Een deel van de oplossing komt wellicht uit onverwachte hoek, namelijk grootschalige toepassing van gewassen die we om ons heen kunnen telen. Een biobased economy, door de Rijksoverheid gedefinieerd als “een economie die gewassen en reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie inzet voor niet-voedseltoepassingen.” Landbouw – niet voor voedsel, maar voor de industrie. Denk aan vlas, hennep, koolzaad en andere planten. Die kunnen verwerkt worden tot textiel, bouwmaterialen, verf, olie, noem maar op. Ze zijn hernieuwbaar, slaan CO2 op, verbeteren de bodem, voorkomen broeikasgasuitstoot, voordelen te over.