Looptijd: 2015-2019
-
Artikel
A public mental health perspective on persistent (violent) criminal behavior
Promotieonderzoek naar openbare geestelijke gezondheidsdeterminanten van de ontwikkeling, persistentie en escalatie van crimineel gedrag in de jongvolwassenheid. Centrale onderzoeksvragen zijn hoe en bij wie de persistentie/escalatie van crimineel gedrag voor, tijdens en na de transitie jeugd-jongvolwassenheid beter kan worden voorkomen. Het onderzoek is ondergebracht bij kinder- en jeugdpsychiatrie van de afdeling kindergeneeskunde van VUmc (Prof. Dr. Arne Popma).
Twee aspecten staan centraal. Het eerste is de identificatie van belangrijke criminogene risicofactoren uit de jeugd die kunnen worden geassocieerd met de ontwikkeling, en in het bijzonder de escalatie van crimineel gedrag, in de jongvolwassenheid. Het tweede is de identificatie van publieke gezondheidsdeterminanten (een combinatie van medische en sociale problematiek), gerelateerd aan de persistentie van crimineel gedrag tot in de volwassenheid. Hiertoe worden drie specifieke onderzoeksgroepen samengesteld. Het gaat om 1) een selectie van mannelijke jongvolwassen gewelddadige veelplegers uit de Top600 van Amsterdam, 2) een ‘positieve’ vergelijkingsgroep voor de Top600, bestaande uit leeftijdsgenoten met een jeugdreclasseringsverleden die juist geen geweldsdelicten plegen en 3) een groep mannelijke ex-gedetineerden die in 2010 vrijkwamen na een periode van detentie in de reguliere afdelingen van de Amsterdamse huizen van bewaring.
Tussen de Top600 en de vergelijkingsgroep zal een vergelijking worden gemaakt van het voorkomen van criminogene risicofactoren tijdens de jeugd. Binnen de Top600 wordt onderzocht of een verdere onderverdeling op basis van lichte verstandelijke beperking belangrijke inzichten oplevert met betrekking tot effectieve preventie / rehabilitatie van jongvolwassen gewelddadige veelplegers. Ook worden verbanden gelegd tussen problemen uit de jeugd (in het bijzonder zogenaamde Adverse Childhood Experiences) en zelfredzaamheidsproblemen tijdens de jongvolwassenheid. Bij de groep ex-gedetineerden zal worden onderzocht welke openbare (geestelijke) gezondheidsdeterminanten geassocieerd zijn met criminele recidive na ontslag uit detentie en wordt onderzocht of een subjectieve probleemervaring een aanknopingspunt is om recidive na ontslag uit detentie te voorkomen.
Databronnen zijn gearchiveerde jeugdzorgdossiers, interviews, sociaal-psychiatrische screeningen en delicthistorie zoals geregistreerd door de politie-eenheid Amsterdam-Amstelland.
Het promotie-onderzoek komt voort uit reeds afgeronde onderzoeksprojecten van de afdeling EGZ naar het voorkomen van OGGz-problematiek en nazorg detentie bij Amsterdamse gedetineerden en de voorgeschiedenis van de Amsterdamse Top600. Het promotie-onderzoek is gestart in April 2015 en zal naar verwachting worden afgerond in de tweede helft van 2019. -
Artikel
Alcoholmonitor
De Alcoholmonitor beoogt een overzicht te geven van de ontwikkelingen in het alcoholgebruik en de problematiek die hiermee gepaard gaat in Amsterdam. De Alcoholmonitor verschijnt vierjaarlijks. Het volgen van deze ontwikkelingen door de tijd heen levert waardevolle inzichten op in het effect van het ingezette beleid. Daarnaast kan het ook handvatten bieden om het beleid aan te passen of aan te scherpen.
De Alcoholmonitor maakt gebruik van bestaande registraties en onderzoeksgegevens. Binnen de monitor komen verschillende aspecten van alcoholgebruik, -misbruik en afhankelijkheid aan de orde waarbij extra aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingen binnen de jongere groep. De maatschappelijke consequenties van overmatig alcoholgebruik komen hierbij uitvoerig aan bod.Looptijd: 2006-2024
-
Artikel
BIG Data
Big data zijn procesdata die ontstaan door het maatschappelijk verkeer. Overal waar menselijke activiteit plaatsvindt daar ontstaan data. Dat kan een website zijn, werkzaamheden van de GGD, zoekopdrachten op internet. Door die activiteiten ontstaat een spoor van data. In hoeverre kan die data de GGD helpen haar werk beter te doen?
Specifiek:
Wat voor (proces)data hebben heeft de GGD die “big” is?
Wat voor “open” data is er die relevant voor de GGD is?
Hoe kan de analyse van die data GGD processen verbeteren? (efficiënter)
Hoe kan de analyse van die data ons helpen in onze missie? (effectiever)
Hebben we de kennis in huis om zelf analysen te doen?
Als we werk uitbesteden, hoe doe je dat, welke kennis heb je daarvoor nodig?Looptijd 2016-2020
Onderzoeker: Daan Gerard Uitenbroek
-
Artikel
Collegiaal overleg tussen forensische artsen
Behandelend artsen horen met een forensisch arts te overleggen als zij niet overtuigd zijn van een natuurlijk overlijden. Uit eerder onderzoek van de afdeling AGZ bleek dat forensisch artsen niet altijd het juiste advies geven aan behandelend artsen als zij bellen met vragen op het gebied van lijkschouw: in 12% van alle telefonische overleggen was het gegeven advies onjuist (Smits et al 2017). Ook bleek uit dit onderzoek dat een kleine groep artsen voor een groot deel van alle onjuiste adviezen verantwoordelijk was. De meeste onjuiste adviezen hadden te maken met de aard van overlijden (natuurlijk versus niet-natuurlijk). Uit het onderzoek werd dus duidelijk dat er maatregelen genomen moesten worden om de kwaliteit van het gegeven advies te verbeteren.
De afdeling AGZ heeft daarom erop aangestuurd om bij vragen rondom lijkschouw de forensisch arts altijd te laten overleggen met een collega forensisch arts. Sinds november 2018 kan in Formatus worden vastgelegd of dit is gebeurd bij een lijkschouw. Ook is het mogelijk om bij overleg met een behandelend arts (‘collegiaal overleg overledene’) aan te geven of is overlegd met een collega forensisch arts. Deze opties zijn dus toegevoegd aan Formatus om te stimuleren dat de forensisch arts beslissingen rondom de lijkschouw niet alleen neemt, maar deze bespreekt met een collega forensisch arts. De verwachting is dat behandelend artsen hierdoor vaker van een juist advies zullen worden voorzien.Looptijd: 2018-2019
-
Artikel
Drugsmonitor
De veelheid aan verschillende informatiebronnen rondom aanbod, gebruik van en gezondheidsincidenten rondom genotmiddelen vraagt om meer samenhang in de rapportage, voorkomen van dubbelingen in onderzoek en betere aansluiting van onderzoek met 'het veld'. Daarom zal één samenhangende drugsmonitor opgezet worden waarin alle afzonderlijke monitors een plek krijgen.
Looptijd: doorlopend
-
Artikel
Evaluatie Welzijn op Recept verwijzingen door wijkverpleegkundigen
n oktober 2018 is de GGD in opdracht van OJZ een evaluatieonderzoek naar Welzijn op recept verwijzingen door wijkverpleegkundigen. De gangbare verwijzing verloop via huisartsen maar om een bredere doelgroep te kunnen bereiken wordt nu onderzocht of verwijzingen door wijkverpleegkundigen ook mogelijk is. Onderzoeksvragen zijn: Is de doelgroep geschikt voor dit aanbod en is er voldoende aanbod voor deze specifieke groep, heeft de interventie aanpassingen nodig of is het vergelijkbaar met de verwijzing van de huisarts? In maart 2019 zal het onderzoek worden afgerond na uitvoeren van enquêtes, interviews en focusgroepen met professionals en deelnemers.
DoelLooptijd: 2018-2019
-
Artikel
Gezondheid in Beeld
'Gezondheid in Beeld' is een makkelijk toegankelijke en interactieve website die inzicht geeft in de gezondheid, het welzijn, de leefstijl en de leefomgeving van de bevolking in het werkgebied van de GGD Amsterdam. Gezondheid in Beeld wordt gevoed door gegevens uit de diverse monitorstudies die binnen de GGD Amsterdam plaatsvinden. Uniek is dat de bezoeker zelf bepaalt welke informatie hij/zij wil zien. Na het kiezen van een informatiebron en onderwerp wordt de informatie op het scherm getoond in de vorm van tabellen, kaarten, taartgrafieken, histogrammen en lijndiagrammen.
Looptijd: 2010-2019
-
Artikel
Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen: Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn
GGD Amsterdam voert periodiek een gezondheidsmonitor uit onder de volwassen bevolking (19 jaar en ouder) in de regio gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Een gezondheidsmonitor is een middel om informatie over de gezondheidssituatie van de bevolking in de regio te verkrijgen en over de factoren die deze gezondheidssituatie beïnvloeden. Het is een onderzoek, door middel van een vragenlijst (op papier of via internet), uitgevoerd bij een representatieve steekproef uit de gehele volwassen bevolking. Op basis van de gezondheidsmonitor kunnen gemeenten en partners uit de zorg- en welzijnssector het gezondheidsbeleid vorm geven.
Looptijd: 2012-2019
-
Artikel
Jeugdgezondheidsmonitor Amstelland
Met de Jeugdgezondheidsmonitor wordt periodiek de lichamelijke en psychosociale gezondheid van kinderen in de regio Amstelland in kaart gebracht. Nemen bepaalde gezondheidsproblemen af of juist toe? De Jeugdgezondheidsmonitor is gebaseerd op informatie verzameld via papieren of digitale vragenlijsten bij kind en ouder. Daarnaast worden registraties gebruikt uit het digitale kinddossier van de jeugdgezondheidszorg. De Jeugdgezondheidsmonitor geeft inzichten in de gezondheid van kinderen op regionaal, gemeentelijk en schoolniveau. Op basis van de Jeugdgezondheidsmonitor kunnen gemeenten en scholen het jeugdgezondheidsbeleid vorm geven.
Bron: GGD Amsterdam
Looptijd: 2008-2029
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Anouk Wisse, Claudia Verhagen, Hilde Stegeman, Ilona Steenkamer, Leonie van Vuuren en/of Lenette Rietveld, onderzoekers
-
Artikel
Jeugdgezondheidsmonitor Amsterdam
Met de Jeugdgezondheidsmonitor wordt periodiek de lichamelijke en psychosociale gezondheid van kinderen en jeugdigen in kaart gebracht.
Nemen bepaalde gezondheidsproblemen af of juist toe? De Jeugdgezondheidsmonitor is gebaseerd op informatie verzameld via (papieren of digitale) vragenlijsten bij kind, ouder en leerkracht en via registraties in het digitale kinddossier van de jeugdgezondheidszorg. De Jeugdgezondheidsmonitor geeft inzichten in de gezondheid van kinderen op gemeentelijk niveau, maar ook op stadsdeel- en schoolniveau. Op basis van de Jeugdgezondheidsmonitor kunnen gemeenten, stadsdelen en scholen het gezondheidsbeleid vorm geven.
Doel
Het verkrijgen van inzicht in (determinanten van) de lichamelijke en psychosociale gezondheid van kinderen en jeugdigen.
Doelgroep
Kinderen en jongeren woonachtig en/of schoolgaand in Amsterdam in de leeftijd van 0-19 jaar.
Bron: site GGD
-
Artikel
JUMP-in: Beweging stimuleren op school
JUMP-in is gericht op het stimuleren van beweging, sport en gezonde voeding, ter preventie van overgewicht bij kinderen van 4 tot 12 jaar. Het programma is ontwikkeld door de GGD Amsterdam en DMO Sport en wordt sinds 2002 op basisscholen in Amsterdamse achterstandswijken uitgevoerd. In dit project is het onderdeel beweging en sportparticipatie verder ontwikkeld en op effecten onderzocht bij 9 interventiescholen en 10 controlescholen.
Kinderen gingen meer sporten en hadden een grotere fitheid. De dagelijkse hoeveelheid beweging of buitenspelen veranderde niet. Er zijn geen effecten op mentaal welbevinden gevonden, maar kinderen die gedurende het hele onderzoek aan sport deelnamen, hadden minder depressieve klachten.
Jump-in vergroot de sociale steun vanuit ouders. Op basis van het onderzoek zijn aanbevelingen gedaan voor een haalbare, duurzame en effectieve implementatie van Jump-in die aansluit bij bestaande structuren en de lokale praktijk.
Het programma is verder verbeterd tot een complete integrale aanpak bewegen/voeding/overgewicht voor 4 tot 12 jarigen. Jump-in is een vast onderdeel van de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht, Er is speciale aandacht voor verschillende subgroepen van kinderen met een verhoogd risico (zoals inactieve kinderen, kinderen met overgewicht en kinderen met een achterstand in de motorische ontwikkeling) met een structurele samenwerking tussen stadsdelen, basisscholen, lokale sportverenigingen, (jeugd)gezondheidszorg en welzijnsorganisatiesOnderzoeker: Judith de Meij
Projectleider: Prof. dr. J.M.M. Chin A Paw
Periode: 2013De Meij, J. S., Chinapaw, M. J., Kremers, S. P., Jurg, M. E., & Van Mechelen, W. (2010). Promoting physical activity in children: the stepwise development of the primary school-based JUMP-in intervention applying the RE-AIM evaluation framework. British journal of sports medicine, 44(12), 879-887.
DOI: http://dx.doi.org/10.1136/bjsm.2008.053827
Voor meer informatie, zie website UMC
-
Artikel
Interventie onderzoek sociaal domein
Binnen de afdeling Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Zorginnovatie (EGZ) van de GGD Amsterdam is de afgelopen jaren, in samenwerking met collega’s binnen het cluster Sociaal, invulling gegeven aan de opdracht ‘Weten wat werkt in het Sociaal domein’ om de kennis en de kennisinfrastructuur op het gebied van evaluatieonderzoek gericht op de effecten van interventies binnen het cluster Sociaal te versterken. Het doel van deze opdracht is om middels evaluatieonderzoek te leren van wat werkt en op deze wijze bij te dragen aan het verbeteren van dienstverlening aan de Amsterdammers. Binnen de gemeente Amsterdam en zeker ook binnen het sociaal domein wordt steeds meer belang gehecht aan de inzet van bewezen effectieve interventies ofwel om meer evidence based te gaan werken/handelen. Evaluatie onderzoek draagt hier een belangrijke steen aan bij. Onderzoek helpt om een betrouwbaar oordeel te kunnen geven over geschiktheid van methoden en aanpakken. Dat betekent dat wetenschappelijke kennis een belangrijke rol moet krijgen bij de ontwikkeling van beleids- en praktijkinterventies (vanaf nu interventies) zodat de kans op succes wordt vergroot. Vervolgens zal uit evaluatieonderzoek moeten blijken of de interventies werken.
Looptijd: 2017-2022
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Annelies van Loon, onderzoeker.
-
Artikel
Landelijke kennisagenda forensische geneeskunde
In 2018 zijn het bestuur van het Forensisch Medisch Genootschap (FMG) en de commissie Wetenschap en Onderzoek van het FMG gestart met de voorbereidingen voor de ontwikkeling van een kennisagenda voor de Forensische Geneeskunde. Voor een goede en duurzame positionering van de Forensische Geneeskunde is het essentieel om het handelen van forensisch artsen en verpleegkundigen beter wetenschappelijk te onderbouwen.
In het project worden de belangrijkste kennishiaten voor het forensisch-medisch vakgebied vastgesteld en een plan van aanpak ontwikkeld hoe deze kennishiaten door middel van wetenschappelijk onderzoek ingevuld kunnen worden.Looptijd: 2018-2019
-
Artikel
Lekker Gezond
Het project 'Lekker Gezond' evalueert het gezonde voedingsbeleid van Jump-in.
Jump-in ondersteunt basisscholen in Amsterdamse achterstandswijken om gezond beweeg- en eetgedrag onder hun leerlingen te stimuleren. Het programma-onderdeel gericht op beweging is effectief bewezen.
Zowel voor de school als de thuis situatie wordt onderzocht wat het effect van Jump-in is op de consumptie van water, suikerhoudende dranken, melk, fruit, groenten, snacks en volkoren brood. Ook brengen de onderzoekers in kaart aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om het gezond voedingsbeleid succesvol te kunnen implementeren.
Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht van de Gemeente Amsterdam.Bron: site VUmc
-
Artikel
Meten=weten: de kunst om veiligheid te meten
Voor de publieke gezondheidszorg is het van belang zicht te hebben op en het monitoren van risicogroepen, risicogebieden en de veiligheidsontwikkelingen van betrokkenen nadat er sprake is geweest van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een probleem bij het gebruik van registratie gegevens van (her)meldingen is dat het onbekend is of het aantal meldingen een goed beeld geeft van de werkelijke situatie. Onderzoek laat zien dat het merendeel van de gevallen van kindermishandeling niet wordt gemeld. Het “meten” en het volgen van veiligheid is of subjectief of men geeft een toekomstige risicoschatting o.b.v. risicotaxtie-intrumenten. Onbekend is hoe men de actuele veiligheid in het proces van melding naar duurzame veiligheid objectief kunt volgen.
De centrale vraagstelling van dit project luidt:
Hoe kunnen we veiligheid, in de relatie tot huiselijk geweld en kindermishandeling, het best voorspellen, meten en monitoren?Looptijd: 2018-2022
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frank Hazeleger, onderzoeker.
-
Artikel
Middelengebruik bij suïcide
In kaart brengen en vergelijken van de aard van intoxicatie bij suïcidepogingen en suïcides, waarbij gekeken wordt naar zowel verstrekte hulpverlening en psychofarmaca, als aangetroffen middelen suïcidanten en pogers.
Praten over gedachten aan zelfmoord kan bij de crisislijn van 113 Zelfmoordpreventie via 0900-0113 of www.113.nlLooptijd: 01-03-2014 / 31-12-2025
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marcel Buster en/of Manon Ceelen, onderzoekers.
-
Artikel
Monitor Acute Crisisketen Amsterdam
De acute crisisketen in Amsterdam zorgt dat mensen met acute psychiatrische problematiek zo snel mogelijk de juiste (psychiatrische) zorg krijgen. Binnen deze keten worden mensen met acuut verward gedrag vervoerd naar de spoedeisende psychiatrie Amsterdam (SPA). Hier worden ze beoordeeld, waarna eventueel een opname volgt. Tussen de verschillende stappen vinden triages en beoordelingen plaats die bepalen of en op welke manier iemand uitstroomt uit de keten of de volgende stap zet. De monitor acute crisisketen is door de ketenpartners samengesteld, zodat dit proces kan worden gevolgd. Maandelijks worden de door de ketenpartners aangeleverde gegevens verzameld in een tabellenboek. Per kwartaal verschijnt een volledige rapportage.
De monitor acute crisisketen Amsterdam biedt inzicht in de keten, vanaf de melding tot het resultaat van de beoordeling in de Spoedeisende Psychiatrie OnderzoeksRuimte (SPOR). Hoeveel meldingen van cliënten met acuut verward gedrag zijn er? Wie verwijst deze cliënten door? Hoeveel cliënten komen in aanmerking voor acute hulp? Hoe worden zij vervoerd naar de spoedeisende psychiatrie? Hoeveel cliënten worden opvangen in de psychiatrische spoedopvang?
De monitor wordt beheerd door de afdeling Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Zorginnovatie (EGZ) van de GGD in opdracht van Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) van de gemeente Amsterdam en Zilveren Kruis. In het kader van deze monitor wordt nauw samengewerkt met de politie Amsterdam, Ambulance Amsterdam (AA), Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (SPA) en de afdeling Vangnet van de GGD Amsterdam.Looptijd: 2017-2024
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Natalie Runtuwene en/of Matty de Wit, onderzoekers.
-
Artikel
Monitor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen: jongvolwassenen, volwassenen en gezinnen
De Amsterdamse maatschappelijke opvang (MO) en beschermd wonen (BW) bieden opvang en begeleiding aan kwetsbare burgers. De maatschappelijke opvang is er voor de beperkt zelfredzame dakloze Amsterdammer. Beschermd wonen voor de Amsterdammer waarbij een beschermende woonomgeving nodig is voortkomend uit een psychiatrische aandoening. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie cliëntengroepen: de jongvolwassenen, volwassenen en gezinnen. Amsterdam onderscheidt daarmee vier ketens: de keten maatschappelijke opvang, dakloze jongeren, dakloze gezinnen en beschermd wonen. De ketens hebben een vergelijkbare centrale aanpak, waarbinnen de belangrijkste aanbieders en partners nauw samenwerken. Hoewel de ketens apart zijn georganiseerd, hangen ze onderling samen. De ketens worden daarom gezamenlijk beschreven in de monitor maatschappelijke opvang en beschermd wonen: jongvolwassenen, volwassenen en gezinnen.
De jaarlijkse monitor maatschappelijke opvang en beschermd wonen biedt een overzicht van de vraag en aanbod van de zorgketens. Hoe groot is de vraag naar MO en BW in Amsterdam? Wie melden zich bij de verschillende centrale toegangen? Wat is het aanbod van de opvang? Hoelang wacht men op een plek? Hoelang verblijft men in de MO of BW? Hoeveel cliënten stromen uit naar een zelfstandige woning?
De monitor wordt uitgevoerd door het cluster Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Zorginnovatie (EGZ) van de GGD. In het kader van deze monitor wordt nauw samengewerkt met het cluster Maatschappelijke Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) van de GGD. Voor de monitoring van de ketens MO en BW fungeert het registratiesysteem Trajectus als belangrijkste informatiebron. De monitor wordt gefinancierd door de rve Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) en biedt de mogelijkheid het gemeentelijk beleid af te stemmen op de behoefte aan MO en BW.Looptijd: 2011-2019
-
Artikel
Onderzoek Amsterdamse Zedenzaak
De GGD Amsterdam doet, in samenwerking met het AMC, onderzoek bij kinderen en ouders die betrokken zijn bij de Amsterdamse Zedenzaak. De Amsterdamse Zedenzaak kwam eind 2010 aan het licht. Veel jonge kinderen zijn hierbij slachtoffer geworden van seksueel misbruik. Er is in de wetenschap nog weinig bekend over de signalen en gevolgen van seksueel misbruik op (zeer) jonge leeftijd. Langlopend wetenschappelijk onderzoek bij kinderen en hun ouders die betrokken zijn bij de Amsterdamse Zedenzaak biedt de mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in deze signalen en gevolgen. Het onderzoek kan eraan bijdragen dat in de toekomst vroege herkenning van symptomen plaatsvindt en de zorg aan kinderen en hun ouders wordt verbeterd. Het onderzoek is begin 2013 van start gegaan.
Looptijd: 2012-2025
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Eva Verlinden, onderzoeker.
-
Artikel
Onderzoek naar meldingsgraad overleden minderjarigen
Sinds 1 januari 2010 zijn behandelend artsen in Nederland wettelijk verplicht het overlijden van een minderjarige te bespreken met de gemeentelijk lijkschouwer. In 2014 is voor het laatst landelijk in kaart gebracht welk percentage minderjarigen bekend is bij de gemeentelijk lijkschouwers. Dit onderzoek wordt nu herhaald om te zien of de meldingsgraad is verbeterd. Voor dit doel wordt het aantal overleden minderjarigen dat bekend is bij de gemeentelijk lijkschouwer vergeleken met het aantal overleden minderjarigen zoals bekend bij het CBS.
Looptijd: 2018-2019
-
Artikel
Pilot innovatieve psychiatrie
De bestuurders van Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA), GGD Amsterdam en GGZ (Arkin, InGeest, Lucertis) namen in 2016 het initiatief voor een pilot gericht op het verhogen van de veiligheid van kinderen van ouders/verzorgers met psychiatrische problemen, door de begeleidende rol van JBRA in deze situaties te versterken door gebruik te maken van een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige (SPV) vanuit de GGD Amsterdam. De SPV verwerft inzicht in psychiatyrische en andere persoonlijke problemen bij ouders of verzorgers binnen gezinnen die begeleid worden door JBRA.
-
Artikel
Pilots vernieuwing gezondheidsmonitor
De teruglopende respons op de Gezondheidsmonitor volwassenen/ouderen, de vierjaarlijkse gezondheidsenquête van GGD’en, RIVM, CBS en GGD Ghor, is een landelijk probleem. Dit probleem speelt ook in Amsterdam. De respons onder 19- t/m 64-jarigen is een knelpunt, en dan met name de respons onder 19- t/m 34-jarige mannen. Binnen deze groep varieert de respons ook nog naar herkomst, met een lagere respons onder personen met een niet-westerse herkomst. Om de respons te verhogen heeft de GGD Amsterdam twee pilots opgezet.
-
Artikel
Plan van aanpak ontwikkeling onderzoeksagenda effectmetingen Basisvoorzieningen
Basisvoorzieningen zijn voorzieningen die in alle wijken noodzakelijk geacht worden voor het goed functioneren van de dragende samenleving en die toegankelijk zijn voor alle bewoners. De dragende samenleving is in 2017 gedefinieerd als “dat wat Amsterdammers zelf doen of in potentie zouden kunnen doen, voor zichzelf, voor elkaar en gezamenlijk”. Het betreft het collectieve aanbod vanuit de stadsdelen op het gebied van jongerenwerk, mantelzorgondersteuning, activering en participatie, vrijwilligerswerk en maatschappelijke dienstverlening . Deze voorzieningen zorgen ervoor dat bewoners die ondersteuning nodig hebben, langer zonder of met minder professionele hulp, zelfstandig kunnen blijven wonen en jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen.
Aan onderzoekers van de GGD Amsterdam, afdeling Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Zorginnovatie (EGZ), is de vraag voorgelegd om in de komende jaren meer inzicht te bieden in de effectiviteit van basisvoorzieningen, waarbij jaarlijks een tweetal specifieke voorzieningen wordt onderzocht. In dit voorstel wordt een plan van aanpak beschreven om te komen tot een onderzoeksagenda: welke specifieke voorzieningen worden de komende jaren onderzocht, en wat is een haalbare methode om inzicht te krijgen in de effectiviteit hiervan. Vervolgens wordt voor elke te evalueren voorzieningen een voorstel geschreven voor het uitvoeren van een effect onderzoek. Idealiter bouwen deze voorstellen voort op dezelfde bouwstenen en wordt een methodiek ontwikkeld die voor meerdere basisvoorzieningen kan worden ingezet.Looptijd: 2019
-
Artikel
Oudere migranten: laat ze niet vallen!
Vallen is een van de meest voorkomende en ernstige problemen bij thuiswonende ouderen. Ook de gevolgen van valangst zijn groot. Valangst en gerelateerd vermijdingsgedrag kunnen leiden tot een verminderd fysiek, sociaal en mentaal functioneren, toename van het risico om te vallen en afname van kwaliteit van leven. Door preventieve interventies op de hoog risicogroepen (waaronder oudere migranten) te richten, zou een behoorlijke gezondheidswinst behaald kunnen worden.
Hoewel vallen en valangst een groot gezondheidsprobleem vormt onder oudere migranten, worden zij weinig bereikt met valpreventieactiviteiten. In 2016 zijn we het project ‘Cultuursensitieve preventie van de bezorgdheid om te vallen’ gestart. Hierin beoogden we een interventie (door) te ontwikkelen gericht op de preventie van de angst om te vallen bij oudere migranten. De doelgroep bestaat uit mannen en vrouwen van 60 jaar en ouder met een migratieachtergrond, die een zekere mate van angst om te vallen ervaren en hierdoor activiteiten vermijden. Het project bestaat uit de volgende hoofdactiviteiten:
- Verdere doorontwikkeling van de interventie ‘Zicht op Evenwicht’ (een effectief bewezen groepscursus voor valangst preventie) samen met oudere migranten en hun vertegenwoordigers;
- Werving en inclusie van oudere migranten;
- Werving en training van therapeuten;
- (Proef)implementatie van de nieuwe interventievariant in verschillende stadsdelen in Amsterdam;
- Evaluatieonderzoek naar proces en effecten.
Momenteel bevindt het project zich in de laatste fase, namelijk analyses van de data voor de proces- en effectevaluatie. Het onderzoekrapport wordt medio 2018 verwacht.
In dit project werken we samen met het Trimbos instituut en (lokale) organisaties voor (oudere) migranten. Het project is mogelijk gemaakt dankzij subsidie van het Fonds Nuts Ohra, RCOAK en het R&D fonds van de GGD Amsterdam.
Meer informatie: website Sarphati
-
Artikel
Winterkoude onderzoek
Om zicht te krijgen op de feitelijk daklozen in Amsterdam voert de GGD periodiek het winterkoudeonderzoek uit. Daarbij wordt gebruikt gemaakt van de winterkoudeopvang die wordt ingesteld als de temperatuur gedurende meerdere dagen onder 0 is. Voor alle daklozen wordt dan een gratis plek in de opvang gerealiseerd en actief worden buitenslapers gemotiveerd om een plek te accepteren. Tijdens een dergelijke winterkoude-opvang periode worden gedurende twee avonden met vele vrijwilligers van de GGD alle passanten- en winterkoudeopvangplekken in de stad bezocht. Alle aanwezige daklozen die bereid zijn tot deelname worden kort geinterviewd over hoeveel zij buitenslapen, of dit een keus is of vanwege gebrek aan plek in de opvang. Daarnaast wordt kort uitgevraagd in hoeverre alcohol-, drugs- of psychiatrische problematiek speelt en in hoeverre mensen in contact zijn met de zorg. Gegevens worden gebruikt om inzicht te krijgen in de aard en omvang van de feitelijk daklozen in Amsterdam en de behoefte aan opvang.
Daarnaast worden sinds de winter 2010/2011 de gegevens vergeleken met die van vergelijkbaar onderzoek in Rotterdam, Den Haag en Utrecht.Looptijd: 2003-2024
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Matty de Wit en/of Marcel Buster, onderzoekers.
-
Artikel
Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM): Meten en volgen van de zelfredzaamheid van kwetsbare populaties
De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) is een meetinstrument dat door de GGD Amsterdam in samenwerking met de Gemeente Rotterdam is ontwikkeld om uitkomsten van de Openbare (Geestelijke) Gezondheidszorg (OG(G)Z) in kaart te kunnen brengen. Inmiddels wordt de ZRM onder andere in de vier grote steden (G4) gebruikt voor het screenen en evalueren van clienten in de OGZ en aanverwante velden. De toepassing van de ZRM biedt nieuwe mogelijkheden voor onderzoek maar stelt ook enkele nieuwe vragen en eisen aan het meetinstrument. Deze mogelijkheden, vragen en eisen worden in het huidig project benut, beantwoord en voldaan.
Looptijd: 2012-2019