van den Hende, H., van Aanholt, J., & Majoor, S. (2018). Evaluatie Participatie K-midden. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.
Bron en meer informatie: website HvA
In opdracht van de Gemeente Amsterdam heeft de HvA/Urban Management het participatietraject rond het gebied K-midden in Amsterdam Zuid-Oost geëvalueerd. Het onderzoek is gericht op twee soorten aanbevelingen:
A) het op zo’n manier opzetten en uitvoeren van toekomstige participatietrajecten bij stedenbouwkundige vraagstukken dat een uitkomst als in de K-buurt voorkomen kan worden;
B) het verbeteren van de samenwerking tussen de gemeente en bewoners/betrokkenen in de K-buurt.
van den Hende, H., van Aanholt, J., & Majoor, S. (2018). Evaluatie Participatie K-midden. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.
Bron en meer informatie: website HvA
HvA Urban Management werkt langjarig en intensief samen met de gemeente Amsterdam in het planproces voor de Ontwikkelbuurten. De gevoelskaart bundelt signalen, sferen, trends en ontwikkelingen op het snijvlak van de fysieke omgeving en de sociale leefkwaliteit in de Rechte H-Buurt. Daarmee lokaliseert het knelpunten en tracht een integraal beeld te geven van de plekken en routes waar een ingreep mogelijk bijdraagt aan het oplossen van vraagstukken voor verschillende sectoren, actoren en betrokkenen, op de korte en langere termijn. De gevoelskaart is een reeks kaarten die vanuit een hoog schaalniveau (de H-Buurt en omgeving) en een integrale analyse stapsgewijs inzoomen op enkele specifieke knelpunten. De gevoelskaart probeert door de integrale blik en beeldende manier van communicatie het gesprek mogelijk te maken. In die zin is het geen eindpunt, maar een startpunt, bij voorkeur voor een betere buurt.
Rechte H-Buurt: Aan de hand van verschillende scenario’s verkennen hoe de leefbaarheid en de verduurzaming van de buurt verbeterd kan worden. Ook kijken we naar de mogelijke (beperkte) toevoeging van nieuwbouwcomplexen (wonen, werken, voorzieningen).
Gebiedsplan Bijlmer-Centrum 2019 (passage Rechte H-Buurt)
• Economische positie en wijkeconomie: met Rochdale onderzoeken of ruimtes in de plintlagen van de flats deels kunnen worden ingezet als werkruimtes, met ondersteuning voor werkzoekenden en ZZP-ers en voor creatieve broedplaatsen.
• Ontwikkelingskansen jeugd: met Rochdale, Ymere, Eigen Haard, welzijnsorganisaties en bewoners onderzoeken of in de rechte H-buurt of in Hoptille / Haardstee een concentratie van jeugdwelzijnsvoorzieningen en/of een basisschool met gymzalen en een kinderdagopvang kan worden gevestigd. Voor die laatste is ook samenwerking met de Internationale School in het Zandkasteel aan de orde.
• Zorg en gezondheid: voortzetten concretisering speelatlas in de groene ruimtes van Hoogoord, Hofgeest en Haag en Veld en door realisatie van gymzalen (voor basisschool en / of internationale school) die ook kunnen worden gebruikt door (nieuwe) sportondernemers.
• Leefbaarheid en veiligheid: deze acties worden versterkt door de sloop van parkeergarage Hoogoord, een kwalitatief goede tijdelijke inrichting van de openbare ruimte en door de samenwerking met Rochdale en bewoners ten aanzien van trappenhuizen, fietsenstallingen en gebruik van plinten.
• Woongenot en openbare ruimte: belangrijk is dat de plannen die met de bewoners van Hofgeest en Haag en Veld zijn gemaakt voor de herinrichting van de openbare worden uitgevoerd (budget!) en dat voor Hoogoord en Hogevecht plannen samen met bewoners worden gemaakt. Samen met Rochdale en de VVE’s van de flats komen tot een complexgerichte aanpak, zodat overlast wordt teruggedrongen en flats in particulier bezit weer worden onderhouden.
ReferentieSpanjar, G., Suurenbroek, F., & van Weelde, P. (2019). Kansen en bouwstenen voor de Rechte H-buurt in Amsterdam Zuidoost: Op zoek naar de verbinding van fysiek en sociaal. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Urban Management.
Verkregen uit de HvA website
In samenwerking met de gemeente Amsterdam organiseert HvA Urban Governance & Social Innovation een langjarig actie-onderzoek rondom de Strategische Buurtonwikkeling. De onderzoekers van lectoraat Bouwtransformatie onderzochten in Reigersbos, Zuidoost hoe we voor bewoners - en jongeren in het bijzonder - de relevante sociale opgaven kunnen ontdekken en zodanig ruimtelijk verbeelden dat knelpunten en kansen zichtbaar worden.
METHODIEK
Voor het onderzoek is de wijk ruimtelijk en sociaal geanalyseerd, zowel door veldonderzoek en ontwerpend onderzoek. Daarnaast zijn 14 jongeren en 9 ouderen geïnterviewd. Ook is gebruik gemaakt van de verkenningen die al in opdracht van het planteam waren uitgevoerd. Met de analyses proberen we handvatten te bieden voor de versterking van de wijk.
OPBOUW
Als vorm is gekozen voor een gevoelskaart. Daarin proberen we vanuit een integraal ruimtelijk-sociaal perspectief de bestaande situatie en de mogelijke ontwikkelingen te bezien. Wat zijn de fysieke ingrepen die ook van sociale meerwaarde zijn?
De analyse is geordend in vier stappen. In de eerste stap wordt de essentie van Reigersbos zichtbaar gemaakt. Vervolgens wordt in de tweede stap een diagnose van de uitdagingen van Reigersbos gemaakt. Samen leveren deze de eerste set bouwstenen voor een toekomstperspectief. In de derde stap kijken we vanuit de ogen van de bewoners zelf. Daarvoor zijn 9 ouderen en 14 jongeren geïnterviewd. Ook die leveren een set bouwstenen. In de vierde en laatste stap wenden we de blik naar de toekomst. Wat leert deze integrale analyse? Welke samenhangende set van ingrepen lijkt cruciaal en kansrijk?
Het in beeld gebrachte toekomstperspectief bundelt signalen, sferen, trends en ontwikkelingen op het snijvlak van de fysieke omgeving en de sociale leefwereld.
Handvatten voor de versterking van sociaal middels fysieke ingrepen:
TOT SLOT
De gevoelskaart probeert door de integrale blik en beeldende manier van communicatie het gesprek tussen gemeentelijke afdelingen, maatschappelijke organisaties en burgers mogelijk te maken om zo actief bij te dragen aan het handelingspersperspectief van de Ontwikkelbuurt professional. In die zin is het geen eindpunt, maar een startpunt voor een betere buurt.
Deze publicatie is onderdeel van een serie. Eerder zijn de Kansen en bouwstenen voor de Rechte H-buurt onderzocht, governance aanbevelingen gedaan en het perspectief van Buurtdragers gedaan verkend.
Door de intelligente lockdown is er nu een nog sterker besef van een kwalitatief goede openbare ruimte en dagelijkse voorzieningen in de nabijheid van de eigen woning. Over het belang van deze buurtdragers in ontwikkelbuurten gaat de in maart verschenen verkenning Buurtdragers van Anneke Treffers, Ivan Nio en Frank Suurenbroek (onderzoeksteam Ontwikkelbuurten). De vraag die in deze verkenning centraal staat is met wat voor soort interventies gemeente en woningbouwcorporaties met bewoners het woon- en leefklimaat in ontwikkelbuurten fysiek en sociaal kunnen versterken.
In de verkenning staat het fysieke perspectief centraal. Buurtdragers zijn gedefinieerd als de ruimtelijke structuren, plekken en programma’s die de binding van bewoners met hun buurt duurzaam kunnen versterken. Buurtdragers zijn belangrijk omdat ze diverse vormen van binding met de buurt mogelijk maken. Buurtdragers in ontwikkelbuurten zijn ook kwetsbaar. De voorbeelden die in de verkenning zijn beschreven zijn onder andere hoven, parken, straten en informele routes en maatschappelijke en commerciële voorzieningen.
De studie vormt de eerste verkenning in een langduriger onderzoek naar buurtdragers. Mogelijk dat de voorbeelden al een waardevolle input voor de planvorming in de ontwikkelbuurten kan vormen. Het onderzoek is vooral ook een middel om in nadere dialoog met gemeente en corporaties te verkennen naar wat voor soort buurtdragers we eigenlijk op zoek zijn. En waar zouden gemeente en corporaties maar ook andere partijen in moeten investeren in de buurt.
Het betrekken van bewoners bij gebiedsontwikkeling wordt in toenemende mate als doel op zichzelf gezien. Binnen gemeenten gaat het gesprek daardoor vaak over het ‘hoe’ van participatie, maar minder over het ‘waarom’: wat proberen we er eigenlijk mee te bereiken? De HvA onderzocht participatie in de Amsterdamse Ontwikkelbuurten tussen 2018 en 2020, en ontdekte dat verschillende professionals deze vraag op zeer uiteenlopende manieren beantwoorden. In het rapport ‘Gedegen keuzes’ zetten we deze waarden op een rijtje, en laten we zien waar ze met elkaar wringen.
Sinds 2017 wordt er geïnvesteerd in de 32 Amsterdamse Ontwikkelbuurten: buurten die fysiek of sociaal-economisch achterblijven bij de ontwikkeling van de stad. Een belangrijke peiler van het Ontwikkelbuurten-beleid is de participatie van buurtbewoners bij het verbeteren van deze buurten. De HvA heeft de participatie in 10 van deze buurten onderzocht, en samen met professionals een reeks van leersessies en participatieve experimenten uitgevoerd.
Het onderzoek laat bovenal zien dat participatie verschillende waardevolle opbrengsten kan hebben, zoals het vergroten van de invloed van bewoners, het verbeteren van de kwaliteit van plannen, of het versterken van vertrouwen tussen gemeente en de buurt. Echter, dit leidt er ook toe dat verschillende professionals die bij participatie betrokken zijn vaak verschillende doelstellingen voor ogen hebben. Zo kan het kan goed zijn een participatiemedewerker zich inzet om met participatie de invloed van bewoners te vergroten, terwijl een stedenbouwkundige die actief is in hetzelfde project de participatie vooral ziet als manier om kwaliteit van de plannen te verbeteren. Deze verschillende doelstellingen liggen niet altijd in elkaars verlengde. Bewoners meer invloed geven kan bijvoorbeeld leiden tot keuzes die ontwerpers als kwalitatief minderwaardig beschouwen, of die tegen het beleid van de centrale stad in gaan. Professionals komen dus voor dilemma’s te staan.
Voor zulke dilemma’s bestaan geen kant-en-klare oplossingen: verschillende keuzes leiden tot het versterken van verschillende waarden. Om tot gedegen keuzes te komen is het belangrijk dat de mogelijke meerwaarde(n) van participatie in samenhang worden afgewogen: bij het maken van participatieplannen, het maken van keuzes tijdens participatieprocessen, of het evalueren van de opbrengst van participatie achteraf. Gedegen Keuzes biedt daar een raamwerk voor, dat wordt uitgewerkt aan de hand van gedetaillerde case studies van participatieprocessen in de K-buurt en Banne Noord.
Gedegen keuzes is onderdeel van een reeks publicaties die zijn voortgekomen uit het project Strategische Buurtontwikkeling. Eerder verschenen twee publicaties over het verbinden van fysiek en sociaal: één voor de H-buurt en één voor Reigersbos, een tussentijdse rapportage over de rol van vertrouwen in participatie, een onderzoek naar de rol van Buurtdragers is gebiedsontwikkeling, en een evaluatie van de participatie in de K-buurt.
De Directie Wonen van de gemeente Amsterdam is een langjarige samenwerking aangegaan met Onderzoeksprogramma Urban Management van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). De HvA voert hiervoor langs drie lijnen een actie-onderzoek uit naar participatie en integraaal werken in de Ontwikkelbuurten. In deze tussenrapportage delen we de voorlopige bevindingen in de vorm van zeven aandachtspunten, twee case studies en drie voorwaarden voor de komende processen.
van Aanholt, J., van den Hende, H., Majoor, S., Spanjar, G., & Suurenbroek, F. (2019). Ontwikkelbuurten:
Eerste Lessen en Aanbevelingen. Hogeschool van Amsterdam, Urban Management.
Bron: HvA.
In samenwerking met de gemeente Amsterdam organiseren we een langjarig actie-onderzoek rondom de Strategische Buurtonwikkeling. De vraag is hoe in deze gebiedsontwikkelingsprocessen burgerparticipatie gestalte krijgt - en hoe planprocessen daadwerkelijk bijdragen aan de structurele versterking van de leefomgeving in Zuidoost, Nieuw-West en Noord.
De komende jaren wordt er volop gebouwd in Amsterdam om aan de exploderende vraag naar betaalbare woningen te voldoen. Deels wordt gebouwd op plekken waar nu nog geen mensen wonen. Met de ontwikkelbuurten verschuift de focus echter ook naar de bouwopgaven in de buurten waar nu al mensen wonen en werken, zoals in Noord, Nieuw West en Zuidoost. Dat zijn vaak ook de buurten waar, wat gebouwen en openbare ruimte betreft, sprake is van enig achterstallig onderhoud en waar de sociale problemen naar verhouding groot zijn.
Juist in deze buurten moeten investeringen in het fysieke domein worden gekoppeld aan aan de lokale maatschappelijke, economische en ecologische opgaven. Dus wat zijn de goede manieren zijn om deze “harde” investeringen te koppelen aan “zachte”? En hoe kan het planproces van de gemeente daadwerkelijk tot de versterking van de leefomgeving leiden, voor alle bewoners? Dit vergt hernieuwde afstemming tussen diverse partijen, zorgvuldige en verbindende participatie en het vinden van synergie tussen sectoren, mensen en oplossingen.
Onze rol spitst zich toe op:
Het volgen en reflecteren op het planvormingsproces en de wijze waarop participatie hierbinnen een producerende rol krijgt;
Het verrijken van het deze planprocessen gedurende de uitvoering;
En het organiseren van experimenten om de kansen op synergie te verkennen, ontdekken en zichtbaar te maken.
Op deze manier dragen we als maatschappelijke partner aan het structureel versterken van de leefomgeving van deze buurten en haar bewoners.
Info: h.w.van.den.hende@hva.nl