Actuele vragen, die al geruime tijd de gemoederen in Amsterdam flink bezighouden, en die we beantwoorden tijdens de live bijeenkomst 'De Winkelstraat als wereld’.
In het project Toekomstbestendig Evenwicht is vier jaar samengewerkt aan een nieuwe kijk op gezamenlijk beheer van winkelgebieden, door een breed projectconsortium van verschillende partijen, onder leiding van de Hogeschool van Amsterdam.
Nu geven we met elkaar de antwoorden op de vraag: hoe kan je gezamenlijk beheer vormgeven en uitvoeren, met en voor de verschillende gebruikers en partijen binnen Amsterdamse winkelgebieden?
De Winkelstraat als Wereld is een live bijeenkomst! 12 april (12-17u) in de Tolhuistuin in Amsterdam Noord. Dus meld je snel aan. Met ruimte voor informele ontmoeting, presentatie & debat, muziek & dans, blikverruimers, aan-het-werk-sessies en natuurlijk een borrel. Meer informatie en aanmelden via onze website: https://lnkd.in/dCDkh5hh
Op 17 januari was de Kennissessie Werkconferentie ‘Coöperatieven maken de Stad’.
In de transitie naar een meer participatieve en co-creatieve overheid ontstaan er in de stad een veelheid aan maatschappelijke initiatieven vanuit burgers en ondernemers die de samenwerking met de gemeente opzoeken en andersom. Dergelijke samenwerkingen starten doorgaans met veel enthousiasme, positieve energie en creatieve ideeën, georiënteerd op gedeelde belangen en ‘samensturen’. Na verloop van tijd ontstaan echter vaak schuring en spanning in de samenwerking. Een terugkerende oorzaak daarvan is betrokkenheid van aanpalende gemeentelijke diensten die een andere en meer conventionelere manier van werken volgen. In deze kennissessie kijken we naar wat samenwerking in deze gevallen zo moeilijk maakt en hoe we tot een oplossing kunnen komen?
Tijdens het gesprek onderzochten we twee initiatieven waarin samensturing en samenschuring plaatsvindt, specifiek rondom samenwerking tussen ondernemers en gemeente. Het eerste initiatief is gericht op circulair afvalbeleid in zelf-organisatie van een ondernemerscoöperatief. Bij dit initiatief, het Zero Waste Lab op Plein ’40-’45, hebben marktondernemers zich georganiseerd om circulaire afvalverwerking op te zetten, in samenwerking met de gemeentelijke vertegenwoordiging in stadsdeel Nieuw-West. Het tweede initiatief is uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad, waarbij Stadsdeel Centrum prangende opgaven voor de binnenstad in co-creatie met ondernemers en bewoners tot uitvoering probeert te brengen. Beide initiatieven volgen zowel inhoudelijke gemeentelijke agenda’s, zoals op duurzaamheid en drukte, als de agenda democratisering, maar stuiten desondanks op weerstand. Hoe komt dat? Gedurende het onderzoekende gesprek lieten we zien dat de schurende samenwerking vaak te herleiden is tot een confrontatie tussen verschillende manieren van denken en doen.
Co-creatieve initiatieven werken vaak volgens principes van horizontale gelijkwaardigheid, deliberatie, flexibiliteit, contextsensitiviteit en oplossingsgerichtheid. Binnen de gemeente echter wordt vaak nog volgens vaak het meer lineaire proces van een conventionele beleidscyclus gewerkt, dat uitgaat van politiek mandaat, hiërarchische top-down processen, uniformiteit, centralisering en risicoafdekking. Alhoewel de verschillen in handelingsprincipes in de praktijk van alledag een belangrijke oorzaak zijn van moeizame samenwerking blijven ze meestal verholen, impliciet en onbesproken. Het resultaat is dan dat er onbegrip, relationele spanningen of zelfs conflicten ontstaan.
Tijdens dit gesprek belichtten we concrete situaties waarin dit probleem zichtbaar wordt en gaan we in op de verschillende manieren waarop er mee wordt omgegaan. Ten eerste kijken we naar het Zero Waste Lab op Plein ’40-’45. Redouan Boussaid vertelde hoe hij als omgevingsmanager voor stadsdeel Nieuw West in beide werelden opereert en met creatieve en ondernemende projecten probeert een brug te slaan. Na verschillende pogingen om een 'right to challenge' van de grond de krijgen, hebben de betrokken ondernemers besloten om deze terug te trekken, tot grote teleurstelling van alle betrokkenen. De reacties van de Gemeente waren dusdanig vertragend dat de ondernemers er geen vertrouwen meer in hadden dat ze hiermee tot een duurzame oplossing zouden komen.
Machteld Combé is projectleider buurtrechten voor de gemeente Amsterdam en besprak met ons haar ervaringen met de Right to Challenge als instrument om binnen de gemeente participatie en co-creatie te agenderen en forceren. Joachim Meerkerk lichtte toe hoe de HvA door middel van actieonderzoek probeert om betrokken partijen te laten reflecteren op hun manier van werken, om vanuit daar juist de overlap met anderen te vinden. De bevindingen uit het gesprek over Zero Waste Lab spiegelden we vervolgens ook aan de praktijk en de opgave in de binnenstad, waar ondernemers en gemeente samen proberen te werken aan een prettig leef- en ondernemersklimaat in een stad die steeds drukker wordt. Met Christine Govaert van Vereniging Amsterdam City en programmamanager Aanpak Binnenstad bij de gemeente Amsterdam Cora Doppenberg bespraken we of zij zich herkennen in de problemen die naar boven zijn gekomen en welke lessen kunnen zij leren van de gepresenteerde oplossingen?
Over de sprekers:
Machteld Combé is projectleider buurtrechten binnen Team Democratisering van de gemeente Amsterdam. Zij is betrokken bij het Zero Waste Lab project nadat de ondernemers een right to challenge hadden ingediend op voorspraak van bestuurders en ambtenaren die hierin voor hen een uitgelezen kans zagen. Onder andere aan de hand van de ervaring op Plein ’40-’45 heeft zij een werkwijze right to challenge voor Amsterdam ontwikkeld.
Joachim Meerkerk is onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam en doet een promotieonderzoek naar gemeenschappelijk beheer van gedeelde plekken in de stad, ofwel urban commons. Als actie-onderzoeker is hij sinds 2018 betrokken bij de ontwikkeling van he Zero Waste Lab en hij gebruikte deze casus om een methode te ontwikkelen waarmee de belangrijkste obstakels voor samenwerking tussen verschillende partijen kunnen worden geïdentificeerd en interventies en oplossingen kunnen worden ontwikkeld.
Cora Doppenberg is programmamanager Realisatie Stadsdeel Centrum voor de Gemeente Amsterdam. Vanuit deze functie geeft ze invulling aan uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad.
Christine Govaert is bureaumanager van Vereniging Amsterdam City. De vereniging zet zich in voor de belangen van ondernemers, bedrijven, instellingen en culturele organisaties in de Amsterdamse binnenstad. Amsterdam City is tevens uitgever van de jaarlijkse Amsterdam City Index.
Wil je meer weten over wat een Right to Challenge is, en hoe deze in Amsterdam is ingezet? Zie de livestream hierover dat we in juni 2021 vanuit het Pakhuis uitzonden
Ondernemend Amsterdam: Perspectieven en ontwikkelingen
Tijdens deze partnerbijeenkomst onthulde Anne Risselada de laatste update van het Dashboard Historische analyse Amsterdamse winkelgebieden. Hoe hebben winkelgebieden zich ontwikkeld en hoe kunnen we dat verklaren? Het dashboard omvat de periode 2005 tot en met het jaar 2020. Dat levert natuurlijk heel interessante inzichten op gezien de veranderde context. Ook liet Anne zien hoe een buurtspecifiek dashboard strategisch is in te zetten op basis van een prototype voor het winkelgebied op en rondom Plein 40-45. Het dashboard is hier te bekijken. Iris Hagemans deelde vervolgens de nieuwste inzichten vanuit haar onderzoek onder binnenstadondernemers, waarbij ze analyseert hoe deze zich aanpassen aan veranderende bezoekersstromen en veranderend toerismebeleid.
Toeristenwinkels, wat bedoelen we daar precies mee?
Door toenemend toerisme verandert het winkel en horeca aanbod in de Amsterdamse binnenstad steeds meer in een monocultuur van laagwaardige, uitsluitend op bezoekers gerichte ondernemingen. Wat zit hier achter? Iris Hagemans deelt haar nieuwste onderzoeksresultaat tijdens Research Caroussel van Reinvent Tourism festival 2021.
Wie het Amsterdamse nieuws de afgelopen jaren gevolgd heeft zal ongetwijfeld alarmerende berichten van deze strekking gehoord en gelezen hebben. Er lijkt een breed gedeeld beeld te bestaan dat toerisme veranderingen in consumptielandschappen teweeg brengt die de binnenstad minder aantrekkelijk maken voor Amsterdammers. Toch is die ontwikkeling een stuk minder duidelijk dan hij op het eerste gezicht lijkt, vooral als je in wat meer detail kijkt naar ondernemingen, de doelgroepen die ze bedienen en de strategieën die ze gebruiken om op veranderingen in de vraag in te spelen. Deze boodschap wilde ik graag overbrengen met mijn presentatie in het wetenschapscarrousel van het Reinvent Tourism Festival op dinsdag 9 juni. De vraag die daarom centraal stond was: Wat bedoelen we eigenlijk precies wanneer we het hebben over een monocultuur van toeristenwinkels?
Voor mijn onderzoek naar de effecten van toerisme op winkelgebieden heb ik de afgelopen tijd veel gesproken met ondernemers in de binnenstad. Ik wil graag vanuit hun perspectief begrijpen wat voor veranderingen zij ervaren wanneer toerisme toeneemt en hoe ze daar op inspelen. Tijdens mijn onderzoek verraste ik regelmatig mezelf. Hoewel ik er naar streef om zo objectief mogelijk naar veranderingen in winkellandschappen te kijken, bleek ik zelf eigenlijk ook wel vooroordelen te hebben over toerisme en winkelgebieden. Ik besloot daarom van de gelegenheid gebruik te maken om wat van de uitkomsten te delen die mij zelf in mijn onderzoek verrast hadden en vooroordelen aan het licht brachten. Zo sprak ik af met de eigenaar van een avondwinkel, omdat ik had verwacht dat het hier om een toeristenwinkel ging. De eigenaar vertelde me echter dat voor de Corona crisis zijn publiek voor 60% uit buurtbewoners bestond. Aan de andere kant verwachtte ik van de eigenaren van een dierenwinkel te horen dat er vooral buurtbewoners zouden komen, maar hoorde ik dat er juist ook veel door toeristen gewinkeld werd die op zoek waren naar souvenirs voor de hond of kat die thuis achterbleef.
Naast de doelgroepen van verschillende winkels en horeca, werd ik verrast door bevindingen over de manieren waarop ondernemers zich aanpassen aan een groeiend aantal toeristen in de straat en de afwegingen die zij daarbij maken. Samenvattend vond ik vooral dat er op veel verschillende manieren wordt gereageerd op toenemend toerisme. In de meeste gevallen betekent valt dit niet te beschrijven als een manier van standaardiseren of te bezuinigen op kwaliteit. Er zijn dan ook veel voorbeelden te vinden van aanpassingen die winkels en horeca zowel voor de bezoeker als voor de bewoner aantrekkelijker maken. Wanneer er wel sprake is van een tegenstelling tussen wat toeristen aanspreekt en wat voor bewoners aantrekkelijk is, vinden de meeste ondernemers bovendien hun relatie met de buurt belangrijk genoeg om de bewoner tegemoet te komen waar kan.
Hoe doen wij actieonderzoek, waarom en wat levert het op? Joachim Meerkerk legt dit in het Plein 40-45 actieonderzoek uit, aan de hand van zijn onderzoek op Plein 40-45.
Working with Right to Challenge: Lessons learned in Amsterdam
Policy innovations are an important means to 'reinvent tourism'. The City of Amsterdam has embraced the 'Right to Challenge' as a means for stakeholders to co-create innovative, more creative solutions to municipal challenges. But what does the Right to Challenge mean in practice and (how) does it work? Livestream from Pakhuis de Zwijger, hosted by Hogeschool van Amsterdam and City of Amsterdam.
Policy innovations are an important means to 'reinvent tourism'. For instance: how can we develop more democratic policymaking and co-create innovative solutions, toward a more inclusive and welcoming city for and with visitors, residents and entrepreneurs? With the 'Right to Challenge', the City of Amsterdam invites stakeholders to propose novel policy arrangements that they think are more efficient than those in place. During this interactive livestream we will share examples and lessons learned from the Right to Challenge in Amsterdam, also including examples from Rotterdam and across Europe. Speakers include action researchers, local and municipal representatives (including alderman (wethouder) Rutger Groot Wassink). The livestream is hosted by Amsterdam University of Applied Sciences* and City of Amsterdam†, from Pakhuis de Zwijger.
Speakers: Rutger Groot Wassink, Machteld Combé, Redouan Boussaid, Stan Majoor, Joachim Meerkerk, Thijs Harmsen, Ines Balkema
IASC Keynote Panel: 'LabGov and the “Praxis” of the Urban Commons'
Tijdens de biënnale conferentie van het International Association for the Study of the Commons praat HvA-onderzoeker Joachim Meerkerk mee in een keynote-panel over de ontwikkeling van het internationale LabGov (Laboratory for the Governing of the City as a Commons). Voor het onderzoeksproject Toekomstbestendig Evenwicht was LabGov een belangrijke inspiratiebron voor het opzetten van het actie-onderzoek om aan een urban commons te werken op Plein ’40-’45 in Amsterdam Nieuw-West.
In het panelgesprek worden onder leiding van LabGov directeur en mede-initiator Sheila Foster de lessen besproken van experimenten in Italië, de Verenigde Staten, Brazilië en dus Nederland. Gekeken wordt naar hoe in die praktijken de kennis en knowhow van LabGov gebruikt is, maar ook juist naar wat belangrijke verschillen zijn tussen deze plekken en wat dat betekent voor de toepassing van methodes en kennis. In Amsterdam is er bijvoorbeeld voor gekozen om de protocollen van LabGov los te laten en van onderop aan een nieuwe en eigen methode te werken, geworteld in de praktijk van het plein en de mensen daar. Het is juist ook de wisselwerking tussen dit soort lokale ervaringen en een internationale kennisbasis waardoor LabGov een bijzonder krachtig platform is.
Vanwege de Corona pandemie wordt de biënnale conferentie van het IASC deze uitvoering niet centraal georganiseerd. Gedurende het jaar vinden er verschillende thematische online conferenties plaats. Dit panelgesprek is onderdeel van de speciale urban commons conferentie. Het programma voor het hele jaar vind je hier. Inzichten en bevindingen van het onderzoeksprogramma Toekomstbestendig Evenwicht worden gedeeld via het OpenResearch protaal. Daar worden onder andere regelmatig updates geplaatst en zijn ook de rapporten en publicaties terug te vinden.
Een sexwerker, een coffeeshop-eigenaar, een politie-agent, een bewoner, een toeristengids en een voormalig dakloze. Allemaal hebben ze een ander perspectief op het leven en dit bijzondere stukje stad. De verschillende verhalen en perspectieven van de wallen zijn uniek en fascinerend, maar zorgen ook voor onbegrip en polarisatie. Onder begeleiding van een professionele verhalenverteller is deze bijzondere groep mensen klaargestoomd om een persoonlijk verhaal te delen op een podium. Juist in deze tijden is het belangrijk om verbinding en empathie te voelen voor de ander, ook al heeft deze een totaal ander perspectief.
Reinvent Tourism hostte op 5 maart een online verhalenavond van de Wallen. De professionele opname is de moeite waard om te bekijken of te beluisteren, als inkijkje op de vele gezichten van de grootstedelijke vraagstukken waar Toekomstbestendig evenwicht en haar partners zich toe verhouden in de stad, en dit kleurrijke gebied in het bijzonder.
De veranderende beleving van de Amsterdamse bezoekerseconomie: Implicaties voor samenwerking
In deze bijeenkomst bespreken we de uitkomsten van een (deel)onderzoek naar de veranderende beleving van de bezoekerseconomie in Amsterdam als gevolg van de coronacrisis. Veel van jullie hebben aan dit deelonderzoek meegewerkt. Hierbij zijn onder andere de implicaties voor prioriteiten en samenwerking binnen het partnernetwerk onderzocht.
In deze bijeenkomst delen we de bevindingen van dit deelonderzoek, in het licht van courante beleidsthema’s en diverse partneractiviteiten. Vervolgens gaan we aan de slag met een recente voorbeeldcasus uit de praktijk van Amsterdam City. Zo identificeren we implicaties voor verbeterde samenwerking tussen bewoners, ondernemers, bezoekers en bestuurders. Hiermee zetten we de volgende stap in de ontwikkeling van een praktijkinstrumentarium dat als handreiking dient voor het besturen van stedelijke winkelgebieden als gemeenschappelijke bron.
Deze partnerbijeenkomst zal digitaal plaatsvinden via MS Teams. Na aanmelding ontvang je de link en voorafgaand aan de bijeenkomst een korte samenvatting van de onderzoeksbevindingen zodat we actief met elkaar aan de slag kunnen.
Resultaten deelonderzoek gastvrijheidsbeleving ondernemers: ontwikkeling en toepassing belevingsmonitor
Met het 4-jarige project Toekomstbestendig Evenwicht onderzoekt de Hogeschool van Amsterdam met haar partners de dynamiek van stedelijke consumptieruimten en de mogelijkheden voor meer gezamenlijk beheer door belanghebbenden. Dit gebeurt aan de hand van actie-onderzoek, inclusief concrete interventies en de monitoring daarvan.”
In dit kader is Hotelschool The Hague (HTH) gevraagd hun expertise in te brengen, onder leiding van Karoline Wiegerink, lector City Hospitality. Het doel van dit deelonderzoek was het ontwikkelen van een belevingsmonitor, voor het meten van de gastvrijheidservaring van ondernemers in hun buurt in Amsterdam. Dit werd uitgevoerd door twee afstudeerders van HTH, Samra Sarkol en Mallory Wunsch, aan de hand van desk- en field research en met gebruik van zowel kwalitatief als kwantitatieve methodes. De uitkomsten van het onderzoek zijn gevisualiseerd in deze monitor
, en worden hieronder toegelicht.
Achtergrond en methodes
Het onderzoek was gebaseerd op eerder beschreven terugkerende factoren vanuit de literatuur, zoals beschreven in ‘global liveability indices’ (vanuit het perspectief van de bewoner), en vanuit eerder afgenomen enquêtes onder ondernemers in Amsterdam (“Drukte in de binnenstad”, “Stadsenquête Drukte en Balans”, “Stand van Balans” en “Sturen op een divers winkelgebied”).
Het onderzoek vond plaats via een mixed-method benadering en aan de hand van het City Hospitality Model (Wiegerink, 2012) als basis. De monitor werd ontwikkeld in drie stappen: ontwikkelen, testen en toepassen van de monitor.
Figuur: City Hospitality Model (Wiegerink, 2012).
Ontwikkeling van de monitor
In totaal zijn 13 ondernemers in de Haarlemmerbuurt, de Pijp en de NDSM-werf geïnterviewd en zijn verhalen verzameld over hun beleving in het ondernemerschap. De interviews zijn geanalyseerd aan de hand van de drie factoren van een gastvrije stad/buurt, Product, Gedrag en Omgeving, aangevuld door twee factoren Aanbevelingen en Ondernemersbeslissingen.
De relevante factoren vanuit deskresearch en interviews vormen de onderbouwing voor de belevingsmonitor. Om te onderzoeken in hoeverre ondernemers de eigen buurt aanbevelen om in te ondernemen werd de ‘Net Promoter Score’ (NPS) toegepast; om te beoordelen in hoeverre ondernemers loyaal blijven aan hun buurt om in te ondernemen werd de ‘Net Loyalty Score’ toegepast (NLS), beide op een schaal van 1 tot 10. De rest van de belevingsmonitor is opgedeeld in de drie categorien Product, Gedrag, Omgeving met daarbij demografische vragen.
Literatuur Factor
Interview Factor
Belevingsmonitor Vraag
· Mate van drukte in de buurt
· Beleving van drukte (prettig of hinderlijk)
· Mate van geluid
· Beleving van geluid (acceptabel of hinderlijk)
Aantrekkelijkheid van wijken en straten afgenomen door algemene overlast
Hoe beleeft u op dit moment drukte (van mensen, verkeer, geluid etc.) in uw buurt op een schaal van 1 tot 10?
2. Testen van de monitor
Om de belevingsmonitor te testen is een nulmeting uitgevoerd in de Haarlemmerbuurt (Haarlemmerstraat, Haarlemmerplein en Haarlemmerdijk).
Acties om respondenten te werven via de Biz Haarlemmerbuurt, social media berichten en verspreiding van QR-codes voor online enquêtes brachten onvoldoende response. Vervolgens is de belevingsmonitor afgesdrukt en uitgedeeld, wat een response opleverde van 47 ondernemers.
De net promotor score (NPS) van de Haarlemmerbuur was -15%. Dit valt te verklaren doordat ‘promotors’ vinden dat er een gezellige sfeer hangt met veel unieke winkels, terwijl criticasters de huren te hoog vinden en er te weinig winkeldiversiteit is. De net loyalty score (NLS) was 32%. De loyaliteit ligt hoog bij promoters vanwege de gezellige buurt en de vaste klanten, maar tegelijk vinden ondernemers dat er niet genoeg ondernemersvrijheid is en er te weinig consumenten zijn. [NB: het onderzoek is pre-corona uitgevoerd.]
Een negatieve of positieve score NPS/NLS score is het best uit te drukken vanuit een benchmark, om de waarde van de score te interpreteren. Deze NPS/NLS score fungeren vervolgens als benchmark fungeren voor toekomstig onderzoek.
De beleving werd over het algemeen hoog ervaren, met respectievelijk algemene sfeer (7,4) het gedrag van bewoners (7,1) en ondernemers (7,2). Daarentegen werd de schoonheid (5,9) en aanwezigheid van toeristenwinkels (4,6) laag ervaren.
Van de respondenten was 40% man en 60% vrouw. Het merendeel van de respondenten huurt het winkelpand (79%), terwijl 21% eigenaar is. 76,2% van de respondenten werkt in de detailhandel. De meeste respondenten zijn tussen de 31 en 40 jaar (34,3%).
Tot slot hebben alle respondenten een vraag beantwoord gericht op verbeteringfactoren: “Als ik burgemeester was, zou ik morgen […] doen om deze buurt aantrekkelijker te maken”. Daarbij werd ingevuld: het verlagen van de huren, het aansturen van betere straatschoonmaak, het ondersteunen van unieke, kleine ondernemers en grote ketens afhouden, en gerichter en winkelende bezoekers aantrekken in plaats van “blow-loop-en-consumeer-toeristen”.
3. Toepassen monitor
Aan de hand van vervolgonderzoek wordt de ontwikkelde monitor toegepast in andere buurten, om vergelijkende analyse en verdere aanscherping mogelijk te maken.
Samenvatting uitkomsten
Categorie
Vraag
Resultaat
Buurt
Haarlemmerbuurt
NPS
-15%
NLS
32%
Product
Toeristenwinkels
4,6
Winkelaanbod
6,9
Infrastructuur
6,6
Diversiteit winkelaanbod
6,1
Gedrag
Gedrag bezoekers
6,6
Gedrag bewoners
7,1
Gedrag ondernemers
7,2
Balans werken, wonen en recreëren
6,9
Omgeving
Algemene sfeer
7,4
Schoonheid
5,9
Drukte
6,4
Veiligheid
6,9
Bronnen:
Wiegerink, Karoline (2012). A vision on City Hospitality. Research Group City Hospitality & City Marketing. Hotelschool The Hague
Een goedbezochte partnerbijeenkomst vond plaats op 12 november, rondom het project Toekomstbestendig Evenwicht en met als titel "Terug naar het Vraagstuk". Zo'n twintig partners en relaties - winkelstraatmanagers, onderzoekers, branche- en gemeentelijke vertegenwoordigers, bewoners en meer - namen deel aan de online bijeenkomst en droegen bij aan levendige discussies, onderling en met het projectteam. De bijeenkomst was ter gelegenheid van de tussenpublicatie "Welbegrepen Eigenbelang: Samen naar een toekomstbestendig evenwicht van Amsterdamse consumptieruimten".
De publicatie bevat inzichten na twee jaar onderzoek in dit vierjarige project. Het werd aangeboden aan projectpartners en -relaties, nadat deze feestelijk in ontvangst was genomen door Jeroen Jonkers namens het kwaliteitsteam van het project.
Het rapport biedt een historische analyse van consumptieruimten in Amsterdam en een theoretische verkenning van urban commons, naar gevolgd door vijf observaties. Dit alles wordt geillustreerd aan de hand van drie casussen van winkelgebieden, de Hoogstraaten, Plein 40-45, en de Jan Evertsenstraat; daaraan is toegevoegd een vierde casus van een buurtinitiatief in de Wildemanbuurt dat een urban commoning proces heeft doorlopen en nuttige lessen oplevert. Het geheel leidt tot twee concluderende thema’s: 1) bestuurlijke innovatie richting een hybride democratie en 2) een gastvrijheidsbenadering op consumptiegebieden, gericht op beter begrip van toeristificering. Het rapport is online beschikbaar onder creative commons licentie.
Tijdens de bijeenkomst"Terug naar het vraagstuk"onderzochten we welke problemen in concrete situaties al zijn of nog kunnen worden aangepakt, door terug te gaan naar het oorspronkelijke vraagstuk naar disbalans in de stad en gezamenlijk beheer van consumptieruimten. Het doel hiervan, zo introduceerde projectleider Julie Ferguson, was om de centrale onderzoeksvraag naar disbalans in consumptieruimten verder te verdiepen in de actualiteit van de corona pandemie, en vervolgens praktijkgerichte oplossingen verder vorm te geven.
Toeristificatie
Ten eerste besteedden we aandacht aan de complexiteit van het vraagstuk, ofwel de verschillende facetten van uiteenlopende belangen omtrent imbalans in de stad, met name toeristificatie. Zo bood Iris Hagemans inzicht in de huidige vraagstukken waar zij zich in haar onderzoek op richt.
Iris doet onderzoek naar toeristificering van winkelgebieden, een vraagstuk dat veel Amsterdammers graag zouden oplossen. In haar presentatie gaf Iris aan waarom het ook belangrijk is om terug te gaan naar het vraagstuk en na te gaan waar het probleem vandaan komt. Ze liet zien waarom problemen in winkelgebieden vaak gaan over meer dan de ontwikkelingen in het winkelgebied zelf, waarom ze vaak sterk afhankelijk zijn van gedeelde interpretaties en waarom belangen rondom winkelgebieden zelden eenduidig zijn.
Collaborative Governance van Urban Commons
Ten tweede belichtten we wat deze complexiteit betekent voor het ontwikkelen van een proces gericht op collectieve actie. Zo bood Joachim Meerkerk, in een vraaggesprek met Mike de Kreek, inzicht in de manier waarop dit vraagstuk wordt onderzocht. Aan de hand van een concreet voorbeeld - het plaatsen van een verkeerde perscontainer voor AGF afvalverwerking op Plein ’40-’45 - illustreerde Joachim's hoe zijn conceptuele model toegepast kan worden voor collaborative governance van urban commons. Ofwel: het model helpt ontdekken waar de uitdagingen zitten voor een betere samenwerking tussen de belanghebbenden van een gedeelde bron, in dit geval de martkondernemers, gemeente ambtenaren en (indirect) bezoekers en bewoners rondom het plein. Zo werd de perscontainer op verzoek van de ondernemers geplaatst door de gemeente, maar deze bleek erg onhandig in het gebruik voor de ondernemers en leidde bovendien tot lekkage van afvalsappen en daardoor overlast voor omwonenden.
Door stap voor stap met het model door het samenwerkingsproces heen te lopen, toonden we hoe er enerzijds verbetering is bereikt in de onderlinge relaties en dat bijvoorbeeld vragen vanuit de ondernemers daadwerkelijk hun weg konden vinden richting realisatie. Anderzijds bleek dat er nog te weinig functionele samenwerking was in het gezamenlijk ontwikkelen van oplossingen, met als gevolg een disfunctionerende perscontainer en een continuering, of mogelijk een verergering van het op handen zijnde probleem.
Toepassing in de praktijk: instrument voor oplossingen en interventies
Op basis van de inzichten van Iris en Joachim gaven we tot slot een doorkijkje naar het instrument dat we aan het ontwikkelen zijn om oplossingen vanuit de onderzoeksbevindingen te vertalen naar de praktijk. Dit instrument is bedoeld als handreiking voor onderzoekers en professionals om problemen op het gebied van samenwerking in de praktijk te identificeren en daar geschikte oplossingsrichtingen en interventies bij te vinden. De komende periode zullen we benutten voor het doorontwikkelen van een experimenteer- en leeromgeving gericht op verbindende samenwerking rondom winkelruimtes, en zal het instrument verder worden doorontwikkeld. Dit alles doen we natuurlijk in samenwerking met en na consultatie van onze partners en relaties in de stad. Vragen? Suggesties? We horen het natuurlijk graag!
Voor een hardcopy van de tussenrapportage neem contact op met Jessica Schmitz.
Onderzoeksrapport: Welbegrepen Eigenbelang: Samen naar een toekomstbestendig evenwicht van Amsterdamse consumptieruimten
Disbalansen in Amsterdamse winkelgebieden doen zich voor op veel verschillende manieren, zoals overtoerisme, eenzijdig winkelaanbod, teruglopende bezoekersaantallen, onevenwichtig gebruik van de openbare orde, en meer. Tegelijkertijd kenmerken winkelgebieden zich door gelijktijdig gebruik van gedeelde bronnen door uiteenlopende belanghebbenden: ondernemers, bewoners, bezoekers en bestuurders. Hoe kunnen deze belanghebbenden samenwerken om disbalansen te herstellen door effectiever gezamenlijk bestuur en zodoende een leefbaarder ondernemers- en woonklimaat realiseren? Hieronder kun je het rapport downloaden.
Deze vraag ligt ten grondslag aan het vierjarige (RAAK-PRO) onderzoeksproject Toekomstbestendig Evenwicht, met als doel te identificeren hoe er betere vormen van gezamenlijk bestuur ontwikkeld kunnen worden voor stedelijke winkelgebieden of 'consumptieruimten'. Het perspectief van stedelijke consumptieruimten als urban commons is hierbij een belangrijke leidraad. Het onderzoek, geleid door de Hogeschool van Amsterdam, ontwikkelt samen met een groot partnernetwerk een vernieuwd handelingsrepertoire voor de praktijk te komen, en nieuwe wetenschappelijkeinzichten over de onderzochte en ontwikkelde processen.
De resultaten van de eerste twee jaar zijn gebundeld in dit aantrekkelijk vormgegeven rapport. Het rapport biedt een historische analyse van consumptieruimten in Amsterdam en een theoretische verkenning van urban commons, gevolgd door vijf observaties, geillustreerd aan de hand van drie casussen van winkelgebieden; daaraan is toegevoegd een vierde casus van een buurtinitiatief dat een urban commoning proces heeft doorlopen en nuttige lessen oplevert. Het geheel leidt tot twee concluderende thema’s: 1) bestuurlijke innovatie richting een hybride democratie en 2) een gastvrijheidsbenadering op consumptiegebieden, gericht op beter begrip van toeristificering.
De aanleiding van het onderzoeksproject - drukte in de stad - is met de coronapandemie flink veranderd. De zoektocht naar een toekomstbestendig evenwicht voor grootstedelijke consumptieruimten blijft echter actueel – al komen andere dimensies van evenwicht aan het licht dan waar we het aanvankelijk over hadden. Samen met onze partners streven we ernaar te ontdekken wat voor vormen van samenwerking tussen bewoners, bezoekers, ondernemers en bestuurders we kunnen ontwikkelen in het licht van deze nieuwe werkelijkheid, met daarmee nieuwe kansen voor een duurzame en inclusieve stad.
Dit rapport is op 12 november aangeboden aan het partnernetwerk en het kwaliteitsteam van het project. Download het rapport hierboven of mail ons (mailto: n.j.schmitz@hva.nl) je postadres om een hard copy te ontvangen. Voor meer informatie zie de projectportal of mail de projectleider Julie Ferguson (mailto: j.e.ferguson@hva.nl).
Aankondiging: partnerbijeenkomst Terug naar het vraagstuk
In ons gezamenlijke onderzoeksproject Toekomstbestendig Evenwicht onderzoeken we met een groot partnernetwerk disbalansen in Amsterdamse winkelgebieden. Deze winkelgebieden kennen allerlei gebruikers: ondernemers, bezoekers, bewoners, toeristen, etc. We zien deze winkelgebieden of consumptieruimten als een gedeelde bron van al die gebruikers en bekijken deze vanuit een urban common perspectief. Belangrijke gedachte daarachter is dat gemeenschappelijk beheer, op basis van de lokale ervaringskennis en tussen tegengestelde belangen, de basis vormt voor duurzame oplossingen.
De resultaten van de eerste twee jaar van dit project laten zien dat het opstarten van een commoning proces een intensieve procesaanpak vereist. In eerste instantie draait dit om het bepalen voor wie van de gebruikers er een vraagstuk is, welke aspecten daaraan bijdragen en welke oorzaken het kent. We zien dat de volledigheid van deze aspecten van een vraagstuk regelmatig te kort schiet, waardoor oplossingen niet werken, onvolledig zijn of helemaal niet ontwikkeld worden.
Soms heeft een bepaalde groep mensen bijvoorbeeld niet aan tafel gezeten, waardoor er een eenzijdig beeld kan ontstaan van een vraagstuk en de mogelijke oplossingen. Als er zonder die groep wordt doorontwikkeld, is de oplossing waarschijnlijk inadequaat en dreigt bovendien een verslechtering van de relatie met die groep. Maar het kan ook zijn dat een van de betrokken partijen erachter komt dat haar aanpak onderdeel was van het ontstaan van het vraagstuk. Een terugkeer naar onderbelichte aspecten van het vraagstuk is in beide gevallen noodzakelijk.
In het project hebben we zicht gekregen op een aantal problemen dat ervoor kan zorgen dat er geen breed gedragen beeld van een vraagstuk ontstaat, of dat samenwerking stagneert. Ook krijgen we langzamerhand een beeld van interventies die daar een antwoord op zouden kunnen vormen.
In de tussenrapportage, die we tijdens deze bijeenkomst presenteren, lichten we onze bevindingen verder toe, mede op basis van uitgevoerde casestudies.
De rapportage is grotendeels gebaseerd op onze ervaringen in de tijd dat de disbalans in winkelgebieden nog over drukte ging in de stad. Ze biedt echter een belangrijke voedingsbodem voor de huidige discussie over de nieuw ontstane disbalans, die zeer urgente vraagstukken met zich meebrengt, vooral wat betreft de ondernemers. In beide gevallen vereisen duurzame oplossingsrichtingen de betrokkenheid van alle belanghebbenden om hun kennis, betrokkenheid en creativiteit te bundelen.
In deze sessie willen we met elkaar delen welke problemen in concrete situaties al zijn of nog kunnen worden aangepakt, door terug te gaan naar het oorspronkelijke vraagstuk naar disbalans in de stad en gezamenlijk beheer van consumptieruimtes. Dit heeft als doel de vraag verder te verdiepen in de actualiteit en praktijkgerichte oplossingen verder vorm te geven. Met dat in het vizier betrekken we partners en aanwezige relaties in de ontwikkeling van een analyse-instrument en interventies voor het samen toewerken naar gezamenlijk beheer van stedelijke consumptieruimten als urbancommons.
De bijeenkomst zal plaatsvinden op donderdag 12 november 2020, 15.30-16.45 (online)
Aanmelden kan via n.j.schmitz@hva.nl, waarna we de tussenrapportage zullen toesturen.
Met dit dashboard kan je je een beeld vormen over de ontwikkeling van Amsterdamse winkelgebieden in termen van aantal winkels, huurprijzen, leegstand en de sectorale verdeling.
In deze verzameling van zes dashboards wordt data van 111 winkelgebieden in Amsterdam getoond, in verschillende kaarten en grafieken. Daarbij is gekeken naar de ontwikkeling van winkelgebieden voor heel Amsterdam en uitgesplitst naar drie afzonderlijke zones:
De kernzone, bestaande uit De binnenstad en het Museumkwartier.
De centrumzone, bestaande uit de 19e- en vroeg 20e-eeuwse gordel van West, Zuid, Oost.
De stadszone, bestaande uit de na-oorlogse wijken, vooral gelegen buiten de ring-A10.
In de dashboards kan via de kaart een selectie worden gemaakt van een specifiek, individueel winkelgebied, waarbij cijfers voor dat specifieke winkelgebied getoond worden. Een individueel winkelgebied wordt altijd vergeleken met het gemiddelde van de zone waarin het winkelgebied zich bevindt. Dit is van belang omdat de drie zones zich verschillend ontwikkelen en een andere winkelstructuur en aanbod kennen.
Naast de individuele selecties van winkelgebieden schetsen we via zes verschillende ‘tegels’ een verhaal aan de hand van de data in het dashboard. Dat verhaal komt kort gezegd neer op het volgende:
Er treedt polarisatie op tussen Amsterdamse winkelgebieden als het gaat om huurprijzen, vooral in periode voor de economische crisis van 2008.
Deze polarisatie is vooral het gevolg van een sterke huurprijsstijgingen in het kernwinkelgebied.
Het aandeel winkels in het kernwinkelgebied krimpt. Groei vindt in de naoorlogse stadwijken plaats.
Het aandeel niet-dagelijkse winkels neemt af met 22% in de periode 1995-2017. Het aandeel horeca neemt toe.
Leegstand concentreert zich in bepaalde winkelgebieden buiten de kern, vooral buiten het centrum.
Leegstand neemt af na crisisjaren maar ontwikkeling verschilt per zone. In de kernzone is leegstand juist tijdens crisisjaren (2010-2015) gedaald.
Een dashboard als showcase voor de praktijk
Veel gemeenten willen beter kunnen monitoren hoe winkelgebieden zich ontwikkelen. Zo kunnen gemeenten meer data-gedreven beleidsbeslissingen nemen en hun detailhandelsbeleid op een efficiënte manier onderbouwen met data. In de praktijk blijk het echter zeer lastig om een dynamische en inzichtelijke manier van monitoring vorm te geven. Er zijn bijvoorbeeld belangrijke indicatoren, zoals parkeerdata en druktemetingen, die op dit moment slechts in een klein aantal steden structureel worden bijgehouden. Ook Amsterdam heeft geen structureel kwantitatief inzicht in drukte in de stad, want dit wordt incidenteel gemeten.
Het dashboard is dus een voorbeeld van hoe een dergelijke monitoringstool voor winkelgebieden in de praktijk kan worden gerealiseerd met de wel ne. Het biedt gemeenten een startpunt voor het ontwikkelen van hun eigen dashboard. Naast het daadwerkelijke dashboard is er ook een bijsluiter Dashboard geschreven met de achtergrond over, het motief voor, de methode achter en de inhoud van het dashboard. Hiermee nodigen we de praktijk uit om nu zelf aan de slag te gaan met het dashboard.
Even had ik het idee dat mijn onderzoeksonderwerp van de ene op de andere dag van de kaart geveegd werd. Begin maart werkte ik aan een analyse van beleidsdocumenten en artikelen uit (sociale) media over toeristenwinkels. Ik wil graag weten waarom deze winkels zo veel weerstand opriepen bij Amsterdammers.
Terwijl ik mijn eerste bevindingen over de manieren waarop de afgelopen jaren in Amsterdam over toeristenwinkels gesproken werd opschreef, was de weerstand tegen toeristenwinkels overal te voelen. Er werd regelmatig over geschreven in de kranten – met name het Parool – en ook op sociale media of op verjaardagsfeestjes zag ik geregeld opmerkingen over toeristenwinkels voorbij komen. Twee weken later leek het wel een andere wereld. Corona gevallen en IC bedden domineerden het nieuws en reizen leek van de ene op de andere dag iets uit een ver verleden. In plaats van drukte werd de stilte in de binnenstad het gesprek van de dag, geïllustreerd met foto’s van een lege Dam en uitgestorven Kalverstraat. Ineens voelde het behoorlijk vervreemdend om me voor mijn onderzoek te blijven verdiepen in drukte en overlast in winkelgebieden. De vraag die dagelijks door mijn hoofd spookte was: Verdwijnen toeristenwinkels nog sneller uit het Amsterdamse debat dan ze verschenen?
De ontwikkeling van het debat
De negatieve aandacht voor toeristenwinkels ontstond in een aantal fases, waarin verschillende soorten winkels om diverse redenen onder de aandacht gebracht werden. Vanaf 2014 nam media aandacht sterk toe voor wat betreft de negatieve effecten van toerisme in Amsterdam. Winkels speelden echter nog geen grote rol in dit debat. Veelbesproken onderwerpen waren verhuur van woningen aan toeristen en overlast. Steeds vaker ging het over coffeeshops en ‘stag party’ toeristen die geluidsoverlast veroorzaken en zich op straat misdragen. Langzamerhand begon men zich niet alleen te ergeren aan de veroorzakers van deze overlast, maar ook aan de ondernemers die verdienden aan de overlastgevende toerist. Zo werden de ondernemers onderdeel van een debat over overlast van een bepaald type toerist.
Terwijl deze toeristenwinkels steeds negatiever in de aandacht werden gebracht, werd in de binnenstad juist veel geïnvesteerd in de herontwikkeling van coffeeshops en bordelen die waren gesloten als onderdeel van Project 1012. Hiervoor werd steevast gehamerd op de allure die in de binnenstad zou ontstaan, met alleen nog hoogwaardige economische functies. De Damrak en het Rokin werden zelfs benoemd tot de ‘Rode Loper’ van Amsterdam. Dit vormde een steeds schraler contrast met de vermeende lage kwaliteit van zogenoemde toeristenwinkels. Bepaalde winkels werden daarom aangevallen om hun laagwaardige uitstraling en vermeende lage kwaliteit van product.
De komst van de Nutellawinkel
In februari 2016 verscheen het woord Nutellawinkel voor het eerst in de media, in een artikel in NRC Handelsblad, dat verslag legde van de actie “Red de Winkels”. Deze actie was gestart door een ondernemer in de binnenstad die de opkomst van toeristenwinkels zag als een bedreiging voor buurtwinkels en speciaalzaken. Door deze actie werd de toeristenwinkel dus ook een uiting van verdringing van buurtwinkels en speciaalzaken. De klap op de vuurpijl kwam in 2017, toen werd gespeculeerd, op basis van een vertrouwelijk FIOD rapport, dat het verdienmodel van veel toeristenwinkels niet kon kloppen. De toeristenwinkel werd al met al verguisd als onaantrekkelijk, laagwaardig, overlast bevorderend, vervreemdend en crimineel.
De Nutellapot werd het symbool van ongewenste ontwikkelingen in de Amsterdamse binnenstad. In maart 2017, een jaar na de eerste vermelding van de Nutellawinkel in de media, maakte gemeente Amsterdam bekend actie te gaan ondernemen tegen toeristenwinkels in het centrum van Amsterdam. Uit de krantenkoppen die daar over schreven bleek hoezeer Nutella een symbool was geworden, blijkbaar niet alleen in Amsterdam maar ook in de landelijke media. Het Parool kopte bijvoorbeeld “Amsterdam pakt Nutellawinkels en ijssalons toch aan”, maar ook het NRC Handelsblad noemde Nutella als pars pro toto: “De jacht op de Nutella’s wordt nu toch geopend”. Zelfs kooktijdschrift Elle Eten kopte “Hoera! Amsterdam pakt Nutellawinkels en Ice Bakery's aan!”.
De drukte voorbij?
Toen in maart 2020 bijna de hele wereld negatieve reisadviezen kreeg, leek het even alsof toerisme, drukte en de toeristenwinkel nog sneller van het toneel zou verdwijnen dan het opgerukt was. Terwijl voor veel ondernemers in de binnenstad een zeer moeilijke tijd aanbrak, benadrukten de media hoe de rust een verademing was voor buurtbewoners. Hoe lang zouden Amsterdammers blijven vasthouden aan de negatieve perceptie van toeristenwinkels nu toeristen grotendeels wegblijven? Zou de crisis uiteindelijk leiden tot meer waardering voor toeristen en wat ze bijdragen aan de stad? Of zou de crisis worden gezien als een goed moment om voorgoed met (een specifiek segment) toerisme af te rekenen?
Vooralsnog lijkt de koers richting dat laatste te zijn ingezet. In juni werd een petitie om na de Corona crisis sterkere banden te leggen aan toerisme binnen een week 11.000 keer ondertekend. In augustus ontstond ophef over een Coca Cola reclamedoel met de tekst: ‘Ik zeg nooit meer: er zijn te veel toeristen in mijn stad’. Voor bewoners van de Amsterdamse Pijp voelde deze tekst als “een klap in het gezicht” . Ze hadden het idee dat de eerste overlast op dat moment al aan het terugkeren was. Onderzoek naar de weerstand tegen toeristenwinkels lijkt daarmee alsnog niet meer achterhaald door de Coronacrisis.
Onlangs is er een nieuwe impuls gegeven met een bijeenkomst in het kader van de Right to Challenge. Onder begeleiding van onze onderzoeker Joachim Meerkerk en Machteld Combé van Team Democratisering van de gemeente Amsterdam hebben ondernemers en vertegenwoordigers van het Marktbureau, Stadsdeel Nieuw West en Afval en Grondstoffen een open en constructief gesprek gevoerd over een schone en duurzame markt. Ondernemers presenteerden hun plan voor een nieuw afvalsysteem en hoe zij dat in samenwerking hopen te realiseren en gezamenlijk zijn we op zoek gegaan naar de kansen en knelpunten. Het doel is om interventies te ontwikkelen om die kansen te benutten en knelpunten te adresseren. Belangrijke uitdagingen zijn bijvoorbeeld het gezamenlijk inrichten van een afvalplein en het zoeken naar bestuurlijke ruimte om buiten de kaders van centraal beleid te kunnen experimenteren.
Deze fase draagt daarmee bij aan de ontwikkeling van onze aanpak met experimentele leeromgevingen, met als doel om tegelijkertijd aan praktische oplossingen en systemische innovatie te werken. Dit gebeurtrondom de markt bijvoorbeeld door zelforganisatie van een afvalsysteem te verbinden aan (en mogelijk te maken door) vernieuwende bestuursmodellen. Ook herkennen we in de voortgang steeds meer wat de belangrijke evaluatieve criteria zijn om naar de collaborative governance die hier ontstaat te kijken: wat vinden verschillende stakeholders belangrijk aan zo’n proces en wat werkt als enabler (zoals een right to challenge) om het op gang te helpen?
De eerste inzichten zijn onlangs succesvol gepresenteerd op de conferentie van de European Network of Living Labs. Joachim’s presentatie kan je hier terugzien, de korte paper is hier te lezen [pp185-192].
Sinds dit jaar is de Untourist Movement partner in het partnernetwerk. Met hun beweging rondom het thema Reinvent Tourism voegen zij een creatieve en positieve impuls toe aan het ontwikkelen van een duurzame en inclusieve binnenstad, waar bewoners, ondernemers, gemeente en toeristen aan bijdragen. Zo vond deze zomer het virtuele Reinvent Tourism festival plaats, waaraan duizenden mensen hebben deelgenomen en dat verrassende uitkomsten leverde.
Projectteam Toekomstbestendig Evenwicht heeft bijgedragen aan de programmering van het thema Tours as a tool for change, met een drietal sessies: ten eerste een virtuele storytelling tour omtrent toerisme in de Surinaamse jungle, als verfrissend tegengeluid voor wallentoerisme. De wallen waren dan ook de setting voor een tweede event, namelijk een gesprek tussen sociaal ondernemers van Tours that matter en horecaondernemers op de wallen, wat leidde tot verrassende wederzijdse inzichten en (misschien) het doorbreken van vooroordelen. Tot slot organiseerde de HvA samen met partners Hotelschool The Hague en de Untourist Movement een workshop gericht op het ontwikkelen van nieuwe waardeproposities voor een toekomstbestendige.
Hieronder een kort verslag van Mike de Kreek
During the Reinvent Tourism Festival we have hosted various walks and talks from the Jungle in Suriname to a deserted Red Light District in Amsterdam. Participants have experienced what it is like to walk around somewhere else, without really being there. We were literally in the hands of a guide, who showed us around with his mobile device. He answered our questions, laughed with us and put us in contact with locale people. We have smelled the local smells by having food on our table and heard local soundcapes like we were there. We have talked afterwards about our experiences, the things that were great and the stuff that could be improved.
One of the main reactions was how the online guided tour inspired the participants to want to know more about Suriname. So it was not regarded as a substitute for really traveling to Suriname, but it offered a kind of start of curiosity about the culture and the country, and maybe one day travel there.
In the Dump or Take away meeting, we reflected on these experiences on a higher level: What can these experiments teach us about a future of tourism in Amsterdam that is more in balance with all local stakeholders? City dwellers, nature, enterpreneurs, visitors, tourists, civil servants, etc. all have their expectations about using an environment as a shared source. What creative opportunities and businessmodels are possible? Are we able to think the unthinkable? Do tourists offer an opportunity to solve local problems instead of being the cause of them?
Op 29 mei vond een vraaggesprek plaats met de illustere titel 'Nutella& Sex", tussen antropologe Katjalisa Reiter en horeca ondernemer Roberto Barsoum. Een tiental bewoners, onderzoekers, ondernemers, gidsen en overige belanghebbenden mengden zich via zoom in het gesprek, met als belangrijkste thema het zoeken naar een aantrekkelijke balans in het gezamenlijk gebruik van de wallen, een punt dat werd aangezwengeld door Barsoum. Aandachtspunt hierbij was het vinden van een gedeeld narratief dat verbindt in plaats van polariseert. Nieuwsgierig naar de uitkomsten? Bekijk het gesprek hier opnieuw.
Project
Discussieruimte: Commons en de omgevingsvisie
Op 14 mei organiseerden de HvA en de European Commons Network in samenwerking met de Gemeente Amsterdam het seminar Commons en de Omgevingsvisie: Op naar de Co-city. Tijdens deze anderhalf uur durende online conferentie hebben onderzoekers van de HvA (Urban Governance) en van Commons Network hun inzichten over de Omgevingsvisie gedeeld.
Daarna gingen de deelnemers met elkaar in gesprek over de volgende vragen:
1. Kan de gemeente Amsterdam de Omgevingswet en -visie gebruiken voor het stimuleren van stedelijke commons? Oftewel: hoe kunnen commons-initiatieven baat hebben bij de Omgevingswet en -visie?
2. Kunnen de principes en idealen van het commons-gedachtengoed de gemeente helpen bij het introduceren van een alternatief beheersmodel en bij het implementeren van de Omgevingsvisie?
Veel van onze partners waren hierbij (actief) aanwezig, waaronder Walther Ploos van Amstel, Elena Simons, Petra Tiel,KarolineWiegerink, Janny Alberts en Nienke Engberts, SheilaPrommensheckelen Alice Ernest. Veel dank voor de bijdragen! Een achtergrond document en verslag van de bijeenkomst staan hieronder.
De stad als consumptiegebied: Onderzoek uit de binnenstad en Amsterdam Oost
6 februari presenteerden Fenne Pinkster (UvA) en Peer Smet (VU) hun onderzoek naar de stad als consumptieruimte en aanverwante commoning processen in Amsterdam. Het onderzoek van Pinkster & Boterman (2017) is gericht op de Amsterdamse binnenstad, van Smets & Azarhoosh (2019) op Amsterdam Oost
Op 9 december hebben we met verschillende partners een inventarisatie gemaakt wat 'ondermijning' betekent. Er was veel belangstelling waaruit blijkt dat dit een onderwerpt is dat 'leeft' bij zowel de partners als de onderzoekers.
Zicht op Amsterdamse consumptieruimten: Historische analyse 2005-2017
Iris Hagemenans en Anne Risselada hebben een historische analyse verricht, naar de ontwikkeling van het Amsterdamse winkellandschap. Op 19 november presenteerden zij de verrassende uitkomsten van dit onderzoek, weergegeven in een aantrekkelijk dashboard dat analyse op buurtniveau mogelijk maakt. U kunt hier de presentatie van Iris en de presentatie van Anne nog eens bekijken.
Op 03 oktober heeft Re-energizing the City! A comparative analysis of urban commons initiatives International Workshop and City Expedition plaats gevonden.
Op 02 juli 2019 hebben we met partners de workshop De winkelstraat in de cultuurspagaat georganiseerd.Hierin zijn we met 2 vragen aan de slag gegaan ; Hoe kun je omgaan met medebuurtgenoten voor wie de straten geen ‘common resource’ zijn? - Kun Ondernemerschap in de wijk: hoe ga je daar als professional mee om?
Bij de stedelijke herontwikkeling van de Kolenkitbuurt in Bos en Lommer en Plein ’40-’45 in Geuzenveld-Slotermeer trekken Gemeente Amsterdam, bewoners en ondernemers samen op. Sinds 2010 is Cascoland met het project Cascoland Kolenkit actief in de Kolenkitbuurt om het sociaal kapitaal van de buurt te organiseren. Sinds eind 2017 werkt buurtcoalitie Wij Zijn Plein ’40-‘45 aan de toekomst van het plein. Welke gevolgen heeft dit partnerschap voor de gemeente? Voor de bewoners? Voor de ondernemers? Hoe verandert dit hun rol en werkmethode?
Op 18 juni leverde Julie een bijdrage aan een stadsexpeditie door Nieuw West met partner Jeroen Jonkers. Op de fiets zijn ze van de Kolenkit tot aan de Turkse Horecaboulevard gefietst met interessante stops onderweg. Deze expeditie maakte onderdeel uit van WeMakeTheCity.