Article

Studeren zonder druk

Voorstel voor een nieuw stelsel van studiefinanciering

In het rapport Hoge verwachtingen van het SER Jongerenplatform, gepubliceerd in augustus 2019, is een verkenning gedaan naar de kansen en belemmeringen van jongeren in Nederland. De conclusie van deze verkenning is dat jongeren wat van hun leven weten te maken. Daar werken ze hard voor en dat is iets om met recht trots op te zijn. Dit is echter te vaak eerder ondanks dan dankzij de omstandigheden. Dat wordt veroorzaakt door een stapeling van ontwikkelingen en beleidsmaatregelen. Deze stapeling heeft geleid tot knelpunten en risico’s die in het bijzonder neerslaan bij bepaalde groepen jongeren. In deze verkenning is daarom een werkagenda opgesteld met onderwerpen waarmee het SER Jongerenplatform nog aan de slag wil. Het SER Jongerenplatform vindt onder andere dat in kaart moet worden gebracht wat de gevolgen zijn van het sociaal leenstelsel op hun financiële positie en de vervolgstappen in het leven van jongeren. Daarbij zou ook nagedacht moeten worden over bouwstenen voor passende alternatieven.

In 2015 is het studievoorschotstelsel beter bekend als het sociaal leenstelsel geïntroduceerd. Hiermee kwam een einde aan het systeem met een generieke beurs. Door de sterk toegenomen kosten als gevolg van een groeiende studentenpopulatie, ontstond er vanuit de politiek behoefte om minder in studiefinanciering en meer in de kwaliteit van het hoger onderwijs te investeren. Deze sterk gevoelde urgentie leidde tot de invoering van het sociaal leenstelsel. De verandering van het studiefinancieringsstelsel betrof overigens alleen het hoger onderwijs. In het middelbaar beroepsonderwijs is de financieringssystematiek niet veranderd in 2015. Laatstgenoemde onderwijsniveau blijft dan ook grotendeels buiten de aandacht van deze verkenning.

Belangrijkste verschil tussen het voorschotstelsel en de voormalige basisbeurs is het principe dat studenten onder het huidige leenstelsel geen aanspraak kunnen maken op een generieke beurs. Wel is er voor de lage inkomensgroepen een aanvullende beurs. Deze wordt omgezet in een gift als de student binnen tien jaar afstudeert. De aanvullende beurs voorziet in een gedeeltelijke dekking van de gemaakte kosten voor studie en levensonderhoud. Voor het overige kunnen studenten (tegen gunstige voorwaarden) geld lenen van de overheid. Deze lening zal binnen 35 jaar moeten worden terugbetaald. De afbetaling vindt plaats onder gunstige voorwaarden en de hoogte ervan is mede afhankelijk van het genoten inkomen. Daarentegen werd de basisbeurs (later werd dit een prestatiebeurs) omgezet in een gift als de student binnen tien jaar afstudeerde. Dit geldt overigens nog steeds voor de aanvullende beurs en de reisvoorziening, echter niet meer voor de basisbeurs aangezien deze is afgeschaft. Alhoewel de basisbeurs niet volstond om aan alle gemaakte kosten tegemoet te komen, is met de invoering van het sociaal leenstelsel voor veel studenten de noodzaak om te lenen veel groter geworden. Daarmee is de gemiddelde schuldenlast van studenten sterk gestegen.

Bron: Studeren zonder druk: Voorstel voor een nieuw stelsel van studiefinanciering. 2021. SER Jongerenplatform

Media

Documents