Proefschrift gescheven door Lea den Broeder
-
Artikel
Citizen Science for Health in all Policies
Integraal Gezondheidsbeleid (IGB), een horizontale beleidsstrategie waarin alle relevante (beleids)sectoren samenwerken, wordt internationaal beschouwd als een hoeksteen van de gezondheidsbevordering. Effectief IGB vraagt om zowel een ‘Whole of Government’ aanpak, dat wil zeggen samenwerking tussen beleidsmakers, als een ‘Whole of Society’ aanpak, ofwel samenwerking met en tussen stakeholders in de samenleving. In Nederland is er al sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw sprake van IGB. In eerste instantie lag de nadruk op de samenwerking tussen actoren binnen het beleid; tegenwoordig wordt dit echter aangevuld door een nationaal programma waarin de samenwerking met maatschappelijke partners centraal staat.
Dit proefschrift gaat over de mogelijke rol van Citizen Science, ofwel burgerwetenschap, als manier om bij te dragen aan de kennisbasis voor IGB, in het bijzonder aan de Whole of Society aanpak. Citizen Science, dat wil zeggen de actieve bijdrage van burgers aan wetenschappelijk onderzoek, sluit aan bij de asset benadering en burgerparticipatie die belangrijke elementen zijn in de moderne gezondheidsbevordering. -
Artikel
Amsterdams Groen
De gemeente Amsterdam heeft een strategie ontworpen om de waarde van natuur en water in de stad beter te benutten en zo het groeiende aantal inwoners een aantrekkelijke leefomgeving te bieden. In deze KwaliteitsImpuls Groen zijn vier scenario's opgesteld om de groene infrastructuur van Amsterdam uit te breiden en te verbeteren.
Het RIVM heeft per scenario in kaart gebracht wat investeringen in 'groen en blauw' opleveren voor de gezondheid en het welzijn van de stedelingen en om de gevolgen van klimaatverandering, zoals wateroverlast en hitte, op te vangen. Dat varieert van minder zieken, minder ziekteverzuim en meer lichamelijke activiteit, tot een betere luchtkwaliteit, minder kosten voor de waterzuivering en een hogere vastgoedwaarde. De baten verschillen per scenario maar blijken aanzienlijk, tussen de 1 en 5 /m2 extra groen per jaar. De baten zijn het hoogst in wijken waar nu weinig groen is en veel mensen wonen.
Natuur in de stad, zoals parken, grachten en groene daken, kunnen de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren. Sommige vormen zijn duidelijk zichtbaar, zoals parken en recreatiegebieden. Maar al het groen draagt ook bij aan complexere processen, zoals een betere luchtkwaliteit, verkoeling van de stad, biodiversiteit en de berging van water in de bodem waardoor het riool minder wordt belast.De scenario's verschillen van opzet. Het scenario Groen Dichtbij betreft meer groen in de binnenstad, bijvoorbeeld met behulp van groene daken en meer bomen. In het scenario Groenblauwe Verbindingen worden de boomstructuur in de straten hersteld en in de hele stad recreatieve fiets- en wandelpaden aangelegd. In het scenario Stadsparken worden bestaande parken verbeterd en nieuwe aangelegd. Ten slotte worden in het scenario Metropolitane Parken de grote parken aan de rand van de stad ontsloten voor recreatief gebruik door de uitbreiding van het fiets- en wandelnetwerk.
Om de waarde van groen en blauw te kunnen kwantificeren is in deze studie gebruikgemaakt van het Natuurlijk Kapitaal Model, dat is ontwikkeld door het RIVM, Wageningen Environmental Research (WEnR) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Bron: website RIVM
-
Artikel
Gezondheid verbindt! Evaluatie van het project Gezond Slotermeer
Het RIVM heeft samen met buurtbewoners onderzocht in hoeverre bewoners uit Amsterdam-Slotermeer hun leefomgeving als gezond ervaren. Zij blijken de fysieke leefomgeving positief te waarderen, omdat deze een goede gezondheid ondersteunt. Minder positief oordelen ze over de sociale cohesie in de wijk. Meer sociale samenhang, ook tussen de verschillende culturen, vinden ze belangrijk voor hun gezondheid. Sociale contacten voorkomen dat mensen eenzaam worden en ongezond gaan leven. Daarnaast voelen veel mensen zich onveilig op straat.
De bewoners zijn het meest positief over het groen in de wijk, zoals het Sloterpark en de Sloterplas. Ze zijn ook positief over het openbaar vervoer en buurtvoorzieningen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Minder tevreden zijn ze over afval op straat en de slechte kwaliteit van de woningen. Verder blijkt dat bewoners veel behoefte hebben aan voorlichting over gezonde voeding, bewegen, opvoeding en veiligheid. Ook armoede is een belangrijk thema; gezond leven is voor veel mensen te duur.
Voor dit project interviewden lokale vrijwilligers hun buurtgenoten. Door deze werkwijze konden de interviewers hun lokale netwerk inzetten, evenals hun 'insiderskennis' over de wijk. Zelf hebben ze ook veel aan het project gehad. Na afloop oordeelden zij positiever over hun wijk doordat zij bewuster naar hun leefomgeving zijn gaan kijken.
Daarnaast kwamen de vrijwilligers in contact met mensen buiten hun directe netwerk en deden ze meer kennis op over gezondheid. Voor hen kreeg praten over gezondheid een verbindende functie. Doordat iedereen het belangrijk vindt om gezond te zijn en het geen politiek onderwerp is, leent dit onderwerp zich om culturele verschillen te overbruggen.
De bevindingen zijn een aanvulling op bestaande wetenschappelijke inzichten en kunnen worden gebruikt om beleid beter te laten aansluiten op de praktijk. Door de eenzijdige samenstelling van zowel de interviewers als de geïnterviewden aan dit project (vooral Marokkaanse vrouwen van in de veertig), is het echter moeilijk om te bepalen hoe representatief de uitkomsten zijn.
Bron: website RIVM
-
Artikel
Superlijst Groen 2021
Van de afspraken die supermarkten hebben gemaakt over het stimuleren van duurzaam voedsel is in praktijk nog weinig zichtbaar. Ekoplaza loopt voorop met een grotendeels plantaardig en biologisch assortiment. Albert Heijn loopt voorop in transparantie over zijn assortiment en verkoopcijfers. Of de sector substantieel bijdraagt aan afspraken als het Klimaatakkoord en het Deltaplan Biodiversiteit is niet te zeggen.
Zo'n 70 procent van het voedsel dat Nederlanders dagelijks tot zich nemen, kopen ze in de supermarkt (Rabobank 2019). In de transitie naar een duurzaam voedingspatroon spelen supermarkten daarom een belangrijke rol. Superlijst is een halfjaarlijkse vergelijking van supermarkten, die inzichtelijk maakt wat supermarkten doen om het Nederlandse voedingspatroon duurzamer en gezonder te maken. In deze tweede editie belichten we het thema Groen: in hoeverre stimuleert de supermarkt een voedingspatroon dat bijdraagt aan natuurbehoud en een gezond milieu.
Duurzaamheid staat bij veel supermarkten hoog op de agenda; zo blijkt uit de vele initiatieven en de voorbeelden van verbeteringen waarover ze rapporteren. Om die inspanningen goed te kunnen beoordelen is het echter nodig ze in perspectief te plaatsen; ze te vergeleken met vaste referenties of algemeen geaccepteerde standaarden en afspraken. Op dit moment zijn beleid en rapportage vaak nog te anekdotisch, gericht op deelonderwerpen of te weinig gekwantificeerd.
Ekoplaza en Albert Heijn komen uit dit onderzoek naar voren als voorlopers. Ekoplaza loopt voorop met de praktijk: veel biologische producten in het aanbod, weinig vlees in de reclamefolders. Albert Heijn loopt voorop in transparantie; anders dan andere supermarkten geeft Albert Heijn belangrijke inzichten in herkomst en verkoop van (on)duurzame producten. Alle onderzochte supermarkten zijn echter belangrijke afspraken over verduurzaming nog niet (zichtbaar) nagekomen. De supermarkt vertrouwt voor het verduurzamen van zijn productieketens nog sterk op de 'bewuste consument' die uit zichzelf kiest voor de duurzame (gecertificeerde) optie. Vlees is bijna overal de norm en supermarkten geven weinig openheid over de herkomst van producten. Er zijn nauwelijks adequate maatregelen om ontbossing voor palmolie en soja te voorkomen en ook over het verminderen van (plastic) verpakkingen geven supermarkten weinig openheid. Wel blijkt dat vis in de supermarkt bijna altijd wordt aangeboden met relevante keurmerken.
Stichting Questionmark stelde de onderzoeksmethode op in samenwerking met Natuurmonumenten, Natuur & Milieu en Mighty Earth en onder toeziend oog van een Raad van Wetenschappers. Voorafgaand aan het onderzoek kregen supermarkten de gelegenheid commentaar te geven op deze methode.
Bron: Questionmark (2021), Superlijst Groen 2021: Duurzaam voedsel. Welke supermarkten nemen de leiding?, Amsterdam: Stichting Questionmark. https://www.thequestionmark.org/downloads/superlijst-rapport-groen-2021-v1.0.pdf
-
Artikel
Superlijst Gezondheid 2020
Supermarkten spreken zonder uitzondering de intentie uit om de gezonde keuze te vergemakkelijken. Bij Lidl, Dirk, Coop en Ekoplaza is die ambitie het best vertaald in beleid en praktijk. Geen enkele supermarkt heeft echter adequate doelstellingen voor verkoop van gezonde producten en in de wekelijkse folders domineren ongezonde producten. Toch biedt bijna elke supermarkt in dit onderzoek wel een goed voorbeeld dat andere supermarkten kan inspireren.
Zo’n 70 procent van ons dagelijks voedsel komt uit de supermarkt. Supermarkten hebben daarmee grote invloed op ons voedingspatroon. De afgelopen jaren hebben supermarkten (gezamenlijk) toezeggingen gedaan om gezond voedsel de makkelijke keuze te maken, onder meer vastgelegd in het Nationaal Preventieakkoord.
Superlijst is een tweejaarlijks terugkerende vergelijking van supermarkten, die inzichtelijk maakt wat supermarkten doen om hun klanten te helpen kiezen voor gezond en duurzaam. In deze eerste editie belichten we het thema Gezondheid. De centrale vraag in dit onderzoek is: in hoeverre stimuleert de supermarkt als omgeving voor dagelijkse voedselkeuzes een gezond voedingspatroon?
Om daarvan een beeld te krijgen heeft Questionmark een onderzoeksmethode opgesteld in samenwerking met Diabetes Fonds, Hartstichting, Maag Lever Darm Stichting en Nierstichting en onder toeziend oog van een Raad van Wetenschappers. Voorafgaand aan het onderzoek kregen supermarkten de gelegenheid commentaar te geven op deze methode. In juni 2020 is de definitieve versie gepubliceerd en begon de onderzoeksperiode, die liep tot 19 augustus. De onderzoeksmethode richt zich op de doelstellingen die supermarkten zichzelf voor gezondheid hebben gesteld, het aandeel gezonde producten in het assortiment en in de reclamefolder, en de mate waarin supermarkten op de winkelvloer de gezonde keuze makkelijk maken. Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt laat zich samenvatten in vier hoofdbevindingen.
Bron: Questionmark (2020), Superlijst Gezondheid 2020: Welke supermarkt maakt gezond de makkelijke keuze?, Amsterdam: Stichting Questionmark.
-
Artikel
Troebel zicht op vissenwelzijn
Dierenbescherming wil meer kennis over het welzijn van vis die in de Nederlandse supermarkten te koop is en heeft Stichting Questionmark gevraagd dit onderzoek uit te voeren. Uit dit onderzoek blijkt dat het beeld van vissenwelzijn in de schappen troebel 1 is. Merken en supermarkten doen op hun websites weinig uitspraken over vissenwelzijn in hun assortiment. Ook bij individuele visproducten in het online assortiment is weinig te vinden over bovenwettelijke maatregelen op het gebied van vissenwelzijn. Deze conclusie baart zorgen, omdat er bij wet weinig geregeld is over vissenwelzijn in de aquacultuur zowel als in de wildvangst. Het ontbreken van al deze informatie op webshops en -sites van supermarkten geeft dus aanleiding om aan te nemen dat het niet goed gesteld is met vissenwelzijn.
Wel zijn er enkele indicatoren die indirect een beeld kunnen geven van het welzijn van vissen. Zo zijn er vier keurmerken (ASC, Biologisch, Naturland Aquakultur en Soil Association) waarvan de eisen indirect bijdragen aan vissenwelzijn. Dit zijn allen keurmerken voor aquacultuur. In supermarkten is, afgaande op online informatie, iets meer dan een kwart van de visproducten door deze keurmerken gedekt. Informatie over herkomst, vangstmethode en de vissoort die verplicht op het etiket te vinden moet zijn, kan ook indirect een indruk geven van dierenwelzijn. Het is daarom opvallend dat (een deel van) deze informatie bij veel producten in de supermarkt online ontbreekt.
Belangrijkste bevindingen:
- Wetgeving productinformatie wordt online slecht nageleefd
- Supermarkt en vismerken hebben nauwelijks beleid gericht op vissenwelzijn Keurmerken voor wild gevangen vis stellen geen eisen aan vissenwelzijn
- Verdoving voorafgaand aan slacht is bij aquacultuur in maar enkele landen wettelijk geregeld
- Vissenwelzijn tijdens kweek of vangst niet helder wettelijk geregeld
Bron: Questionmark (2020). Troebel zicht op vissenwelzijn.