoorbloem, Muurfijnstraal en Muurhavikskruid. Achteruit gegaan in aantal groeiplaatsen zijn: Halsbloem, Gewone ijzervaren en Gele helmbloem. Verdwenen uit Amsterdam is Adelaarsvaren.
Muurplanten in Amsterdam 2011
©Valentijn ten Hoopen et al.,2012, Werk en Adviesgroep Muurplanten Noord-Holland
Auteurs: Valentijn ten Hoopen, Ton Denters, Wendy Bach Kolling, Cora Bruin, Lida den Ouden, Trudy Jongen, Claud Biemans, Paul van den Boogaard, Paul van Deursen, Bertien Besteman, Nancy de Bakker, Ido Borkent.
Foto omslag: Blaasvaren Zieseniskade te Amsterdam © 2011 Valentijn ten Hoopen
Van 2013 tot en met 2017 is in opdracht van de gemeente Amsterdam, en later ook in de gemeenten Diemen (2016) en Amstelveen (2016, 2017), onderzoek verricht naar verspreiding en aantal nestplaatsen van gierzwaluwen. Dit onderzoek heeft als doel een inventarisatie van nestplaatsen, zodat deze beter beschermd kunnen worden bij sloop, renovatie en onderhoud van panden. De nestplaatsen zijn jaarrond beschermd (Wet natuurbescherming 2017), maar er is veel onwetendheid bij bewoners, huis-eigenaren en overheid. De gemeenten ontvangen door dit project adreslijsten met aanvullende data over de nestplaatsen en kunnen dit bij de vergunningverlening gebruiken. Dit is tevens een onderzoek naar populatiegrootte.
Aanleiding tot het onderzoek
De gemeente Amsterdam heeft aan Ecologisch Onderzoeks en Adviesbureau Van der Goes en Groot opdracht verleend tot een broedvogelinventarisatie in 19 Amsterdamse stadsparken. De parken worden intensief gebruikt voor tal van recreatieve doeleinden. Door een nulmeting uit te voeren van broedvogels kan de toekomstige ontwikkeling van de broedvogelstand in de parken worden gemonitord.
Doel van het onderzoek
Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in aanwezigheid en de verspreiding van broedvogels binnen de onderzochte parken. Door de resultaten te vergelijken met gegevens van eerdere beschikbare inventarisaties in enkele van de onderzochte parken kan tevens de aantal ontwikkeling van de broedvogelbevolking worden geanalyseerd.
Zie deze link voor een overzicht van broedvogels in parken op maps.amsterdam
In opdracht van Gemeente Amsterdam
© Van der Goes en Groot, ecologisch onderzoeksbureau
Auteurs: F.M. van Groen, S.C. Wytema