Om deze vraag te kunnen beantw oorden, zijn 2 regionale programma’s en 1 lokaal programma nader onderzocht: Trendbreuk Zuid-Limburg, Kans voor de Veenkoloniën en het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid. Alle 3 de programma’s beslaan een regio of gebied met een forse achterstand ten opzichte van de rest van Nederland. Het doel van die programma’s is om die achterstanden in te lopen. In veel opzichten zijn de betrokkenen bij de 3 programma’s pioniers. Er w ordt buiten gebaande paden getreden om verbindingen te leggen tussen gezondheid, opvoeding, onderw ijs, w onen, w erk, cultuur en veiligheid.
Uit de focusgroepen met betrokkenen bij deze programma’s en gesprekken met overige deskundigen komen
3 centrale spanningen naar voren tussen enerzijds lokale en regionale ambities en uitvoeringspraktijk, en anderzijds de w erkw ijze en rol van landelijke systeempartijen. Ten eerste signaleren w e een spanning tussen bestuurslagen. Landelijke programma’s en verantwoordingseisen stroken niet altijd met de gebied specifieke aandachtspunten in de aanpak van gezondheidsachterstanden. Ten tw eede is er een spanning in de tijd, namelijk tussen de vaak korte beleidshorizon van beleid en politiek en de benodigde langetermijnaanpak van gezondheidsachterstanden. Ten derde is er spanning tussen politieke belangen. Debatten over het vergroten van kansengelijkheid ontaarden al snel in een links-rechtsdiscussie. Voorstanders van leefstijlgerichte interventies hechten sterk aan de eigen verantw oordelijkheid van mensen. Voorvechters van de brede aanpak benadrukken dat gezondheid een collectief belang is en gezond leven heel vaak geen individuele keuze.