Op hoofdlijnen zijn de onderzoeksvragen:
- Welke onderwijsleerstrategieën die het zelfverantwoordelijk leren bevorderen, worden al toegepast binnen de scholen en in hoeverre stellen die leerlingen in staat om zelfverantwoordelijk te leren?
- Hoe kunnen inzichten, vaardigheden en houdingen die nodig zijn voor zelfverantwoordelijk leren worden bevorderd?
De geïnventariseerde aspecten die mogelijke onderzoek behoeven, zijn:
- het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden, tools en interventies voor het nemen van verantwoordelijkheid, het kunnen sturen, en het kunnen afwegen en maken van keuzes.
- het vinden van een balans tussen sturing en zelfsturing, tussen structuur en ruimte.
- binnen het onderwijs: het sturen op doelen in plaats van op de inhoud van het curriculum.
- het vinden van een balans tussen individueel leren / individuele leerlijn en collaboratief leren / leren met en van elkaar.
- het geven van ruimte voor zelfverantwoordelijk leren vraagt ook het nodige ten aanzien van de inrichting van het onderwijs:
- sturing op resultaat en begeleiding van de leerling bij het formuleren van leerdoelen vraagt om heldere leerlijnen voor algemene en vakspecifieke vaardigheden/houdingen; het voor de leerling betekenisvol maken van de doelen van een leerlijn (gerelateerd aan functies kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming);
- ontwikkeling van taken om als leerling zelf zicht te krijgen op waar hij/zij staat;
- mogelijkheden ontwikkelen voor persoonlijke invulling van de leerlijn.
Van docenten vraagt zelfverantwoordelijk leren:
- van docent-gestuurd werken naar meer (met leerling) gedeelde sturing;
- doelmatige ontwikkeling en dus situationele inzet van metacognitieve vaardigheden als plannen, evaluatie, reflectie, etc.;
- het in balans brengen van ‘eigen regie op het leerproces’ en het ‘met collega’s vorm geven van het leerproces’;
- het met de leerlingen vorm geven aan persoonsgericht leren wat hand in hand blijft gaan met de ontwikkeling van de eigen rol in hun omgeving / samenleving.
Kader en werkwijze
De docent-onderzoekers voeren praktijkonderzoek uit op hun school in samenspraak met hun schoolleiding en afgeleid van hun schoolplan. De producten (buiten een verslag en een poster als eindproduct) variëren van workshops of begeleidingstrajecten voor docenten, lessenseries of instrumenten die de zelfregulatie van leerlingen bevorderen. De docent-onderzoekers maken bij aanvang van hun traject een verspreidingsplan en de schoolleiders stellen hun docent-onderzoekers in staat om hun kennis te delen op studiedagen, in teams en in vaksecties. De schoolleiders zien er op toe dat de kennis binnen de school wordt benut en verspreid. Daarnaast wordt de kennis gedeeld tussen de scholen binnen de werkplaats, mede doordat de werkplaatsbijeenkomsten telkens op locatie van één van de deelnemende scholen plaatsvindt en op conferenties die de scholen organiseren. We willen de kennis niet alleen delen binnen de werkplaats en maar ook met praktijkpartners en wetenschappers op congressen zoals b.v. VELON of ORD. Aan het eind van elk onderzoeksjaar wordt een slotsymposium georganiseerd voor collega’s, leidinggevenden, schoolopleiders en instituutsopleiders, bestuurders en gemeente.